Hoofdcategorieën
Home » Lord of the Rings » Onverwachte liefde » Eten
Onverwachte liefde
Eten
Zo snel als hij kan loopt Legolas naar zijn kamer toe. Daar aangekomen gaat hij meteen naar de badkamer om zijn tuniek schoon te maken. Doordat hij het zo snel schoon probeert te krijgen word zijn tuniek heel nat.
‘Dan maar een andere aan doen,’ zucht Legolas en hij loopt naar de kast in zijn kamer. Deze doet hij open en hij kijkt tussen zijn kleren. Na een tijdje kijken pakt hij er een donkerrood tuniek uit. Nadenkend houd hij hem vast.
‘Hmm, deze heb ik al lang niet aangehad,’ zegt hij dan en hij neemt hem mee. Dan trekt hij zijn grijze tuniek uit en doet de rode aan. In de spiegel kijkt hij of deze goed zit. De stof valt mooi om zijn lichaam, al moet Legolas nog even aan de kleur wennen. Hij is er aan gewend om groene, bruine of zilveren kleuren te dragen, geen rode. Toch laat hij de tuniek aan. Hij maakt zijn borstel een beetje nat en kamt dan zijn haar. Door het werken in de ziekenboeg zat het niet meer netjes dus hij zijn haar opnieuw in een vlecht. Als hij klaar is loopt hij zijn kamer uit en gaat naar de eetzaal, maar net voor hij daar is bedenkt hij zich iets. Hij pakt het flesje van Relina uit zijn zak en neemt er een slok van. De vloeistof is zoet en heeft een lichte bloemengeur. Legolas haalt nog even diep adem en loopt dan de eetzaal in. Zodra hij door de deur gelopen is ziet hij dat de rest al aan de tafel zit. Elrond zit aan het hoofd van de tafel en links en rechts van hem zitten Elrohir en Elladan. Naast Elladan zit Aragorn, de plek tegenover hem is nog vrij dus Legolas loopt daar heen.
Hopelijk werkt het drankje, denkt hij terwijl hij gaat zitten.
‘Ah legolas, fijn dat je er bent,’ zegt Elrond terwijl Legolas plaats neemt aan de tafel. Legolas ziet dat het eten al op tafel staat, maar dat ze nog niet begonnen zijn. Legolas knikt even naar Elrond als reactie.
‘Laten we gaan eten,’ zegt Elrond dan en ze beginnen met eten. Tijdens het eten vertellen Elrohir en Elladan over hun training van die middag.
‘Waarom deed jij vanmiddag niet mee?’ vraagt Elrohir dan opeens aan Legolas. Deze kijkt verschikt op en verslikt zich bijna in zijn hap eten. Hij had de hele tijd naar beneden zitten kijken om de blikken van Aragorn en Elladan te ontwijken.
‘Ja, nadat je met Aragorn naar de tuin bent geweest heb ik je nergens meer kunnen vinden,’ zegt Elladan. Legolas kijkt even naar Aragorn en dan naar Elladan. Hij ziet dat Aragorn de blik van zijn broer ook ontwijkt.
‘Dan moeten jullie toch beter leren zoeken, ik vond hem meteen,’ zegt Elrond lachend. Zijn zoons kijken hem verbaast aan.
‘Ik was aan het helpen in de ziekenboeg, dat doe ik al een paar dagen,’ legt Legolas uit.
‘Ah, vandaar,’ zegt Elrohir en Elladan knikt instemmend.
‘Daarom was jij zeker ook ons broertje zijn oppas vanmorgen, je word opgeleid als nieuwe zuster voor onze ziekenboeg,’ zegt Elladan plagerig en de anderen moeten lachen. Ook Legolas lacht en ontspant daardoor en beetje.
‘Ja, ik hoorde dat jullie nogal vaak jullie zelf de ziekenboeg in helpen dus leer ik alvast hoe ik jullie weer op de been krijg voor als we samen gaan trainen,’ zegt Legolas lachend terug.
‘Wat voor rare dingen vertel jij wel niet over ons,’ zegt Elrohir tegen Aragorn en deze kijkt hem verschikt aan. Sinds Elladan over de tuin begon zat Aragorn met zijn gedachten weer bij dat moment en volgde het gesprek niet meer. Elladan en Elrohir moeten nu nog harder lachen door de geschrokken uitdrukking op hun broertjes gezicht.
‘Waar zit jij met je gedachten?’ vraagt Elladan en hij haalt zijn hand door Aragrons haar zodat het door de war gaat zitten.
‘He, niet doen,’ zegt Aragorn en hij doet snel zijn haar weer netjes.
‘Wat is er? Moet je haar nu opeens goed zitten?’ reageert Elrohir plagerig.
‘Hij probeert vast indruk te maken op onze gast,’ zegt Elladan met een knipoog naar Legolas. De mannen moeten lachen als Aragorn zijn gezicht lichtjes rood word, ook Elrond moet lachen. Legolas heeft het gevoel dat hij ook gaat blozen maar hij voelt zijn wangen niet rood worden. Het drankje werkt, denkt hij dan.
Leuk.
I like it