Hoofdcategorieën
Home » One Direction » Stand Alones » 19~Stilte [Original]
Stand Alones
19~Stilte [Original]
Het feit dat hij deze behoefte heeft, maakt hem bang. Hij weet dondersgoed dat ze niet juist zijn, maar toch kan hij zich er niet toe brengen het niet te doen. Al meer dan vijftig spullen heeft hij erdoor verwoest, maar nog nooit heeft de drang hem gezegd dat hij een huis moest hebben deze keer. Het is een klein stemmetje, maar met grote krachten. Het blijft hem maar lastig vallen. Doe het doe het doe het. Steeds maar weer en weer, totdat hij toegeeft. Zo had de stem hem opgedragen zijn kinderfoto’s te nemen, iets dat ervoor had gezorgd dat hij na zijn daad in huilen was uitgebarsten, want ja. Hoe kon hij dat doen? Hoe kon hij al die herinneringen zomaar uitwissen? Hij wist en weet het niet. Doe het doe het doe het. Angstig drukt hij zijn handen op zijn oren, hoewel hij weet dat het niet zal helpen. Doe het. Kies dat huis aan de overkant. Dat huis met de kat. Hij weet precies welk huis er wordt bedoeld. Het huis aan de overkant, met de kat die nooit stopt met miauwen. Ook nu hoort hij constant het zachte geluid. Ik weet dat je het wilt. Jij weet dat je het wilt. Hij krult zich op, zijn benen naar zich toe trekkend. Zoals altijd mompelt hij zachtjes, vragend om het te stoppen. ‘Stop. Alsjeblieft. Laat me met rust, laat me met rust.’ En zoals altijd is de stem meedogenloos, blijft het doorgaan. Doe het doe het doe het. ‘Stop!’ roept hij, ‘stop! Ik doe het, ik zal het doen.’ De stem is stil en hij beeld zich in dat het triomfantelijk grijnst. Als een stem dat zou kunnen natuurlijk. ‘Ik heb de middelen niet in huis,’ zegt hij dan zachtjes. Meteen knalt de stem door zijn hoofd. Ga naar de supermarkt, de bouwmarkt. Koop ze. Maarten gehoorzaamt en staat op.
Langzaam schuifelt hij door zijn huis en trekt zijn schoenen aan. Daarna glijdt hij langzaam zijn leren jack over zijn tanktop met de Amerikaanse vlag. Hij zucht diep en draait zich naar de spiegel die in de gang hangt. Zijn bruine ogen staan dof en zijn zwarte haar hangt futloos naar beneden. Ga. Maarten gehoorzaamt weer en grijpt zijn sleutels van het kleine kastje. Hij opent de voordeur en wordt begroet door de felle zon. Snel sluit hij de deur achter zich, hem op slot draaiend. Langzaam begeeft hij zich naar zijn zwarte pick up truck en stapt in. Met een luide grom komt de motor tot leven en draait hij de straat op.
Met een zucht stapt hij de winkel in en loopt recht naar het gedeelte waar hij moet zijn. Hij pakt een paar zakken hout en een pak lucifers. Schiet op. Hij slikt en loopt met de benodigdheden naar de kassa. Het meisje achter de kassa, hij schat haar zeventien, kijkt hem vrolijk aan. ‘Een barbecue vanavond?’ Gedwongen brengt hij een glimlach naar zijn lippen en terwijl het meisje de benodigdheden scant, antwoordt hij; ‘Zoiets ja.’ Ze slaat het totaal aan en Maarten rekent af, waarna hij de winkel verlaat. Hij dumpt de spullen in de achterbak en stapt in. Rustig brengt hij de motor tot leven en rijdt de parkeerplaats af, om vervolgens koers te zetten naar zijn huis.
Zodra Maarten zijn straat inrijdt, dringt meteen het zachte geluid van de kat tot hem door. Hij knarst zijn tanden en parkeert zijn auto voor zijn huis. Schiet op, ik heb niet eeuwig de tijd. Maarten rolt zijn ogen en stapt uit, het geluid van de kat neemt toe in volume nu het niet langer van hem gescheiden wordt door glas. Hij loopt naar de achterbak en pakt de spullen eruit, waarna hij het zijn huis in sleept. Jemig, kan je nog langzamer zijn? En dan, dan eindelijk heeft Maarten er genoeg van. ‘Genoeg!’ schreeuwt hij, ‘laat me met rust! Ik kan het niet meer, oke?! Laat. Me. Met. Rust!’ Hij trekt aan zijn haar en zakt op zijn knieën. ‘Laat me met rust,’ snikt hij. Hij snikt en schreeuwt tegelijk. Zijn keel droogt uit en uiteindelijk is hij te moe om nog te blijven zitten. Voorzichtig laat hij zich op zijn zij vallen. ‘Laat me met rust,’ mompelt hij zachtjes. Gosh, dat was wel een drama zeg. Kan je niet even normaal doen? Maarten schreeuwt weer en besluit dan iets te doen wat hem er zeker vanaf zal helpen. Hij springt op en pakt de zakken met hout. In een lange rij legt hij de blokken door het huis. Zodra dat gebeurt is pakt hij een oude krant en de lucifers. Met een strijk langs het ribbelige oppervlak vangt de kop vlam. Met glinsterende ogen bekijkt hij de vlam. Wat? Wat doe je? Blaas dat uit gek! Hij grijnst alleen maar en houdt de vlam bij het papier. Met een woosh vat het vlam en gooit hij het op het eerste blok. Al snel springt de vlam over op het blok, waarna het zijn tocht door het huis begint. Bel de brandweer! Nee, dit kan je niet doen! Maarten? Maarten! Maar Maarten luister niet, de stem raakt in paniek, dat moet betekenen dat het hier niet tegen kan. ‘Je wilde toch dat ik een huis nam? Nou, ik neem er een.’ De stem zwijgt en Maarten geniet van de stilte. Nog nooit was het zo stil geweest. Hij volgt de vlammen die nu ook over zijn gesprongen op het meubilair. Vaag hoort hij de sirenes in de verte en de stemmen van buiten. ‘Is hij nog binnen?’ ‘Haal hem eruit!’ Alles wat hij doet is zitten. In kleermakerszit zit hij midden in de kamer, een glimlach op zijn lippen. De ruimte wordt warmer, maar hij doet niks, helemaal niks. Langzaam likken de vlammen aan zijn voeten, het doet pijn, maar hij houdt zijn lippen stijf op elkaar. Zodra de vlammen doorhebben dat ook zijn lichaam houvast bied werpen ze zich op hem, zich langzaam verspreidend over zijn lichaam. Het laatste woord dat hij eruit weet te persen is een woord dat hij altijd al heeft willen zeggen. ‘Stilte.’
Oh, my, god.
Dit dringt echt tot je door, diep ook...
Echt, amazing
XxX