Hoofdcategorieën
Home » True Blood » The eyes of the Prophet » Now we meet
The eyes of the Prophet
Now we meet
Eric kon zijn ogen niet van haar afhouden en enkele uren later was daar nog geen verandering in gekomen. Ze hadden langs de stroom van de rivier gewandeld en gepraat met elkaar. Vervolgens waren ze neergestreken op de zachte bedding van mos en modder en hadden ze hun verhalen de vrije loop gelaten. Het meisje dat bij nader inzien Freya scheen te noemen, bleek enorm geïnteresseerd te zijn in zijn afkomst en zijn leven als vampier. ‘Vampiers voeden zich uitsluitend met menselijk bloed, dierlijk bloed is onvoldoende of maakt ons op korte tijd misselijk.’ Hoorde Eric zichzelf murmelen terwijl hij naast haar op de zachte bodem lag. ‘Hoe meer mensenbloed we drinken, hoe sterker we worden als we ouder worden. We worden sneller, sterker, beter in het manipuleren van mensen… onze mogelijkheden zijn onbeperkt.’
‘Maar toch kunnen jullie geen zonlicht trotseren, menselijke voeding verdragen of baby’s baren.’ Sprak Freya met heldere stem en ze lachte met een geluid dat Eric associeerde met onschuld en vrouwelijkheid. Eric staarde haar aan. Haar uiterlijk beviel hem meer dan hij ooit zou toegeven: ze was slank met een volle boezem en een roomwitte huid. Haar donkere haren golfden tot haar ellebogen en droeg ze gewoon los zonder gebruik te maken van een zedig kapje dat deze decennia zo gebruikelijk was. Haar gezicht was de perfectie van schoonheid: hoge jukbeenderen, smalle verleidelijke lippen en de prachtige flesgroene ogen die fonkelden in het maanlicht. Die ogen zou Eric zich nog vele jaren na haar dood voor de geest kunnen halen. Hij keek naar haar smalle neus, de hagelwitte tanden en vroeg: ‘En jij, Freya? Wat ben jij? Zeker geen zuiver menselijk wezen…’
Freya stootte weer een engelenlach uit ‘Mijn stamboom is vast de meest interessantste van heel Europa.’ Schaterde ze. ‘O, volgens mijn grootmoeder stammen we aan de ene kant af van elfen, aan de andere kant zijn het vooral heidense priesters en sjamanen die de scepter zwaaien.’
Ze rolde zich op haar buik, legde haar handen onder haar hoofd en plantte hierbij haar ellebogen in het zompige mos. ‘Ikzelf voel me niet zo bijzonder. Overdag doe ik doorgaans alsof ik normaal ben. ’s Avonds doe ik mijn eigen ding, met of zonder grootmoes goedkeuring.’
‘Is je grootmoeder ook zoals…’
‘Zoals ik? Een zieneres? Bij de Godin! Neen, het gedacht alleen al!’ Proestte Freya en ze gniffelde ‘Ze is juist enorm jaloers op mijn gave. Ze zou er alles voor geven om zelf ook een zieneres te zijn, maar ze heeft de gave niet. Ze is een simpele heks wat dat betreft! Weinigen hebben deze gave. De rest van mijn familie bestaat alleen, maar uit heksen die geobsedeerd zijn door de magie in hun bloed.’
Erics ogen brandde op haar huid en ze vervolgde ‘De gave slaat vaak vele generaties over, zo kan het zijn dat er decennia of zelfs eeuwen geen zieners zijn in een familie en plots weer wel. Mijn geval is uniek: zowel mijn moeder als ik waren beide zieners en we hebben een poos met elkaar geleefd.’
‘Waren?’
Freya wende haar blik af ‘Mijn moeder stierf toen ik een jaar of tien was. Ze was me nog volop aan het opleiden tot zieneres van de familie.’
Eric streelde haar bijna automatisch over de lange, donkere lokken. ‘Het moet vast geen pretje zijn om alleen achter te blijven in een vijandige omgeving.’ Fluisterde hij schor.
‘Dat is het ook niet.’ Voor het eerst klonk ze verbitterd. ‘De meeste mensen zijn dom en bijgelovig. Ze vrezen het onbekende… Mijn grootmoeder is juist andersom: ze eist mijn helderziendheid volledig voor zichzelf op en probeert er ten volle mee te experimenteren…’
Ze zweeg en luisterde een tijdlang naar de nachtelijke geluiden: een mengeling van kikkergekwaak, geritsel en nachtuilen. Daarna sprak ze weer: ‘De meeste zieners worden niet oud… Wanneer ze voor hun gave uitkomen niet, en wanneer ze die verbergen ook niet. Zij die ervoor uitkomen sterven een gruwelijke dood. Heksen, worden ze genoemd: ketters, duivelsaanbidders en zoveel meer. Ze worden vervolgd, vogelvrij verklaard en doodgemarteld. Degenen die het verzwijgen ligt meestal geen beter lot in het verschiet. De meesten zijn eenzaam of worden krankzinnig van hun gave. Het derde oog kan volledig verkeert uitpakken wanneer de eigenaar er niet mee kan omgaan.’ Ze zuchtte en begroef haar gezicht in Erics hemd. In een reflex trok Eric haar dichter tegen zich aan. Hij snoof haar mierzoete geur op en genoot. O, op dat moment had hij er alles voor over om van haar zoetsappige bloed te proeven! Maar hij ondernam niets, hij troostte haar alleen maar.
