Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Percy Jackson » Don't let them find you, nor catch you » Hoofdstuk 1. Alles is gemaakt om kapot te gaan

Don't let them find you, nor catch you

26 okt 2013 - 12:57

2504

2

393



Hoofdstuk 1. Alles is gemaakt om kapot te gaan

Het moment waarop de oppas verdween uit de gedachten van een meisje genaamd Zena Braz, ontwaakte Zena. Ze lach bezweet in het te kleine bed van haar kamer in het weeshuis. Ondertussen was ze geen zeven, acht jaar meer, maar een meid van veertien jaar. En in die tien jaar hier, in het weeshuis, had nooit iemand haar ook maar willen adopteren. De zusjes Duncan zeiden vaak dat het kwam door haar gezicht, en door haar gedrag. ‘Niemand wilt een kind met ADHD én dyslexie,’ hadden ze tegen haar gezegd. En ergens was het waar: wie wilde er nou een kind met twéé problemen? En met zo’n raar gezicht.
Zena stapte haar natte bed uit. Elke nacht werd het heftiger: de dromen bleven maar komen en lieten haar zweten. Soms, als ze ’s middags gezamenlijk aten, zat ze te dagdromen. Dan parelde het zweet over haar voorhoofd heen, recht haar eten in. De zusjes Duncan begonnen dan schaterend te lachen en riepen: ‘En hoe gaat het met je bedplassen?’ Maar Zena had hun verachte gezichten wel gezien toen ze haar eten wegzette met een zuur gezicht. Vaak keek Zena dan alsof ze elk moment boven het bord van hen wilde gaan zweten en dagdromen, maar dan keek ze vlug naar Christine, en schudde haar hoofd.
Het bedlaken van Zena kon wéér verschoond worden, maar dat hoefde zij niet te doen. Ze liep naar de badkamer op de zolder, die warempel in elkaar zou stortten, een keer, op een dag. Ze plensde koud water in haar gezicht en voelde de druppels over haar gezicht stromen. Haar ogen hadden wallen, al had ze goed geslapen. De gehele nacht. Maar de nachtmerries leken haar energie op de een of andere manier tóch af te nemen.
Naast de wasbak hing een simpele, roze handdoek die ze gebruikte om haar gezicht schoon te maken. Ze keek peinzend de spiegel in. De rimpels in haar voorhoofd waren diep, wat betekende dat ze weer eens diep nadacht. Wat gingen ze vandaag doen? O ja, ze gingen natuurlijk op excursie. Ja, fantastisch. Alleen in de bus, alleen in het museum, alleen in de bus, alleen in het restaurant, alleen thuis. Ge-wel-dig. Met een wee gevoel in haar maag stapte Zena onder de douche en begon haar haren grondig te wassen. Er zat een enorme hoeveelheid vet in en overal voelde het al vochtig. Ze trok een vies gezicht en sloot haar ogen terwijl ze haar haren grondig waste.
‘Hallo!’ gilde een stem buiten de deur. ‘Ik wil óók douchen!’ Zena schrok en stootte haar hoofd tegen de muur, gleed uit in het bad en viel in het bad neer. Ze kreunde pijnlijk en voelde het sop in haar ogen, mond en neus komen. De stralen van de douche veegden het sop weg, naar het afvoerputje.
Lola Duncan.
‘Verdomme!’ gilde ze hard terwijl ze met beiden vuisten op de deur bonkten. Zena hees zich overeind aan de leuning waar normaliter de handdoeken aan hingen. Ze kreunde even en keek rond. Ze zag dat er wat bloed het afvoerputje in sijpelde. Ze voelde aan haar achterhoofd, waar waarschijnlijk de bron was.
‘Verdomme!’ citeerde ze Lola, alleen met een ander doel. ‘Ik ben gestruikeld!’ Ze schold nog wat verwensingen naar de deur, waarna het plotseling stil was. Zena haalde al het sop uit haar haren, voelde haar wond prikken, en stapte de douche uit. Kwaad trapte ze tegen de deur aan, waardoor Lola geschrokken achteruit sprong en gilde. Ze hoorde de trap hard kraken; het verbaasde Zena dat de trap op dat moment niet kapot was gegaan.
‘Au.’ Zena boog zich over de wasbak heen en hield haar hoofd wat schuin. Hij was vlak achter haar oor, waar het nogal moeilijk te zien was, maar na het schatten van de grootte kwam ze er wel uit: hiernaar moest gekeken worden. En Lola Duncan zou nog lang niet van haar af zijn, na dit akkefietje.

