Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Harry Potter » Crucial Moments » Sirius Zwarts

Crucial Moments

17 jan 2014 - 20:50

1864

4

417



Sirius Zwarts

Het kon niet zijn, het mocht niet zijn… Sirius Zwarts kneep zijn ogen tot spleetjes en tuurde over het stuur van zijn magische motorfiets terwijl telkens opnieuw dezelfde twijfel zijn wezen teisterde: het kon niet zijn, het mocht niet zijn, omdat het gewoon niet kon gebeurt zijn. De kneukels van zijn handen waren wit, zo hard kneep hij in het stuur. Hij vloog door de lucht en onder hem flitsten een donker wolkendek voorbij. De wind gierde in zijn oren en zijn haar wapperde wild in het rond . De motor van zijn moto loeide luid – nog nooit had het ding zo hard door de lucht geraasd. Enkele ogenblikken later verscheen er een gat in het wolkendek en snoof Sirius Zwarts de geur van krachtige magie op. Hij draaide zijn stuur en zette zo de daling in. Zijn motorfiets vlamde over Goderics Eind: een gemeenschap die zowel bestond uit tovenaars als uit dreuzels.
Zijn motorfiets daalde nu aan een duizelingwekkende snelheid en Sirius trapte op de rem. Nog voor de motorfiets volledig stilstond sprong Sirius er al van: geschokt en met open mond keek hij naar de ravage die er was aangericht. Het huis dat voor hem stond – of wat er nog van overbleef, was herschapen tot een hoop puin, slechts één muur stond nog overeen. Met wankelende benen strompelde Sirius dichterbij en hij voelde hoe er een krop in zijn keel kwam.
‘Neen,’ jankte hij met het geluid van een gewonde hond en hij viel neer op zijn knikkende knieën terwijl hij zijn handen voor zijn ogen sloeg ‘Neeeeeeee,’
Het was zijn fout, wist hij, zijn fout dat dit was gebeurt. Hoe had hij zo stom kunnen zijn? Hoe had hij zich zo kunnen laten leiden door zijn eergevoel? Hoe had hij zo blind kunnen zijn? Hij jammerde als een geslagen hond, het was zijn fout dreunde het door zijn hoofd, zijn fout en niemand anders fout…
‘Wat mot dat daar! Maak dat je wegkomt! Het been hier gevaarlijk!’
Geschrokken tilde Sirius zijn betraande gezicht op, voor hem doemde het reusachtige gestalte op van Rebeus Hagrid: jachtopziener van Zweinstein en vertrouweling van Albus Perkamentus. Hagrids haar en baard stond zoals gewoonlijk alle kanten op en hij droeg zijn gebruikelijke mantel van mollenvel. Deze avond zag hij er echter uiterst geïrriteerd uit terwijl hij woest rondzwaaide met iets wat leek op een roze paraplu. ‘Kijk uit je doppen! Er been hier een explosiegevaar!’
Vervolgens hield hij halt en staarde verbijsterd naar het hoopje ellende dat Sirius heette.
‘Zwarts wat mot jij hier?’ vroeg hij beduusd.
Sirius schudde zijn hoofd en probeerde iets uit te brengen, maar verder dan een jammerklacht kwam hij niet.
‘Zwarts toch…’ mompelde Hagrid hoofdschudden en hij tilde Sirius overeind aan diens nekvel en klopte bezorgt het stof van zijn gewaad – hij sloeg nogal hard, waardoor Sirius weer door de knieën ging.
‘Ik dacht dat je een nieuwsgierige dreuzel beende,’ vervolgde Hagrid verontschuldigend ‘Of een gewond dier want zo klonk je toch, hé.’
Lichtelijk gegeneerd veegde Sirius de tranen van zijn gezicht terwijl zijn blik over het puin dwaalde. ‘James… Lilly… zijn ze?’
Hagrid boog zijn hoofd en enkele tranen biggelden over zijn warrige baard. ‘Er been geen hoop meer voor ze, ze zijn zo dood als een flubberwurm na Nieuwjaar.’
Voorzichtig leidde Hagrid, Sirius door de ravage. Ze passeerden grote stukken verbrijzelde muur en tussen de vermolmde bakstenen zag Sirius versplinterde meubels en een verwrongen toverketel. Hij slikte: als de magie zo’n kracht had gehad op goederen wou hij niet weten hoe James en Lilly er aan toe waren.
‘James en Lilly waren vermoedelijk op slag dood,’ deelde Hagrid somber mee terwijl ze over resten versplinterde balken stapten
‘De Avada Kedavravloek,’ vervolgde hij duister ‘Maar Jeweetwel zelf is pleite, hij is niet dood anders most zijn lichaam hier nog benen, volgens Perkamentus is hij nu bestolen van al zijn macht.’
Sirius luisterde niet echt, maar knikte vaag. Het volgende moment zag hij hun lichamen.
‘Lilly heb ik onmiddellijk gevonden,’ gromde Hagrid triest en hij liet zijn tranen de vrije loop ‘J- James heb ik moten opgraven.’
Sirius hoorde hem echter niet, met loden benen stapte hij op de lichamen af. Lilly lag er gehuld in een lichtblauw gewaad en haar haren sierden haar hoofd als een aureool, haar groene ogen staarden wezenloos in het niets. Al bij al lag ze er nog vredig bij. James daar in tegen zat volledig onder het stof, hij had een hoofdwonde en aan zijn gelaatstrekken kon Sirius zien dat hij doodsangsten had uitgestaan. James, zijn beste vriend en toeverlaat. Sirius herinnerde zich nog hun eerste ontmoeting op de Zweinsexpress: Lilly was toen ook van de partij geweest en James had de draak gestoken met Zwadderich, waarop Sirius geantwoord had dat heel z’n familie uit dergelijk gespuis bestond, vanaf dat ogenblik waren ze echter beste vrienden geweest. Tranen welden op uit Sirius ogen en drupten over het lichaam van zijn beste vriend terwijl hij terugdacht aan hun jaren op Zweinstein vol kattenkwaad en vriendschap. Het was dus toch niet Maanling geweest die hen erbij had gelapt, besefte Sirius nu. De verrader in hun kamp was geen weerwolf geweest zoals te verwachten viel, maar een kleine, ellendige rat… Hij kneep zijn handen zo hard samen dat zijn nagels in het binnenste van zijn hand geboord werden.
‘Zwarts, gaat het nog?’ vroeg Hagrid nogal verward.
Sirius keek op en besefte dat zijn handen tot vuisten waren gebald en dat de uitdrukking op zijn gezicht er niet één was van angst of spijt, maar een van pure haat. Ergens was Sirius blij dat Hagrid niet bedreven was in het lezen van mensen hun gedachten. Verwoed slikte Sirius zijn haatgevoelens voor een muisachtig iemand weg.

