Hoofdcategorieën
Home » Harry Potter » Harry Potter stand-alones (samen met Rivlovee) » Opzoek naar Kreukelhoornige Snottiefanten (Loena Leeflang)
Harry Potter stand-alones (samen met Rivlovee)
Opzoek naar Kreukelhoornige Snottiefanten (Loena Leeflang)
De bomen in het tropisch regenwoud waren zo mooi groen van kleur, dat je nauwelijks kon geloven dat ze echt waren. Er heerste een klamme hitte. De indianenstam die er leefde, droeg alleen onderkleding, omdat het anders veelte warm was. De dieren die in het regenwoud leefde zochten overdag liever de schaduw op van struiken, en het was daarom erg moeilijk om ze overdag te kunnen spotten, maar ze zaten er wel, verscholen verborgen. Zo ook het dier waar Xenofilus Leeflang en zijn dochter Loena naar zochten. Het was van zelfsprekend dat ook de kreukelhoornige Snottifant de koelere plekjes opzocht. Daarom hingen de vader en diens dochter een beetje rond, bij de tent, want opklaar lichte dag vonden ze de Snottiefanten nooit. Ondanks dat ze er nog nooit gevonden hadden, en andere mensen niet Kreukelhoornige Snottiefanten geloofden, waren ze vast besloten er een te vinden. Ze geloofde dat ze bestonden de vraag was alleen waar. Ze waren al bijna de hele wereld over geweest, maar de Snottiefant hadden ze niet gevonden. maar deze keer ging het ze lukken ,dat wisten ze zeker. Maar eigenlijk wisten ze dat alle andere keren ook zeker, en toen hadden ze het dier ook niet gevonden. De avond viel, de Indianenstam maakte zich klaar voor de nacht en de dieren kwamen tussen de struiken vandaan. Loena en haar vader maakte zich klaar om op pad te gaan. Snel Stopte ze wat etenswaren in een oude versleten rugtas en gingen het donkere regenwoud in. Een groep orang-oetan slingerde van boom naar boom en een grote zwarte spin rende langs Loena’s voeten, in een van de bomen loerde een poema naar de dochter en de vader, die beide het gevaar niet zagen, te gefocust op het vinden van de Kreukelhoornige Snottiefant. Met een sierlijke boog sprong de poema uit zijn boom en landde vlak voor Loena en haar vader. Angstig staarde het zestienjarige meisje, naar de poema.
‘Gewoon door lopen Loena,’ zei haar vader. Langzaam liep Loena voorbij de poema. Die doodstil bleef staan. Hoe kon dat, ze keek haar vader vragend aan.
‘Non-verbale spreuken, dat leer jij ook Loena, dit jaar op Zweinstein, maar eerst we moeten de Kreukelhoornige snottifant zoeken, dan kunnen we eindelijk bewijzen dat ze echt bestaan’
Ze liepen de verstijfde poema voorbij.
‘Petrificus totalus’ fluisterde Loena terwijl ze achterom keek naar de nog steeds totaal verstijfde poema. Nog even en dan kon zij, ook spreuken af vuren zonder hardop de hoeven spreken. Ze vervolgde hun weg door het regenwoud. Een Toekan vloog over hun hoofd heen en een neushoornvogel, keek toe hoe de twee mensen, het regenwoud af zochten. Een bruine slang keek al sissend toe en de chimpansees gooide kluitjes aard, naar het vuilblonde meisje en haar vader.
‘Au’ riep Loena toen een van de kluiten haar achterhoofd raakte. Xenofilus greep zijn dochter bij haar arm en keek haar even strek aan.
‘Loena, Snottifanten hebben hele gevoelige oren, als je zo hard schreeuwt jaag je ze weg’
‘Sorry, papa’ mompelde Loena, toen ze weer achter haar vader aan liep. Ooit zouden ze de Snottifant vinden er moest een plek op aarde zijn waar ze voorkwamen. Dat moest. En nu zouden ze hem echt vinden ze waren er al zo lang naar opzoek. Bij een beekje bleven ze staan, de zon kwam al weer op, de dieren zochten hun schuilplaatsen tussen struiken weer op. Weer was het ze niet gelukt de Kreukelhoornige Snottifant te vinden. Maar ooit, ooit zouden ze er een vinden, als ze maar lang genoeg bleven zoeken. Dat wisten vader en dochter zeker.
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
‘Loena, kom snel!!!’
