Hoofdcategorieën
Home » One Direction » Ik geef niet op! [pauze] » 01 - Wat een nacht
Ik geef niet op! [pauze]
01 - Wat een nacht
Ik zuchtte terwijl ik het parkeerterrein opreed. Snel parkeerde ik het busje dicht bij de ingang en ik keek nog even naar mezelf in de achteruitkijk spiegel.
Violetkleurige ogen keken me wat vermoeid aan en ik probeerde mijn slordige zwarte krullen te fatsoeneren onder de pet die ik droeg. Ik vond dat ding verschrikkelijk maar die hoorde nou eenmaal bij het uniform dat ik moest dragen.
Ik werkte voor mijn vaders kleine transport bedrijfje wat hij al bijna twintig jaar had. Sinds de recessie had hij een moeilijke tijd want er was nog maar weinig werk te vinden. Dit betekende dat hij veel van zijn werknemers had moeten ontslaan. Heel soms had mijn vader dan wel eens personeel te kort en daarom hielp ik hem wel eens uit. Ik keek even snel op mijn oude telefoon en zag dat ik pas over een kwartier verwacht werd. Snel typte ik het nummer van mijn beste vriendin Josey in.
Ze nam na de eerste keer overgaan al vrolijk op: „Hey May, how are you?”
„Het spijt me maar ik kan straks toch niet naar de kroeg komen...” viel ik met de deur in huis.
„What? Waarom niet dan?” Vroeg Josey en ik hoorde in haar stem dat ze teleurgesteld was.
„Ik moest onverwacht toch werken ik ben bij het vliegveld,” legde ik uit en Josey bleef stil. „Je weet dat ik geen nee kan zeggen.” voegde ik zachtjes toe.
„Nee, nee, ik weet het maar dat wil niet zeggen dat ik het jammer vind.” We bleven allebei even stil en ik besloot van onderwerp te veranderen.
„Oké ik heb nog wel even voordat mijn passagiers komen, vertel me, wat wilde je me nou vertellen?” En ik dacht aan haar sms van vanmiddag.
„Ohhh!” Zei Josey opgewonden. „Ik weet eindelijk met wie ik ga trouwen!”
Ik moest hard lachen, ik kon mezelf niet inhouden. Elke week weer had ze een nieuwe ’vlam’. Soms een jongen met wie ze een afspraakje had gehad, soms een jongen die ze gewoon ergens gezien had en meestal een bekend persoon.
„Ik ben er eigenlijk nog niet helemaal uit maar het is óf Niall Horan of Zayn Malik,” zei ze alsof het de gewoonste zaak van de wereld was.
„Uhmm, sorry?” Vroeg ik omdat ik nog nooit van deze namen had gehoord.
„May! Kom op!” Riep Josey verontwaardigd en ik hield mijn telefoon even weg bij mijn oor tegen het schrille geluid.
„Je kent One Direction toch wel hè?” Toen ik stil bleef zuchtte Josey. „Je weet wel, die boyband van X-Factor vorig jaar.” Legde ze verder uit.
„Oooh!” Zei ik omdat er nu een klein lichtje begon te branden bij me.
„Nou dat zijn dus twee leden van die boyband.” Zei ze op een toon waarbij ze wilde zeggen dat dit heel logisch was allemaal.
„Heel eerlijk weet ik niet hoe ze eruit zien, je moet me maar wat foto's e-mailen.” zei ik lachend in de telefoon.
„Waarom heb je ook zo'n oude telefoon? Anders had ik je de foto's nu kunnen sturen.” Zuchtte Josey zeurderig en ik voelde me wat ongemakkelijk want Josey wist dat ik geen iPhone of andere nieuwe telefoon kon betalen.
„Komt nog wel een keer,” zei ik en ik probeerde zo luchtig mogelijk te klinken. „Maar ik moet nu ophangen, mijn passagiers zijn er,” loog ik.
