Hoofdcategorieën
Home » De Hongerspelen » We have to kill 46 children... And then each other. » Hoofdstuk 1; De oogst. Loes POV
We have to kill 46 children... And then each other.
Hoofdstuk 1; De oogst. Loes POV
Het gezicht wat door heel Panem zo gehaat is behalve in het Capitool, komt tevoorschijn op het trillende scherm van het oude tv’tje. Ik breng mijn kiezen op elkaar, terwijl mijn moeder mij een treurige glimlach schenkt, de President wacht rustig af tot het publiek gekalmeerd is, het getik van de klok achter op onze muur vult de hele kamer terwijl wij alle onze ogen gericht hebben op het beeldscherm. Een klein jongentje, hoogstens 10, staat naast de President met een koele blik in zijn jonge ogen. Ik bijt in de binnenkant van mijn wang terwijl de President aan zijn toespraak begint over de donkere dagen die naar de Hongerspelen hebben geleid. Toen de regels voor de Spelen werden opgesteld, heeft iemand bedacht dat om de 25 jaar er een jumbileum moet worden gevierd door een kwartskwelling. Die moet een nog grootsere editie van de Spelen opleveren. President houdt zich even stil en kijkt – haast dreigend – de camera in, hij gaat door met het vertellen wat er bij de eerst kwartskwelling is gebeurd, ‘bij het vijfentwintigjarig jubileum moesten alle districten, om de rebellen eraan te herinneren dat hun kinderen stierven omdat zij zelf voor geweld hadden gekozen, stemmen op de tributen die hen zullen vertegenwoordigen.’ Ik huiver bij de gedachten dat je door jouw district tot de dood word gestemd, naar de arena gaan zelf is erg genoeg, maar om er nou heen gestemd te worden? ‘En nu is het tijd om onze tweede kwartskwelling uit te voeren,’zegt de president. Het jongetje loopt naar voren terwijl zijn vrij mollige armpjes een kist met kaarten erin uitsteekt. De president pakt een envelop waarbij de camera’s even inzoomen op een sierlijk geschreven 50. Mijn moeder geeft mij een bemoedigend knijpje in mijn hand. ‘Voor dit jaar moet elk district, om de mensen eraan te helpen herinneren dat er voor elke Capitoolinwoner twee rebellen waren gestorven.’Hij pauzeert even en tuurt naar de onderkant van de pagina, dan kijkt hij weer recht in de camera, ‘twee keer zoveel tributen sturen.’ Mijn moeder, - die mijn hand nog steeds fijnknijpt – kijkt met bezorgde ogen van mij naar mijn vader. Mijn vader staat vloekend op, en mompelt dingen waarvan ik zeker ben dat als je ze hardop zegt in het openbaar je wordt vermoord. Geschrokken sta ik op, half van dat er in plaats van 23 kinderen, 47 moeten sterven, en half van de woorden die uit mijn vaders mond vliegen. ‘Het komt wel goed, lieverd.’Zegt mijn moeder, Ik knik terwijl mijn rechterhand – die niet word samengeknepen – naar de knop vliegt om het tv’tje uit te zetten. ik voel me leeg, niet zeker hoe ik hier op moet reageren, de kans is klein dat ik word getrokken, maar de kans is er, of mijn vriendin, Ellen die hier niet verder dan 30 meter vandaan woont, zou ook kunnen worden getrokken. Ik schud mijn linkerhand rustig uit de hand van mijn moeder en loop naar onze slaapkamer, peinzend over het feit dat er dubbel zoveel kinderen sterven.
---- Dag van de Oogst.
