Hoofdcategorieën
Home » Harry Potter » niet te geloofen » H4
niet te geloofen
H4
het school hoofd had een brief terug geschreefen.
ze zouw de klassen hoofd van ravenklauw stuuren. die woonde dichst bij mij in de buurt.
*de bel ging*ik was alleen thuis.
dus ren ik zo snel mogelijk naar beneeden.
en deed de deur open.
'Saskia?' (ik)
'euh ja ik ben het klassen hoofd van ravenklauw' (saskia)
ik stond haar stom verbaast aan te kijken.
Saskia zat vroeger in mijn klas op de basis school. ze was mijn beste vriendin, met haar deurfde ik alles.
we hadden ook vaak harry potter naar gespeeld.
we haden ook toverstoken, allebij een anderen.
'kom je?' (Saskia)
'euh ja sorry, ik was even in mijn gedachte vertroken' (ik)
'ja, dat dacht ik al' (Saskia)
saskia's moeder stond buiten op ons te wachten.
sammen gingen we Chloë en Nikky ophallen.
eerst Nikky, daar naar Chloë.
Chloë had schijnbaar niks tegen haar ouders gezegt.
haar ouders flipte eerst uit, maar later mocht ze tog gaan.
naar een langen rit gereeden waren we eindelijk in londen.
bij een dieren winkel.
'hoe kommen we eigelijk bij de weg is weg?'(Chloë
we keeken allen drie Saskia vragend aan.
'dit is een nieuwe ingang naar de weg is weg, de lekken ketel is ondekt door dreuzels. ze weeten niet van de weg is weg maar wel dat daar tovenaars logeeren. het is nu een soort atractie aan woorden. dus nu moeten we hier naar binnen. binnen leg ik jullie het verder uit.'
*we stappen de winkel binnen*
'hallo meneer van der graaf, we moeten naar het onbekende' (Saskia)
de man achter de toon bak liep weg. het was duidelijk dat we hem moesten volgen.
'het onbekende?' vraagt Nikky aan Saskia.
'ja,dat is de code. dreuzels kommen hier ook dus je moet opleten met wat je zegt.
inmidels had de man ons naar een klein kantoortje aan het eind van het magazijn geleid.
één muur was opvallend leeg, er hinggen wel boeken plaken op maar geen boeken.
wand de andere 3 muuren zatten propvol, met over vollen boeken planken,kasten en schilderijen.
'oke. nu gaa tegen de muur staan en tik dan met je tover staf en zeg: naar de weg is weg. begreepen.
het gedeelte van de tover stok zal ik doen.' (Saskia)
eerst ging Saskia's moeder, daar na Chloë, dan Nikky en dan volgde ik.
ik ging tegen de muur staan, saskia ging naast me staan. wel 2 stappen van de muur vandaan. ze zwaaide met haar staf, ik riep zo duidelijk mogelijk "naar de weg is weg". plos voel ik een raar gevoel in mijn buik. saskia loopt snel weg van de muur.
plos draait de muur om, jeweet wel zo als een draai deur.
in eens sta ik in een heele langen straat met aan alle kante kleine winkeltje's.
'kom hier!' riep saskia's moeder 'wand dalijk woord je terug gedraait. saskia komt er aan' (saskia's moeder)
ik liep naar de rest to die bij een winkeltje met alle maal dieren stonden. Nikky vond ze duidelijk eng, en Chloë vasineerend.
net op tijd! net achter mij draaide de deur weer. en toen stond saskia tegen de muur.
'ik blijf het eng vinden' (saskia)
'eng?' (ik)
'ja dat raare gevoel in me buik,waar is dat in gods naam voor nodig!' (saskia)
'hihihi, oke kom' (ik)
samen lopen we naar de andere.
'maar we hebben nog hellemaal geen geld.'(Chloë
'kom maar we gaan naar goudgrijp' (saskia)
'maar we hebben nog geen kluis daar' (Nikky)
'wel, zo dra je gebooren woord, gaat er ook imand dood. het school hooft waar je ingeschreefen staat bewaard de sleutel tot dat je naar school komt. in jullie geval zweinstein,dus profeser Andeling.
ze heeft mij de sleutels gegeefen, plus een envelop waarop staat wele kluis voor wie is.' (saskia)
'maar hoe veel staat er nu op dan?' (nikky)
'het begind met een standard bedrag, maar het woord steets meer hoe ouder je woord.dus ik heb eerlijk geen idee.'(saskia)
even later stappen we goudgrijp binnen.
we loopen naar de kobolt die achter een beuro zit aan het einde van de gang.
saskia kucht, en de kobolt went zich tot ons.
'ik ben het klassen hooft van ravenklauw, zweinstein. profester Anderling heeft mij gevraagt of ik voor deze instromers de school spullen bij elkaar wil hallen.' zecht saskia zo siriuus mogelijk.