„Is goed meid, ik spreek je snel,” zei Josey. Ik zei nog even vlug gedag voordat ik ophing en gooide mijn telefoon met een zucht in mijn tas. Ik baalde ervan dat Josey die opmerking had gemaakt. Ik wist dat ze het niet zo bedoelde maar ik voelde me er toch rot om omdat Josey wist dat we nauwelijks genoeg geld hadden om eten en drinken te kopen.
Ik zuchtte nog eens en pakte toen mijn telefoon weer uit mijn tas om te kijken hoe laat het was. Negen uur, mijn passagiers zouden er elk moment aan kunnen komen.
Mijn vader had gezegd dat het zes mensen waren en dat ik ze naar een hotel aan de rand van Londen moest brengen. Ook had hij het me op mijn hart gedrukt dat ik de passagiers extra goed moest behandelen omdat dit wel eens een grote klant kon worden. Ik had met mijn ogen gerold naar mijn vader en gezegd dat ik altijd alle passagiers goed behandelde. Ik kreeg een glimlach op mijn gezicht terwijl ik aan mijn vaders bulderende lach dacht.
Ik keek weer op mijn mobiel en zag dat ze nu al zeven minuten later waren dan afgesproken. Ik ging er vanuit dat ze problemen hadden met hun bagage en op het zelfde moment dat ik dat dacht, ging de deur open.
Ik kon eerst alleen een jongen met zwart haar zien maar later zag ik ook een andere jongen en een wat oudere man achter hem aan komen. Ze hadden allemaal grote koffers en tassen bij zich en ik liep snel naar de kofferbak om hem open te doen.
„Hello,” zei de jongen met het zwarte haar toen hij naast me stond en hij had een mooie glimlach op zijn gezicht.
„Good evening Sir.” zei ik formeel en ik wilde de koffer van de jongen aanpakken.
„Don’t worry, we doen het wel zelf.” En hij gaf me een knipoog. Ik glimlachte waterig naar hem omdat ik baalde dat hij zo beleefd was. Hoe kon ik een goede indruk maken als ik niet eens de kans kreeg.
Ik keek even om me heen om mijn gedachten op iets anders te brengen en zag nog drie jongens op het busje af komen lopen. De jongen met de bruine krullen kwam als eerst bijna huppelend op me af
„Hai!” zei hij vrolijk en hij staarde naar de pet die ik op had. Ik was me ineens heel erg bewust van dat ik er waarschijnlijk niet uit zag.
Ineens stak de jongen zijn hand uit en pakte de pet van mijn hoofd af. Ik schrok van hem en snakte naar adem. De jongen zette de pet op zijn hoofd, liep door naar de kofferbak en liet mij verbijsterd staan. Ik had geen idee meer wat ik moest doen of zeggen en ik keek hulpeloos om me heen.
„Harry,” zei een mooie diepe stem vermoeid „Give that poor girl her hat back,” ik draaide me om naar de eigenaar van de mooie stem en toen ik hem zag bleef ik verstijfd stil staan
Ik keek regelrecht in twee heel mooie chocoladebruine ogen en ineens voelde het alsof mijn hele lichaam in vuur en vlam stond. Met moeite hield ik de gemene opmerking die op mijn lippen verscheen binnen. Ik merkte dat ik mijn vuisten gebald had, wilde ik hem slaan? Geschrokken van de reactie van mijn lichaam en mijn hersenen op de jongen liet ik mijn tas vallen die ik nog in mijn hand had.
Zo snel als ik kon raapte ik hem op en ik liep snel terug naar de kofferbak zodat ik de jongen niet hoefde te zien. Een jongen met blond, omhoog staand haar stond de tassen in de bus te gooien en tot mijn grote opluchting pakte hij ook de tassen van de jongen met de mooie stem.
„Thanks,” mompelde ik zachtjes en hij kreeg een brede glimlach op zijn gezicht.
„Kleine moeite hoor,” zei hij en hij knipoogde naar me. Dit was een rare groep jongens dacht ik bij mezelf.
„Shotgun!” Hoorde ik iemand roepen en ik draaide me om om te zien dat de jongen met de bruine krullen - waar nu mijn pet op zat - triomfantelijk om zich heen keek. Ik grinnikte even en zag de jongen met het blonde haar naast me met zijn ogen rollen. Toen alle tassen in de auto gezet waren, sloot ik de kofferbak en kroop achter het stuur.
