Hoofdcategorieën
Home » Harry Potter » Crucial Moments » Patty Park
Crucial Moments
Patty Park
Het haardvuur smeult nog na en verspreidt een zilveren licht in mijn slaapkamer op Zweinstein. De kamer is rond van vorm, met smaragdgroene muren en een inktzwarte vloer. Er staan een viertal sierlijke hemelbedden waarvan de spijlen de vorm van kronkelende slangen hebben, maar deze zijn onbeslapen op de mijne na, want ik heb zojuist iedereen weggejaagd en de slaapkamerdeur verzegeld. De reden voor mijn onbarmhartig gedrag ligt naast me onder de groene, satijnen lakens van mijn hemelbed en ik kan een zelfvoldane grijns niet onderdrukken als ik naar zijn naakte lijf kijk.
Al vanaf mijn eerste schooldag ben ik smoorverliefd op Draco Malfidus. Zijn blauwe ogen, zijn spierwitte haren, zijn ietwat arrogante manier van doen… ze zijn stuk voor stuk genoeg om mij van m’n melk te brengen. In onze eerste jaren op Zweinstein zorgde ik er altijd voor dat ik extra brutaal was als hij in de buurt was. Ik beschimpte modderbloedjes en leerlingen uit andere afdelingen, want telkens als Draco me bezig hoorde, had hij aandacht voor me en steeg ik in zijn achting. De eerste vijf jaar van Zweinstein heb ik mijn gevoelens voor hem verborgen weten te houden, maar ach, we werden ouder dus moest iemand van ons de stap zetten. Aan het einde van het vierde jaar begon Draco spontaner met me om te springen en werden we een koppel. Hét perfecte koppel volgens velen, want we behoren beiden tot de populairste leerlingen van Zwadderich én hebben het tot klassenoudsten geschopt.
Draco’s hoofd ligt om mijn borst en ik streel liefhebbend zijn gladde, spierwitte haren terwijl ik de hemel dank dat ik zo’n schoonheid als hem heb weten te strikken. Mijn teerbeminde zielsverwant is de laatste tijd echter stiller en sikkeneurige dan anders, maar dat is normaal: zijn familie is in ongenoegen gevallen bij de Heer van het Duister doordat ze diens wensen niet konden vervullen. Draco’s vader slaagde er niet in één of andere profetie te bemachtigen voor zijn meester en Draco kreeg het niet voor elkaar om Albus Perkamentus uit de weg te ruimen zoals hem was opgedragen. Als overmaat van de ramp lieten ze deze vakantie Harry Potter van tussen hun vingers glippen. Het is dus niet meer dan normaal dat mijn liefste schat kapot is van de vernederingen die hij het afgelopen jaar heeft moeten ondergaan.
‘Trek het je niet aan,’ fluister ik geruststellend in zijn oor ‘Ooit komt de dag dat je, je kunt wreken op die Potter. Hij kan de Heer van het Duister niet blijven ontlopen.’
‘Je begrijpt het niet,’ mompelt Draco en hij kijkt van me weg. In het vage licht van het haardvuur zie ik dat hij bleker is dan anders en aan de gezwollen huid rondom zijn ogen kan ik opmaken dat hij in de uren voor hij naar mijn kamer kwam geweend heeft. ‘Ik heb Potter helpen ontsnappen! Ik deed alsof ik hem niet kende en zorgde er zo voor dat hij tijd genoeg kreeg om te ontsnappen! Ik deed het bewust, Patty.’
Fronsend zet ik me wat rechter in bed en Draco’s hoofd glijdt van mijn borst en komt om mijn zachte buik terecht. ‘Maar waarom deed je dat dan?’ vraag ik vol ongeloof want voor zover ik weet heeft Draco een bloedhekel aan Potter, evenzeer als ik een hekel heb aan dat modderbloedje van een Hermelien Griffel.
