Hoofdcategorieën
Home » True Blood » The eyes of the Prophet » The witch with the knife
The eyes of the Prophet
The witch with the knife
Die dag bracht Eric zijn noodgedwongen dagrust onrustig door. Zoals iedere vampier lag hij roerloos en levenloos in zijn kist, maar zijn brein draaide overuren door de gebeurtenissen van de afgelopen nacht nog eens te herbeleven.
Hij had samen met de twee vampiers van de Autoriteit Freya opgewacht op de plaats waar ze elkaar het laatst hadden gezien. Freya was verassend vroeg komen opdagen en ze hadden haar direct ingelicht over de wijziging van de plannen. Ze had het allemaal heel sereen aangehoord alsof de Autoriteit dagelijks een Ultieme Test van haar afnam.
‘Wat gebeurt er als ik faal?’ was haar enigste bemerking geweest. De twee vampiers van de Autoriteit hadden elkaar even schalks aangekeken. ‘Hangt ervan af hoe zwaar je faalt.’ Besloot de grootste van de twee en de kortste kon een vette lach niet onderdrukken.
‘Prima,’ Had Freya gereageerd ‘Dan wil ik direct vertrekken als dat nodig is. Hoe gaan we? Ik kan niet vliegen zoals jullie vampiers.’
De twee vampiers hadden nors geknikt, waren verdwenen en doken een halfuur later weer op met twee gezadelde paarden. ‘Jullie gaan per paard.’ Hadden ze meegedeeld ‘Wij volgen jullie vanuit de lucht. De route die je zult volgen is degene die de Autoriteit heeft bepaald. Wanneer er hiervan wordt afgeweken of jullie proberen te ontsnappen dan zijn wij gerechtigd om jullie te doden. Begrepen?’
Hij en Freya hadden kort geknikt. Vervolgens hadden de Autoriteitsleden de paarden verdeeld: Freya kreeg een rustige merrie, maar Eric kreeg een temperamentvolle hengst die boos aan de teugels trok. Ze waren opgestegen en hadden aandachtig geluisterd naar de uiteenzetting over de route. Daarna hadden ze hun paarden de sporen gegeven en waren ze hun moeizame tocht begonnen.
De hele tocht was bij Eric als een waas voorbij gegaan… Hij was bang om Freya te verliezen of om haar in benarde situaties te brengen, maar de angst voor Godrics lot was de allergrootste geweest. Godric had Eric uitverkoren als beschermeling en hem daarvoor het eeuwige leven gegeven. Eric had die taak altijd erg serieus gekomen: geen mens of vampier mocht Godric beschimpen of bedreigen anders rekende Eric er persoonlijk mee af. Zo was het altijd geweest, maar nu net geen vier eeuwen na zijn overzetting- wist Eric dat hij had gefaald in zijn opdracht. De Autoriteit had Godric gevangengenomen en gebruikte hem nu als lokaas en chantagemiddel… Maar bij aankomst was gebleken dat Godric niet gevangen was genomen. Integendeel! Zijn maker was zo vrij als een vogeltje en leek het naar zijn zin te hebben bij al die lui van de Autoriteit. Wat was Godric in hemelsnaam van plan? Wat verzweeg hij voor Eric? Dacht hij dat hij met zijn duizend jaar de Vampierautoriteit te slim af kon zijn? Zo ja, waarom zei hij dan niets tegen zijn creatie?
