Hoofdcategorieën
Home » Overige » Courage • Thorin Oakenshield » Hoofdstuk 4.
Courage • Thorin Oakenshield
Hoofdstuk 4.
Toen Alyssae haar ogen opende, zag ze een dik bladerdak boven haar hoofd. Ze snoof de geur van gras op, evenals een zoete aroma van een niet nader te identificeren plant. De maan bescheen haar armen, die besmeurd waren met modder en stof. Kriskras door elkaar liepen sneeën en littekens, die de spot dreven met haar eens zo gave, roomkleurige huid.
Haar aandacht werd naar een groepje mannen getrokken, dat luidkeels met elkaar stond te discussiëren alsof ze mijlen ver bij het aardmannennest vandaan waren.
‘We kunnen haar hier niet voor dood achterlaten.’
‘We kunnen haar ook niet meenemen.’
Het duurde even voordat haar verdoofde geest begreep dat ze het over haar hadden. ‘Kan ik jullie ergens mee van dienst zijn?’
Het waren natuurlijk de dwergen die haar gered hadden. Alyssae zou hen eeuwig dankbaar zijn.
De stemmen verstomden en dertien paar ogen staarden haar nieuwsgierig aan.
‘Waar kom je vandaan?’ vroeg een van de dwergen. Hij keek haar vanonder zijn zware, donkere wenkbrauwen dreigend aan.
‘Ik kom uit Chyndall,’ antwoordde ze. Het was een vrij onbekende gemeenschap en ze betwijfelde of de dwergen er ooit van gehoord hadden. Dwergen kwamen hier normaliter niet in de buurt en ze vroeg zich af wat ze hier deden, maar besloot er nog niet naar te vragen.
Na het noemen van haar woonplaats steeg er een verontwaardigd gesnuif op uit de groep. Blijkbaar was Chyndall hen niet onbekend.
‘Is ze een elf?’ klonk een vertwijfelde stem.
‘Ja, anderen wezens wonen daar niet,’ merkte een dwerg met een lange, witte baard op . Hij leek met klem de oudste van het gezelschap te zijn.
Alyssae keek nerveus naar het groepje dwergen. Sommigen leken een beetje bevreesd en anderen ontsteld of grimmig. De meeste vriendelijke glimlachen waren verdwenen en ze keek hulpzoekend naar Kili, die haar immers uit haar cel bevrijd had.
‘Kan ze niet met ons mee reizen totdat we het aardmannengebied hebben verlaten?’ opperde hij en hij blikte op de grimmige dwerg, die het eerste tot haar gesproken had. Blijkbaar had hij de leiding over hun missie – of wat hen er ook toe bewogen had dat ze op een plaats als deze verzeild waren geraakt.
‘Daar zullen andere gevaren haar beloeren, terwijl ze dan waarschijnlijk nog beter af is in handen van de aardmannen. Bovendien hebben we de tijd niet haar te escorteren.’
Alyssae sloeg verontwaardigd haar armen over elkaar. ‘Ik heb heus geen escorte nodig. Zodra ik een wapen heb, kan ik me prima verweren!’
‘Pak een steen en leef je uit,’ reageerde de leider onverschillig.
Haar vuisten balden zich van woede, maar een berustende hand op haar schouder deed haar het hoofd omdraaien. ‘Maak je niet al te druk om een koppige dwerg wiens manieren onvoorstelbaar gebrekkig zijn.’ Een oude man – Alyssae herkende hem als een tovenaar – keek haar met een vriendelijke glimlach aan. ‘Welnu, ik durf te wedden dat dit allergezelligste gezelschap nog niet het fatsoen heeft gevonden zich voor te stellen.’ Hij wachtte haar antwoord niet af, maar begon de dwergen voor te stellen. Hoewel er normaal gesproken niets viel aan te merken op Alyssaes geheugen, bleef nu alleen Thorins naam hangen: de leider van de dwergen die over bijzonder weinig tact leek te beschikken.
‘Ik had verwacht dat je je oude vete met het elfenras zou laten rusten nu Heer Elrond je toch zeker van dienst is geweest.’
‘Zo’n simpele daad is wel het minste wat hij mij verschuldigd is,’ luidde Thorins onverzettelijke antwoord.
De tovenaar keek hem kort aan, maar wendde zijn gelaat toen weer naar Alyssae. ‘Mijn naam is Gandalf de Grijze.’
Ze had wel van hem gehoord, maar kon geen grote verrichtingen met zijn naam associëren. ‘Mijn naam is Alyssae.’
‘Welkom, welkom.’ Gandalf keek om zich heen. ‘We missen nu nog slechts één metgezel.’
'''Pak een steen en leef je uit'' geweldig.
ik blijf zeggen dat jouw woordkeuze echt prachtig is. weer heel mooi gedaan!
snel verder ben benieuwd hoe dit verder gaat!