Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Bleach » De verloren zanpakuto » Hoofdtuk 1

De verloren zanpakuto

17 sep 2013 - 15:18

3347

0

290



Hoofdtuk 1

Hier begint het, Hoop dat jullie het leuk vinden. Dany is zwart en Toshiro is rood. Ik heb het verbeterd en makkenlijker neergezet om te lezen hoop dat het goed is.

Ik heb het koud, wat mijn eigen schuld is, maar het is toch zwaar klote. Ik moet echt leren om minder puberaal te zijn, soms hebben volwassene wel gelijk. Het is wel heel erg koud voor deze tijd en het zou nog wel twintig graden zijn volgens de weersverwachtingen. bzzzzzzm bzzzzzzm. mijn zak begint te trillen. Ik haal mijn mobieltje uit mijn zak, het is mijn zus. Ik neem op.
"Waar blijf je?" hoor ik door de telefoon. het klonk niet echt bezorgd, eerder verveeld.
"Ik ben over vijf minuten thuis," zeg ik.
"Oké, wij beginnen alvast met eten, anders wordt het koud.
"Goed hoor," zeg ik. Het boeide me niet echt dat ze niet op me wachtten. Sinds onze ouders zijn overleden boeit weinig me weer. We bleken nog een oom en tante in Japan te hebben en we zijn door hen geadopteerd. Ik had al in Nederland een cursus Japans gevolgd voor extra punten, dus ik pikte te taal al snel op en het schrift had ik bijna helemaal onder de knie, maar voor mijn zus was het anders. Zij is naar een Engelse school gegaan en spreekt geen woord Japans. Ze wil het ook niet leren. Ze sluit zich helemaal af van de buitenwereld en praat met niemand. Ik denkt dat ze meer moeite heeft met de dood van onze ouders dan ze laat merken. Ik maak me zorgen om haar, ze wil maar niet verder gaan met haar leven. Sommige mensen zouden het niet eens merken, omdat ze hele goede cijfers haalt, maar ik weet wel beter. Mijn zus haalt geen achten en negens, maar gewoon goede zevens. Ze moet veel te veel tijd besteden aan school om zulke goede cijfers te halen. Thuis besteedde ze nauwelijks tijd aan haar huiswerk. Ik heb ik het begin geprobeerd om met haar te praten, maar dat wil ze niet. Ik heb het ongeveer een week geleden opgegeven. We gaan nu al een maand naar school en de mensen hier zijn erg aardig. We moeten wel een schooluniform aan en mensen behandelen elkaar anders. Het is net als in van die manga's. Mensen buigen ook voor andere mensen, maar ik heb ontdekt dat het niet nederig is, maar gewoon een soort van respect. Het is nogal moeilijk om uit te leggen. Ik heb een gewoonte gekregen om lang buiten rond te lopen, met als gevolg dat ik mijn hele buurt uit mijn hoofd ken. Ze geven hier ook engels, maar dat is niet op zo een hoog niveau. Op dit moment ben ik al een van de beste van de klas, hoewel ik de taal nog niet helemaal onder de knie heb.
Een ding is wel raar sinds deze zomer. Toen ik in het auto ongeluk was moet er iets met me zijn gebeurd, want sinds deze zomer kan ik geesten zien. Het is best wel raar, want ik weet zeker of ze echt zijn. Ik zie ze namelijk op plekken waar mensen zijn overleden, en als ik dan die plek en persoon op het internet opzoek ziet hij of zij er precies hetzelfde uit als hoe ik ze zie. Ik zie ze als normale mensen, alleen met een soort blauwe gloed om hen heen. In het begin was het nogal eng, maar na een tijdje raakte ik er aan gewend.
Ondertussen ben ik thuis aangekomen. Ik pak mijn sleutels en maak de deur open. Ik laat mijn schoenen bij de deur en loop naar de eetkamer.
"Welkom thuis," zegt mijn tante.
"Sorry dat ik te laat ben, was de tijd vergeten."
"Hoe gaat het verder op school, heb je nog problemen met de taal?" vraagt mijn oom. "Goed hoor, heb vandaag een 87 voor een wiskunde toets gehaald en mijn lerares zegt dat ik bijna geen bijles meer nodig heb in Japans" zei ik.
"Dat ik erg goed nieuws," zegt mijn tante terwijl ze mij een bord opschept. Mijn zus zit zwijgend haar rijst te eten, ik vraag me af waar ze aan zit te denken. Ik denk dat ze op dit moment heel goed in poker zou zijn, zo zonder haar emoties. Die gedachte toverde een glimlach op mijn gezicht. "Is het zo lekker?" vraagt mijn tante. Het duurde twee seconde voordat ik doorhad wat ze zij.
"Ja, het is echt heerlijk," zeg ik. Het is waar, mijn tante is een geweldige kok. Het leek me verstandig om niet te vertellen wat me echt aan het lachen had gemaakt. Toen we klaar waren met eten ging ik naar mijn kamer om mijn laatste beetje huiswerk te maken. Het werd elke dag minder zwaar om te doen. Ik het begin deed ik het samen met mijn oom en tante. Ik zei wat het antwoord was en zij schreven het dan op. Ik had deze zomer heel erg veel les in Japans gehad, zodat ik school kon volgen. Ik had natuurlijk net zoals Mascha in het Engels school kunnen volgen, maar om de een of andere reden wilde ik dat niet. Het hielp wel om bezig te zijn, zodat ik niet op mijn verdriet gefocust was. Ik had nu ook een normaal leven en ik denk dat ik dat nodig heb. Ik lijk Japans heel snel onder de knie te krijgen, sneller dan iedereen had verwacht. Ik was vorige week ook begonnen aan Karate. Ik was een van de beste terug in Nederland, maar hier is het niveau een stuk hoger. Ik heb van mezelf de tweede zwarte band, maar hier zou ik qua niveau de eerste hebben. Het voelt goed om weer te trainen en mijn lichaam pakt snel zijn oude conditie en routine weer op. Ik was nu wel veel weg van thuis, maar dat maakte niet uit. Mascha was toch alleen maar bezig met haar huiswerk. Ik ging op mijn bed zitten.
"Wanneer werd mijn leven zo ingewikkeld," mompelde ik in mezelf. Natuurlijk kwam er geen antwoord. Ik ging vermoeid aan mijn bureau zitten. Gelukkig was het vandaag vrijdag en had ik nog een heel weekend van vrijheid. Misschien ga ik morgen nog wel even naar de stad, ik wil nog een nieuwe outfit. Ik pakte mijn boeken en begon aan mijn huiswerk. Na ongeveer anderhalf uur was het eindelijk af. Ik voelde me lichamelijk en geestelijk uitgeput en ik had geen idee waarom. Ik kleed me om en ging in mijn bed liggen. Na drie minuten was ik al in slaap, niet wetend dat het de laatste nacht was dat ik rustig kon slapen.