Ik laat een geïrriteerde puf horen terwijl mij moeder verder met mijn haar frunnikt. ‘Waarom moet ik mij mooi maken voor iemands dood ?’ Mompel ik. Mijn moeder reageert niet op mijn geïrriteerde bui, aangezien het wel vaker voorkomt. Mijn vader komt de kamer in gestommeld, terwijl hij zijn shirt recht strijkt. ‘Het is tijd om te gaan,’zegt mijn vader met een snelle blik op de klok. Ik blijf stil maar stap zo snel als ik kan de kamer uit, wat ook betekend dat ik buitensta, de koudheid overspoelt me, en ik sla mijn armen over mijn borst. De akkers die voor ons huis spreiden zien er bruin, haast grijs uit zonder al het groen wat er zomers staat te bloeien. Achter mij hoor ik onze deur met een vage klik dichtvallen, ik blaas mijn adem uit wat meteen klein wolkje wordt, en draai me om naar mijn ouders met – wat ik hoop – een zekere uitdrukking. Ik sta 24 keer ingeschreven dit jaar, 2 keer zoveel als vorig jaar. Ik strompel naar Ellens huis waar ze met haar ouders klaar staat, ik glimlach lichtjes naar haar ouders en geef Ellen zelf een stomp tegen haar schouder. ‘Hoi,’mompel ik terwijl ik mijn handen voor mijn mond hou en erin blaas. ‘Hoi,’mompelt zij, ook niet echt vrolijk, terug. Ik steek mijn arm naar haar uit en geef haar een vage grimas. Ze haakt haar arm in de mijne en samen, gevolgd door onze ouders, lopen we naar het grote plein. De kinderen tussen de 12 en 18 lopen in zwijgende rijen naar de balies waar een beetje van ons bloed wordt afgenomen. Ik loop zuchtend door de mensenmassa heen nadat ik even naar mijn ouders heb gezwaaid, de vrouw achter de balie glimlacht lichtjes naar mij voordat ze in mijn vinger prikt. Zodra ze er zeker van is dat ik er ben mag ik doorlopen, mijn ogen darten rond de kinderen maar ik zie Ellen nergens meer, dus ik ga ervan uit dat ze al door is gelopen naar haar plaats. De kinderen roepen door elkaar heen, een paar van de kinderen die twaalf zijn huilen zelfs. District 11 is een van de grootste districten, dus als hier de oogst wordt gehouden is het er super druk, de ouders van de kinderen worden zo ver mogelijk naar achtergedrongen zodat alle kinderen er passen, we staan hier met zeker meer dan 1000 kinderen. Als ik op mijn plek sta zie ik Ellen nog steeds nergens, ik schud het van me af, we zien elkaar vast zo weer. De burgemeester komt oplopen, en vraagt om stilte. Het duurt nog ongeveer 5 minuten tot het echt zo stil is dat hij met zijn microfoon erover heen komt. De burgemeester trekt zijn jasje recht, en glimlacht een duidelijk geïrriteerde glimlach. Hij schraapt zijn keel en begint met een speech dat district 11 elk jaar weer moet aanhoren. Na de speech, wat eeuwen leek te duren, komt onze escout oplopen, Indigo Roxen is z’n naam. Hij glimlacht zijn witte tanden bloot, en bedankt de burgemeester met een hoge piepstem. ‘En dan nu, gaan we de vier personen trekken die district 11 vertegenwoordigen in de hongerspelen!’ Het hele district wordt stil, ‘zoals gewoonlijk meiden eerst, en mogen de kansen ímmer in je voordeel zijn!’ Iedereen lijkt zijn adem in te houden terwijl de schoenen van Indigo over het podium klakken. Hij bereikt de pot waarin mijn naam 24 keer zit, met volle genoegen loopt Indigo terug naar de microfoon, hij vouwt het papiertje dramatisch open en knipoogt even naar een van de camera’s. Ik friemel met mijn jurkje terwijl ik aan de binnenkant van mijn wang bijt. ‘Het eerste meisje dat district 11 gaat vertegenwoordigen is..’Hij laat een dramatische stilten horen. ‘Loes Medendorp!’ Een paar mensen naast mij halen opgelucht adem terwijl ik harder op mijn wang bijt. Ik moet het vast verkeerd gehoord hebben, ik moet het vast verkeerd gehoord hebben… Ik herhaal het zinnetje in mijn hoofd, maar alle gezichten die naar mij toekeren vertellen het omgekeerde.
Ken je zo moment waarbij je het liefst van de aardbodem wilt verdwijnen? Dit is zo’n moment, ik loop achter de twee vredebewakers terwijl ik mij best doe mijn gezicht in de plooi te houden. Mijn zweterige handpalmen glijden langs mijn jurk terwijl ik de meelevende, maar ook opgeluchte, blikken tegemoet kom. “Loes Medendorp,” door mijn naam op 24 keer op een briefje geschreven te hebben, gaat nu mijn dood kosten. Indigo ontvangt mij met open armen op het podium, ik blijf stil terwijl hij doorbabbelt en slik de brok in mijn keel door terwijl ik om me heen kijk, achter mij staan de winaars die mij even kort naar mij knikken. Indigo hupst door naar de jongens, waarmee hij met zijn hand even door de bak rommelt en terug loopt naar de microfoon, mijn oren suizen terwijl hij het papiertje openmaakt. ‘Piey Krannen!’ Mijn ogen zoeken tussen de jongens naar Piey Kannen, alle ogen worden gericht op een jongen van 17 á 18 jaar. Hij loopt met de vredebewakers naar het podium toe en het valt me op hoe gespierd hij wel niet is. Ook hij word hartelijk ontvangen door Indigo, maar als Indigo geen vriendelijk woordje uit hem weet te bemachtigen loopt hij opnieuw naar de bak van de meiden. Mijn aandacht vestigt zich weer op de meiden en ik zoek Ellen er weer tussen, maar tussen alle bange gezichten kan ik Ellen’s gezicht nergens uitmaken. Ik zucht en bijt weer op de binnenkant van mijn wang terwijl Indigo nog even doorhupst.
als ik een gokje moest doen zou ik zeggen dat ellen ook werd uitgekozen omdat de titel luid: we have to kill 46 childeren... and then each orther. dus dan moeten ze elkaar wel mogen (vind ik) ik lees nu met heel veel plezier (en medelijden!) verder!
xxx