Hoofdcategorieën
Home » Overige » Schrijfwedstrijd » Handafdruk
Schrijfwedstrijd
Geschreven door:
Onderdeel van:
Laatst bijgewerkt:
26 aug 2014 - 18:44
Aantal woorden:
678
Aantal reacties:
0
Aantal keer gelezen:
388
Handafdruk
De brief ontglipt mijn trillende handen, terwijl ik tegen de tranen vecht. Jaren geleden beloofde ik mezelf niet meer om hem te huilen, om wat hij me heeft aangedaan. Maar na al die jaren hij heeft me nog steeds in zijn macht. Het is alsof hij voor altijd een handafdruk op mijn lichaam heeft achtergelaten, iets dat nooit meer weggaat. De angst, de woede en de nachtmerries blijven, hoe vaak ik mezelf ook vertel dat het goed is nu, dat hij me niks meer aan kan doen.
Als ik mijn ogen sluit voel ik me meteen weer dat kleine meisje. Ik zie weer hoe hij keek als hij thuiskwam. Die doordringende blik, die me in één klap doodsbang maakte. Zonder iets te zeggen zaten we aan tafel, terwijl we deden alsof er niets aan de hand was. Glas na glas dronk hij leeg, tot het moment van de uitbarsting kwam. Het is alsof ik de misselijkmakende geur van alcohol weer kan ruiken. De geur die om hem heen hing, al die keren dat hij mij of mijn moeder meesleepte.
De oudste herinnering die ik heb is het gegil en gesmeek van mijn moeder. Ik ging kijken wat er aan de hand was, keek voorzichtig om het hoekje. Mijn moeders gezicht stond angstig, doodsbang. Snel probeerde ik weg te komen, maar het was te laat: mijn vader had me al gezien. Hij kwam me achterna, en sinds toen wist hij me altijd te vinden. Als een monster sloop hij mijn kamer binnen, terwijl ik me vergeefs probeerde te verstoppen. Mijn moeder bonsde op de deur, smeekte hem me met rust te laten. Maar het was te laat. Vanaf nu had mijn vader ook mij in zijn macht.
Mijn moeder deed wat ze kon om me te beschermen, maar ook zij kon niks tegen hem beginnen. Beide konden we alleen maar afwachten, hopend op een goede afloop, op iemand die ons uit deze nachtmerrie zou bevrijden. Maar niemand kwam om ons te helpen en onze hoop vervaagde langzaamaan, elke dag een beetje meer.
Maanden verstreken, al voelden ze als jaren. Nachtmerries en de werkelijkheid vermengden zich tot een waas van angst en langzamerhand wist ik niet meer precies wat echt was en wat niet. Alles voelde als een droom, een boze droom, en tegelijkertijd voelde alles zo echt.
Omdat niemand anders iets voor ons kon doen, besloot mijn moeder zelf een einde te maken aan alle ellende. Het idee speelde al een tijd in haar hoofd, vertelde ze me in de brief, maar het duurde lang voordat ze zich moedig genoeg voelde het plan ook daadwerkelijk uit te voeren.
Het was een dag als alle anderen. Mijn vader kwam thuis, al stinkend naar alcohol, en nam meteen plaats in zijn stoel. Hij beval mijn moeder een kop koffie voor hem te halen, terwijl hij verveeld de krant bekeek. Mijn moeder ging onmiddellijk de keuken in, waar ze diep adem haalde. Ze besloot dat dit het moment was, dat ze het niet langer moest uitstellen. Toen de koffie klaar was, goot ze er vlug vergif in. Zonder een seconde te twijfelen bracht ze het vervolgens naar hem toe. Hij rook er niet eens aan, goot het gewoon naar binnen. Langzaam stortte hij in elkaar, terwijl mijn moeder toekeek.
De dagen daarna kan ik me nauwelijks herinneren. Ik herinner me alleen dat ik meegenomen werd, weg moest bij mijn moeder. Nooit zal ik haar blik vergeten. Opgelucht, maar tegelijkertijd schuldig.
Vandaar dat ze mij vanuit haar cel een brief schreef. Mijn pleegouders hebben hem bewaard tot mijn achttiende verjaardag. Ze wilden dat ik een zorgeloze jeugd zou hebben, er niet meer aan hoefde te denken.
Hoe goed ze het ook bedoelden, het had natuurlijk totaal geen zin. Elke dag dacht ik aan mijn moeder, aan hoeveel ik haar miste. Door aan haar te denken, dacht ik ook aan mijn vader en aan alles wat gebeurd was. Ik zal mijn moeder voor altijd dankbaar zijn voor wat ze gedaan heeft. Tegelijkertijd zal ik haar nooit kunnen vergeven voor het feit dat ze me heeft achtergelaten.
Reacties:
Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.