Hoofdcategorieën
Home » Twilight » Mijn Geheim (Twilight fanfic) » Hoofdstuk 12: Spoedeisende hulp
Mijn Geheim (Twilight fanfic)
Hoofdstuk 12: Spoedeisende hulp
Bella's POV
Als ik op de spoedeisende hulp afdeling lig gebeurd er ineens een hele boel om me heen. Ze sluiten draden aan en doen nog een hoop dingen die ik niet begrijp. Uiteindelijk besluit ik maar om wat te vragen "Wat doen jullie allemaal?" vraag ik aan niemand in het bijzonder.
"We maken je klaar voor de operatie." antwoord een van de medewerkers.
Ik schrik, "Wat! Welke operatie?" vraagt ik geschokt.
"De operatie aan je hand." zegt de man weer.
"En wie doet dit operatie? Er is maar een iemand die dat mag doen bij mij." zeg ik eigenwijs.
"Dokter Cullen neemt de operatie af. Hij zei dat hij jou kende." ik zucht opgelucht.
"Ja ik ken hem, het is goed zo." antwoord ik de man. De man knikt en loopt de kamer uit.
Wat moet ik nu doen? Mezelf vervelen tot ik aan de beurt ben? En dan komt het antwoord binnenlopen. "Carlisle!" zeg ik net iets te hard.
Carlisle lacht en komt op mijn bed zitten. "Hoe gaat het met je?" vraagt hij.
Ik denk er even over na "Wel oké, denk ik. Ik voel mijn benen alleen niet. is dat normaal?" vraag ik aan Carlisle.
"Je hebt een sterke verdovingsmiddel gekregen, dus dat kan heel goed zo zijn. Kun je je armen wel bewegen?" vraagt hij.
Ik probeer mijn armen te bewegen, maar het lukt niet en er schieten tranen in mijn ogen. "Het lukt niet!" zeg ik in paniek. De tranen lopen nu echt over mijn wangen.
"Kalm maar Bella, dat kan best. Ik zal eens kijken welk medicijn ze je precies hebben gegeven." zegt jij geruststellend, hij begint richting de deur te lopen.
"Wacht! Ik wil niet alleen zijn, laat me niet alleen Carlisle." vraag ik hem smekend.
"Ik kan Edward halen om bij je te blijven." zegt hij.
"Alsjeblieft." zeg ik gewoon. Carlisle knikt en loopt snel de deur uit.
Een paar seconden later klopt er iemand op de deur. "Binnen." zeg ik.
Daar staat Edward. Ik zucht "Edward!" zeg ik alweer iets te hard.
Edward komt naar me toe gelopen en vraagt "Hoe gaat het lieverd?" hij kijkt me aan.
"Ik snap niet waarom ik een operatie moet krijgen." zeg ik maar eerlijk tegen hem.
"Je hand groeit verkeerd en er zijn wat problemen met het bot." antwoord hij rustig, maar ik ken hem beter dan dat en ik zie aan hem dat hij wat probeert te verbergen.
"Edward?" vraag ik aan hem "Wat verbergt je voor me?" Als hij nu mens was geweest had hij gebloosd.
"Niks." zegt hij gewoontjes. Ik vertrouw hem niet.
"Edward? Zeg het!" ik voel dat er tranen in mijn ogen opkomen, ik vind het niet fijn als Edward tegen me liegt.
"Bella, blijf kalm, er is niks aan de hand. En je hebt zo meteen een operatie raak nou niet in paniek." zegt hij. Hij heeft gelijk, ik moet kalm blijven. Ik hoop gewoon dat Carlisle snel terugkomt.
En precies op dat moment komt Carlisle binnenlopen. "Bella, de operatie is in een uur." vertelt hij me. Ik word ineens heel zenuwachtig, ik heb nog nooit een operatie gehad. Natuurlijk weleens iets gebroken, eigenlijk echt heel erg vaak, maar nog nooit een operatie. Hoe gaat dat allemaal en wat als ik nou geen goede verdoving krijg en.... STOP Bella, dit is echt onzin. Carlisle doet de operatie, hij is een vampier, dus hij zal sowieso niets vergeten.
"Bella gaat alles wel goed?" vraagt Edward aan mij.
"Ja, hoezo?" vraag ik, ik ga niet toegeven dat ik doods bang ben, dan ben ik zwak en dat wil ik niet.