De vragen bleven door Erics hoofd spoken en zodra de laatste zonnestralen waren verdwenen achter de horizon ontwaakte Eric. Met een ruk opende hij zijn ogen en tilde hij het deksel op van de doodskist waarin hij de dag had doorgebracht. Hij bevond zich in de geheime ruimte onder de leefruimte van de omvangrijke hoeve. De geheime ruimte was groot met verschillende vluchtroutes en een laag plafond. In de verschillende nissen waren oude houten kisten geplaatst waar vampiers de dag in konden overbruggen. Erics oude nest had gebruik gemaakt van antieke, stevige kisten. De excentrieke Candide had zelfs een royaal exemplaar aangeschaft met beslagen koper, uitgesneden rozen en kanten kussens aan de binnenkant. Haar kist stond naast die van Godric en bood nu onderdak aan Nan Flanagan. De overige vampiers van de Autoriteit hadden hun eigen doodskisten laten overkomen: eenvoudige, houten exemplaren die vast niet eens lichtdicht waren in noodgevallen. Eenvoudige stervelingen die de geheime ruimte zouden ontdekken en betreden zouden niet beter weten dan dat dit de ruïne van een of ander oud familiegraf was. Ze zouden verschrikt een kruisteken slaan en zich uit de voeten maken… of toch dat was hetgeen vampiers hoopten dat er zou gebeuren…
Eric stapte uit zijn kist en schuifelde door de muffe ruimte. In het midden van de ruimte bleef hij stofstijf staan: ze hadden onverwacht bezoek van een sterveling.
In het midden van de ruimte zat Freya schrijlings op een van de zware houten stoelen die doorgaans op de bovenverdieping stonden. Ze had haar bovenkledij uitgespeeld en ging nu gehuld in haar witte onderkleed die was afgezet met simpel kant. Het had misschien grappig of stoer van haar geleken als ze tenminste geen grote, sikkelvormige dolk in haar handen had gehad en een uitdagende uitdrukking op haar gezicht.
‘Freya!’
In een oogwenk stond Eric bij haar, verbijsterd keek hij naar de vlijmscherpe dolk die ze vasthad. ‘Freya, wat moet dat?’
Hij probeerde haar, haar dolk te ontfutselen, maar het ding was van zilver en hij brandde zich eraan.
‘Wat doe je hier?’ siste hij dan maar terwijl hij zijn hand liet glijden over zijn verbrande huid. ‘Je moest boven blijven bij de rest van je soort.’
Freya lachte schril ‘Ik ben meer dan alleen maar een bloedzak.’
‘Maak dat je wegkomt.’ Gromde Eric en zijn blik gleed over de kist waar Nan Flanagan in sliep. ‘Mensen horen niet bij het ontwaken van vampiers te zijn. Freya… je speelt met je leven, maak dat je wegkomt. Ik heb nog net genoeg tijd om je geur te verdoezelen.’
Freya lachte olijk, ‘Eric toch, ik kan mijn geur beter verdoezelen dan menige vampier.’
Vermoeid gekreun verscheurde de stilte. Eric greep de weerspannige zieneres bij haar schouders beet en probeerde haar naar de uitgang te sleuren. Freya verzette zich echter en schopte venijnig tegen zijn scheen.
‘Freya, ze ontwaken!’
Her en der klonk nu gestommel van ontwakende vampiers. Nog even en ze zouden klaarwakker zijn. Eric probeerde Freya op te tillen en weg te dragen, maar ze spartelde te fel tegen.
‘Eric, wat is er aan de hand?’
Godric zat rechtop in zijn kist en keek zijn creatie verbijsterd aan. Met dat simpele zinnetje had hij echter de knuppel in het hoenderhok gegooid: in minder dan een oogwenk tijd schoten de beveiligingsagenten van de Autoriteit uit hun kisten en omsingelden ze Eric en Freya. Woest trok Eric zijn hoektanden en siste hij dreigend naar zijn belagers.
‘Wat is hier in hemelsnaam aan de hand?’ Donderde Flanagans stem door de ruimte. Ze stond naast Candida’s opzichtige kist en haar gezicht stond op onweer. Haar oog viel op de zilveren dolk die Freya nog steeds in haar hand geklemd hield.
‘Een mens! Hier… en dan nog gewapend met scherps en zilver.’ Snakte Flanagan naar adem en ze keek Godric aan. ‘Wat heeft dit te betekenen!’ Ze had onmogelijk nog meer afkeer kunnen laten doorklinken in haar stem. Erics hersenen werkten op topsnelheid: hij moest iets verzinnen en vlug. Als hij niet snel op de proppen zou komen met een uitzonderlijke goede verklaring voor Freya’s aanwezigheid en gedrag dan zouden ze er onherroepelijk aangaan.
