Hoofdcategorieën
Home » Harry Potter » The fate of the Malfoy family » 3.
The fate of the Malfoy family
3.
'Ik had je de leiding geven. Omdat ik dacht dat je te vertrouwen was, dat je dat wel aan kon. Maar blijkbaar heb ik me, daarin zwaar vergist. Je hebt je laten op sluiten'
'Dat heb ik niet expres gedaan Heer' zei Lucius met trillende stem. Hij zat nog altijd op de matras en staarde in de vuurrode ogen.
'Zwijg. Ik was aan het woord' Lucius deinsde achter op de matras en hield zijn mond. Hij kon de Heer van Duister maar beter niet nog bozer maken , dan hij al was
'Je hebt er voor zorgt, dat Potter en zijn vriendjes ontsnapt zijn. En nu heeft je zoon ook gefaald.' de stem van de Heer van Duister nog klonk killer dan normaal Met zijn witachtige huid, vuurrode slangachtige ogen en sleetjes als neus en zijn dunne lichaam gehuld in een zwarte mantel, was een hij een enge verschijning om te zien.
'Ik heb hem bij mij gevoegd' lachte de Heer van het Duister vals.
'Wat!!!' riep Lucius geschrokken uit. Draco mocht geen dooddoener zijn dat zal Narcissa nooit overleven.
'Ja, je hebt me goed gehoord Lucius, maar voor zijn eerste opdracht is hij gezakt.- Dood Albus Perkamentus,-maar goed ik had ook niet verwacht dat hij het wel zal kunnen. Het was alleen de bedoelingen dat ze voelde wat ze misdaan hadden. Wat jij misdaan heb om precies te zijn.'
Lucius baalde er nu nog meer van dat hij hier opgesloten zat. Hij zag Narcissa al voor zich doodsbang ijsberend door het huis. Doodsbang voor wat haar zoon te wachten stond. De lange tengere vingers van de Heer van Duister omsloten de tralies van zijn cel. Lange tijd werd Lucius fel aan gestaard door die vuurrode ogen. Toen hij na wat uren leek eindelijk weer iets zei, was het iets heel anders dan ooit Lucius had kunnen bedenken.
'Ik kom je bevrijden'
Hij stapte de vuurrode trein uit. Het perron stond vol ouders en broertjes en zusjes,. Hij waande zich een weg door de mensenmassa. Op zoek naar de gene die hij moest hebben. Hopelijk sloeg ze niet hier op het station haar armen om hem heen, want daar had hij echt geen zin in.
'Dag Draco, tot na de vakantie' hoorde hij Patty Park achter zich roepen.
'Ja, dag' mompelde hij. Hij liep verder het perron over. Hij was doodsbang, om weer naar huis te gaan. Want nu hij er niet was geslaagd Professor Perkamentus te doden, zal de Heer van het Duister zijn familie vermoorden. Tante Bellatrix had hem geprobeerd hem gerust te stellen maar dat was haar niet gelukt, want haar woorden stellende hem niet gerust. 'Draco, vermoord worden door de Heer van het Duister is een eer. Iets om trots op te zijn'
Hij mocht dan gefaald hebben, hij wilde niet dood. Nog niet.
Ze kwam op hem afrennen, haar lange blonde wapperde achter haar aan. Draco keek zijn moeder aan. Ze glimlachte naar hem, en sloeg haar armen om heen, en drukte hem stevig tegen zich aan.
'Moeder!!' riep hij geïrriteerd 'Niet hier' In plaats van dat ze hem los liet drukte ze hem nog dichter tegen zich aan. Vanuit zijn oog hoek zag Draco Potter Wezel en Modderbloedje lopen. Vlak voor hem en zijn moeder bleven ze staan. Potters walgelijke groene ogen doorboorde de zijne. Wat moest dat halfbloedje van hem. Met zijn beroemde kop, de bemoeial.
'Het spijt me echt heel erg Malfidus. Ik wilde je echt geen pijn doen, ik wist niet wat spreuk deed het spijt me'
Het klonk als of hij het echt meende.
'HEB JIJ MIJN ZOON AANGEVALLEN ALWEER, HEB JE NIKS BETERS TE DOEN POTTER' moeder spuugde de woorden letterlijk uit, en liet hem tot zijn grote vreugde los. Woeste draaide zich om en keek Potter aan, een blik waarvoor Draco – Al van af het moment dat hij kon lopen - voor wegrenden. Moeder was in staat iemand te vermoorden als ze die blik had.
'NOU ZEG OP!!!!' schreeuwde ze. Haar stem was tot ver achter op het perron te horen en verschillende mensen keken, hun kant uit.
'Het was niets, moeder. Laat het gaan' zei hij. Draco dacht terug aan het moment waar voor Potter zijn excuus aanbood. En hij wilde voor nog geen miljoen galjoen, dat moeder daarachter kwam. Potter had een spreuk gebruikt, die hij niet kende, waardoor hij bloedend op de grond neer viel. Nog nooit in zijn hele leven had hij zo veel bloed zeggen. Als professor Snape niet de buurt was geweest, had hij nu niet meer geleefd.