"Bella, je bent een verschrikkelijke leugenaar." zegt Carlisle tegen mij. Ik voel mezelf weer rood worden.
"Laat maar, het is niks." zeg ik.
"De laatste keer dat je dat zei had je jezelf helemaal onder gesneden, vertel het NU." dwingt Carlisle me, met een bezorgde blik in zijn ogen. Wauw, hij kan dus ook wel boos worden, ook al bedoeld hij het goed.
"Ik ben gewoon zenuwachtig voor de operatie." zeg ik na een poos stilte.
"Alles komt goed Bella." verzekerd Edward mij. Ik knik, ik geloof hem wel, maar ik ben nog steeds bang.
"Bella, het is nu het beste als je gaat slapen." zegt Carlisle "Edward kom. maar mee en laat haar slapen."
WAT?! Zonder Edward slapen? "Wacht! Edward laat me niet alleen! Carlisle, ik val altijd in slaap in de armen van Edward. Laat hem alsjeblieft blijven?" vraag ik smekend aan Carlisle.
Carlisle grijnst naar mij "Natuurlijk Bella. Geen dingen doen die ik ook niet zou doen." zegt hij lachend.
Ik lach naar hem "En wat precies zou jij allemaal niet doen?" vraag ik aan hem.
Carlisle lacht "Laat maar zitten, ik vat hem." zegt hij, nog steeds lachend. En hij loopt de kamer uit.
"Edward, kun je naast me komen liggen?" vraag ik blozend aan hem. Hij lacht, maar komt meteen naast me liggen. Ik ga op zijn borst liggen en hij begint mijn slaapliedje in mijn oren te neuriën en ik val al gauw in slaap. Deze manier van in slaap vallen zou ik echt aan iedereen aanbevelen.
Als ik wakker word is de kamer leeg. Waar is Edward? Ben ik al geopereerd? Waar is Carlisle, is alles goed gegaan? Zoveel vragen en nul antwoorden op het moment.
Het vervelende gevoel dat ik altijd heb als Edward niet bij me is komt langzaam naar boven. Ik wil dat het weggaat. Ik wil niet dat depressieve gevoel hebben, dadelijk wil Edward mij niet meer, omdat ik mezelf snijd. Ik begin langzaam in paniek te raken.
Na een minuut voel ik me zo verschrikkelijk dat ik het niet meer aankan. Ik sta op, maar merk dat ik met wat draadjes aan machines vast zit. Ik trek ze uit mijn hand, de pijn voelt fijn, maar het is nog niet genoeg. Ik loop naar de wc in de kamer toe en doe de deur open. Ik begin in alle kastjes te zoeken naar iets scherps, maar ik kan niks vinden, dus loop ik maar terug naar de kamer. Dan bedenk ik me ineens dat de naald die ik uit mijn hand had getrokken ook scherp is, die kan ik prima gebruiken.
Ik trek de naald van de buis af en stroop het ziekenhuishemd omhoog en begin te snijden op mijn onderarm. Het voelt zo fijn. Maar het is wel een beetje onhandig, omdat mijn linkerhand in het verband zit.
Ik heb mezelf veel te lang moeten inhouden, de drang werd met de dag erger, maar nu kan ik alleen maar genieten.
Streepje na streepje teken ik op mijn arm. Ik kijk naar het bloed dat uit mijn arm stroomt terwijl ik op de grond zit. Het maakt me niks uit dat de grond vies wordt.
Als uiteindelijk mijn hele onderarm vol staat en er zelfs streepjes over elkaar heen staan in verschillende richtingen, voel ik me eindelijk kalmer worden en word mijn hoofd rustiger. Ik loop naar de wc toe en begin met wc papier het bloed van mijn arm te vegen. Als mijn arm droog is pak ik de wc rol en loop naar de kamer toe.
Als ik de kamer binnenloop laat ik in shock de wc rol op de grond vallen. Carlisle staat daar.
“Bella, wat is er gebeurd?” vraagt hij geschokt.
Mijn hoofd wordt rood en de tranen komen in mijn ogen. Ik probeer ze terug te dringen “Niks.” probeer ik er zo rustig mogelijk uit te krijgen, maar natuurlijk trapt Carlisle er niet in.
“Bella, vertel het me.” hij kijkt me doordringend aan, maar met een hele lieve bezorgde blik.
