Hoofdcategorieën
Home » Harry Potter » Lily Luna Potter » Chapter Three
Lily Luna Potter
Chapter Three
Via lange gangen loop ik naar een grote zaal. Lange grote tafels met vlaggen erboven. Ik zie James en Albus aan de tafel zitten met een rode vlag, van Grifioendor weet ik.
Als ik langsloop zeg ik: ‘Hoi’ Albus glimlacht flauwtjes naar me.
Bibberend loop ik in de rij en ga ik achter een meisje staan.
De grote hoed op de tafel is oud en stoffig. Dan, zoals papa zei, begint hij te zingen:
Vandaag worden nieuwe leerlingen gesorteerd,
Zet me op je hoofd.
Hoe je het ook wend of keert,
Jij komt bij je goede afdeling.
Wie bij Griffoendor komt,
Valt op door leeuwenmoed.
Kom jij misschien bij Ravenklauw?
Het allergrootste goed?
Misschien hoor je bij Huffelpuf,
Tot kern der zaak verheven;
En bij machtswellustig Zwadderich,
Was ambitie ’t hoogste streven.
Dus zet me stevig op je hoofd,
Nog nimmer had ik het mis,
Ik zie in een oogwenk wat je denkt,
En roep wat je afdeling is!
De eerste jongen loopt naar de hoed toe nadat Anderling hem had geroepen. Hij zet de hoed op en na een tijdje roept de hoed die blijkbaar kan praten: ‘HUFFELPUF!’ de jongen loopt snel naar de gele tafel van Huffelpuf.
Verscheidene mensen worden naar voren geroepen. Dan klinkt er dor de zaal: ‘Stiemer, Evalynn’ Verbaasd kijkt Evalynn op en loopt naar voren. Na een tijdje dat ze de hoed op heeft gehad roept de Sorteerhoed: ‘GRIFFOENDOR!’ Blij loopt ze naar de tafel van Griffoendor.
‘Potter, Lily’ weerklinkt door de zaal. Als laatste loop ik naar de hoed. Als ik hem opzet zakt hij half over mijn ogen. ‘Hmm,’ klinkt in mijn oor. Ik schrik en besef dat het de Sorteerhoed is. ‘Schrik maar niet’ zegt hij. Grifoendor, hoop ik. ‘Oke,’ zegt de Hoed. ‘GRIFFOENDOR!’ roept de hoed door de zaal. Vol opluchting loop ik naar Albus en James toe. Ze kloppen me op mijn schouder en Evalynn komt naast me zitten.
‘Leuk dat je ook bij Griffoendor zit,’ zegt Albus zwakjes. Ik wuif het weg. ‘Hoe gaat het met je?’ vraag ik aan hem. Zacht mompelt hij: ‘Goed hoor’ Ik draai mijn hoofd en zie de klasse oudste van Griffoendor, een kleine forse jongen met krullend haar.
Een moment later verschijnt er eten op de tafel maar voor ik begin met eten houd Anderling een toespraak: ‘Beste leerlingen van Zweinstein, welkom terug! En voor alle nieuwe leerlingen, welkom’
Ze leutert nog een tijdje door en dan moeten we mee lopen met onze klassen oudste naar een groot schilderij met een wat mollige dame er op.
‘Koffievlek,’ zegt Albert Artelt, de klassen oudste. Met een grote zwaai draait het schilderij weg, zodat je er door kan stappen. Een grote ruimte verschijnt, met een aantal warme haarden.
‘Wow,’ hoor ik Evalynn zeggen. Terwijl ik lach bedenk ik me dat het inderdaad het beste woord is, wow.
‘Dit,’ zegt Artelt. ‘Is de leerlingenkamer van Griffoendor.’ De meeste leerlingen keken verbaasd rond.
‘Lily,’ hoor ik een bekende stem zeggen. Zacht kreun ik en draai ik me op mijn andere zij. Evalynn lacht en trekt mijn dekens weg. Langzaam doe ik mijn ogen open. De plotselinge lichtinval verblind me zowat. ‘Ga weg,’ mompel ik. Lachend schud ze haar hoofd en zegt daarna: ‘Als je op tijd wil komen voor Verweer Tegen Zwarte Kunsten moet je nu opstaan. Murmelend sta ik op.
‘Luilak,’ moppert ze met een grimas. Met 1 been stap ik uit bed en ik kleed me aan. Het zwarte gewaad past precies om mijn lichaam. Evalynn prijs keurend: ‘Dat zwart staat echt leuk bij je haar’ ‘Dankje,’ zeg ik beschijden.
‘Kom je nu wel?’ vraagt Evalynn. Ik knik en samen met haar loop ik de trap af naar de leerlingenkamer. Beneden zijn ook Albus en James van de partij.
‘Môggee,’ zegt James nog half-slapend. Albus grijnst en wenst me ook een goede morgen toe.
‘Albus?’ vraag ik. ‘Is Verweer Tegen Zwarte Kunsten leuk?’ Hij knikt en zegt: ‘Vind ik wel, maar bijvoorbeeld Annemarie Stoffel niet’ Ik knik, gelukkig vind Albus het wel leuk.
Met Albus, James en Evalynn loop ik naar de Grote Zaal, die al vol zit met leerlingen. Het bewolkte dak van de zaal verlicht de tafels die vol zijn gebouwd met ontbijt. Zachtjes schuif ik aan en begin ik aan het ontbijt. Veel tijd heb ik niet, binnen een kwartier moet ik al bij Verweer Tegen Zwarte kunsten zijn.
In de richting van de Zwadderaars stijgt gelach op. Ik kijk er naar en zie meerdere Zwadderaars lachen en naar Huffelpuf wijzen. Mijn ogen glijden over de hoofden die hatelijk lachen. Ik herken verscheidene mensen, ook Kwast. En vlak ernaast zie ik Malfidus. Een golf van haat gaat door me heen, hoe kón hij Albus steken? Hij draait zijn hoofd en voor het eerst van vandaag zie ik zijn ogen. Die staan kil en gevoelloos. Ik draai mijn hoofd weg en loop samen met Evalynn naar Verweer Tegen Zwarte Kunsten.
Niceeeee.
Witlof
-x-