Bijna iedereen zat al in de auto, het wachten was alleen nog op de jongen met het blonde haar - Harry en de jongen met het zwarte haar. Harry kwam met een grote grijns naast me zitten en knipoogde even naar me. Ik moest even grinniken, schrok op toen de schuifdeur van de bus dichtgegooid werd en reed snel het parkeerterrein af.
Het was stil in het busje en toen ik in de achteruitkijk spiegel keek, zag ik dat de meeste jongens hun ogen dicht hadden. Toen ik even naar rechts keek zag ik Harry naar me kijken. Ik glimlachte even snel naar hem en concentreerde me toen weer op de weg.
“Jij bent anders dan alle andere chauffeurs die we hebben gehad.” zei Harry zachtjes tegen me nadat het nog even stil was geweest. Ik kon het niet laten om even te glimlachen en naar hem te kijken, hij had nog steeds mijn pet op.
“Is dat omdat ik een jong ben óf omdat ik een meisje ben?” vroeg ik met een glimlach.
“Beide eigenlijk. Mag ik vragen hoe oud je bent?” vroeg hij beleefd en ik moest zeggen dat hij nu wel heel erg charmant was.
“I just turned nineteen,” beantwoorde ik Harry’s vraag en ik zag dat zijn ogen samenknepen van verbaasdheid.
“Really? Mag ik je vragen waarom jij een chauffeur bent?” vroeg hij geïnteresseerd, nog steeds ontzettend beleefd met een vriendelijke glimlach.
“Sure. Ik werk soms voor mijn vaders bedrijfje als er een chauffeur te weinig is,” en ik glimlachte vriendelijk terug naar Harry. Harry knikte begrijpelijk met zijn hoofd en keek toen uit het raam. Ik was een beetje teleurgesteld dat het gesprek al voorbij leek omdat er normaal niemand wat aan mij vroeg en dit was wel een keer een leuke verandering.
“Zijn jullie hier op vakantie?” flapte ik eruit en ik had gelijk spijt van mijn vraag en voelde dat ik rood werd. Harry lachte om mijn vraag en schudde zijn hoofd “Eigenlijk… Komen we net terug… Van een soort vakantie.” Zei hij. “But,” begon ik omdat ik het nog steeds niet snapte. “Waarom gaan jullie dan naar een hotel? Wonen jullie daar?” Ik was geschokt van mijn eigen nieuwsgierigheid, mijn ogen werden groot en snel klapte ik mijn hand voor mijn mond.
“Sorry! Dat hoef je niet te antwoorden, ik wilde niet zo ontzettend onbeleefd zijn.” Zei ik ontzet en ik dacht aan mijn vader die tegen me had gezegd dat ik heel beleefd moest blijven omdat dit misschien wel een grote klant kon worden. Ik kon mezelf nu wel voor mijn hoofd slaan, waar was ik mee bezig? Harry lachte hard om mijn reactie en zei:
“Don’t worry, het maakt me niet uit. Morgen hebben we een afspraak en het is makkelijker om daar heen te gaan vanuit het hotel.” Ik had nog steeds een miljoen vragen voor de jongen maar ik besloot om mijn mond te houden voordat ik over de streep ging en ik concentreerde me weer op de weg.
Ik hield ervan om ’s nachts door Londen heen te rijden, de stad leek dan zo veel kleiner als het donker was en het zorgde ervoor dat ik me weer helemaal levend voelde. Ik liet een klein zuchtje ontsnappen uit mijn mond en glimlachte in mezelf.
“Are we almost there?” vroeg iemand vanaf de achterbank en toen ik in de achteruitkijkspiegel keek zag ik dat de jongen met het blonde haar was. “Ik heb honger,” legde hij uit toen hij mijn blik ving in de spiegel. De zwartharige jongen die naast hem zat snoof even.
“Jij hebt áltijd honger, Niall,” zei hij en hij gaf Niall een kleine klap op zijn schouder. Niall haalden zijn schouders op.