Ik kan het niet meer aan en stort in. Ik zak op de grond en Carlisle is naast me in een flits. Hij knuffelt me en blijft me vasthouden tot ik gekalmeerd ben. “Ik... ik... ik bedoelde het niet. Ik wou het niet.” zeg ik stotterend.
“Wat is gebeurd Bella?” vraagt hij nog een keer kalm.
Ik kan mezelf er niet toe zetten om het te zeggen, dus stroop ik mijn mauw op en laat het hem zien. Ik begin meteen weer te huilen en Carlisle schrikt eerst, maar gaat dan gauw over in zijn dokters stand.
“Wanneer heb je dit gedaan? Hoe lang geleden?” vraagt hij.
“Een paar minuten geleden.” fluister ik. Mijn stem is nog dik van het huilen.
“Oké, ga op het bed zitten.” commandeert hij mij. Ik knik en sta rustig op, mezelf ondersteunend met mijn rechter arm, omdat mijn linker arm te veel pijn doet. Ik voel het helemaal bonken.
Als ik op het bed zit drukt Carlisle op een knop en er komt al gauw een zuster binnenlopen. “U drukte op de knop?” vroeg ze.
Carlisle knikt “Kunt u wat ontsmettingsmiddelen pakken?” vraagt Carlisle aan haar en ze kijkt mij aan. Dan ziet ze mijn arm en knikt snel voordat ze haastig weg loopt. “Bella, waarom heb je dit gedaan?” vraagt hij, als hij mij verdrietig aankijkt.
“Ik... ik weet het ni-i-iet.” zeg ik stotterend. Maar het is niet helemaal waar, ik weet het wel, ik wil het alleen niet zeggen.
“Bella, vertel het me.” en hij pakt mijn hoofd vast in zijn handen, waardoor hij me dwingt hem aan te kijken.
“Ik voelde gewoon de drang en... en het werd met de dag steeds erger. Ik kon me niet meer inhouden.” zeg ik na een poos stilte.
Carlisle kijkt me alleen maar droevig aan en dan komt de zuster terug met een karretje vol met spullen. “Alstublieft.” zegt ze tegen Carlisle en ze geeft mij een blik vol met medelijden.
Carlisle knikt en schuift het karretje dichterbij. Hij begint allemaal dingen te doen met mijn arm, ik let niet echt goed op, maar wat ik wel weet is dat het echt verschrikkelijk veel pijn doet. Ik doe mijn ogen dicht en geniet ervan.
Na een paar minuten is hij klaar. “Oké, Bella, het is goed zo. Ik ga even een schoonmaakster roepen om het hier schoon te maken. Red je het een minuutje alleen?” vraagt hij aan me.
Wat alleen? Maar ik kan dan nu niet meer snijden en ik weet zeker dat ik dat ga doen als hij me alleen laat.
Hij leest de paniek in mijn ogen en drukt nogmaals op het knopje. Dit keer komt er een andere zuster binnenlopen. “Zou jij even op haar kunnen passen? Laat haar niet alleen.” zegt hij heel duidelijk tegen haar.
“Natuurlijk.” zegt ze en ze gaat tegen de deurpost aangeleund staan. Dit kan nog best wel beschamend worden, denk ik bij mezelf.
“Ik ben in een minuutje terug.” zegt Carlisle tegen mij en de zuster en dan loopt hij uit de kamer.
Na ongeveer een minuut komt hij inderdaad terug met een schoonmaakster. De schoonmaakster kijkt naar de grond en zucht. “Sorry.” zeg ik zacht tegen haar.
Ze kijkt me aan en gaat dan aan de slag. “Bella, wij kunnen beter even naar een andere kamer gaan. Ik heb het al geregeld.” hij pakt mijn hand en leid me naar de andere kamer. Daar in de kamer staat Edward te wachten en ik ren in zijn armen.
Edward lacht en kijkt me ook een beetje bezorgd aan. “Waarom ruik ik vers bloed, Carlisle?” vraagt hij.
“Ik denk dat Bella beter kan bepalen of ze dat wil vertellen of niet.” antwoord Carlisle.
Ik bloos en Edward kijkt me bezorgd aan, Carlisle heeft dus duidelijk zijn gedachten afgeschermd van Edward. “Bella, wat bedoeld Carlisle? Zeg me alsjeblieft niet dat je weer gesneden hebt?” oeps, hij heeft het al snel door.
