Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Tokio Hotel » Third World War » Two

Third World War

9 maart 2015 - 13:48

1344

6

681



Two

De Professor ontwaakt ergens tussen het gekraak van de trap en mijn gestruikel in de gang (het is donker en er slingert altijd wel wat rond), want ze zit rechtop in bed wanneer ik de kamer in stap. Het is door ervaring makkelijk om de piepende machientjes en uitgestalde monstruositeiten te negeren, ik kijk haar recht aan.
“Je hebt het niet,” stelt ze zo toonloos vast dat ik niet weet hoe ze zich daar bij voelt. Als ze überhaupt al iets voelt, nog doordrenkt van slaap.
“Niet meer, maar ik ga het zo terug halen.”
Haar wenkbrauwen schieten omhoog. “Waarom heb je me d-”
“Michael.” Mijn schouders zakken. “Het is Michael.”

Eerder vandaag probeerde ik mezelf te doen geloven dat hij oké ging zijn, dat het enkel oppervlakkig huidbreken was; nu Michael ontbloot op Emma’s tafel ligt, beleeft mijn maag gymnastische hoogdagen. “Waag het niet dood te gaan,” verwoordt Suki wat we allemaal denken. Ondanks hoe erg hij er aan toe is, houdt zij zich sterk. Ik wou dat we dat allemaal konden zijn.
Ik kan niet eens blijven kijken, laat staan hem bemoedigend toespreken.
Ik haat mezelf een klein beetje wanneer ik de kamer uit been, maar kan mezelf nog net van zelfmedelijden weerhouden door me te focussen op wat me te doen staat.
In de woonkamer zit een klein legertje, een peloton meisjes dat al voor de oorlog heel veel verloren heeft, en ze zijn allemaal meer dan gebrand om terug te krijgen wat van ons afgenomen is. Het moment van rouw over ons verloren pakketje was verbazend snel voorbij, nog sneller dan ik mijn koffiekom leeg kon drinken.
“Ik neem de Bs mee vandaag.”
"Meisjes met B-cups?" vraagt Kayley prompt. Ik lach, ook al leek dat me onmogelijk nog geen minuut geleden.
"Bo en Bella, slimme," antwoord ik en sla haar tegen de achterkant van haar hoofd. "Ik ga jou geen reden geven om nog meer naar borsten te gluren."
Kayley haalt haar schouders op alsof ze wilt zeggen, “wat ga je er aan doen?”, maar ik heb me ondertussen op Bo en Bella gericht.
“Ik zie jullie zo in de keuken, en dan vertel ik wel waarom ik jullie meeneem. Want het is niet alleen omdat jullie nog niet eerder mee op schooluitstap zijn geweest.” Er wordt gegrinnikt door de wat oudere leden, maar ondanks dat blijft de sfeer redelijk gespannen.
Ze schieten uit hun startblokken en ik ga naar de keuken, hijs me op het aanrecht en dwing nog een kopje koffie uit de pruttelende machine.

De straten zijn extra glibberig rondom het kanaal. Ik frons terwijl ik me concentreer op niet uitglijden. De kasseien lachen zachtjes onder mijn zolen elke keer ik bijna met mijn voorgevel tegen de grond smak. Daar bovenop heb ik twee meisjes in mijn kielzog die ik niet kan en zal kwijt raken—ze hebben hier net iets te veel meegemaakt om niet op hen te blijven letten.
Maar ze lijken het niet door te laten dringen en ik ben onder de indruk.
Hier werden ze in het kanaal gekieperd, nadat Bella had geveinsd dat ze niet kon zwemmen. De twee redden elkaar die dag, zorgden ervoor dat ze allebei op de kant kwamen zonder in het zicht te komen, en daar vonden we hen de volgende morgen—onderkoeld en doodsbang.
Sindsdien zwemmen ze bijna elke dag samen, achter het huis waar het kanaal door de vlakte klieft. Het is nu meer hun tempel dan het toen bijna hun graf was.
Ze vinden de toegang tot het portaal voor ik het nog maar zie en dan zitten we plots niet meer in de bijtende wind die ons in de wangen sneed. Mijn vingers tintelen al een tijdje niet meer, hebben het gewoon opgegeven om nog maar iets te voelen, en als ik ze in mijn zakken kon steken dan zou ik dat doen. In plaats daarvan haal ik Kols zakmes boven en morrel ermee in een zwaar hangslot dat weinig meegeeft wanneer Bo er aan trekt.
Mijn omgeving, ondanks de duisternis, is mooi op een manier die ik vroeger kon bekoren. Verlaten panden, klimop dat zijn ranken om ruïnes slaat en stukken aan elkaar naait—de set voor apocalypsedromen en oneindige inspiratie. Nu is het de plek waar kwaad geschiedt.
Eindelijk, na een korte eeuwigheid, valt het slot met een bons op de grond en blijft daar roerloos liggen. Ik trek de kettingen van de deurhengsels en dan kunnen we naar binnen.
Er staat niet veel. Een paar tafels tegen de muren geschoven, en een zee aan stof.
“Shit,” mopper ik zachtjes. We hebben bewijs dat ze hier niet zijn maar ik voel me nog steeds niet veilig genoeg om hardop te praten. “Ze zijn hier weg.”
Dit zat niet in het plan. Hier verbleven ze de laatste keer we een aanvaring met hen hadden. Sindsdien zijn ze blijkbaar verhuisd, en nu moeten we met lege handen terug.
“Er is nog een plek waar ze misschien zijn…” Bella kijkt somber wanneer ze dat zegt, niet bewust van hoe erg ik haar wil knuffelen omdat we dan misschien toch niet gefaald hebben. “Misschien zitten ze bij mijn broer.”

Ze zitten, inderdaad, bij haar broer. En ik zie dat het haar pijn doet om naar hem te kunnen kijken door het raampje heen, zonder dat hij het merkt.
Haar verhaal was tragisch, en haar verdriet is bijna tastbaar. Ik voel niet het verdriet dat zij voelt, in plaats daarvan woede die zij zou moeten voelen. Hij verkocht haar zodra hij kon, wetende dat ze zou sterven wanneer ze niet meer nuttig was. Maar zij voelt enkel het verlies van haar broer, het enige familielid dat ze nog had.
“Als hij hen niet verdedigt, kunnen we hem misschien laten leven,” fluister ik. Bo knikt.
Bella’s blik slaagt zo snel om dat ik hem bijna niet zag, en ze ziet er plots heel vastberaden uit als ze haar hoofd schudt. “Nee. Hij is een lafaard,” de woede die ik eerder in haar plaats voelde, klinkt nu achter elk woord, “en hij verklikt ons als hij de kans krijgt. Hij mag niet overleven om te vertellen dat Bo en ik nog leven.”
“Ben je zeker?” Mijn hand rust op haar arm en in tegenstelling tot vele anderen wanneer ze semi-getroost worden, lijkt zij zich er niet aan te storen.
“Ja.”
Dus laat ik mijn rugzak van mijn schouder glijden en haal er mijn vertrouwde SIG-Sauer P226 uit. Ik steek nog een extra magazijn in mijn achterzak terwijl mijn linkerhand het geweer balanceert. Het gewicht drukt geruststellend tegen mijn palm.
Bo en Bella bewapenen zich ook met hun gewoonlijke wapen naar keuze. Bella is zo snel als ze klein is (op Kayley na waarschijnlijk de kleinste van ons gezelschap) en dus gebruikt ze standaard een mes. Het lemmet is een boksbeugel dat zich losjes om haar vingers spant en ik heb haar er al een paar keer mee bezig gezien, al was dat wel telkens uit verdediging en niet omdat we effectief aanvielen—zover ik weet, heeft ze nog nooit iemand vermoord dus zullen we de volgende weken nog wat meer nachtelijk geschreeuw ondervinden.
En zacht gejank, als het haar broer is die de eerste is.
Ik zucht door er nog maar aan te denken.
Bo is lang en pezig, haar schouders zijn stevig en ze kan wel wat hebben, dus in haar armen ligt een werkelijke schoonheid. De Heckler & Koch MP7 is redelijk klein voor zijn soort, maar wel uiterst effectief. (En zwaar, ik heb hem eens vast gehad.) De kogels vliegen eruit als stormregen die tegen ramen trommelt en ik heb haar eens een klein arsenaal uitschot neer zien maaien. Omdat ze zo’n opvallende verschijning is, moet ze haar tegenstanders zien uit te schakelen voor zij haar in de gaten krijgen.
Dat betekent dat Bo de eerste ronde voor zicht neemt, terwijl Bella en ik ons in het hol van de leeuw moeten jagen. Niemand van hen gaat het overleven, maar we zullen er een paar aan de praat moeten krijgen als we niet vinden waarvoor we gekomen zijn.
Het glas breekt onder mijn vuist met een bevredigend lawaai en nog voor iemand kan reageren, heeft Bo kogels door drie hoofden geboord. Lege kogelhulzen kletteren tegen de grond.
Aan het gestommel te horen, proberen ze schutting te zoeken.
Schattig…


Happy Valentine's, my loves.


Reacties:

1 2

CosmicPurple
CosmicPurple zei op 14 feb 2014 - 17:51:
This gives a whole new meaning to the St. Valentine's day massacre ;D
Love it, love it, lovelovelove it!
In de woonkamer zit een klein legertje, een peloton meisjes dat al voor de oorlog heel veel verloren heeft, en ze zijn allemaal meer dan gebrand om terug te krijgen wat van ons afgenomen is.

Hier kreeg ik er zo'n Sucker Punch gevoel van, dus hoera!
Bo is lang en pezig, haar schouders zijn stevig en ze kan wel wat hebben, dus in haar armen ligt een werkelijke schoonheid. De Heckler & Koch MP7 is redelijk klein voor zijn soort, maar wel uiterst effectief. (En zwaar, ik heb hem eens vast gehad.) De kogels vliegen eruit als stormregen die tegen ramen trommelt en ik heb haar eens een klein arsenaal uitschot neer zien maaien. Omdat ze zo’n opvallende verschijning is, moet ze haar tegenstanders zien uit te schakelen voor zij haar in de gaten krijgen.

En Bo is een fucking BADASS!
...nu Michael ontbloot op Emma’s tafel ligt,

En Emms is onze professor, dus ons kan niks gebeuren n.n
Niemand van hen gaat het overleven, maar we zullen er een paar aan de praat moeten krijgen als we niet vinden waarvoor we gekomen zijn.

Let's go get our torture on
Schattig…

Eeeeexactly.

MOAR!