‘Wat doet ze hier?’ foeterde Nan Flanagan en er verschenen rode vlekken in haar gelaat. ‘Ze is jou mens! Jij bent verantwoordelijk voor haar!’
De overige vampiers die met getrokken hoektanden rond hen stonden opgesteld knikten instemmend. In hun ogen gloeide de drang om hen te bloeddorstig te vermoorden…
Voor Eric echter nog iets kon ondernemen om hen uit de nesten te werken, trad Freya naar voren.
‘Beste vampiers van de Autoriteit.’ Sprak ze met een vastberaden en heldere stem ‘Jarenlang was ik gefascineerd door de mysterie rond jullie bestaan. Jullie oeroude orde is al eeuwenlang gekend en gevreesd bij de overige bovennatuurlijke wezens. Ik had grote verwachtingen over de enige echte Vampiersautoriteit, maar deze verwachtingen werden vandaag in één ruk weggevaagd.’
Freya hield een strategische pauze in haar spreken. De stilte die hierop volgde was te snijden. Alle vampiers keken haar nu nijdig en knarsetandend aan, een spiertje trok in Flanagans kaak.
‘Toen ik vandaag rondwaarde in het licht – een voorrecht die ik heb als mens - vroeg ik me af waar jullie de dag doorbrachten.’ Vervolgde Freya ‘Het was een eenvoudige en onschuldige vraag aangezien ik geen kwade bedoelingen had. Voorts ging ik ervan uit dat ik als simpele bloedheks jullie schuilplaats zeker zou ontdekken, maar onmogelijk zou kunnen betreden door de vele veiligheidsmaatregelen die vast en zeker waren genomen.’
Weer zweeg Freya enkele seconden en deed enkele stappen naar voor. Een nonchalante glimlach speelde om haar lippen en ze keek Nan Flanagan recht in de ogen.
‘Tot mijn allergrootste verbazing bleek er echter niet één beveiliging te zijn.’
Nan Flanagans mond was zo hard samengeknepen dat er enkel nog een miniem streepje van zichtbaar was. Ofschoon ze kookte van woede wist ze zichzelf nog net in de hand te houden. ‘Ga voort.’ Commandeerde ze ijskoud.
‘De verborgen ruimte is in principe zelfs voor gewone stervelingen toegankelijk. Enkel de toegangspoort is knap verborgen,’ redeneerde Freya verder, ‘maar er zijn geen speciale handelingen nodig om deze te openen. Afstotende spreuken of verbergende bezweringen ontbreken volledig. Eigenlijk kan iedereen die weet dat er zich hier vampiers schuilhouden gewoon binnenstappen met staken en zilveren wapens.’ Om haar woorden kracht bij te zetten hief ze haar potsierlijke dolk even boven het hoofd zodat iedereen deze goed kon zien. ‘Persoonlijk dacht ik dat de Autoriteit meer haf om de veiligheid van zijn leden.’
De laatste had het effect van een zweepslag: verschillende vampiers versteven en zelfs Nan Flanagan wist even niet wat te zeggen.
‘Wat stel je dan voor.’ Mompelde Flanagan na enkele zwijgzame minuten.
‘Ik stel voor dat jullie enkele bekwame heksen of andere bovennatuurlijke wezens in dienst nemen die overdag waken over jullie veiligheid en beschermende toverkracht kunnen aanwenden in geval van gevaar. Jullie kunnen niet alleen jullie schuilplaatsen laten beschermen, maar ook jullie kisten. Er zijn verschillende vervloekingen die ervoor zorgen dat de kisten niet geopend kunnen worden vóór zonsondergang.’ Zei Freya met iets van trots in haar stem.
‘De Autoriteit dankt je voor je attentie.’ Zei Flanagan nogal zuur, maar nietenmin was ze duidelijk onder de indruk.
‘Mocht je de Ultieme Test niet aankunnen is je leven bij deze gegarandeerd. De levens van Eric en Godric zullen echter wél in vraag gesteld worden.’
boem.
Ik ben heel heel benieuwd hoe dit verder gaat!
Echt waanzinnig goed geschreven!
Snel verder!
xx