Ik voel de tranen weer omhoog komen, godverdomme, kunnen die nou niet even wegblijven? Ik heb al te vaak gehuild vandaag. Edward ziet het al aan me en pakt me in zijn armen. Hij knuffelt me en de tranen lopen nu toch echt weer over mijn wangen. “Ssst, het komt wel goed. Je wordt wel beter. Het komt wel goed.” blijft hij maar fluisteren in mijn oor.
Na een paar minuten ben ik (alweer) gekalmeerd. Het word echt vervelend om de hele tijd te huilen. “Sorry.” zeg ik tegen beide.
“Bella, het maakt niks uit. Je kan gewoon huilen, je hoeft je er niet voor te schamen.” zegt Edward en Carlisle knikt om te bevestigen wat Edward zei.
“Dat weet ik, maar het spijt me als nog.” zeg ik eigenwijs.
“Het maakt niks uit. Je moet gewoon naar ons toekomen als er wat is. Wij kunnen je dan helpen, weet je.” zegt Carlisle. Natuurlijk weet ik wel dat ik naar hun toe kan komen, maar dat wil ik niet. Ik wil ze niet nog meer tot last zijn dan dat ik al ben. Ik voel me er heel erg ongemakkelijk bij als ze altijd maar blijft storen met van alles en nog wat. Ik trek hun familie al uit elkaar en nu val ik ze ook nog lastig met mijn problemen.
“Bella?” vraagt Carlisle.
Ik kijk op “Wat?” vraag ik.
“We vroegen je wat.” zegt Carlisle tegen mij.
“Oh,” ik voel mezelf helemaal rood worden “wat dan?” vraag ik.
“Waarom je nou precies had gesneden, want je had mij ook geen duidelijke reden gegeven.” zegt Carlisle. En dat was nou juist precies de bedoeling geweest.
“Het is niks.” zeg ik maar. Ik wil het ze niet vertellen en al helemaal Edward niet.
“Bella, we willen je alleen maar helpen en dat kan niet als jij het ons niet verteld.” zegt Carlisle.
Dan komt Alice ineens binnenlopen. “Ze is het niet van plan om te gaan zeggen.” zegt Alice tegen hun. Ik bloos, dit had ik moeten zien aankomen.
“Waarom had jij haar eigenlijk niet tegen gehouden om te snijden?” vraagt Edward aan Alice.
“Omdat ik ook niet altijd alles zie aankomen! Het was een plotselinge beslissing.” zegt ze verdedigend.
“Oké, hou hier maar meteen weer over op. Bella is het belangrijkste op het moment.” zegt Carlisle.
Ik moet er bijna om lachen, ik? Het belangrijkste? Ja doei...
Het liefst wil ik nu gewoon weg rennen en weg blijven. Ik geloof er gewoon niks meer van, ze doen allemaal als of ze van me houden en om me geven, maar dat kan niet waar zijn. Niemand geeft om mij en niemand houd van mij, dus waarom doen ze nou zo?
Dan rammelt mijn maag ineens en ik bloos. Ik heb al even niks gegeten. Gisteren alleen maar een chocolade cupcake op en vandaag nog helemaal niks, want ze waren het in de ochtend vergeten en de planning was om na de achtbaan wat te gaan eten. Nou daar is dus niks van gekomen. Ik zou eigenlijk niet eens weten hoe laat het nu is.
Iedereen kijkt me aan en Carlisle zegt “Ik ga wel even wat eten halen.” tegen mij.
Ik bloos, ik wil helemaal niet eten. Het ging net zo goed vandaag en gisteren, misschien ben ik weer wat afgevallen en dan kan ik dat nu niet aankomen! Ik begin langzaam in paniek te raken. Ik moet me heel goed concentreren om kalm te blijven, want als ik nu in paniek raak word ik ontdekt.
Edward en Alice kijken me allebei heel verdacht aan, maar ik probeer er niet op te letten en gewoon rustig adem te halen. Het werkt, denk ik.
Na een paar minuten komt Carlisle terug met een dienblad vol met eten en zet het op het tafeltje naast het bed. Ik ga langzaam op het bed zitten en iedereen kijkt mij aan. “Wat?” vraag ik blozend.
“Ga je nog eten of niet?” vraagt Alice ongeduldig. “We hebben vandaag nog meer te doen, zoals naar het pretpark toegaan.” voegt ze toe.
