Hoofdcategorieën
Home » True Blood » The eyes of the Prophet » The lure of the evil witch
The eyes of the Prophet
The lure of the evil witch
‘Misschien moeten we haar nu al overbrengen,’ zei Eric met iets van paniek in zijn stem. Hij, Godric, Nan Flanagan, Rosalyn, de mollige bloeddonor en de vampiersvrouw die hen de dag ervoor onthaalden stonden opeen gepakt in een kleine kelderkamer en tussen hen in lag Freya te kermen op een stromatras. Haar haren plakten aan haar gezicht van het zweet en haar imposante borst ging moeizaam op en neer, iedere ademhaling leek haar ondraaglijk veel pijn te bezorgen.
‘Zal moeilijk gaan,’ gromde de vampiersvrouw met de korte, donkere haren terwijl ze over Freya heen gebogen stond en haar onderzocht. ‘Deze pijn heeft geen fysieke oorzaak, maar een magische…’
‘Ze is vervloekt,’ verklaarde ze toen iedereen haar vragend aankeek. ‘Vervloekt van op verre afstand.’
‘Salome,’ siste Nan Flanagan en ze kneep haar lippen samen.
‘Onmogelijk,’ zei de vampiersvrouw die zich weer over Freya boog ‘Salome had toen ze werd overgebracht een verwaarloosbare hoeveelheid magie in zich, bovendien heeft ze haar magische krachten nadien nooit meer aangewend. De kans dat haar betovering op een afstand als deze zou aanslaan is minimaal.’
‘Maar wie wil haar dan uit de weg ruimen!’ riep Nan Flanagan vol wanhoop uit. ‘Juist nu de Autoriteit haar wilt inlijven?’
De vampiersvrouw beet op haar lip ‘Dat moet jij beter weten dan wij,’ zei ze verontschuldigend tegen Eric. Eric moest niet lang nadenken.
‘Haar hele coven bestaat uit bloedheksen,’ murmelde hij ‘Volgens mij zijn velen daarvan sterk genoeg om die klus in hun eentje te klaren. Bovendien zijn ze bezeten van hun bloedlijn: ze willen alleen omgang met andere bloedheksen, kinderen verwekken met iemand zonder volwaardig heksenbloed is er de reinste taboe.’
‘Dus gaan ze er vanuit dat Freya er vanonder gemuisd is met de eerste de beste sterveling en besluiten ze om haar om zeep te helpen in de hoop hun familie eer te redden.’ Kraaide Rosalyn die duidelijk genoot van de sensatie ‘Ik dacht toch wel dat je, je op z’n minst had voorgesteld Eric.’
‘Nonsens,’ snoerde Nan Flanagan haar de mond. ‘Heksen weten evengoed als wij dat zieners zeldzaam én waardevol zijn. Ze zouden hun ziener niet zomaar dooddoen zonder er eerst achteraan te gaan.’
‘Volgens mij zou ze al lang dood zijn mochten ze haar dood willen.’ Zei de mollige mensenvrouw langs haar neus weg en Nan Flanagan knikte instemmend.
‘We moeten erachter zien te komen waarom ze haar vervloekt hebben.’ Zei ze vastberaden ‘Morgenavond sturen we direct onze leden erop af om van die heksen een verklaring te eisen.’
‘Als ze dan nog leeft.’ Gniffelde Rosalyn vol leedvermaak. Grommend vloog Eric op haar af om haar mores te leren, maar Rosalyn dook weg en op dat moment kreunde Freya weer hartverscheurend. Ogenblikkelijk staakte Eric zijn poging om Rosalyn te wurgen en keek hij Freya bezorgd aan.
‘Kun je haar lijden wat verzachten?’ vroeg Flanagan aan de vampiersvrouw met het korte haar. Die knikte nadenkend. ‘Er zijn simpele bereidingen die de pijn van kwade magie kunnen verlichten, zij het voor een korte tijd…’ sprak ze voorzichtig.
