Hoofdcategorieën
Home » Overige » NOG n.v.t. » Hoofdstuk 1
NOG n.v.t.
Hoofdstuk 1
Toen ze was opgestaan had de dag verkeerd aangevoeld. Vandaar dat Sady nu al op haar paard zat, dravend door de bossen van haar vaders landgoed.
‘Vrouwe Sandrine!’ werd er geroepen. Sady keek kort achterom en trok een gezicht naar Jacob, die achter haar aan reed. Het laatste waar ze zin in had, was een serieus gesprek over wat ze nu beter kon doen in plaats van hier zijn. Toch minderde ze vaart en liet het toe dat Jacob naast haar kwam rijden.
‘Het bos voelt donker vandaag’ zei Jacob toen hij naast haar kwam rijden. Sady knikte, ze begreep wat hij bedoelde. Normaal leek het bos je toe te fluiten, maar vandaag viel er overal schaduw.
‘Gelukkig ben ik er om je te beschermen,’ zei ze terwijl ze een lage stem opzette. Jacob moest hier niet om lachen en keek alleen maar alerter om zich heen. Sady liet haar flauwe grappen varen en keek even opzij naar hem. Jacob was de zoon van haar vaders hoogste ridder en fungeerde als haar beschermer. Het leek misschien niet in andermans ogen, maar ze respecteerde hem. Hij was zo’n vier jaar ouder dan zij - en Sady had net de leeftijd van 18 bereikt.
‘Laten we teruggaan naar je vader en broer’ zei Jacob, het was duidelijk geen voorstel en ze merkte dat hij serieus was.
‘Nog heel even, we zijn bijna bij de plek!’ zei ze vrolijker. Jacob zuchtte en hij leek het toe te laten. Sady spoorde haar paard aan en een korte tien minuten later waren ze er. “De plek” was een smal kabbelend beekje dat zich spetterend over een bedding van stenen voortsnelde, waarvan verteld werd dat het magisch was. Sady wist dat het niet écht zo was, maar toch voelde ze de magie die er mee bedoeld werd. Het leek er volkomen stil, op het water na, en vredig.
Er viel een stilte die Sady wilde verbreken. Ze trok haar mond al open maar Jacob gebaarde haar stil te zijn. Zijn houding was gespannen er zijn hand omklemde het gevest van zijn zwaard. Sady was blij dat ze met een redelijke uitrusting de deur uit waren gegaan. Haar pijl en boog had ze dan ook bij zich. In hun land waren genoeg vrouwen die het niet de moeite vonden om zichzelf te kunnen beschermen, maar Sady was opgegroeid met twee broers waar ze erg tegen op keek. Ook al waren haar ouders het er niet gelijk mee eens - ze moest uiteindelijk een nette dame voorstellen - toch mocht ze leren boogschieten. Verder mocht ze nooit mee trainen met haar broers maar wachtte ze stiekem tot de oudste, Loran, tijd had en hij haar met plezier met houten stokken liet prikken. Het idee aan Loran stak haar, hij was niet meer.
Sady keek om zich heen en liet haar blik weer vallen op Jacob. Voordat ze iets kon zeggen doorkliefde een schreeuw hun stilte. Haar paard steigerde bij het plotselinge geluid, en kwam ze twee seconden later achter, het beeld van vier mannen. Drie sprongen op Jacob af met getrokken wapens terwijl Sady naar de vierde keek. Hij miste een oog en hij keek haar grijnzend aan.
‘Rijden!’ schreeuwde Jacob naar haar terwijl hij zijn eigen belagers probeerde weg te slaan. De enige weg waar Sady naar toe kon, was verder van haar thuis vandaan. De eenoog rende grommend naar haar toe en pakte haar arm beet. Zonder echt na te denken sloeg Sady hem met haar vuist tegen zijn andere oog maar zijn greep verslapte niet. Ze probeerde niet in paniek te raken en te denken aan iets… wat niemand haar ooit geleerd had! Niemand had haar geleerd hoe ze ongewenste belagers van zich af moest houden. Ze kon alleen redelijk goed boogschieten en haar dolken gebruiken. Dolken. Ze had een dolk bij zich. In de seconden van haar paniek was de eenoog bozer geworden en leek haar van haar paard te willen trekken. Voordat hij zou bedenken dat ook hij wapens had, trok Sady haar dolk en stak die in de arm waarmee hij haar vast hield. Ze kon niet anders dan nu haar paard aansporen en er vandoor gaan. Toch keek ze nog achterom, naar Jacob. Hij zag dit en schreeuwde nog een keer: ‘Rijden!’.
Zijn ogen vonden haar ogen en in dat korte moment zag ze hem tegen een boom aan gesmeten worden. Nee. Het was geeneens smijten. Het was de kracht van een zwaard die zich in het lichaam van Jacob boorde. Sady hoorde zichzelf niet gillen, maar dat was zeker wat ze deed. Er leek geen enkel geluid om haar heen en ze zag alleen het gezicht van Jacob. Toch stonden zijn ogen nog steeds streng en vormden zijn lippen weer het woord “rijden”. Eenoog kwam alweer met zijn wapen geheven naar haar toe. Sady spoorde haar hengst aan en liet het rennen. Rennen voor haar leven.
Reacties:
Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.