Hoofdcategorieën
Home » Harry Potter » The fate of the Malfoy family » 6.
The fate of the Malfoy family
6.
'Alles wat u wilt Heer' stamelde Draco doodsbang. Voor wat er komen ging. De Heer van het Duister liep langs hem heen en liet zijn vuurrode ogen door de tuin flitsen.
'Breng me naar Lucius!' snauwde de Heer van het Duister. Draco schuifelde voetje voor voetje, terug naar het bankje waar hij zijn vader zo juist had achter gelaten.
'Kan het niet een beetje sneller'
Draco draaide zich om naar de Heer van het Duister, nu pas zag hij de slang die als een sjaal om de Heer van het Duisters nek gedrapeerd lag. Nagini.
'Ja, Heer' stamelde Draco en hij vervolgde zijn weg naar het bankje. Sneller nu, bijna rennend, bang om de snauwende sissende stem van de Heer van het Duister weer te moeten horen. Vader zat nog steeds op het bankje en staarde naar zijn handen.
'Roep hem' siste de Heer van het Duister in Draco's oor. Draco haalde diep adem. Waarom vader, waarom vroeg hij zich zelf af. Zijn hele lichaam trilde van angst, deed pijn.
'Vader' zei hij zacht. Hij voelde een koele hand op zijn schouder.
'Harder dom joch, zo hoort hij het niet!' weer dat sissende gefluister. Draco voelde zijn ogen nat worden, woest veegde hij de tranen weg. Hij mocht niet huilen, hij moest sterk zijn. Als hij sterk was en deed wat de Heer van het Duister aan hen vroeg, was diens wraak heel.. heel erg misschien niet al te erg. Opnieuw haalde Draco diep adem.
'Vader!' zei hij weer luider dit keer. Vader keek op, zijn grijze ogen geschokt. Hij stond op en boog voor de Heer van het Duister.
'Heer, wat brengt u hier' vroeg hij, zijn kille stem trilde. Vader was nooit bang. Nooit. En toch zag Draco nu de angst van zijn vader. Misschien had vader, die drie mensen wel helemaal niet willen vermoorden en had hij geweigerd, maar had de Heer van Duister net als bij Draco, de Cruciatusvloek gebruikt om vader zo te dwingen het wel te doen.
'Jou natuurlijk, je familie' siste de Heer van het Duister. 'Wat dacht je dan'
'Ik..ehum...ik had gehoopt dat u het vergeten was heer' stamelde vader.
'Vergeten, Vergeten, Lucius, ik vergeet niet dat je gefaald hebt. Ik had vertrouwen in je, maar ik had natuurlijk meteen kunnen weten, dat de tijd je verzwakt heeft'
'Verzwakt Heer?' vroeg vader nog steeds buigend voor de Heer van het Duister. 'De tijd?'
'Ja Lucius tijd' zei de Heer van het Duister kil. 'Toen ik, jullie mijn vrienden, bij me riep na mijn herrijzen, had ik moeten kunnen door zien dat je gesmeek alleen maar gespeeld was, Oooo Heer, het spijt me zo. Ik heb al die jaren op u gewacht, vergeef me Heer, vergeef het me dat ik u nooit ben komen zoek'
'Ik heb echt al die jaren op u gewacht Heer' zei vader. 'Geloof me'
'Ja, ja het zal wel. Groot huis hebben jullie trouwens, groot genoeg om te kunnen dienen als vergaderruimte, dacht ik het niet, Lucius?'
'Mijn huis? Vergaderen?'
'Ja, jullie hebben vast nog wel een slaapkamer vrij, in dit grote huis niet?'
'Daarvoor moet u bij Narcissa zijn Heer' zei vader. Draco keek angstig toe en luisterde naar het gesprek ook al wilde hij dat niet. Het liefst wilde naar binnen gaan, maar hij was te bang dat de Heer van het Duister hem dan opnieuw zal martelen.
'Lucius, moest je nu echt akkoord gaan met de Heer van het Duister, is dit echt nodig?' vroeg Narcissa aan haar man, die door hun slaapkamer ijsbeerde. De angst gierde door haar lichaam. Ze had gedacht dat het ergste wat ze had meegemaakt was dat Draco een dooddoener werd, maar dit was veel erger.
'Ja' zei Lucius.' Ik denk dit het beste was dat ik kon doen, als ik geweigerd had was alles nog veel erger geweest'
'Denk je dat Draco dit ooit kan verwerken, dat hij dit aan kan?'