'Hij bied je echt niet zomaar zijn excuus aan, Draco, dan moet hij wel iets heel ergs gedaan hebben'
'Het was niets' herhaalde Draco. Moeder keek Potter nog steeds woest aan.
'JIJ GAAT ME NU VERTELLEN WAT JE MIJN ZOON HEBT AAN GEDAAN NOU!!!!' gilde ze. Zo hard dat Draco dacht dat ze zelfs op de dreuzelperrons te horen was. Potter deinsde achter uit, zijn groene ogen verschrikt, angstig.
'We hadden een klein misverstand, maar het doet er niet meer toe' zei Potter. Hij wilde weglopen maar moeder liet dat niet zo maar toe. Ze greep hem bij zijn shirt vast en dwong hem haar aan te kijken.
'DANKZIJ JOU ZIT MIJN MAN IN DE GEVANGENIS!!!' schreeuwde ze. 'EN DAN HEB JE OOK NOG MIJN ZOON VERVLOEKT, JIJ GRUWELIJK MISBAKSEL'
'Moeder, houd op!' riep Draco. 'Gaat u maar al vast in de richting van de muur. Ik kom zo'
Woest stampend liep moeder het perron over, en iedereen die in weg liepen duwde ze ruw omver.
'Ik aanvaard je excuus, maar dat neemt niet weg dat ik je meer haat dan ooit Póttér' zei Draco kil tegen zijn aartsvijand. Potter keek hem dankbaar aan.
'Ik mag jou ook niet, is ze altijd zo driftig, jouw moeder. Begin dit jaar op de wegisweg, bij madame Mallekin, was ook zo aan het zo tieren'
'Als ze boos is wel ja.' mompelde Draco met tegenzin.
'Dan is ze zeker vaak boos'
'Houd je kop wezel' schreeuwde Draco toen hij zijn moeder achterna liep.
'Hahah, Harry je bent misbaksel. Wat zal ze daarmee bedoelt hebben, dat je verbrandt bent toen ze je opbakte.' Hoorde hij die rooie zielige wezel lachen.
'Hahaha' lachte Potter en het modderbloedje.
'Die is goed Ron' Draco kon dat modderbloedje wel slaan, dat wilde hij sowieso nog altijd een keertje doen. Want hij wilde haar graag terug pakken, voor de klap die ze hem haar met smerige hand, in zijn gezicht had geven. In hun derde jaar. Maar dat moest maar wachten tot volgende schooljaar. Nu moest hij snel opzoek naar moeder, die nog altijd gillend over het perron stampte. De opsluiting van vader, had haar volgens Draco al net zo gestoord gemaakt als zijn tante. Al hoewel, moeder kon heel lief zijn en goed luisteren. Tante Bellatrix kon dat niet. Die enge gestoorde – krankzinnige was misschien een beter woord- Bellatrix had er plezier in om onschuldige mensen te vermoorden. Dolgelukkig was dat ze toen ze haar neef Sirius Zwarts had vermoord. Afgelopen zomer had niets anders gedaan dan met gelukzalige krankzinnige kinderachtige stem roepen: Ik heb Sirius Zwarts vermoord. Ik Sirius Zwarts vermoord.
Steeds maar weer opnieuw. Draco was doodsbenauwd geworden toen hij hoorde dat hij Perkamentus moest vermoorden. Want ook al mocht het de professor absoluut niet. Hij wilde hem niet doden. Hij was eigenlijk best wel blij dat professor Sneep het had opgelost, dat hij de genade klap had toe gediend. Waardoor Albus Perkamentus van de astronomietoren af viel, om vervolgens zijn ogen nooit meer te openen.
Reacties:
Helpie!
Dit is hoofdstuk betreft grammatica niet top.
Maar de manier waarop je je personages naar voren brengt.
Hoe ze op elkaar reageren.
Man dat is gewoon STOER!
Ga zo door!
xx
Wow..
I'm actually speechless ;o
Dit is echt stunning
Hier en daar goed overlezen, zodat je geen onnodige fouten maakt want af en toe klopt je zinsbouw niet en dat leest net wat minder vlot.
But besides dat kleine tipje is het gewoon prachtig!
Soooo melding for this one! c:
xoxo
I totally agree with RivLovee!
This is amazing! Really! Kan hier verder niks over zeggen. Ben gewoon sprakeloos, ha! (: Dit verhaal is echt een gaaf idee! Wou dat ik het had bedacht, maar ja, we kunnen niet alles willen, hihi!
Anyway! Ge-wel-dig!
<3
het is een eer om door de duistere heer vermoord te worden
familieliefde op zijn belatrix '
ben echt benieuwd naar het volgende