Hoofdcategorieën
Home » Pirates Of The Caribbean » Lucas Turner en de schat van El Dorado » 10
Lucas Turner en de schat van El Dorado
10
De wagen reed tergend traag verder. Lucas bleef maar wachten op een teken of wat dan ook, maar er gebeurde niets. Het kleine beetje hoop dat hij daarnet gevoeld had was alweer verdwenen.
Hoe had hij die vrouw ook ooit kunnen geloven? De sleutel te pakken krijgen is een ding, maar daadwerkelijk kunnen ontsnappen is toch wat anders.
Nee, straks kwamen ze gewoon aan in de stad, zou de wagen eerst nog eens een rondje maken, zodat de mensen die ooit om hem gegeven hadden konden zien wat voor een moordenaar hij wel niet geworden was. En dan zou het een enkeltje worden naar de galg.
Hij zag dat de andere gevangen er het zelfde over dachten, enkelen begonnen zenuwachtig heen en weer te schommelen.
Zo opvallend dat het de bewakers ook niet ontging.
‘Als je zo nodig moeten plassen houd niemand jullie tegen hoor.’
‘Kom op, dat gaan ze morgen nog mogen horen. Of nee, wacht. Dat gaan ze niet.’ Lachte een andere.
‘Maar trek het jullie vooral niet aan, voor je het weet…Wat is dat?’
Lucas verloor bijna zijn evenwicht toen de kar spontaan tot stilstand kwam. Hij zag hoe twee soldaten naar voren liepen. De anderen volgden hen met hun blik;
Met veel moeite wist hij zich naar voren te wurmen, hij kon nog net zien hoe de twee soldaten zich over een andere man bogen. Lucas kon meteen zien dat hij bewusteloos was.
‘Waarschijnlijk een dronkaard, sleep hem weg. We hebben maar weinig tijd.’ Riep de kapitein de twee toe.
Meteen grepen de soldaten elk een pols van de man beet. Maar toen gebeurde er iets dat geen van beid verwachte.
Plotseling sprong de man zo snel recht dat beide mannen meteen genoodzaakt waren hem te lossen.
De andere soldaten zagen meteen dat ze omringt werden door een nieuwe groep die meteen in de aanval gingen.
‘Hou ze op afstand! Laat ze niet in de buurt komen van de gevangenen.’
De kapitein was zeker van zijn zaak, het gebeurde wel vaker dat handlangers een ter dood veroordeelde probeerden te redden. Ze waren hier op voorbereid.
Bijna verveeld draaide hij zich naar de gevangenen toe. Hij zag de ijzeren boeien nog net voor de klap alles zwart maakte.
Lucas was in actie gekomen nog voor de soldaten de ernst van de situatie in zagen.
De zware boeien die hem al die tijd gehinderd hadden leken ironisch genoeg fantastische wapens te zijn. Met een zwaai sloeg hij een van de mannen bewusteloos. Nog voor zijn collega ’s het door hadden trok hij het zwaard van de man en sprong van de wagen af.
Als hij dan toch moest sterven dan zou het met een wapen in de handen zijn.
‘Lucas, laat dat over aan de anderen.’ Riep Janice terwijl ze van de wagen sprong.
Hij leek niet de enige te zijn die een zwaard had weten te bemachtigen, maar in plaats van het te gebruiken greep ze zijn schouder beet en trok hem weg.
‘Wat doe je? Het gevecht is daar!’
‘Wat wij gaan doen is van de verwarring gebruik maken om weg te komen. Ze zullen die idioten snel weer te pakken krijgen. Dus we gaan.’
Lucas wou opmerken dat ze hun verdwijning snel zouden ontdekken maar ze had zijn schouder al weer vast gegrepen.
‘Hou daar eens mee op. Ik ben geen hond aan de leiband.’
‘Echt niet? Je had er anders wel wat van weg.’
Lucas kon zich maar net beheersen, maar haar borstkast leek er plots zo veel leuker uit te zien versierd met zijn zwaard.
In gezelschap van hun onverwachte helpers slaagden Lucas en Janice er vrij makkelijk in om te ontsnappen.
Meer dan een uur bleven ze lopen, tot Lucas echt niet meer kon.
Uitgeput leunde hij tegen de stam van een boom, zijn ademhaling kreeg hij met veel moeite weer onder controle.
‘Dat ging goed. Nu nog tot aan de boot raken en weg zijn we.’ Lachte Janice.
‘We?’ Herhaalde Lucas haar verbaast.
Een wat oudere man begon te lachen.
‘Ja, we bedoelen ook jou. Dacht je soms dat je hier gewoon kan blijven? Je gaat met ons mee.’
‘Dat…Ik kan hier nog niet weg.’ Antwoorde Lucas tot ieders verbazing.
Iedereen bekeek hem alsof er geweien uit zijn oren groeiden.
‘Wat bedoel je? Jongen, wij hebben niet ons eigen leven op het spel gezet om toe te kijken hoe je je eigen leven weg gooit.’
Lucas besefte nu pas dat de oudere man de priester was die ze in de kerker gezien hadden, verklaarde meteen hoe ze aan die sleutel kwam.
‘Ik heb zo veel aan jullie te danken. Het is een schuld die ik nooit zal kunnen terug betalen. Maar ik kan niet met jullie mee. Niet zonder mijn zusje Meera.’
‘Lucas, als je terug gaat naar die herberg dan hangen ze je alsnog op. En ik denk niet dat ze je een tweede keer laten ontsnappen.’ Viel Janice hem in de reden.
‘Je zag wat hij met haar gedaan heeft. En wat hij nog met haar van plan is. Ik kan niet gewoon weg lopen en dat alles vergeten.’
Gefrustreerd probeerde Janice een antwoord te vinden, een antwoord dat er maar niet kwam.
En Lucas ging vastberaden verder.
‘Ik haal haar daar vanavond nog weg. Of ik sterf terwijl ik het probeer. Nogmaals bedankt.’
En daar ging hij dan.
Janice keek hem verward na. Zijn beslissing was wel duidelijk.
Ze zou hem toch niet op andere gedachten kunnen brengen. Dus waarom bleef ze hem na staren? Dit was haar kans om weg te gaan.
Ze voelde Pete zijn hand op haar schouder
‘Niemand weet van de Siren, we kunnen nog best een avond wachten.’
Een klein lachje verscheen op haar gezicht. Het was gewoon griezelig hoe goed die kerel haar wel niet kende.
‘Als ik tegen middernacht nog niet terug ben, dan heb jij de leiding.’
Met die woorden ging ze achter Lucas aan.
Reacties:
Dit is Spannend!
ik hoop dat het ze lukt, want Meera is echt té schattig.
weer een hoofdstuk van topkwaliteit
SPANNEND!
Snel verder!
En dat Janice het niet snapt dat familie op de eerste plaats komt!
Rare meid.
Mooi geschreven!
Leuk vanuit die verschillende perpectieven!
Ben benieuwd wat er gaat gebeuren..
Snel verder!