Er was een half uur verstreken, en het bloedde nog steeds. Vijf minuten geleden was ze naar beneden gehold, aangekleed en al in de nette kleding die de managers van dit weeshuis voor Zena hadden gekocht. Een onderrok, met daaroverheen een bovenrok. Dan nog een coltrui waaraan Zena zich ergerde. Ze stroopte de mouwen op, waardoor de blauwe plekken zichtbaar waren. Ze kreunde even toen Lola tegen haar opbotste op de tweede trap. ‘Rot op,’ gromde Lola.
‘Rot zelf lekker op,’ beet Zena haar toe. Lola hield halt en draaide zich om. Zena bleef gewoon op de trap staan, met de rug naar Lola gekeerd. Verbouwereerd hapte Lola naar adem en riep ze: ‘O my godness, je hebt een wond!’ Vol walging had ze zichzelf omgekeerd en stond te kokhalzen. Blijkbaar was het een niet zo smakelijke hoofdwond. Even had Lola medelijden met Zena. Arme Zena, dacht ze, was ze misschien van me geschrokken? Maar toen rechtte ze haar rug. Met haar kaarsrechte rug priemde ze haar ogen in die van Zena.
‘Wat is er gebeurd?’
‘Ik was geschrokken van jou,’ bekende Zena met twijfel. ‘En toen struikelde ik in de badkuip.’
Lola kneep haar ogen toe. God, verzuchtte ze in haar hoofd, dat arme kind geeft toe dat ze van míj geschrokken is. ‘Ah,’ zei ze alleen. ‘Dat is naar. Gaat het wel?’ Lola was één jaar jonger dan Zena, maar dat maakte Zena niet gelijk mentaal sterker. Soms kon Zena wel jankend in slaap vallen, waarna ze weer badend in het zweet wakker werd. Lola wist het allemaal. Lola deelde samen met haar zusje de kamer die grensde aan de kamer van Zena. En hoe hard Zena ook probeerde, het verbergen en smoren van het geluid van haar tranen was niet mogelijk. Dat wekte bij Lola wéér medelijden op.
‘Ja, het, eh, gaat opzicht wel. Ik moet Christine er alleen naar laten kijken,’ zuchtte Zena opgelucht. Ze was blij dat Lola een soort wapenstilstand tussen hen sloot.
‘Ik zal als ik jou was rustig aan doen op die excursie en Kristin ernaar laten kijken,’ raadde Lola haar aan. Ze keek met een zweem van een grijns naar Zena, die nogal beduusd was van de plotselinge wapenstilstand. Zena glimlachte terug, knikte, en zei hardop, zonder te mompelen: ‘Dankjewel, Lola.’ Nogmaals knikte ze en snelde de trap af. Op de laatste trap, die leidde naar een ruime zaal waar je verschillende kanten op kon, kwam ze Lena tegen. Lena was echter niet zo meelijwekkend als haar zus was.
‘Ach, boeboe, heb je een hoofdwond? Ga je eraan dood?’ Haar ogen lichtten op, alsof ze voor haar mond glimlachten. Er sprankelde een soort van hoop in haar ogen bij haar laatste woorden.
‘Ach, boeboe,’ imiteerde Zena haar, ‘heb je last van je donkere hart? Ga je eraan dood?’
Lena gromde even en keek Zena aan. ‘Ik zal maar oppassen, Zena Zafira Braz, want ik kan je beloven dat die hoofdwond níét je dood wordt zodra je hiermee doorgaat.’
‘Wie wil je dáárvoor meenemen, Lena? Ik heb al een wapenstilstand gesloten met je zus, dus die gaat je niet helpen, kan ik je vertellen. En de managers zullen me hoe dan ook beschermen zodra ze weten dat je me weer aan het bedreigen bent. Het is namelijk jouw woord tegen het mijne, en wiens woorden geloven ze eerder, na dat akkefietje waarbij Lola door jóú de trap afviel en jij glashard loog dat het míjn schuld was, terwijl jíj het deed?’ Zena haalde een hap adem. ‘Ze zijn er toen achter gekomen, nadat Lola éíndelijk ontwaakte, dat jij het inderdaad was. Lola heeft je verraden, en het voor mij opgenomen. Daarom kan ik beter met jouw zus optrekken dan met jou, lelijk ding.’