‘We hebben een band.’ Zei hij hees ‘Een connectie: jij leidt onder het aanbeeld van de toekomst, ik onder die van het verleden.’
Langzaam en kalm hief Freya haar gezicht op en keek hem aan met haar typische groene ogen. ‘We hebben een band.’ Herhaalde Eric en hij streelde voorzichtig haar blanke wang. ‘Weerwolven ontnamen me mijn ouders en een vijandige clan versloeg mijn volk tijdens mijn mensenleven. Godric gaf me dan wel het eeuwige leven, nooit heb ik de schade die is aangericht tijdens mijn mensenleven kunnen goedmaken. Dat verleden knaagt meer aan me dan ik ooit heb durven toegeven, Freya.’
‘Het verleden kan enorm doen lijden.’ Mompelde Freya meelevend, ‘Maar geen mens of vampier is geïnteresseerd in het verleden. Alleen het heden telt en de toekomst nog veel meer. Daarom is mijn bloed geld waard en dat weet jij evengoed als ik, Eric.’ Eric wou iets zeggen, maar Freya was al overeind gekrabbeld. Ze streek haar rokken glad en wierp haar, haar in haar nek. ‘Het is weldra ochtend.’ Verkondigde ze ‘Ik moet terug naar mijn mensen en jij moet je een schuilplaats tegen de zon zoeken.’
Eric gaapte haar enkele tellen aan en knikte toen. Ze had gelijk: binnen een klein uur zou de zon opkomen en hem zonder weerga verschroeien.
‘Als je wilt kun je bij ons schuilen.’ Zei Freya alsof ze zijn gedachten kon lezen. ‘Ik ken een goede zonloze plaats waar je kunt rusten.’ Ze stak haar hand uit en Eric nam dankbaar de ranke vingers in de zijne. Zo volgden ze de stroming van de rivier, passeerden ze het vertrouwde bosje en beklommen enkele heuveltjes totdat ze het dorpje bereikten waar Freya woonde. Veel stelde het niet voor: wat akkers, een schuur en een paar robuuste hutten vormden het werkelijke hart van Wichtail. Freya leidde Eric langs de hutten en moestuintjes die her en door ontsproten. Een vaag gevoel van ongerustheid borrelde bij Eric op: het was verdacht stil in het dorpje… Geen wakende herdersjongen, geen blaffende honden of sissende ganzen… ‘Grootmoe heeft Wichtail behekst met een “Geen-gevaar-geen-waarschuwing” spreuk.’ Antwoordde zijn gids toen hij ernaar vroeg, ‘Grootmoe houdt niet van teveel onbenullig nachtlawaai.’ Ze stonden nu vlakbij de schuur. Freya opende zonder omhaal de poort met behulp van toverkracht. Eric was niet verast van haar actie: als er elfen en magiërs onder haar voorouders zaten, was het niet meer dan logisch dat helderziendheid niet de enige gave was die haar was toebedeeld. De zonsopgang was in aantocht en aan de horizon was al een gouden rand zichtbaar. Zonder veel verbazing volgde Eric zijn zieneres naar binnen. De schuur was groot, rook naar schapen en geiten en was gevuld met stro en zakken graan. Freya liep regelrecht naar de uiterste uithoek van de schuur, schopte er een hoop stro weg en wist zo een luik bloot te leggen. Ze opende die en gebaarde naar de ruimte die eronder zichtbaar werd. De opening die zichtbaar was ging twee meter naar beneden, stelde niet veel voor, maar was voldoende om de dag zonder schade te overbruggen.
‘Ik kom je morgenavond vlak na zonsondergang wekken.’ Zei Freya en ze drukte een vluchtige kus op zijn wang ‘Slaap zacht, Eric Northman.’ Eric knikte opgelucht en liet zich in de ruimte glijden. Eenmaal op de bodem aanbeland rolde hij zich op en sloot zijn ogen. Boven hem sloot Freya het luik en wiste alle sporen ervan nauwkeurig uit. Het duurde niet lang eer de slaap Eric overviel: hij verweerde zich er niet tegen, maar deed wat de aard van zijn vampier-zijn hem opdroeg. Zo verviel hij in een schijndood eigen aan vampiers die overdag rusten, zonder te weten dat hij vandaag misschien wel de invloedrijkste vrouw in zijn leven beter had leren kennen. Zonder te weten dat zij aan de grondslag voor zijn fascinatie voor buitengewone krachten, wantrouwen tegenover later geboren telepaten en toekomstige haat jegens heksen zat.
Wow!