'A... oke, hebben de instromers de sleutel van hun kluis bij?' (de kobolt)
'ja, hier in deze envelop' (saskia) saskia las het brief je en deelde de sleutels uit.
ik had nummer 212, grappig.
2 en 12 zijn mijn liefelings cijvers.
'goed dan. GIELION!' krijste de kobolt.
er kwam een kobolt aangerend.
'volgt u mij' (de 2e kobolt)
we liep en naar een karetje, en stapte in.
het karetje schudde aan alle kante en begon te rijden. met een soord noodstop kwamen we tot stil stand.
even laater riep de kobolt 'kluis 142!'
'dat is die van mij!' (Chloë
chloë was er duidelijk heel blij mee.
de volgende was Nikky, met kluis 130. en daar na ik.
'de sleutel' vroeg de kobolt aan mij.
'oja sorry' (ik) ik gaf hem de sleutel.
de deur vloog open zacht liet ik een "wow" horen.
ik pakte wat en stopte ik in mijn beurs. ik had natuurlijk eerst het "dreuzel" geld er uit gehaald.
we stapte allemaal weer in het karetje, ik dacht dat we klaar waaren. maar de kobolt bracht ons naar nog een andere kluis.
'eum pardon maar wat doen we bij deze kluis?' (Saskia)
'profser Anderling vroeg me of ik jullie wat wauw laten zien' (de kobolt)
we stapte uit, er was geen sleutel nodig voor deze kluis.
ik keek naar binnen ik had verwacht allemaal goud of andere kost baare dingen maar nee hoor.
het waren allemaal boeken en schilderijen.
'jullie 4 (hij wees Saskia, Chloë, Nikky en mij aan) krijgen alle maal van mij. ieder 1 boek en 1 schilderij. en jullie mogen niemand er over vertellen'
ik kreeg een boek genaamt:
spreuken en bezweringen door de jaaren heen. van Aisa der berg.
en een schilderij van een vrouw,er zat een kaartje op de achter kand van het schilderij.
louwize eekhout
op een opzicht een normalle leering van zweinstein. ravenklauw.
maar louwize was een pracht tovenerrest.
maar zo als veelen is ze gedood door hij die niet genoemt mag woorden.
dit is het laatste schilderij die van haar gemaakt is.
stondt er met een kriebelig hand schrift.
toen iedereen een boek en een schilderij had stapte we weer in het karetje.
*even latter buiten*
'zullen we eerst een toverstok gaan haalen?' (chloë
'is goed' (saskia)
sammen lopen we naar Olivander. de winkel woord nu gerund door meneer Wiertz. meneer Olivanders schoonzoon.
*we stappen de deur binnen*
wow presies zoals ik het me had voor gestelt.
overal kasten prop vol met doosjes, waar de stoken in zitten.
ik keek mijn ogen zo wat uit. zo betoferent. zo betoverent dat ik het eerste wat meneer Wiertz zij niet gehoord heb.
'... oke, we beginen met jouw' en hij wees naar mij.
OMG wat gaat er in gods naam gebuuren!
ik keek meneer wiertz met grooten ogen aan.
'wees maar niet bang' (meneer wiertz)
ik liep 2 passen naar vooren.
'oke, ik kan zien dat je verlegen ben.... oke laaten we eens zoeken...'
hij ging verder de winkel in, klom op een lader. en haalde van de eennaar hoogste plank een doosje. het doosje was al erg oud. meneer wiertz keek me bedenkelijk aan, en hij komt naar me toe geloopen.
'populieren hout, 24 centimeter' (meneer wiertz)
ik keek naar de stok, hij was heel licht bruin/bage, maar moet een soort geele tind er in.
ik pakte hem aan, en tikte er 3 keer mee. er vloog een frisse wind vlaag uit de stok.
'goed zo!' riep meneer wiertz.
'ik moet je wel vertellen dat die staf, al van iemand is geweest. Louwize Eekhout. maar hij is nu voor jouw.' (meneer wiertz)
meneer wiertz pakte de stok over en stopte hem weer terug in zijn doosje en gaf hem aan mij.
de andere hadden minder succes, vooral bij Chloë duurde het lang.
maar Chloë had als nog een stok gevonden, een esdoorn hout, 26,2 cm.
en nikky, vuuren hout 19,9 cm.
toen we klaar waaren rekende we af.
*buiten*
'zullen we nu eerst ieds gaan eten?' (nikky)
'mij best' (ik)
'ja oke' (saskia)
verder was het nog een geweldige dag.
we hebben onze ogen uit gekeeken.
toen ik eindelijk thuis was. was ik zo moe dat ik maar meteen naar bed ben gegaan.
Reacties:
Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.