Het hoofd van Lena was helemaal rood aangelopen, en ze had haar lippen tot een strakke streep getrokken. Haar ogen stonden wijd open en haar vuisten waren gebald. ‘Jij. Stom. Wijf!’ Ze duwde Zena weg van de laatste paar treden en stormde achter haar aan. Ze pakte de vaas vast en gooide die naar Zena’s hoofd, die hem behendig ontweek.
‘Ik pak je! Nu! En al betekent het dat ik hier weg wordt gestuurd, ik háát je!’ Ze trok de bloemen uit elkaar die ze uit de volgende vaas had gepakt en gromde weer. ‘Ik heb je altíjd gehaat!’ Ze gooide een volgende vaas, die Zena nog net kon ontwijken. Zena’s hart bonkte als een bezetene tegen haar ribbenkast aan. Ze kreeg een steek, maar leek zich er niet om te bekommeren. Ze had weinig zin een vaas tegen haar hoofd aan te krijgen, namelijk. ‘Ik snap niet dat Lola je áárdig kan vinden! Je hebt ADHD en dyslexie, níémand wil jou! Niemand wil vrienden met je zijn!’ Ze gooide een volgende vaas. De enige zeul in deze ruimte werd voortdurend geraakt door de vazen die Zena ontweek. Ze bekeek de zeul: stukken marmer waren ervan af geschuurd door de vazen. Het leek alsof het verf ervan af kwam door het water dat alle kanten op spatte.
Lena was ondertussen begonnen aan de tweede tafel met vazen. Ze gooide hem richting de zeul, waar Zena niet eens bijstond, maar wel dichtbij. Door de verwachting dat hij haar niet raakte, bleef ze staan te grijnzen, en wilde ze wat gaan roepen. Maar de stukken glas kwamen haar kant op, en zíj kon géén kant op.
Het glas boorde zich in haar bovenarm, waardoor ze haast gillend de vloer op dreunde, maar ze hield zich halverwege tegen. Ze stond met gebogen knieën vlak boven de grond en staarde naar het bloed dat zich mengde met het water. Er lag glas. Lena was écht kwaad.
‘Weet je waarom je moeder gestorven is, lelijk kind?’
Zena keek met betraande ogen op, en begon heftig te trillen.
‘Omdat ze jóú niet aankon!’
Zena’s tranen biggelden over haar wangen heen, en in haar hoofd was het één chaos. Ze keek naar de grond, balde haar vuisten strakker, en concentreerde zich. Het was alsof een oeroud gevoel zich meester maakte over haar lichaam, en haar een opdracht gaf alsof ze die opdracht al jaren kende. Ze haalde haperend adem, en plotseling… De grond spleet open. Er kwamen mensen uit die naar Lena graaiden en haar mee wilden trekken de diepte in, maar Zena was zó geschrokken dat ze achteruit deinsde en de doden ineens terug zonken, de diepte in.
Zonder angst ging Lena verder, grijnzend. Ze haalde haar kin omhoog en keek Zena grijnzend aan. ‘Ze heeft vier jaar na jouw geboorte zichzelf van het leven beroofd omdat ze jou zó lelijk vond, zo vreselijk en… en…’ Lena haperde. Zena had in een fractie van een seconde een vaas met haar goede hand naar Lena gegooid nog voor Lena’s zin eindigde. Over Lena’s been sijpelde bloed vanaf haar heup. Lena stortte in elkaar, en terwijl Zena strompelend door het glas naar voren strompelde, zakte ook Zena in elkaar.
‘Stom… rot… kind…’ Zena hield haar ogen open, vergeleken met Lena, die flauwgevallen was. Lena trilde over haar hele lichaam. Het bloed dat zich een weg naar het water werkte, was niet rood — het was góúd!
Lena’s wimpers trilden, en ze opende haar mond. ‘I… Ichor,’ vertelde ze aan Zena. ‘I… ik ben een… m… monster.’ Er sijpelde ook wat goud bloed uit haar mond. ‘E… n ik b… en… voor… jou… gestuurd…’ Lena’s lippen trilden en ze werden langzaamaan harder. Ook begonnen haar handen te trillen. Zena zag door de halve opening van haar ogen dat Lena neergevallen was in het glas van de vazen die ze eigenhandig had gegooid. ‘Ichor,’ herhaalde Lena. ‘Ik was gestuurd om… jou…’ Toen ging ze in rook op. Lena was verdwenen. Als sneeuw voor de zon. En Zena zou nooit weten wat Lena nou precies wilde zeggen, omdat ze als sneeuw voor de zon verdween. Als zand in een zandloper, waarvan je wilt dat het terug sijpelt om de tijd te veranderen. Maar Zena kón de tijd niet keren. Ze sloot haar ogen nog vóór er een keiharde schreeuw uit de mond van de zus van Lena kwam.