‘En Harry,’ zei hij toen zijn peetkind hem plots in gedachten schoot ‘Waar is Harry in hemelsnaam?’
Verwilderd keek hij in het rond: de kans dat ze een klein kottertje als Harry zouden weervinden in zo’n puinhoop was even groot als het weervinden van een speld in een hooiberg…
‘Geen nood,’ zei Hagrid prompt ‘Ik vond hem luttele minuten voor jij arriveerde.’
En hij haalde een klein, stoffig bundeltje vanonder zijn mantel van mollenvel. Met grote ogen keek Sirius naar de lappen stof die zijn peetkind herbergden.
‘Ik dacht dat je een dooddoener beende, die z’n meester kwam wreken,’ zei Hagrid ‘Daarom verstopte ik Harry vlug in m’n jaszak.’
Sirius knikte opgelucht en nam een wriemelende Harry in zijn armen. De baby huilde zachtjes, maar zag er al bij al nog goed uit: hij was ongehavend op een lelijke snee in zijn voorhoofd na.
Fronsend nam Sirius zijn toverstok en wees hij op het bliksemvormige teken.
‘Vulnera Sanentur,’ mompelde hij.
Hij herhaalde de spreuk drie maal, maar ze had niet het minste effect: de wonde bleef het babyvoorhoofd ontsieren.
‘Niets werkt tegen die wonde,’ murmelde Hagrid ongerust ‘Vermoedelijk heeft Jeweetwel hem proberen te vervloeken, maar z’n spreuk werkte niet en het volgende moment was Jeweetwels toverkracht foetsie…’
‘Je bedoelt dat Harry de vloek des doods overleefd heeft?’ zei Sirius en zijn stem droop van de ongeloof en ongerustheid terwijl hij het onderwerp van het gesprek probeerde te sussen.
‘Daar lijkt het op,’ zei Hagrid handwringend. ‘De eerste persoon die dat ken navertellen zei Perkamentus. Hij heb enkel een schrammetje.’
‘Maar hoe…’
‘Magie die niemand kent,’ bromde Hagrid mysterieus ‘Zelfs Perkamentus ken et niet verklaren, volgens hem benen er krachten die niemand kent, jongen.’
‘Als Harry werkelijk Voldemort heeft verslagen en hij over ongekende krachten beschikt is hij in levensgevaar,’ zei Sirius plotseling en hij keek Hagrid strak aan. ‘Geef hem met mij mee, Hagrid. Ik ben zijn peetoom en heb tegenover James en Lilly gezworen dat ik voor hem zou zorgen, mocht hen iets overkomen.’
‘Zwarts ik…’
‘Ik weet me al een jaar te verbergen voor Jeweetwel en zijn volgelingen,’ verdedigde Sirius zich ‘Als er iemand Harry verborgen kan houden dan ben ik het wel.’
‘Ken ik niet doen,’ zei Hagrid resoluut en hij keek Sirius aan met zijn zwarte keveroogjes ‘Ik mot Harry vanavond nog afleveren bij z’n oom en tante. Twee onnozele dreuzels, maar ze benen de enige bloedverwanten die dit kleine sprotje nog heeft. Opdracht van Perkamentus… Volgens hem benen ze de enige die Harry de bescherming kunnen bieden die hij nodig heeft – ver buiten de tovenaarsgemeenschap.’
Hij keek Sirius Zwarts aan. Sirius was van kinds af altijd al een knappe persoonlijkheid geweest, met een gebronsde huid, donkere, glanzende haren en een innemende lach, maar vanavond bleef daar niets meer van over: hij was bleek, rilde en wist duidelijk niet wat hij aanmoest met zichzelf. Zwarts treuzelde.
‘Het is goed,’ zei hij uiteindelijk teleurgesteld en hij liet zijn schouders verslagen hangen. ‘Als Perkamentus denkt dat, dat het beste is moeten we hem daarin volgen.’
Hagrid knikte resoluut.
‘Hij beent de beste tovenaar aller tijden,’ murmelde hij en hij gaf Sirius een klap op zijn schouders, waardoor diens knieën weeral bezweken. Aarzelend gaf Sirius het enigste dat nog restte van zijn beste vriend terug aan Hagrid en hij hield nog eenmaal het kleine vuistje vast dat tussen de plooien van de lakens doorkwam.
‘Been nou niet zo sip,’ zei Hagrid opmonterend ‘Jij krijgt vast bezoekrecht om een oogje in het zeil te houden bij dat stelletje boomtrollen. En als ie elf is komt ie sowieso naar Zweinstein.’
Hagrid keek vlug even op zijn gedeukte horloge. ‘Maar nou mot ik wegbennen, ik ben al later dan verwacht eerlijk gezegd.’
‘Neem mijn motor,’ zei Sirius kort en Hagrid staarde hem verbijsterd aan.
‘Bene je nou maf? Je bent dol op die motor!’
‘Neem mijn motor,’ herhaalde Sirius ‘Hij is sneller dan een bezemsteel en groot genoeg om jou te dragen… en ik heb hem toch niet meer nodig.’
Hagrid tuurde naar Sirius over zijn verwarde baard.
‘Als je zeker beent, dan kan ik geen “neen” zeggen,’ zei hij tenslotte ‘Ik ken Harry niet laten bijverschijnselen – daar is ie nog te jong voor - en een terzieler laten komen duurt te lang.’