"Dany, het ontbijt is klaar". Ik draaide me om in mijn bed. Mijn wekker vertelde me dat het half tien was. Ik gooide de deken van me af en ging naar beneden.
"Goedemorgen" zei ik.
"Heb je lekker geslapen?" vroeg mijn tante.
"Ja hoor, sorry dat ik gisteren ging slapen zonder wat te zeggen, maar ik was gewoon zo moe."
"geeft niets hoor" zei ze. Mijn oom werkt nog op zaterdag en mijn zus gaat altijd naar volleybal op zaterdag ochtend en is dan tot in de middag weg. Ik ging aan tafel zitten en pakte het pak muesli.
"Is het goed als ik vandaag naar de stad ga?" vroeg ik.
"Natuurlijk, wil je dan nog iets voor me meenemen, ik ben een ingrediënt voor het eten vergeten".
"ja hoor, natuurlijk," zei ik. Mijn tante schreef wat ze nodig had op een briefje terwijl ik me aankleedde. Ik koos voor een blauw bloesje en een witte heupbroek met een rode riem. Ik koos mijn hoge zwarte laarzen met zilveren gespen. Ik pakte mijn handtas en ging naar beneden. Mijn tante was in de keuken aan het afwassen. Ik pakte het briefje van de tafel en liep naar buiten. Vlak voordat ik de deur dicht wil doen riep ik nog naar binnen: "Ik ben weg!" en sloot toen deur. Het was een kwartiertje lopen naar het centrum. Onderweg kwam ik langs een plaats waar een meisje een maand geleden was omgekomen door een auto ongeluk. Er was een vaasje met bloemen neergezet. Ik zag de geest naast het vaasje op de stoep zitten. "Hé," riep ik. Ze keek op en moest glimlachen. Ik kwam de laatste tijd altijd even langs dit plekje, sinds het ongeluk. Ik haalde verse bloemen uit mijn tas en deed die in het vaasje. Ik zakte naast haar neer op de stoep. "Zo, is er nog iets spannends gebeurt toen ik weg was?" vroeg ik. Ze knikte heftig van ja.
"Er kwamen twee honden hierlangs, maar ze waren heel stout," zei ze opgewonden. Ongeveer een week nadat ik hier kwam was ze zo vrolijk geworden. Ze moest wel heel erg alleen zijn geweest die drie dagen dat ze helemaal alleen was.
"Wat deden ze dan?" vroeg ik lachend. Ik weet niet waarom, maar door haar lach moest ik altijd ook lachen.
"Ze gingen tegen de prulebak plassen, terwijl ik had gezegd dat het niet mocht," zei ze met een grappig gezicht. "Oh ja, er kwam hier een jongen met wit haar langs, ik denk dat hij ook onzichtbaar was, maar hij droeg een rara zwarte kimono en een zwaard op zijn rug," zei ze.
"Oh" zei ik. Zou hij ook een geest kunnen zijn, of iets anders? "Ik moet nu naar de stad," zei ik, "maar ik beloof om op de terugweg nog even langs te komen".
"Oke, dan zie ik je dan. En nog dankjewel voor de bloemen, ze zijn heel erg mooi," zei ze. "Graag gedaan," antwoordde ik terwijl ik opstond. Het was nog vijf minuten naar de stad. Ik was bezorgd over wat Daphne had gezegd over die jongen, wat als ze hem echt had gezien, wat betekende dat dan. Snel vergat ik al mijn zorgen want ik ging de kleding winkels in. Mijn oom en tante waren erg rijk en dus kreeg ik vrij veel zakgeld en ik had natuurlijk nog de erfenis van mijn ouders, maar die had ik opzij gelegd voor mijn studie. Maar met mijn enorme smak kleedgeld ging ik een keer in de twee maanden stappen. Ik haalde na twee uur door de stad strentellen en kleren kopen haalde ik nog het ingrediënt voor het avond eten, wat banaan bleek te zijn. Ik zat neer op een terras en bestelde een cola. Met mijn cola als verkoeling keek ik naar de mensen op straat en naar de gebouwen. Opeens zie ik hem. Hij staat op een lantarenpaal, raar... Hij hield een telefoon in zijn hand en bleef maar op het schermpje kijken. Ik keek om de mensen om me heen, maar niemand anders bleek hem te kunnen zien. Hij droeg inderdaad een zwarte kimono en ik zag het zwaard op zijn rug. Ook had hij een wit soort jas aan. Het aller raarste was nog dat hij twaalf leek. Wit haar ging nog wel, het was eigenlijk best wel cool. Na een kwartier stond ik op en legde het geld voor de cola neer. De jongen stond er nog steeds. Ik besloot hem maar te negeren. Ik liep terug naar huis. Ik stopte op de plek waar Daphne altijd zit, maar ze was nergens te bekennen. "Daphne, waar ben je?" riep ik. Ik kreeg geen antwoord. Ik liep rondom de plek waar ze altijd is, in zijstraatjes en de straten eromheen. Opeens hoorde ik een gil.
"Iemand help me, Dany!!". Ik herkende haar stem meteen, hoe kon ik niet, ik heb voor een maand lang elke dag tegen haar gesproken. Ik rende naar de plek waar het geluid vandaan kwam. Ik rende een steegje in, en stond stokstijf stil. Daphne rende het steegje uit en ging achter mij staan, met een blik van pure horror. Voor mij stond een monster, een paars monster, van ongeveer drie meter hoog en vijf meter lang. Zijn vorm deed me denken aan dat van een insect, maar van welke zou ik niet weten. Hij had een wit masker op dat me deed denken aan een schedel. Het duurde even voor ik mij weer kon bewegen.
"Daphne, rennen!" zei ik en we rende weg zo hard als we konden. Het monster rende ons achterna, ik voelde zijn adem in mijn nek. Opeens zie ik iets boven me. De jongen die ik in de stad zag vloog door de lucht met zijn zwaard in zijn hand. Ik zag hem zijn zwaard omhoog brengen en weer laten vallen op het hoofd van dat monster. Zijn zwaard ging door het masker van het monster heen en het monster loste op voor mijn ogen. Hij kwam op de grond neer en liep weg.
"Wacht, wie ben je?" zei ik zacht. Hij liep gewoon door alsof hij me niet hoorde en opeens was hij verdwenen. Ik liep terug naar huis, proberend niet helemaal gek te worden. Wat was dat ding, en wie was hij en hoe kon hij zo bewegen? Ik liep naar binnen en zette een normaal gezicht op. Het was nu vijf uur, blijkbaar was ik langer weg geweest dan ik dacht.
"Ik ben thuis!" riep ik. Ik deed mijn schoenen uit en liep de woonkamer binnen. Mijn tante kwam de keuken uit. Ik gaf haar de bananen en zei dat ik me niet zo lekker voelde en even op bed ging liggen. Ze keek bezorgd, maar zei er toch ja. Eenmaal in mijn kamer liet ik me op mijn bed vallen. Het voelde alsof mijn hoofd ging ontploffen. Ik deed mijn ogen dicht en blijkbaar viel ik in slaap, want toen ik wakker werd was het elf uur.
Ik werd wakker doordat het opeens ging waaien en ik een koude windvlaag over me heen kreeg. Ik ging in op de rand van het bed zitten en deed mijn hoofd in mijn handen. Had ik het allemaal gedroomd?
Toen zag ik de tassen met kleren op de grond staan en ik begon zwaar te twijfelen of ik het had gedroomd. En toen, als een bevestiging die ik echt niet wou, kwam hij opeens via het raam mijn kamer binnen.