Ik kijk Alice met een ongelovige blik aan “We gaan nog naar het pretpark?” vraag ik enthousiast.
“Yup, maar je moet eerst eten.” zegt ze.
Oh, ik pak het blad en pak de appel ervan af. Ik begin er kleine hapjes vanaf te nemen. Er ligt nog veel meer op, twee boterhammen met jam en nog water en een klein kommetje soep. Ik besluit wat ik allemaal wel ga eten of drinken en wat niet. De appel kan best, maar de boterhammen ga ik echt niet opeten, net als de soep trouwens. Het water kan best, daar zitten toch geen calorieën in.
“Bella, ben je van plan om ooit nog klaar te zijn?” vraagt Alice ongeduldig, zoals altijd.
Ik bloos en pak snel het water en drink het leeg. De appel is half op, maar ik voel mezelf nu al helemaal vies en dik.
“Ik heb genoeg zo. Zullen we gaan?” vraag ik snel en ik sta meteen op, terwijl ik het dienblad op het kastje weer terug zet. Iedereen kijkt me aan alsof ik gek ben en ik raak meteen gestrest “Wat?” vraag ik nogmaals, ik heb dit vandaag volgens mij echt al heel vaak moeten zeggen!
“Bella, je moet echt meer eten dan dat. Dit is veel te weinig.” zegt Carlisle als eerste en de anderen knikken om dat te bevestigen.
“Maar ik heb geen honger meer.” en ik probeer hem zo zielig mogelijk aan te kijken. Volgens mij werkt het, want hij zucht.
“Oké, maar je moet vanmiddag echt weer wat eten dan.” zegt hij streng. Ik knik, dat moet dan maar. Als het maar niks vies is of met veel calorieën, want dan weiger ik gewoon.
Edward pakt een setje kleren die op de stoel in de hoek liggen en geeft ze aan mij. Ik kijk ernaar “Alice, kan ik niet gewoon mijn eigen kleren dragen?” smeek ik haar.
Maar Alice blijft Alice “Nee, deze kleren zijn veel mooier!” zegt ze vrolijk. Ik knik maar en loop naar de badkamer.
Als ik mijn kleren aan heb loop ik de kamer weer binnen en Carlisle, Alice en Edward stoppen meteen met praten. “Stoor ik jullie?” vraag ik aan ze.
“Nee, tuurlijk niet Bella.” zegt Edward.
“Laten we gaan!” zegt Alice een tikkeltje te vrolijk naar mijn mening, maar ja wanneer niet?
Ik pak mijn spullen en we lopen door het ziekenhuis. Als we bij de wachtkamer aankomen zie ik iedereen daar zitten, zelfs Rosalie. Onze band is dan misschien wel wat beter geworden sinds dat gebeuren met Edward, maar ze mag me nog steeds niet volledig. Ik vind het wel jammer, want ik denk dat we het op zich wel goed zouden moeten kunnen vinden, maar helaas kan ik er niks aan veranderen.
Emmett komt naar me toegelopen en tilt me in een enorme knuffel op. “Nooit meer in achtbanen jij!” fluistert hij in mijn oor.
Ik lach “In je dromen Emmett.” zeg ik tegen hem. En hij moet ook lachen.
“Uhm Bella?” zegt Carlisle en ik kijk hem aan. “Je mag de komende tijd niet in achtbanen.” zegt hij.
Ik schrik. Ik had er nog niet zo over na gedacht, maar ik dacht dat ik nu gewoon weer in achtbanen mocht aangezien de operatie was gelukt. “Waarom niet?” vraag ik verdrietig aan hem.
“Je hand moet nog genezen. Als je nu in achtbanen zou gaan dan zou het weer opnieuw open gaan en dan kunnen er ontstekingen komen. En trouwens met je arm mag het ook niet. Dat kan ook net zo goed opengaan. En dat willen we niet.” legt hij me uit.
“Wow, wacht even. Hoezo haar arm?” vraagt Emmett bezorgd. Oh god, nee alsjeblieft niet. Zeg het niet Carlisle, denk ik heel hard in mijn hoofd.
“Dat vraag je maar aan Bella.” zegt Carlisle. Ik geef hem mijn dodelijkste blik, ook al moet iedereen daar altijd om lachen wat ik dus echt NIET snap.