Draco weigert me nog steeds aan te kijken en draait zich om zodat hij naast me komt te liggen. ‘Ik weet het niet,’ zegt hij na een lange poos en met een uitdrukkenloos gezicht ‘Misschien wou ik hem niet zo graag dood hebben, als ik dacht.’
Ik snuif vol ongenoegen. ‘Je kreeg gewoon medelijden omdat hij eens niet omringt was door fans en hielenlikkers… En waarom heb je hem niet uitgeleverd? De Heer van het Duister wil hem zelf doden, jij had er niet eens bij moeten zijn.’
Draco legt zich op zijn rug en ik leg mijn hand voorzichtig op zijn schouder. Aan mijn ringvinger glimt de zilveren verlovingsring die hij me enkele maanden geleden heeft gegeven. Ik maak me ongerust over Draco’s gedrag. Vorig jaar heeft hij het hele schooljaar in het grootste geheim gesleuteld aan een Verdwijnkast om zijn gevaarlijke missie tot een goed einde te brengen. Ik had gehoopt dat het dit jaar beter zou gaan, maar Draco blijft stil, eet en slaapt amper nog en van zijn verwaande gedrag is weinig tot niets over. Bovendien is hij magerder dan ooit.
‘Ik denk… ik denk,’
‘Wat denk je, schatje?’
‘Ik denk dat dit een foute boel is,’ verzucht hij en hij lijkt ziekelijker dan ooit.
Verward strijk ik mijn donkere haren uit mijn ogen. ‘Wat zeg je?’
‘Gewoon heel dat gedoe rond Jeweetwel… Het is erover… Links en rechts worden onschuldige mensen gemarteld en vermoord… Denk maar aan de ouders van Marcel Lubbermans.’
Ik kan een schampere lach niet onderdrukken.
‘Lubbermans is een oen,’ sneer ik ‘Bovendien snap ik niet waar je naartoe wilt.’
‘Zijn ouders zijn gefolterd tot ze krankzinnig werden,’ zegt Draco dof en voor het eerst kijkt hij me aan met een gekwelde blik die ik nog nooit eerder heb gezien ‘Door iets dat ik tot voor kort aanzag als mijn tante.’
‘?’
‘De Heer van het Duister beweert dat hij zuiver bloed hoog in het vaandel heeft, maar hij doet niets anders dan de ene bloedzuivere familie na de andere uit te moorden. Ik heb ze bezig gehoord, Patty. De doodoeners… Ons huis is hun hoofdkwartier… Tijdens het eten pochen ze over hun moorden: de Protsers, de Lubbermansen, de Bonkels… Stuk voor stuk tovenaarfamilies met zuiver bloed, maar ze werden zonder boe of ba omgebracht omdat ze zich niet wouden aansluiten aan onze kant .’
Draco’s bloedmooie gelaat vertrekt terwijl hij verder gaat met zijn relaas. ‘Ze zijn trots op hun daden, Patty. Ze dienen geen hoger doel meer, ze vinden het gewoon leuk om erop los te moorden. Ik… ik wou dat ik me nooit bij hen had aangesloten.’
Ik kijk hem aan en weet niet wat te zeggen. Hij is totaal overstuur weet ik, maar de dingen die hij zegt kunnen ons beiden in levensgevaar brengen. Ik maak me meer dan ooit zorgen over hem: als uitkomt dat hij twijfelt aan de leer van de Heer van het Duister kan het hem duur komen te staan. De gedachten aan wat hem te wachten staat als dit uitkomt doet mijn hart ineenknijpen van angst. Ik moet iets doen om hem te kalmeren en hem te laten inzien dat hij verkeerd is.