'Ach, die heeft er straks geen last meer van. Over ruim acht weken gaat hij weer naar school'
Narcissa rilde en trok de deken over zich heen. Hoe kon Lucius zo luchtig blijven. Hoe hij kreeg het voor elkaar om niet te trillen van angst.
'Maar de komende acht weken is hij hier' wierp ze hoestend tegen. Ze had nooit zo lang in de regen moeten blijven staan, maar daar was het nu te laat voor. Haar keel deed pijn en die pijn werd ook nog eens verstrekt op het moment dat ze hoestte.
'Ik denk gewoon echt dat dit het best is' zei Lucius.
'Bellatrix ook, ik heb haar nog nooit zo vrolijk gezien'
'Ja, voor jou zus is dit ook het beste, al is het voor mij op een andere manier het beste'
'Hoe bedoel je dat Luus?'
'Dat is een goede vraag, want daar weet ik zelf het antwoord niet eens op'
'Hoe kan je, nou het antwoord niet weten op iets wat je zelf beweerd.'
‘Was het nog gezellig met je zus vandaag?’
‘Je draait om onze conversatie heen’
Lucius hield op me ijsberen en keek haar kil aan. Hij liep naar bed toe en duwde haar ruw opzij.
‘MOEST DAT!’ schreeuwde ze toen Lucius naast haar in bed ging zitten.
‘Als ik je gevraagd, om opzij te gaan had je toch niet gedaan. Dan was je koppig blijven zitten net zo lang, tot dat ik toe gaf, dat we hem nooit in huis hadden moeten toelaten’
‘Dat klopt’ gaf Narcissa toe. ‘Ik vind geen prettig idee en wat doen we als hij morgen aanschuift aan de ontbijttafel, heb je daar al over nagedacht?’ Ze gilde het uit en kreeg als gevolg daarvan een hoestbui, waardoor het leek als of iemand met kleine scherpe mesjes in haar keel prikte. Lucius ramde hard op haar rug.
‘Nee, daar word het echt beter van!’ riep ze. Hij keek haar vragend aan.
‘Je bent nu toch op gehouden met hoesten. Trouwens waarom gilde je zo’
‘Die slang, hij praat met die slang, hoorde je dat dan niet?’
‘Lieve Cissy, je weet toch wel dat de Heer van Duister een sisseltong is?’ zei Lucius terwijl met zijn koude hand de hare vast pakte en er zachtjes in kneep.
‘Ja, maar dat betekend niet dat, hij in ons huis dat enge slangetaaltje hoeft te spreken. Straks jut hij dat beest op om ons te vermoorden’ zei Narcissa angstig.
‘Dat doet hij niet! En als je nu niet gaat slapen komt hij straks onze slaapkamer nog in, met de mededing dat je kop moet houden, omdat hij niet kan slapen’
‘Ik kan nooit meer slapen’ wierp Narcissa tegen. ‘Niet met hem onder een dak’
‘Denk aan je mooiste, fijnste en gelukkigste herinnering, en dan zal je merken dat je van zelf in slaap valt’ zei Lucius. Nog nooit in die twintig jaar dat ze nu getrouwd waren, had Lucius’ stem zo warm zo liefdevol geklonken. Vol van geluk sloeg ze haar armen om haar man heen en dacht aan zijn laatste woorden en viel al zittend in slaap. Pas toen ze de volgende ochtend wakker werd kwam de angst weer terug. De angst voor wat de Heer van het Duister allemaal met haar familie kon doen. Nu hij hun huis vergaderruimte gebruikte, nu hij samen met zijn slang Nagini, zijn intrek had genomen in de grootste logeerkamer. Nu ze hem elke dag moest zien. Elke dag zijn enge stem moest horen. Ze was blij dat Draco over acht weken weer naar school ging, op Zweinstein was het vast een stuk aangenamer dan thuis. Bij de Heer van het Duister. Lucius sliep nog zijn hoofd rust op haar borst -ook hij was al zittend in slaap gevallen- ze veegde een lange witblonde haar uit zijn gezicht. Zo lang hij maar bij haar bleef, dan kon ze het aan. Samen zouden zich er door heen slaan. Of Lucius daar het zelfde over dacht wist Narcissa niet, maar voor haar was het een sterke gedachten. Die haar kon helpen.
‘Heer, hoe was uw nacht?’ hoorde ze Bellatrix op de gang aan de Heer van Het Duister vragen.
Yeeey, nederlandse namen!!
*kucht* anyway, erg goed geschreven!
Ik wil meer!! ;P
<3
Xo