Ik zie hoe iedereen mij nu aankijkt, zelfs Rosalie. Ik word langzaam rood. Ik wil dit niet vertellen, dadelijk denken ze dat ik het doe om aandacht of zo en dat is echt niet waar. Ik probeer het juist zo goed mogelijk te verbergen, maar ik word iedere keer gesnapt door bepaalde vampiers met bepaalde kracht *kuch* Alice *kuch*.
“Je hoeft het niet te vertellen Bella.” zegt Edward tegen mij.
Ik twijfel zelf heel erg, want ik wil Esme bijvoorbeeld geen pijn doen en ik weet dat het Rosalie toch niks boeit, maar iets houd me tegen om het te vertellen.
“Wat hoeft ze niet te vertellen?” vraagt Emmett nu heel beschermend over mij.
“Het is niks Emmett, vergeet het gewoon.” zeg ik maar tegen hem, maar Emmett blijft Emmett. Hij pakt mijn mauwen vast en doet ze omhoog, zo snel dat ik het nog niet eens doorheb tot iedereen – behalve Carlisle, Edward en Alice – schrikt.
Esme begint te huilen, zonder tranen dan wel, maar als nog te huilen en de rest zie ik gewoon geschokt staren naar de verse wonden op mijn arm. Mijn hoofd word rood en voor de zoveelste keer vandaag komen de tranen omhoog. Ik wil ze niet pijn doen en ik wil niet dat ik hun überhaupt betrek bij mijn problemen.
Ik trek ondertussen gauw weer mijn mauwen omlaag, omdat het koud word, maar ook omdat iedereen maar blijft staren en ik kan daar echt niet tegen.
Zonder dat ik het doorheb begin ik te rennen. Ik weet niet waarheen, maar ik ren. Ik moet weg hier, is het enigste wat ik denk. En ik blijf maar rennen en rennen. Ik zie de trap en ik ga zo snel als ik kan de trap af en probeer zo min mogelijk te struikelen, want ik wil liever niet vallen op mijn hand.
Als ik op de begane grond kom ren ik zo snel als ik kan naar de deur. Achter me hoor ik wat mensen mijn naam roepen, maar ik negeer het zo goed als mogelijk is.
Het ziekenhuis staat recht naast een bos en ik ren zo snel mogelijk zo diep mogelijk het bos in en val tegen een boom aan. Ik begin te huilen en te huilen en ik kan niet meer stoppen.
Algauw voel ik twee sterke armen om me heen. Emmett. Dat weet ik vrij zeker, Edwards knuffels ken ik al veel te goed. Ik blijf opgekruld in een balletje zitten en negeer hem gewoon.
Na een paar minuten til ik mijn hoofd op en zie de rest van de Cullens daar ook staan, maar ik had wel gelijk, Emmett was degene die zijn armen om mij heen had geslagen.
“Het spijt me.” zeg ik met trillende stem. Het is best wel koud buiten en Emmetts koude lichaamstemperatuur maakt het er niet beter op. Emmett trekt zijn jas uit en slaat hem om me heen, waarschijnlijk merkte hij dat ik het koud heb.
“Het maakt niks uit, maar waarom rende je weg?” vraagt hij kalm aan mij.
“Ik kon het niet aanzien hoe Esme zat te huilen en de reacties van jullie allemaal.” zeg ik voorzichtig.
Emmett knuffelt me nogmaals en zegt dan “Het spijt me. Ik vind het niet fijn om mijn zusje in zulk groot verdriet te zien.” zegt hij tegen me. Zijn zusje? Ziet hij mij als zijn zusje?
Ik knuffel Emmett “Bedankt. En het spijt me dat ik zo reageerde.” zeg ik tegen hem voornamelijk.
“Het is niet erg. Ik snap het wel, maar zeg het voortaan tegen ons als je je niet goed voelt. We willen helpen weet je.” verteld hij me. Dat is al de tweede keer dat iemand me dat zegt. Zou het dan toch echt zo zijn?
Ik wil het eigenlijk niet vragen, want het klinkt zo arrogant maar ik moet het gewoon weten. “Ik wil dit gewoon even weten, oké? Houden jullie van me?” ik bloos om mijn eigen domme vraag. Natuurlijk niet, wat verwacht je!