‘Zena!’ Lola bekommerde zich niet om haar zus, die zo-even in rook was opgegaan. Het gouden bloed sijpelde richting de mond van Zena, alsof het bloed haar wilde voedden. ‘Zena! Zena, zeg iets! Zena? Gaat het Zena?’ Lola schudde haar door elkaar, trok haar weg naar een lege hoek, en duwde haar tegen de muur.
‘Zena?’ murmelde Lola zacht. ‘Zena? Ik wíst het. Ik hád je moeten waarschuwen!’ Verbeten keek Lola weg van Zena met enigszins schuldgevoel. ‘Ik had je moeten leren door de Mist heen te kijken. Zena? Zena, zeg even wat tegen me. Leef je nog?’ Zena opende zwak haar ogen.
‘Mij… mijn h… hoofd…’ fluisterde ze.
‘Shht,’ maande Lola haar. ‘Shht maar, shht… ik zal…’ Ze schudde haar hoofd. ‘Ik had je eerder moeten beschermen.’ Lola legde haar handpalm op Zena’s slaap. ‘Ik had je éérder moeten beschermen. Ik had je, net zoals ik had geleerd, door de Mist moeten laten kijken. Ik had het je moeten leren!’ Lola huilde even en keek Zena aan. ‘Ze was een monster — mijn vader had met een monster een kind gekregen.’ Lola’s stem bibberde van de angst en twijfel. ‘Lena kwam daaruit. Maar h… het monster v… verdween en… Lena bleef achter. Dus mijn vader zorgde voor Lena. Hij heeft nooit door de Mist kunnen kijken. Hij wist dat h… hij met… Hestia… m… mij had gekregen, maar…’
Zena fluisterde: ‘Shht maar.’ Lena hield haar mond stijf dicht en knikte.
‘Je hebt gelijk, Zena.’ Ze drukte haar handpalm wat dichte tegen Zena’s hoofd, maar haar greep verloste uiteindelijk wat. Het was de twijfel die haar tegenhield.
‘Zena?’
‘Ja?’ fluisterde Zena zachtjes terug.
‘Je weet écht niet wie je bent, toch?’
Zena twijfelde en opende haar ogen een stukje. ‘Ik ben Zena Zafira Braz, dochter van Evadne Braz en een man die ik nooit gekend heb.’ Zena zag in de verte een diepe scheur in de grond. ‘Dat… heb ik gedaan, toch? Was je daarbij?’
‘Waarbij?’
Zena grijnsde even en legde haar hoofd op haar schouder. Haar slapen bonkten, en haar gewonde kant bonkte harder dan ze ooit had meegemaakt. Ze keek naar Lola, die Zena’s hoofd recht probeerde te houden, en murmelde: ‘Aardbei…’ Lola legde het hoofd van Zena weer terug op haar schouder en gooide haar haren over haar schouder heen. Ze ging in een andere hurk zitten, en glimlachte.
‘Aardbei,’ herhaalde ze glimlachend. ‘Ja ja…’ Daarbij drukte ze haar handpalm met zekerheid tegen de bonkende slapen van Zena, waardoor Zena éven haar ogen opende om de pijn in haar ogen aan Lola te tonen. ‘Sorry,’ murmelde die op haar beurt. ‘Dit moet even.’ Onder haar handpalm bonkten de slapen harder en harder, en plotseling werden ze rustig. Zena was in een soort slaap gevallen, en Lola was opgestaan.
‘Het spijt me,’ verontschuldigde ze zich. ‘Ik wil je alleen beschermen, mijn lieve mede…’ Ze zuchtte en schudde haar hoofd heen en weer. ‘Chiron, wat is de Mist toch handig,’ zei ze toen, terwijl ze haar ogen naar het plafond richtte, die enkele scheuren vertoonde.


Reacties:


Rebella
Rebella zei op 14 april 2014 - 14:27:
Ga als-je-blieft verder hiermee!!!
This is amazing!!!!
Toptoptoptoptop!
Melding?


RivLovee
RivLovee zei op 26 okt 2013 - 16:18:
*Knipper knipper*











Woww!