“I can’t help it! En ik heb niets gegeten op het vliegtuig want het smaakte nergens naar.” Zei hij koppig. De jongen met het bruine haar en de beanie op lachte hard en zei:
“Niall, ik heb je zelfs de helft van mijn eten gegeven, je kunt nu écht geen honger hebben!” Iedereen behalve Niall barste in lachen uit en ik kon de lach die op mijn gezicht verscheen niet verbergen.
“Well, I’m hungry anyway, so!” zei Niall en hij kruiste zijn armen over zijn borst. Ik vond hem net op een klein jongetje die zijn zin niet kreeg lijken.
“Niall, we zorgen er wel voor dat je wat eten krijgt bij het hotel,” zei de jongen met de mooie stem. Snel wendde ik mijn blik van hem af omdat ik eigenlijk weer een gemene opmerking wilde maken. Ik schudde even verward met mijn hoofd, waar kwam deze opborrelende agressie vandaan? Normaal dacht ik niet eens iets gemeens over iemand en nu ik die jongen met de mooie stem had ontmoet en ik had hem net willen slaan.
Niall leek erg blij met dit antwoord en ging nog wat meer onderuitgezakt zitten.
“We zijn er over ongeveer tien minuten.” Zei ik tegen niemand in het bijzonder en ik hoorde achter me een paar jongens opgelucht zuchten.
“Paul, hoe laat moeten we morgen vertrekken?” vroeg de jongen met de beanie op. De wat oudere man antwoorde hem:
“We gaan morgen om tien uur weg, dus alsjeblieft wees dit keer op tijd, Louis.” Alle jongens moesten lachen om deze opmerking en de jongen met de beanie zei wat beledigd: “Maar ik ben altijd op tijd!” Weer moesten alle jongens lachen.
“You’re always the last to arrive, een minuut voordat we gaan en dat weet je best.” zei de wat oudere man, Paul.
Ik reed de straat van het hotel in. “Kun je ons alsjeblieft naar de achteringang brengen van het hotel?” vroeg Paul me en ik knikte instemmend. Toen we langs het hotel reden stonden er een hoop tienermeisjes die aan het schreeuwen waren.
“Ik denk dat er een bekend persoon in jullie hotel verblijft.” Merkte ik op. Alle jongens begonnen te lachen en ik was verbluft om de reactie van de jongens, had ik iets stoms gezegd?
“Je hebt gelijk, denk ik.” zei Harry terwijl hij probeerde niet te lachen en ik was helemaal verbaasd, zo grappig was mijn opmerking toch niet? Ik reed een andere straat in om bij de achteringang van het hotel te komen. Daar aangekomen parkeerde ik het busje snel voor de deur en deed de motor uit.
“Here you are,” zei ik en ik sprong de auto uit om de kofferbak te openen. Ik wilde de koffers en tassen uit het busje gaan halen maar voordat ik nog maar één tas vastgepakt werd ik tegengehouden.
“Don’t bother, dat doen we zelf wel.” zei de jongen met de mooie ogen kortaf. Ik keek op in zijn gezicht en ik zag hem boos naar mij kijken. Ik voelde ook een golf van boosheid naar boven komen en staarde boos terug naar hem. Hij wendde als eerst zijn ogen af en met een tevreden gevoel liep ik weg bij de kofferbak.
“Thanks for the drive,” zei Paul en we schudde handen. “Het was leuk om iemand als jou als chauffeur te hebben,” zei Niall tegen me en hij zwaaide even voordat hij naar de deur van het hotel liep.
“Leuk je te ontmoeten, slaap lekker.” zei Harry tegen me met een brede glimlach.
“Ja, jij ook.” Zei ik met een klein glimlachje en hij liep weg.
“Wait!” riep ik hem achterna omdat hij mijn pet nog steeds op had. Harry draaide zich verbaasd om en toen ik naar zijn hoofd wees begreep hij wat ik bedoelde.
Hij begon te lachen en pakte grijnzend de pet van zijn hoofd af. “Bye bye,” zei hij met een brede lach en liep weer richting de rest.
Melding!
Echt heel goed geschreven!