‘Prima,’ zei Flanagan goedkeurend. ‘Over enkele minuten komt de zon op en moeten we ons verschuilen. Ik vertrouw erop dat jij bij haar blijft.’ En ze duidde de mensenvrouw aan die gehoorzaam knikte. De vampiervrouw viste een flesje op uit haar zwarte gewaad en gaf die aan de mensenvrouw. ‘Van deze drank moet ze om de twee uur een lepel krijgen,’ commandeerde ze ‘Het verlicht de pijn en kan nare dromen verhelpen. Normaal gezien slaat het aan omdat dit soort medicijn werkt tegen de meeste vormen van magie.’
De overige vampiers verlieten in tussentijd de ruimte om zich te gaan verschansen in de geheime ruimte onder de leefruimte. Eric bleef echter achter.
‘Moet jij je niet gaan verbergen?’ vroeg de mensenvrouw op haar gebruikelijke afwijzende toon.
Eric schudde zijn hoofd. ‘Ik blijf bij haar,’ zei hij schor ‘Ik breng de dag hier wel door.’
‘Jij je zin,’ zei de mensenvrouw die haar schouders ophaalde. ‘Help je me dan even om haar, haar drankje toe te dienen?’
Enkele uren later zat Eric knikkebollend naast Freya’s roerloze lichaam. De toverdrank werkte en Freya was in een onrustige slaap gevallen. In de ogenblikken dat ze weer bij bewustzijn kwam, trachtte Eric haar te sussen door te vertellen over zijn verleden, een verleden dat bol stond van te hoge verwachtingen van zijn volk, zijn eigen dromen en zijn overbrenging naar vampier.
‘Wanneer je een vampier bent is alles anders.’ Zei hij tegen haar op een monotone stem. ‘Alles is anders… Je ruikt beter, je ziet meer… Heb je enig idee hoeveel sterren er eigenlijk aan de hemel zijn? Vast niet want als mens zie je nog niet de helft…’ Hoe verder de dag vorderde hoe misselijker hij werd: vampiers hoorden overdag niet wakker te zijn en daar betaalde hij nu een hoge tol voor. Bloed drupte uit zijn neus en oren. Rond de middag ging de mensenvrouw even naar boven en een halfuurtje later keerde ze terug met een homp brood, enkele stukken fruit, een stuk kaas en een kan melk. ‘Ik zal haar doen eten.’ Deelde ze mee aan Eric ‘En daarna ga jij slapen.’
Eric gromde en onder normale omstandigheden had hij zijn hoektanden getrokken. ‘Ik wil niet slapen.’
‘Je moet slapen.’ Beet ze hem verwijtend toe. ‘Je wilt haar bijstaan en je wilt haar redden! Hoe ga je dat doen als je tegen de avond nog maar een schim bent van jezelf?’ Daar zat wat in, Eric hielp om Freya iets te doen eten, maar meer dan enkele happen fruit en enkele slokken melk kon ze niet binnenkrijgen. Toen Freya weer in slaap was gesukkeld en haar ademhaling iets minder zwaar leek, kon Eric het opbrengen om een hazenslaapje te houden. In geen tijd viel hij echter in de dagslaap die vampiers overdag houden. Hij sliep dwars door Freya’s geijl en gekreun heen. Hij werd pas wakker toen de zon nog maar net onderging. Eerst dacht hij dat het kwam omdat het avond werd dat hij was wakker geworden, maar plots besefte hij dat hij was wakker geworden door Freya’s uitzinnige geschreeuw. In een ruk vloog hij overeind. Freya had alle lakens van zich afgeworpen, krijste alsof ze levend gevild werd en sloeg wild om zich heen. De mollige vrouw probeerde haar samen met de sterveling van de vorige avond te kalmeren, maar niets hielp.
‘Wat is er aan de hand?’ bulderde Eric ‘Jullie gingen voor haar zorgen! Heb je haar, haar drankje niet gegeven?’