Even later steeg de motor met een bulderend geluid op met Hagrid, die Harry terug in zijn vestzak had gestoken, als bestuurder. Sirius keek zijn geliefde motorfiets en peetkind na totdat deze achter de wolken waren verdwenen. Een verbitterde trek sierde zijn doorgaans knappe gezicht. Hij had gefaald wist hij met een hol gevoel in zijn maag. Hij kon de gedane schade niet teniet doen, maar hij kon op zijn minst de verantwoordelijken ervoor laten boeten en dat moest zo spoedig mogelijk gebeuren. De hand waarmee hij zijn toverstaf vasthield trilde. Hij moest vlug handelen wist hij, de laatste mensen die geloofden in zijn onschuld waren dood en de ware schuldige was nog altijd op vrije voeten. Hij, Sirius Zwarts zou hier jarenlang voor boeten: voor zijn onnozel idee, zijn beschamende vertrouwen en zijn drang om zich te bewijzen als een echte Griffoendor: een toonbeeld van moed en zelfopoffering. Hij wierp een laatste blik op de brokstukken waartussen het lichaam van zijn beste vriend lag. Het liefst van al was hij gebleven en had hij gewaakt over hun lijken zoals een trouwe hond dat deed, maar binnen enkele ogenblikken zou het er gaan wemelen van mensen van het ministerie en moest hij, Sirius, maken dat hij uit de voeten was.
‘Vaarwel Gaffel,’ fluisterde hij hees en er gleed een laatste traan over zijn wang ‘Vaarwel Lilly… Het spijt me voor alles.’
Het moment daarop Verdwijnselde hij.


Reacties:


Eenmens
Eenmens zei op 18 jan 2014 - 19:38:
Wauw, dit is echt prachtig!
Precies zoals ik mij had voorgesteld..
Wauw.


Rebella
Rebella zei op 18 jan 2014 - 9:41:
No.
No.
Noo!
Ik had het onderwerp verwacht, maar dat je het zo zou brengen niet.
Je hebt zo'n gave woordkeuze, bijzondere zinsopbouw echt super.
De inhoud is heel puur en menselijk.
Bijzonder sterk geschreven!
Echt top!
Sirius is altijd een van mijn favorieten geweest, en je brengt het wonderlijk goed!
I'm fan!
xx


narcissa
narcissa zei op 17 jan 2014 - 23:00:
Ik zit hier bijkans te huilen. Dit was zo mooi. Arme sluipvoet. Maar deze was echt zo ontroerend, heel erg knap gedaan.
Helemaal Sirius.
Fantastisch.


Bella01
Bella01 zei op 17 jan 2014 - 22:49:
Gosh, waarom perse de ouders van Harry?! Waaaaroooom?!
Die twee waren echt geweldig...
*sniff* Well, zoals altijd is dit erg goed geschreven.
Make more please~! ^.^

Xo