hij kwam dus opeens via het raam naar binnen, kwam vlak langs mij en stond midden in de kamer. Hij stond met zijn rug naar mij toe.
"Ik weet zeker dat ik hier iets voelde," mompelde hij tegen zichzelf. Hij negeerde mij compleet. Op de een of andere manier maakte dat mij best wel boos. Het kan ook zijn omdat hij zomaar een meisjes slaapkamer binnenkwam. Mijn besluit was snel genomen. Ik bracht geluidloos mijn voet omhoog en trapte hem daarna zo hard als ik kon in de onderkant van zijn rug. Je zou denken dat een meisje van dertien niet zo veel kracht had, maar ik zit al sinds mijn achtste op karate en ben sindsdien nogal sterk geworden. Dus het resultaat was dat hij door mijn kamer struikelde en tegen mijn kast aan knalde. Hij draaide zich geschrokken om.
"Hoe-" begon hij, maar ik gaf hem de kans niet.
"Wat denk je wel niet dat je doet, zelfs een geest of wat je dan ook bent moet toch wel weten dat je om geen enkele omstandigheden een meisje haar kamer mag binnenkomen, ongevraagd, en zeker niet 's nachts!" zei ik boos, wie dacht hij wel dat hij was. "Nu we het er toch over hebben, wat ben je?" vroeg ik.
"Jij-Jij kan me zien?" stamelde hij.
"Aangezien ik degene ben die jou net door de kamer geschopt heeft denk ik van wel," zei ik op mijn meest geïrriteerde toon. "En zeg me nu wie en wat je bent en nog belangrijker wat dat ding van vanmiddag was!" zei ik boos.
"maar hoe kan jij me zien, ik voel helemaal geen spirituele energie van jou afkomen," zei hij terwijl een stap naar me toe nam.
"Wat heb jij tegen vragen beantwoorden?" zei ik.
"Alsof jij me zou geloven." zei hij. Het was moeilijk te zien, maar ik zag wat spot in zijn ogen.
"Probeer het eens," zei ik zacht. Ik wist bijna zeker dat ik hem niet zou geloven, maar ik moest iets horen om niet helemaal gek te worden.
"Oke dan, als je het zo graag wil weten zeg ik het wel" zei hij. "Ik ben een -"
verder kwam hij niet, want er kwamen opeens allemaal mensen met rare maskers op de kamer binnen. Ze hadden allemaal witte kleding aan, het was in dezelfde stijl, maar toch allemaal anders van elkaar. Ze gooide een soort balletje op de grond en een soort rook kwam eruit. Onmiddellijk werd mijn beeld wazig en binnen een paar seconden was alles zwart. Het laatste was ik zag was de jongen met het witte haar op de grond vallen en het zwaard dat uit zijn hand rolde.