‘Dat hebben we wel.’ Grauwde de mensenvrouw terwijl ze met een natte doek Freya’s gezicht afdepte ‘Maar een halfuur geleden nam de pijn plotseling toe.’
Eric knielde wanhopig naast Freya en probeerde haar blik te vangen, maar iedere poging om haar onder hypnose te brengen en zo haar pijn te verlichten mislukte jammerlijk.
‘Bovennatuurlijke wezens zijn een pak minder vatbaar voor onze manipulaties.’ Zei een stem en het volgende moment stond de vampiersvrouw weer naast hem. Haar korte haren waren in de war en haar gewaad zat sjofeler dan normaal. Ze wierp een blik op Freya.
‘De vloek is in kracht toegenomen,’ constateerde ze ‘Er is niets dat we kunnen doen behalve de gebruiker ervan onschadelijk maken.’
Nan Flanagan en Godric kwamen binnen. Flanagans gezicht was één en al ergernis. ‘Probeer die toverkracht onder de knoet te houden.’ Snauwde ze de vampiersvrouw toe. ‘Laat die smerige bloedheksen alsjeblieft weten dat wij als Autoriteit sterker staan.’
Dat bleek makkelijker gezegd dan gedaan: iedere substantie die heil kon bieden aan vervloekingen leek weinig of niets uit te halen, in tussentijd bleef Freya stuiptrekken en ijlen. Een uur na zonsondergang verergerde haar toestand opnieuw: ze krijste nu aan één stuk door alsof ze levend verbrand werd. Op een bepaald kon Eric haar lijden niet langer aanhoren, duwde hij de twee vrouwen die rond Freya stonden weg en beet hij zichzelf in de pols.
‘Eric wat doe je nu?’ hapte Flanagan verschrikt naar adem.
‘Ik geef haar mijn bloed.’ Zei Eric kil en hij trachtte zijn bloedende pols tot bij Freya’s mond te brengen.
‘Northman, dat is verboden!’ krijste Flanagan buiten zinnen.
‘Eric! Nee!’ beval Godric en Erics arm verwijderde zich van Freya’s mond. Het volgende moment werd de ruimte echter gevuld met een dichte mist. Flanagan snakte opnieuw naar adem en het volgende moment zagen ze door de mist een andere ruimte. De ruimte werd wazig zichtbaar en leek op het eerste zicht op een ruime, ronde hut… er stonden een twaalftal schimmige figuren in die vaag spreuken en bezweringen neuzelden. Eén van de figuren kwam naar voor en de stem van Marnie echode door de ruimte “Geef ons terug wat ons toekomt. We weten wat jullie hebben en waar jullie zijn…Geef ons onze zieneres terug.” De lucht werd zwaarder en een siddering van angst ging door de vampiers. “Freya behoort de Azende Aasgier toe en niemand anders. Stuur haar terug of we verbrijzelen haar gezond verstand.” De atmosfeer werd drukkend en benam de aanwezigen de adem. “Vóór zonsopgang eisen wij Freya terug, anders verbrijzelen we haar gezond verstand…” Donderde de opperheks haar stem nog eenmaal en toen week de mist en verdween het zware gevoel, met achterlating van enkele honderdjarige vampiers die zojuist doodsangsten hadden uitgestaan…
Reacties:
Dit is goed geschreven.
Je omschijvingen zijn prachtig
Mooi verhaal!
I love vampires!!!!
Oooooh zo spannend! Heel erg benieuwd wat ze gaan doen. Freya moet natuurlijk wel bij Eric blijven, hopelijk kan dat zonder dat ze terug hoeven naar de coven.
Leuk leuk leuk!
Jeetje...Ik vindt het bizzar knap hoe je het verschil tussen goed en kwaad zo nihil kan maken!
Die omschrijvingen die je geeft geven me de rillingen alsof ik er bij ben!
Waanzinnig gedaan!