Ik laat mijn handen geruststellend over zijn schouders glijden en over zijn arm, wanneer ik bij zijn linkeronderarm kom betast ik voorzichtig het inktzwarte duistere teken dat erin gebrand staat. ‘Het is een donkere tijd,’ fluister ik in zijn oor en ik kruip schrijlings op hem. ‘Er zitten inderdaad gekken onder de dooddoeners zoals die smerige Vaalhaar en je tante, maar zonder hen zou de Heer van het Duister nooit oorlog kunnen voeren. Denk aan de voordelen Draco! Wij tovenaars zullen ons niet meer moeten verbergen! We zullen heersen over dreuzels en modderbloedjes zoals het hoort en modderbloedjes zullen niet langer onze plaatsen inpikken!’
Ik kus hem op de volle mond en laat mijn handen afzakken onder de lakens. Draco sluit zijn ogen en begint te kreunen. Even later volgt mijn mond dezelfde weg als mijn handen, daarna gooi ik ook mijn liefde en lichaam in de strijd tegen de vertwijfeling.
‘Er komt een betere tijd.’ Fluister ik in zijn oor terwijl we beiden wegzweven op de golven van ons genot. ‘Een tijd waarin je zult inzien dat je, je nergens zorgen om hebt gemaakt.’ Onze lichamen versmelten zich keer op keer en ik zoen Draco zoals nooit tevoren. Mijn hartstocht voor hem giert door mijn lichaam en op het einde van ons liefdesspel schreeuwen we het allebei uit alvorens neer te vallen tussen de zachte lakens van mijn bed.
Uitgeput maar voldaan vlei ik me tegen zijn magere borst en ik voel hoe zijn hand over mijn rug gaat. Het duizelt nog wat in mijn hoofd van de fysieke inspanning en ik ben het zeker: dit was onze beste vrijpartij ooit.
‘Maar toch,’ hoor ik Draco mompelen ‘Toch pik ik niets meer van Bella’s gezeik over bloedzuiverheid.’
Een bittere smaak bereikt mijn mond. Zijn woorden doen me denken aan een duister familiegeheim dat al enkele generaties lang koortsachtig geheim wordt gehouden. Een geheim dat zo beschamend en wansmakelijk is dat ik het nog nooit heb verteld aan iemand… Zelfs niet aan Draco, zeker niet aan Draco… Maar nu we hier zo liggen bedenk ik me dat de waarheid vroeg of laat zal komen bovendrijven. Mijn maag keert om aan de gedachte dat ik voor eeuwig beschimpt ga worden over mijn afkomst. Hoe zal Draco erop reageren als hij het te horen krijgt? Ik weet het niet… Ik heb gehoopt om het hem nooit te moeten zeggen… Maar ooit op een dag zal het uitkomen en dan is het te laat om het als nog op te biechten.
Ik voel een steek door mijn hart gaan wanneer ik in Draco’s grijze ogen kijk.
‘Ik moet je iets bekennen.’ Fluister ik zachtjes en ik sla mijn ogen neer. ‘Je zult het vast niet graag horen, maar ik…’
‘Je bent niet bloedzuiver.’
Geschokt kijk ik hem aan, zijn grijze ogen kijken terug en ik betrap me erop dat ik zijn gedachten niet kan lezen omdat hij ze heeft afgesloten voor me. ‘Hoe weet je?’
‘Tante Bellatrix zinspeelde er al een tijdje op… Ze speelde me ook een boekje door over bloedzuivere families… Het was een notitieboek van mijn overgrootmoeder, ze noteerde er alle schandaaltjes in…’
De onverschilligheid kwetst me en doet het ergste vermoeden.
‘Hoe lang weet je dit al?’ Vraag ik met een hol gevoel in mijn maag.
Hij slaat zijn ogen neer en even lijkt zijn bloedmooie gelaat op een Romeins standbeeld.
‘Al tijden… sinds Kerst eigenlijk al…’
‘Al die tijd.’ Mompel ik meer tegen mezelf dan tegen hem.
‘Draco, ik…’
‘We kunnen niet verder,’
‘Draco!’
Ik probeer zijn hand te grijpen, maar hij rukt zich los en stapt kordaat uit bed.