Emmett kijkt me aan alsof ik gek ben geworden, net als de anderen. “Natuurlijk houden we van je!” zegt hij geschokt. Nu is het mijn beurt om geschokt te zijn. Ze. Houden. Van. Me? Dat heeft nog nooit iemand tegen me gezegd. Behalve Edward en toen... toen verliet hij me.
Ik blijf even geschokt naar Emmetts gezicht kijken en probeer het te verwerken. Het is moeilijker dan je zou denken. Ik begrijp niet dat hij dat echt heeft gezegd. Is het een leugen of meent hij het serieus. Ze gaan me nu toch niet verlaten hè? Of wel?
Het is een grote bende in mijn hoofd op het moment en ik ben enorm in de war. Ik weet niet wat ik moet geloven. De woorden die Edward toen in het bos tegen me heeft gezegd spoken nog steeds door mijn hoofd en ik krijg ze er niet meer uit.
“Bella? Zeg wat, alsjeblieft?” zegt Emmett alweer bezorgd.
“Ik weet niet wat.” zeg ik uiteindelijk maar.
“Waar denk je aan?” vraagt hij.
“Ik weet niet of...” midden in de zin stop ik, dit kan ik ze echt niet vertellen. Het zou ten eerste Edwards hart breken en ten tweede de harten van de andere ook, denk ik, als Emmett echt meent wat hij zegt.
“Wat weet je niet?” vraagt Emmett.
“Niks, laat maar.” ik krabbel weer terug.
“Bella, geen laat maar meer! Vertel het, ik wil helpen.” zegt hij zo overtuigend dat ik niks anders kan dan het hem vertellen en dan helaas meteen ook de rest.
“Ik weet niet of je het echt meent.” zeg ik na even rustig die ingeademd te hebben.
“Natuurlijk wel gekkie. Waarom zou ik liegen tegen jou?” zegt hij.
“Nou gewoon, omdat je je schuldig voelt dat ik me zo voel of zo?” het is meer een vraag dan een antwoord.
“Isabella Marie Swan. Ik voel me schuldig, dat klopt, maar niet op de manier dat jij bedoeld!” zegt hij streng.
“Hoe dan?” vraag ik bijna fluisterend.
“Ik voel me schuldig dat ik je niet goed kan helpen en dat je ons niet genoeg vertrouwt om jou te helpen.” zegt hij.
Nu voel ik me schuldig “Ik vertrouw jullie wel...” zeg ik, maar ik wordt onderbroken door Emmett.
“Nee, dat doe je niet. Anders had je wel gewoon vertelt wat er aan de hand is, maar dat weiger je.” zegt hij.
Ik weet dat hij wel voor een deel gelijk heeft, maar het is gewoon zo moeilijk om mijn gevoelens te zeggen. Ik zucht. “Je hebt wel gelijk. Voor een deel. Maar ik wil het wel graag vertellen. Echt. Maar het is moeilijk weet je. Ik heb altijd alles ingehouden en dat kan ik niet zomaar ineens niet meer doen, dit is veel vertrouwder.” leg ik hem uit.
Hij kijkt me zachtjes aan “Dat weet ik, maar wij gaan jou daarmee helpen. Maar je moet ons wel eerst binnenlaten.” zegt hij. Ik weet dat hij gelijk heeft. En ik wist echt niet dat Emmett zo'n zachte kant had, maar ik moet ze gaan toelaten. Ik kan niet meer alles verbergen voor ze. Ze zijn als familie voor mij geworden.
“Oké, ik zal het gaan proberen.” zeg ik tegen hem.
Hij knikt en helpt me overeind. “Heb je zin om nu naar het pretpark te gaan?” vraagt hij weer enthousiast en weer helemaal de oude Emmett. Ik moet haast lachen om de snelle overgang van lieve bezorgde Emmett naar 'het-boeit-me-allemaal-geen-fuck Emmett.
“Ja, ik ben er helemaal klaar voor.” zeg ik zo vrolijk mogelijk en ik veeg de laatste tranen weg...
En????? Wat vonden jullie van dit hoofdstuk? Laat het me weten. Persoonlijk vind ik dit een heel goed hoofdstuk en ik vind het echt leuk, maar ik wil graag weten wat jullie ervan vinden!
Laat het me weten en diegene van wie ik de beste reactie krijg daar draag ik het volgende hoofdstuk aan op.
Xxx I love u guys!
Reacties:
Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.