Loena kroop uit de warme slaapzak en rekte zich uit. Ze keek naast zag en zag dat de slaapzak van Rolf leeg was. Ze ritste de tent open en liep de stem van Rolf achterna. Hij stond uit te kijken over het grote meer dat, aan hun kampeerplek grensde. Ze keek naar zijn gespierde rug , en zijn golvende blonde haar. Drie weken geleden hadden ze elkaar het ja-woord geven, en Loena was nog nooit zo gelukkig geweest. Rolf deelde haar passie voor dieren en hun huwelijksreis bestond dan ook uit het ontdekken van nieuwe fabeldiersoorten. Misschien dacht Loena. Vinden wel een Snottifant. Ze ging naast haar man, staan en pakte zijn hand vast.
‘Wat is er?’ vroeg ze met dromerige stem. Rolf draaide zich naar haar toe waardoor ze zijn gezicht kon zien. Zijn Chocokikkerbruine ogen keken in de hare, en Loena voelde een golf van geluk door zich heen stromen. Eindelijk had ze de ware gevonden. Al haar schoolvrienden waren al een paar jaar getrouwd en hadden kinderen. Ze was zelfs tot peettante benoemd van Lily Loena Potter. Het vier weken oude dochtertje van Harry en Ginny.
‘Zie je dat gevleugelde beest daar?’ vroeg Rolf terwijl op één van de bomen wees die aan het meer stonden. Loena draaide haar hoofd in de richting die haar man op wees. En zag een bonte gekleurde vreemd soort aap zitten, uit zijn rug groeide een soort uilenvleugels, die het dier langs zijn gekleurde lichaam hield.
‘Die staat niet in het boek van mijn grootvader’ zei Rolf enthousiast. ‘We hebben een nieuwe soort gevonden Loen’
‘Gaaf!’ zei Loena. ‘Geven we hem ook een naam?’
Rolf lachte en keek dolgelukkig naar ze zijn vrouw. Tijdens hun tijd op Zweinstein was Loena hem totaal ontgaan. Hij had mensen wel eens over Lijpo Leeflang, horen praten, maar had haar zelf nog nooit gezien. Twee jaar geleden kwamen ze elkaar tegen op de Wegisweg. Meteen viel het hem op hoe mooi ze was op haar eigen vreemde manier. Ze had een eigen wil en maakte haar niets uit mensen van haar dachten.
‘Zeg jij het maar’ zei hij. ‘Misschien is wel een Snottifant?’
‘Nee,’ zei Loena. ‘Dit is geen Snottifant. Snottifant hebben een hoorn dat heeft deze niet’
Loena keek naar de gevleugeld aap en dacht diep na. Een Snottifant was zeker weten niet.
‘Uiloaap’ zei ze. ‘ Het een Uiloaap.’
Rolf nam haar in zijn armen en drukte haar stevig tegen zich aan.
‘Uiloaap, ik had geen betere naam kunnen bedenken’
Zo vonden Loena en Rolf Scamander vele nieuwe fabeldiersoorten, maar de Kreukelhoornige Snottifant, hebben ze nooit gevonden. Na maten de jaren verstreken begon Loena steeds meer te geloven dat haar vader de Kreukelhoornige Snottifant verzonnen had. Tot dat ze daar op een dag helemaal zeker was. En toch zal ze nooit hun excursies vergeten, want die hebben hun band sterkere gemaakt dan Loena, ooit had kunnen bedenken.
En Xenofilius is tot zijn dood opzoek geweest naar de Kreukelhoornige Snottifant. Op zijn allerlaatste dag liep hij oud en versleten, door het regenwoud, waar hij en Loena zo veel jaar geleden waren geweest, want hij wist toch echt zeker dat de Snottifant daar leefde. Hij schoof een paar struiken opzij, en daar vlak voor hem stond……. Een Kreukelhoornige Snottifant, in als zijn pracht en praal, zijn kreukelige hoorn stond scheef op zijn kop, dit was het laatste en mooiste dat Xenofilus Leeflang zag. Want hij stierf , midden in het regenwoud, vlak bij de Kreukelhoornige Snottifant. En tot de dag vandaag is er niemand die in Snottifanten gelooft, Xenoflius heeft er één gevonden maar, dit nooit aan iemand kunnen bewijzen en Loena die heeft altijd zielsveel van haar vader gehouden, ook al was ze het geloof in zijn ‘verzonnen’ Snottifant al jaren lang kwijt.
Reacties:
Je bent er magnifiek in geslaagd om de leefwereld van Loena en haar vader te schetsen ^^
AWESOME!! Hihi, wel spelfouten
De dieren die in het regenwoud leefde zochten overdag liever...
Snel Stopte ze wat etenswaren...
Moet het niet leefdeN zijn en stopte?
Kuzz Vera die over Albus schrijft, hihi
*Uiloaap* Zo cute!!!!