‘In tijden als deze kan ik het me niet permitteren om omgang te hebben met iemand van niet-zuiver bloed,’ zegt hij zonder omkijken. Hij vist zijn gewaad van de grond en trekt deze over zijn hoofd.
‘Draco, asjeblieft!’ smeek ik in doodsangst en ik voel tranen opwellen in mijn ogen. ‘Niemand anders weet dit! Als Bellatrix hersens heeft zwijgt ze hierover.’
‘Je kent Bellatrix niet.’ Grauwt Draco agressief terug ‘Ze gaat over lijken als het op de eer van de familie aankomt. Ze heeft haar eigen neef Sirius vermoord en gepoogd om haar eigen zuster om zeep te helpen! Ze zal er niet voor terugdeinzen om ook jou onder de zoden te werken als het moet.’
Ik snak naar adem en enkele tranen glijden over mijn wangen.
‘We kunnen vluchten,’ panikeer ik ‘Naar een ver land waar niemand ons kent.’
‘Niemand kan vluchten voor de Heer van het Duister en zijn volgelingen,’ snuift Draco laconiek terwijl hij zijn onderbroek van de vloer plukt en aantrekt.
‘Je begrijpt het niet!’ gil ik wanneer hij aanstalten maakt om de kamer te verlaten. Ik spring uit bed en grijp hem vast bij de voorpand van zijn gewaad. Dat ik zelf poedelnaakt ben kan me niets schelen ‘Je moet naar me luisteren! Mijn overgrootvader huwde met een heks die een halfbloed bleek te zijn… Ze kwam uit Albanië en had hem voorgelogen! Het was nooit zijn bedoeling om zijn bloedlijn te bezoedelen.’
Hij schudt me van zich af.
‘Daar gaat het niet om,’ zegt hij enkel ‘Het gaat erom dat je niet zuiver bent, en dat ik als enige telg van het Malfidus geslacht verplicht ben om de traditie voort te zetten.’
‘Met andere woorden: je trouwt nog beter met een Wemel of een Lubbermans dan met mij?’ Ik ben hysterisch: ik heb dit niet gewild! Ik wil niet dat Draco me hiervoor verlaat, ik wil niet dat Draco me ooit verlaat! Draco mijn enige echte liefde! Ik val jammerend neer aan zijn voeten, één en al ellende. Tranen stromen over mijn wangen en druppen op de gitzwarte vloer.
Hij keert zich om en kijkt me aan met de grijze ogen die ik zo bemin. Het volgende ogenblik nemen zijn handen me beet, trekken ze me overeind en loodsen ze me terug naar mijn hemelbed. Hij zet me zachtjes op de stapel verfomfaaide lakens en slaat mijn fluwelen ochtendjas met geborduurde draken rondom mijn naakte lichaam, vervolgens haalt hij zijn handen door mijn verwarde, donkere haren en veegt hij kordaat mijn tranen weg.
‘Ik weet dat het moeilijk voor je is, maar dat is het ook voor mij,’ hoor ik hem zeggen. ‘Ik kan gewoon niet maken dat mijn familie nog verder wegzakt in aanzien… Ik zal dit aan niemand doorvertellen, belooft.’
De pijn in mijn hart wordt ondraaglijk en ik kijk hem met smekende ogen aan. Draco kijkt me een paar tellen verslagen aan en vervolgt dan moeizaam ‘Bij deze is onze verloving verbroken, we kunnen niet meer dan vrienden zijn. De ring mag je houden,’ zegt hij en zijn blik glijdt af naar de zilveren ring met smaragd. Hij staat op en geeft me een laatste kus op de mond, daarna draait hij zich om en loopt hij kordaat naar de deur. In de deuropening kijkt hij nog eenmaal om, zijn grijze ogen die ik zo bemin nemen me op met iets – is het spijt?
‘Ik heb altijd van je gehouden,’ zeg ik schor ‘En ik heb je altijd gesteund … Zelfs in deze tijd… iedereen praat over je en veracht je zwakheden, maar ik ben je blijven steunen… Is dit mijn dank?’
