Hoofdcategorieën
Home » Pirates Of The Caribbean » Lucas Turner en de schat van El Dorado » 15
Lucas Turner en de schat van El Dorado
15
Janice moest toegeven dat Lucas haar aangenaam verrast had. Zijn idee om George zijn plaats in te nemen zou werkelijk gelukt zijn mocht het originele exemplaar niet zijn opgedoken. Ah ja, er bestaat dan ook geen perfect plan, je moet altijd klaar zijn om te kunnen improviseren.
‘Wat zijn jullie met me van plan?’
Porter had al die tijd geen woord gezegd dus het verbaasde haar om zijn stem te horen.
‘Ik kan me niet herinneren dat ik jou uitleg verschuldigd ben.’
‘Nee, dat ben je niet. Maar het zou aardig zijn dat je me niet zo in het duister liet tasten. Denk je ook niet, mijn lieve Meera?’
Het meisje begroef haar gezicht in de zij van Janice, instinctief sloeg die haar arm beschermend om haar schouders.
‘Aardig zou het inderdaad zijn. Alleen heb ik eerder zin om een kogel tussen je benen te schieten dan aardig tegen je te zijn.’
Ze kon een glimlach niet onderdrukken toen zijn gezicht zo wit werd als een vaatdoek.
Maar toen voelde Porter beweging aan zijn benen, de bewusteloze Walter kwam stilaan weer in beweging en die hoer leek het niet in de gaten te hebben.
‘Zo veel haat. Hoe kan zo een prachtige jonge vrouw gevuld zijn met zo veel haat?’
Een onheilspellend geklik weerklonk toen Janice de haan aanspande.
‘Ik waarschuw je nog een keer. Hou je kop!’ Dreigde ze ijzig kalm.
Zonder naar beneden te kijken trapte ze drie keer. Walter was onmiddellijk weer zijn kalme zelf.
‘Je kan hier niet weg. Iedereen is naar me op zoek. Ze laten jullie echt niet gaan.’
Janice kreeg pas echt de slappe lach toen ze zag dat de man het nu letterlijk in zijn broek deed, het was zo amusant dat zelf Meera even durfde opkijken.
‘Maak je daar maar geen zorgen over te maken. Ik heb alles perfect gepland.’
Er was al weer een uur verstreken sinds de ontvoering. Kapitein Elliott Lawrence voelde dat hij stilaan wanhopig begon te worden. Drie volle maanden stond hij aan het hoofd van de persoonlijke lijfwacht van de gouverneur, drie maanden en zijn eerste grote wapenfeit is dat de gouverneur gewoon onder zijn ogen word ontvoert. Hij was zo diep in zijn eigen ellende verzonken dat hij niet eens hoorde dat iemand hem riep. Hij zag het pas toen een van de soldaten samen met een vreemde man voor hem kwamen staan.
‘Wie ben jij?’
‘Hubert, mijn heer! Koetsier van de gouverneur. Het is vreselijk, ze hebben die arme Walter vermoord, en ze hebben de gouverneur mee genomen.’
Elliott zijn hart begon sneller te kloppen.
‘Waarheen?’
‘Naar het westen. Ze hebben de paarden van de koets gestolen dus ik denk dat ze een redelijke voorsprong hebben.’
Meer aansporing had de jonge kapitein niet meer nodig. Hij haf zijn paard meteen de sporen, er van overtuigd dat zijn mannen hem meteen zouden volgen. Misschien was zijn carrière nog niet volledig verloren. Als hij er in slaagde om niet alleen de gouverneur te redden maar ook die twee te vangen zou hij zijn vel nog kunnen redden.
Het duurde uiteindelijk nog meer dan een kwartier maar uiteindelijk vonden ze dan toch het spoor van de paarden. En bij de heldere volle maan konden ze hun prooi al snel waarnemen. Tot zijn frustratie zag Elliott dat ze het paard van Porter zodanig aan die van hen hadden gebonden dat hij eigenlijk dienst deed als levend schild. Er zat niets anders op dan hen op eigen kracht in te halen.
‘Jenkins! Aarons! Jullie benaderen hen langs de rechterflank! Duncan! Harolds! De linkse is voor jullie! Ik benader hen langs achteren!’
Zijn bevelen werden beantwoord door zwaarden die uit de schede getrokken. De mannen waren goed opgeleid en hadden verder geen woorden nodig om te begrijpen wat hij wou.
Hij spoorde zijn paard nog eens extra aan. Niet dat het echt nodig bleek te zijn. De rijdieren van de ontvoerders, die nooit meer deden dan het trekken van een wagen, konden duidelijk niet op tegen de getrainde oorlogspaarden.
Ze wonnen zo snel terrein dat Elliott erg voorzichtig werd, het zou kunnen dat de twee wel eens in paniek konden raken, iets wat tot de dood van de gouverneur kon leiden.
Vreemd genoeg bleven de twee kalm bij dit alles, meer nog, het leek wel alsof ze hen niet in de gaten hadden. Hij werd nog wantrouwiger toen ze het drietal eindelijk wisten in te sluiten. Als zijn mannen de paarden niet hadden tegen gehouden zouden ze gewoon verder gereden zijn. Het was natuurlijk normaal dat ze zouden proberen om weg te vluchten maar je zou toch echt denken dat ze op zijn minst een wapen zouden trekken;
‘Kapitein. Dit geloofd u niet.’
Toen Elliott wat beter keek zag hij het antwoord op al zijn vragen. De polsen van het drietal waren aan de zadels vastgebonden en ze waren de mond gesnoerd.
‘Mijn heer?’ Vroeg hij aarzelend aan de rijk geklede man. Hij voelde zijn hart bijna stil staan toen hij het verweerde gezicht van een oude man zag.
‘Nee! Mijn naam is Hubert. De koetsier.’
Hubert? Nee dat kon niet, die man had hij daarnet nog gesproken. Het duurde enkele ogenblikken voor zijn tweede grote fout van die avond tot hem door wou dringen.
‘Idioot!’ Gilde Porter zo luid dat Elliott bijna van zijn paard viel. De man had de grootse moeite om van zijn paard af te stijgen. Niet moeilijk als je bedacht dat hij op dit moment erg oncomfortabele vrouwenkleren droeg.
‘Idioot! Jij bent ontslagen!’
Reacties:
O mijn hemel,
wat een mooi hoofdstuk is dit weer, prachtig en sterk.
wel echt weten hoe dit verder gaat, want is echt een top verhaal.
Baham!
Beetje chaos strooien!
Snel verder!
Ik ben benieuwd!
Knal verhaal!
Wohoo!
Dit is echt gaaf!
Snel verder!