Ik opende langzaam mijn ogen. Het was moeilijk, alsof alle spieren in mijn lichaam niet wouden bewegen. Ik voelde me zwak en moe.
Ik drukte me overeind en ging rechtop zitten. Ik was in een donkere kamer, het enige licht kwam van de maan die zwak door een klein raampje scheen.
Ik keek om me heen. Er was een ruime rode ligbank en een glazen bijzet tafel. Verder was het een grote lege kamer. Ik keek verder rond, en toen zag ik hem.
Hij lag aan de andere kant van de kamer, met zijn gezicht naar beneden.
Ik stond op en rende naar hem toe. Bij hem aangekomen knielde ik naast hem neer en draaide hem op zijn rug. Er was een wond op zijn voorhoofd en bij zijn rechter schouder. Zijn kimono ding zat onder het bloed.
Het verbaasde me dat hij nog leefde. Ik durfde hem niet te verplaatsen om hem op de bank te leggen. Ik zag zijn borst regelmatig heen en weer gaan. Ik liep naar de bank en haalde daar een kussen vandaan, dat kussen legde ik onder zijn hoofd zodat hij beter kon ademen. Toen nam de vermoeidheid zijn tol. Ik weet niet waarom ik zo zwak was, maar ik kon nauwelijks meer op mijn benen staan. Ik strompelde naar de bank en ging liggen. Ik was al in slaap voordat mijn hoofd de bank raakte.