Hij zucht en even lijkt hij oprecht verdrietig. ‘Ik weet het, Patty en ik ben dankbaar voor je steun en toeverlaat. Vanaf heden mag je jezelf een Goede Vriendin van de familie Malfidus noemen.’
Daarna trekt hij de deur achter zich dicht.
Zodra de deur is dichtgeslagen krijs ik het uit van pijn en frustratie. Ik werp me voorover en laat mijn tranen de vrije loop. Draco, mijn liefste Draco! Meent hij dit nu? Is dit echt het einde? Ik vervloek mezelf dat ik zo stom ben geweest om eerlijk te zijn. Ik had glashard moeten liegen als hij ooit naar mijn zuiverheid had gevraagd. Ik sla wild om me heen en vervloek alles dat ik maar kan vervloeken: mezelf, Draco’s verraad, bloedzuiverheid, het modderbloedje dat mijn bloed heeft besmeurt, de bemoeizieke Bellatrix en zelfs de visie van de Heer van het Duister. Het hartzeer dat Draco’s vertrek heeft veroorzaakt vlamt door mijn hele wezen en maakt me krankzinnig.
‘Patty, ik zag net Draco vertre – Patty wat is er?’
Ik krijs hysterisch, grijp mijn toverstaf van mijn nachtkastje en vuur enkele spreuken af op mijn kamergenote Daphne Goedleers die het aandurfde om de kamer te betreden. Mijn vloek raakt haar onderarm en ze gilt het uit van schrik en pijn.
‘Ga weg!’ schreeuw ik als een bezetene ‘Van onder mijn ogen kreng!’
Uit mijn staf schieten al enkele andere bezweringen. De vonken spatten alle kanten uit wanneer ze Daphne missen en veroorzaken schroeiplekken op het behang. Daphne laat het zich geen tweede keer zeggen, ze slaat de deur dicht en neemt de benen.
Daarna zak ik weer schreiend neer op mijn bed. Ik begraaf mijn betraande gezicht in de lakens die nog naar Draco ruiken en bid dat hij ooit nog naar mij terugkeert. Maar iets in me zegt dat, dat onmogelijke is: want een Malfidus zou nooit of nimmer met een halfbloed huwen en kinderen verwekken.
Reacties:
Hier zou je een complete story van moeten maken!
Dit is echt...waanzinnig!
Zo Patty!
Zo Draco!
Wauw!
Patty halfbloed...wtf!
Echt...wtf (sorry voor de vloek).
Zou ze...nee toch? Ze is toch geen familie van Marten?
Ik dacht daaraan toen je zinspeelde op haar familie...geen idee waarom.
Echt waanzinnig goed!
xx
Eerst dacht ik Patty Park hé, die is leuk, vervolgens las ik dat ze de haar slaapkamer had afgesloten nadat ze iedereen had wegjaagd, waardoor ik in een deuk lag, het volgende moment blijkt ze haar bed te delen met Draco en is ze ook nog een niet van ZUIVERBLOED!!!!!!!
woh, hoe kom je er op!
deze is echt waanzinnig goed.
zoals Bella01 ook al zegt Krachtig.
precies hoe ik me Patty voorstelde, ondanks haar kleine rol.
echt deze is zo waanzinnig goed.
Super goed gedaan!!!!
Holy SH*T! Dit is, echt.. Ik heb hier geen woorden voor. Zo krachtig, en typisch Draco. Wow, ongelooflijk briljant!
I'm falling in love with you're story's darling <3
Xo
Ik lees ze in een willekeurige volgorde, en vandaag had ik toevallig zin om wat over Patty Park te lezen. Wat ben ik blij dat ik dat gedaan heb!
Heel erg mooi stukje, echt goed geschreven. Alles wat ik tot nu toe van je hebt gelezen, leest heerlijk vlot en kan ik in een ruk uitlezen. Ik ben blij dat ik je verhalen ben gaan lezen. (: