Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » The Hobbit » Dúriel, dochter van Mirkwood » Proloog

Dúriel, dochter van Mirkwood

20 feb 2014 - 13:49

1438

6

1138



Proloog

Dúriel zat naast de rivier en gooide steentjes in het water. Ze had de groep van jonge elfen waarmee ze was, verlaten. Ze vonden haar storend. De elfen werden getraind tot krijgers, de besten van Mirkwood. En Dúriel was een goede vechter, maar ze noemden haar roekeloos en grof. Ze kon niet lichtvoetig lopen zoals de anderen. Daar hadden ze gelijk in, ze maakte genoeg geluid om hen te verraden als er vijanden in de buurt zouden zijn.
Het was de bedoeling dat ze haar moeder op zou volgen. Maar ze kon nog niet zien hoe. De koning Thranduil had haar nooit zo erg gemogen. Als zijn blik op haar viel, keek hij alsof ze een walgelijke misvertoning in zijn kasteel was. Ze had ook gehoord hoe zijn zoon haar onhoffelijk noemde. Dat kon ze alleen niet geheel ontkennen.
Zo ontevreden als sommigen van haar volk met haar waren, zo ontevreden was ze met hen. Ze begreep ze niet, en ze begreep nooit waarom ze haar haatten. Ze kon onbeleefd zijn en grof, maar ze was niet gemeen. Ze zou geen vlieg kwaad doen. Behalve als die vlieg Thrindilas heette, maar dat was een geval apart.
Thrindilas was een blondharige elf van ongeveer Dúriel leeftijd. En, helaas, was hij de zoon van Prins Legolas. Daarom keek hij op Dúriel neer, en dat liet hij graag merken.
‘’Wat doe jij hier?’’ klonk een strenge stem achter haar.
Ze gooide nog een steentje in de rivier, voor ze zich had omdraaide. Want ze had de stem al herkend en wist dat het toch geen zin meer had om zich te verontschuldigen. Hij was al boos op haar. Hij was altijd boos op haar.
‘’Mijnheer.’’ Ze klom de rotsen op tot ze vlak voor hem stond. ‘’Ik ben mijn groep verloren, vrees ik.’’ Met alle onschuldigheid die ze kon verzamelen, keek ze in zijn donkerblauwe ogen.
Jighulir fronste. ‘’Het moet nog lastig voor je geweest zijn om ze te verliezen. Iedereen kan ze van mijlenver horen én zien.’’ Jighulir was de jongste van de aanvoerders van Mirkwood. Maar nu ze erover dacht, wist Dúriel niet eens zeker of hij wel echt de titel ‘aanvoerder’ droeg.
Ze keek om zich heen. ‘’Ik kan ze niet vinden. Ik kan ze ook niet bijhouden. De meeste van hen zijn veel langer dan ik, veel atletischer.’’
‘’Dan moet je beter je best doen,’’ zei hij. ‘’Je vader moet lui geweest zijn, want je moeder is dat niet.’’ Hij keek haar een paar seconden aan. ‘’We hadden allemaal zoveel meer verwacht van haar kind. Behalve Prins Legolas dan, die het al leek te weten voor je geboren was. En hij had gelijk.’’
‘’Inderdaad,’’ lachte iemand.
Dúriel draaide snel naar links en haalde haar boog tevoorschijn. Maar ze wist wat er zou gebeuren als ze hem verwondde.
‘’Muindin zei dat je boos weggegaan bent toen ze probeerden je beter te laten lopen. Je weet wel, stiller.’’ Thrindilas stond stil naast Jighulir, die dit niet veel leuker scheen te vinden dan Dúriel.
Thrindilas schudde zijn hoofd terwijl zijn ogen haar onderzochten. ‘’Je vader moet inderdaad een vreemde elf geweest zijn. Ik durf mijn leven erom te verwedden dat je dat haar van hem hebt.’’ Dúriel wist dat hij behoorlijk blij was met zijn eigen haar, wat ze nogal zielig vond. Het was lang, licht en blond. Dat van haar was donker en dik en hing altijd in haar ogen.
‘’Hij moet echt enorm lelijk geweest zijn om – ‘’
‘’Praat niet over mijn vader!’’ Ze schreeuwde het voor ze er erg in had. ‘’Je weet niets van hem. Misschien was hij klein en hopelijk had hij niet jouw haar. Maar hij had tenminste ook niet jouw arrogantie.’’
Ze zag de woede in zijn ogen groeien en wist dat ze een stap te ver gegaan was.
‘’Hoe durf je tegen me te schreeuwen,’’ siste hij. ‘’Hoe durf je me te beledigen? Hier zul je voor boeten. Reken maar!’’ Hij keek naar Jighulir. ‘’Pak het monster. We gaan rechtstreeks naar de koning.’’
‘’Is dat niet wat overdreven?’’ Er klonk een lichte irritatie in Jighulirs stem. ‘’Koning Thranduil zou het te druk kunnen hebben om een klein geschil op te lossen.’’
‘’Dit is géén klein geschil,’’ riep Thrindilas.
Als ze niet zo in de problemen had gezeten, had Dúriel waarschijnlijk gelachen om zijn schrille stem en zijn rode gezicht. Maar ze vreesde dat hij zijn plan zou doorvoeren zonder Jighulirs goedkeuring.
‘’Breng haar in ieder geval naar het kasteel.’’ Thrindilas begon te lopen. Jighulir pakte haar schouder en duwde haar over het bospad.
‘’Ik kan zelf wel lopen,’’ gromde ze. Toen hij haar losliet, stapte ze snel bij hen vandaan en bleef op die afstand lopen.
‘’Open de poorten!’’ Thrindilas zwaaide terwijl ze over de brug liepen. De wachters openden de poorten meteen. ‘’We gaan meteen naar de hal van de koning,’’ schreeuwde Thrindilas naar achteren, terwijl ze doorliepen.
Jighulir fronste opnieuw. Geïrriteerd stopte hij Thrindilas door hem bij de schouders te pakken.
‘’Blijf van me af!’’
‘’Het spijt me.’’ Jighulir maakte een korte buiging. ‘’Ik vrees alleen dat de koning nu niet de tijd heft om deze zaak op te lossen.’’
‘’Hij kan tijd maken,’’ snauwde Thrindilas. ‘’Ik ben zijn kleinzoon. En trouwens, hij hoeft niets op te lossen. Hij hoeft alleen te straffen.’’
‘’Wat gebeurt hier?’’ De twee elfen die aan kwamen lopen, maakten het af. Dúriel was opgelucht, maar vreesde alsnog voor wat er zou gebeuren.
Thrindilas’ vader liep naast haar moeder. Ze keken elkaar even aan, voor Legolas naar zijn zoon toe ging.
‘’Leg dit alsjeblieft uit. Waarom schreeuw je door de gangen als een klein kind?’’
Terwijl Thrindilas zijn frustraties uitlegde, kwam Dúriels moeder naar haar toe en legde een hand op haar schouder. Toen Thrindilas uitgepraat was keek Legolas naar zijn zoon. ‘’Waardigheid,’’ fluisterde hij. Toen keek hij om Dúriel negerend.
‘’Tauriel, neem haar alsjebieft – ‘’
‘’Ze beledigde me omdat ik de waarheid over haar vader zei!’’ brulde Thrindilas.
Legolas fronste. En toen hij naar Dúriel keek, leek hij boos. ‘’Tauriel, neem je dwerg mee en ga. Ik wil er niets meer over horen.’’
‘’Wie is er nu beledigend?’’ vroeg Dúriels moeder. ‘’Ik zou niemand uitschelden, Legolas. Want ik kan ook wel wat voor jouw zoon bedenken.’’ Toen pakte ze Dúriels arm en trok haar weg.
‘’Hij noemde me een dwerg!’’ barstte Dúriel uit toen de deur van hun vertrekken achter hen gesloten was.
Haar moeder knikte en ijsbeerde door de kamer, voor ze antwoordde. ‘’En dat is nog beledigender dan je denkt. Want Legolas haat dwergen meer dan de meeste elfen.’’
‘’Waarom?’’ vroeg ze. Ze kon zich niet herinneren dat ze haar moeder ooit zo gezien had. Blijkbaar had de belediging een diepe betekenis voor Legolas. En voor haar. Ze had ooit gezegd dat ze hem haar hele leven al kende. ‘’Waarom noemt hij me dwerg? Zo klein ben ik nu ook weer niet. Ik ben gewoon een elf van Mirkwood, alleen wat minder belangrijk dan hij.’’
Tauriel stond stil en schudde haar hoofd. ‘’Dat ben je niet. Niet in zijn ogen.’’ Ze legde een vuist tegen de muur en fronste boos. ‘’Maar dat is niet jouw fout. Het is de mijne. En die van Legalos, vooral.’’
‘’Jij kunt er niets aan doen moeder.’’ Dúriel liep naar haar toe. ‘’Jighulir vertelde me zelf dat iedereen zo veel van jouw kind verwachtte. Het kan nooit jouw fout zijn.’’
Tauriel schudde haar hoofd. ‘’Ik zou het geen fout noemen. Maar het komt door mij dat Legolas je niet mag. En volgens mij heeft hij zijn zoon geleerd om hetzelfde te denken. En Jighulir weet hier niets van. Hij is nouwelijks ouder dan jij. Hij heeft geen idee, behalve verhalen die hij gehoord heeft.’’ Ze hief haar hand op, toen Dúriel iets wilde zeggen. ‘’Het gaat om je vader. Dat is de enige reden waarom Legolas je haat. Maar voor mij is hij beleefd genoeg om het niet te laten merken. Hij heeft geen problemen met jou. Hij had problemen met je vader. En hij kan er niet tegen dat een deel van hem in jou voortleeft.’’
‘’Waarom haatte hij hem?’’ vroeg Dúriel. ‘’Kende hij hem? Ik dacht dat mijn vader niet uit Mirkwood kwam.’’
‘’Dat is ook zo. Maar Legolas wist wie hij was.’’ Tauriel keek weg. ‘’Legolas hield ooit van me. Dat was zijn enige ware reden om je vader te haten. Maar hij heeft beloofd er nooit over te praten, en daar houdt hij zich aan. Maar zijn gevoelens kan hij niet onder controle houden.
‘’Waar kwam hij vandaan, mijn vader?’’ Ze zette een stap dichter naar haar moeder toe.
‘’Dat maakt niet uit.’’
‘’Jawel.’’
‘’Dan zul je het op een dag zelf ontdekken.’’ Tauriel liep naar een stoel en ging zitten.
‘’Thrindilas doet alsof hij weet wie mijn vader was.’’ Dúriel liep achter haar moeder aan. ‘’Is dat waar?’’
Tauriel schudde haar hoofd. ‘’Ik geloof niet dat Legolas het hem verteld heeft.’’


Reacties:

1 2

juutjee19
juutjee19 zei op 20 feb 2014 - 18:45:
Mooi geschreven!!!
Melding^^
X