Mijn hele lichaam deed pijn. Wat was er gebeurt? Ik was in de kamer van dat meisje, omdat ik daar een rare vorm van spirituele energie vanuit voelde. Ze zag me en toen... het was allemaal erg vaag.
Ik weet nog dat ik de aanwezigheid van hollows voelde, maar ze voelde niet normaal aan, veel sterker. Zou Aezan ze gestuurd hebben?
We hadden laatst informatie gekregen dat hij in Waiko moondo was, maar toch.
Ik opende mijn ogen. De kamer waar ik me in bevond was donker, de maan scheen door een klein raam. Er lag een kussen onder mijn hoofd. Wie had dat daar geplaatst?
Ik keek om me heen. Ik zag haar op een bank liggen, het meisje in wiens kamer ik was voordat ik mijn bewustzijn verloor. Deze plek moet haar hebben uitgeput. Ik voel ook mijn spirituele energie uit me worden gezogen, wat is dit voor plek?.
Mijn schouder was het meest serieus, maar ik kan het nog wel genezen. Na veel pijn en moeite kon ik mijn schouder genezen, al koste me dat het laatste beetje spirituele energie die ik nog over had. Ze hadden mijn Zanpakuto afgepakt, maar dat had ik wel verwacht . Ik gokte dat we in waiko moondo waren, maar zeker was ik niet. Ik liep naar de bank waar het meisje op lag. De bank was enorm en dus voor twee mensen zo groot als wij was er genoeg plaats, zelfs als er eentje lag. Ze had een mooi gezicht, en lange rode haren. Niet zoals Rengi, maar meer een donkere kleur rood. Ze was klein, even groot als ik. Nu kon ik het wel voelen. De enorme hoeveelheid spirituele energie die er van dit meisje af kwam. Ze moest meer dan ik hebben, meer dan de hoofd kapitein, hoe kan een klein meisje zo krachtig zijn? Ik voelde dat ik te vermoeid was om te blijven staan. Ik ging zitten en deed mijn ogen dicht, er was toch niets wat ik nu kon doen, wanneer ik wakker werd zou ik verder kijken. Ik was uitgeput, en voor ik het doorhad, viel ik in slaap.



Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.