Hoofdcategorieën
Home » One Direction » Unpredictable Love || Harry Styles » Chapter 4
Unpredictable Love || Harry Styles
Chapter 4
We aten het eten. Anne, Mick en Harry praatte over niet veel bijzonders. Ik opende alleen mijn mond als ik iets werd gevraagd. Er was verder toch niets interessants te vertellen. Na het eten liet Anne me de logeerkamer zien, waar ik voorlopig zou verblijven en legde uit waar alle douche-spullen lagen.
Ik gooide mijn koffer naast het bed en keek de logeerkamer rond. Er stond een bed, een boekenkast en een bureau met een computer uit de prehistorie. Tegen de andere muur stond een kledingkast en er hing een grote spiegel naast. Ik keek naar mijn spiegelbeeld. Mijn haren hingen slierterig langs mijn gezicht, mijn ogen stonden dof en mijn wangen waren ingevallen. Ik was een stuk dunner geworden sinds vorig jaar. Ik heb niet echt meer honger gehad sinds de laatste dag met Daniel. Een zachte zucht verliet mijn ogen en ik liet mezelf op het bed zakken. Ik wilde hier eigenlijk gewoon weg. Niet omdat ik deze mensen niet mocht maar omdat ik ze dit niet aan wilde doen. Ik had geen zin om ze deze problemen allemaal voor te schuiven. Het kwam er toch gewoon op neer dat ik de enige was die mijn leven kon veranderen en daar had ik geen zin in. En al had ik er zin in, ik wist niet of ik er de energie wel voor had.
Ik besloot dat ik wel een douche kon nemen, aangezien ik me een beetje nasty voelde van de treinreis. Die treinen zijn nou niet echt de meest hygiënische plekken op aarde. Ik riste mijn koffer open en pakte er een trainingsbroek en een hemdje uit. Ik liep naar de badkamer en deed de deur op slot. Ik kleedde mezelf uit, zette de douche aan en ging onder de warme stralen staan. Ik waste mijn haren, mijn lichaam en kwam er onder vandaan. Ik droogde mezelf af en deed de trainingsbroek en het hemdje aan. Toen ik klaar was verliet ik de badkamer en liep weer terug naar mijn slaapkamer.
Ik ging op het bed liggen en liet mijn ogen nog eens door de kamer gaan, voor ik mijn blik op het plafond vestigde. Het was stil en ik kon het niet helpen toen mijn gedachten langzaam naar Daniel gingen. Ik miste hem. Ik miste hem zo hard. We hadden nooit echt veel ruzie gemaakt en hij was altijd al de belangrijkste jongen in mijn hele leven geweest en nu was hij weg. Gewoon weg. En hij zou niet meer terug komen. Stop met denken, stop. Vertelde ik mezelf. Ik sloot mijn ogen en probeerde wanhopig niet aan zijn gezicht te denken. Ik wilde niet huilen. Ik zou niet huilen.
Nee, ze zou niet huilen, dat is duidelijk