Hoofdcategorieën
Home » Tokio Hotel » Broken Eyes » [8.]
Broken Eyes
[8.]
Ik realiseer me opeens dat ik hier wel degelijk ben om te werken. En dat Simon en Koen vast op mij staan te wachten. Ik loop terug de concertzaal in, verdwijn even in de wc’s en schrik van mijn eigen spiegelbeeld. Druipnat haar, rode ogen van het wenen en zwarte vegen van m’n mascara. Hebben Bill en Tom mij echt zo gezien? Vlug fris ik me even op, doe m’n haar in een staart en zoek dan vlug de rest van de crew. Ze zijn allemaal al alles aan het opruimen en hebben me precies niet echt gemist. Ik sluit me vlug aan en help waar ik helpen kan. Ik loop heen en weer, op automatische piloot, en doe wat men mij zegt. Ik voel nog amper mijn benen en pas nu voel ik de vermoeidheid op komen. Eindelijk zijn de klaar en vertrekken we naar het hotel. Onbewust kom ik tussen Soetkin en een ander - ook nieuw meisje - terecht. Voor ik in slaap val hoor ik nog net dat ze Dorien noemt.
Door de ogen van Bill: En opeens was ze weg. Maar ik voel haar ogen nog op me branden. Ik kijk op en zie m’n broer me nog steeds vragend aanstaren, niet wetend wat er zojuist is gebeurd. Ik wil hem het wel uitleggen, maar kom tot de conclusie dat ik het zelf eigenlijk ook niet weet. Het leken uren dat ik naast Lisa in de regen heb gezeten, maar het bleek maar een tiental minuten te zijn. Maar toch kwam ik zoveel van haar te weten, dat zij anders was, anders dan de meisjes waar ik tot nu toe op verliefd was geweest. Echter, puur. Tom verbreekt de stilte door te vragen wat ik hier in godsnaam in de regen zat te doen. Ik antwoord niet, wat moet ik zeggen. Dat ik voelde dat Lisa iemand nodig had, dat ik me verplicht voelde om die iemand te zijn? Ik schud mijn hoofd en loopt naar de deur, aarzelend gevolgd door mijn broer. Mijn tweelingbroer, die normaal gezien alles van mij wist. Maar die ik dit nu niet kan vertellen, hoe de pijn even in mij sloop toen ik in Lisa’s ogen keek. Hoe, ookal ken ik haar niet, al hopeloos verliefd op haar ben.
Door de ogen van Tom: Wat is er hier toch aan de hand? Zo heb ik Bill nog nooit gezien. Ik heb duizenden vragen maar besef dat ik toch geen antwoord zal krijgen. Toch probeer ik het. ‘Bill, mag ik misschien weten wat je hier in hemelsnaam zat te doen?’ stamel ik. Hij kijkt me aan en deze keer kan ik zijn ogen niet lezen. Ik zie alleen m’n eigen bespiegeling, geen antwoorden. Wat is er hier allemaal gebeurd? In die tijd dat ik hem aan het zoeken was? Bill beweegt plots en automatisch volg ik hem, zoals ik altijd zal doen. Iedereen denkt wel dat ik stoer, onafhankelijk ben. Men moest eens weten hoe hard ik mijn broer en de rest van de band nodig heb.
Door de ogen van Lisa: Sharon, waar komt zij opeens vandaan? Hoe lang heb ik haar nu al moeten missen? Hoe hard heb ik mezelf hier al voor aangepakt? Hoeveel heb ik al overwogen haar achter na te gaan?Hoe vaak heb ik al gedacht dat het allemaal mijn schuld, mijn fout is? Diep vanbinnen weet ik, dat ik er niets aan kon doen. Dat ze haar eigen graf groef, dat ze haar eigen doodvonnis tekende. Maar mijn hart zegt, dat als ik er meer was geweest, er vroeger was geweest, ik haar misschien had kunnen helpen, misschien. Ik zal het nooit weten. Sharon, ik mis je, ik mis je verschrikkelijk.
Door de ogen van Dorien: Het lijkt me een vriendelijk meisje, Lisa. Ook nieuw en van rond mijn leeftijd. Ze oogt vrolijk, maar mij maak je niks wijs. Haar bijna verdwenen, maar voor mij nog steeds zichtbaar, rode ogen zeggen genoeg. Ze ziet er oververmoeid uit en voer ik iets deftig kan zeggen, valt ze in slaap. Ook ik begin zachtjes in te dommelen tot ik opeens zacht gemijmer hoor. Lisa, ze praat in haar slaap. ‘Sharon,Sharon,Sharon’ fluistert ze. Ik besluit haar niet te wekken en probeer terug te slapen. Wat me niet meer lukt… Een half uur komen we aan bij ons hotel, zachtjes maak ik Lisa wakker, die nog steeds onverstaanbare woorden zit te murmelen. Het enige wat duidelijk is, is ‘Sharon’. Moeizaam doet ze haar ogen open en tezamen met Soetkin stommelen we naar onze kamers. Die -toevallig- naast elkaar liggen. Vlug nemen we afscheid van elkaar en slaapdronken stompel ik mijn kamer binnen. Ik val met al mijn kleren nog aan, languit op mijn bed in slaap.
Door de ogen van Lisa: ‘Sharon, Sharon, waarom liet je mij in de steek. Ik heb je nodig, ik kan niet zonder je, ik mis je. Hou je jezelf kapot maakte, hoe je veranderde.. Het staat nog allemaal in mijn geheugen gegrift.’ Een hand port me in mijn zij, langzaam doe ik m’n ogen open. Dorien en Soetkin staan over mij heen gebogen en zeggen iets wat niet tot me door dringt. Automatisch sta ik op, maar mijn gedachten zitten nog bij mijn droom, bij Sharon. Mijn Sharon. Soetkin en Dorien leiden me naar mijn kamer en hoe ik aan mijn bed ben geraakt, weet ik niet. Ik ben doodop. Ik val als een blok in slaap, op naar de zoveelste nachtmerrie.
Reacties:
Wauw, super ^^
'k Heb het heel snel gelezen en nu kruip ik bijna in de computer, want ik wil meer Geweldig!
xx Nadezh
super mooi