Hoofdcategorieën
Home » Pretty Little Liars » Trust nobody » Hoofdstuk 6
Trust nobody
Hoofdstuk 6
22 december
Na een korte, maar een hele gezellige vlucht, zijn we geland. Ik mag hem heel erg graag, ik zie er al tegen op om hem niet meer te zien. We wachten op onze koffers, hij is ook erg stil. Eindelijk komen mijn koffers, ik begin te stapelen. Jurre is allang klaar en begint te helpen.
"Why on earth heb je zoveel koffer mee?"
Ik zucht, mannen.
"Ik ben hiervoor ook heel lang in Amerika geweest." Eindelijk hebben we ze allemaal. Ik begin te duwen en naar de deuren te lopen om naar de hal waar de families staan te wachten te gaan. Maar hij trekt me naar een hoekje.
"Je zou me nog iets vertellen."
Ik had gehoopt dat hij het vergeten zou zijn, maar helaas heeft hij een geweldig goed geheugen.
"Ik.. ik"
Waarom moet ik nou zo stotteren? Ik haat het, maar ik kom niet uit mijn woorden, ik ga hem missen. Heel erg missen, de eenzaamheid van thuis staat weer op me te wachten. Nu moet ik sterk blijven. Ik heb het al zolang alleen uit gehouden, maar hij moet wel weten wat ik aan hem heb gehad.
"Mijn eerste dagen in Rome waren verschrikkelijk, totdat jij mij aansprak. Nu heb ik een geweldige herinnering aan Rome, bedankt."
Ik kijk hem niet aan als ik het zeg, maar ik loop gelijk weg. Ineens voel ik zijn sterke hand mijn elleboog vast pakken. Zijn warme lippen drukt hij op de mijne. Door mijn hele lichaam wordt warm. "We appen elkaar snel weer." Hij pakt zijn koffer en loopt nonchalant naar de uitgang. Mijn hele lichaam trilt. Een gevoel van geluk stroomt door mijn aderen. Bijna huppelend begin ik mijn loodzware kar te duwen. Ik loop door de deuren heen en kijk rond of ik bekende zie. Helemaal niemand. Verbaasd loop ik verder. Ik begin een beetje rond te lopen, totdat ik op het idee kom dat ik eigenlijk uit Amerika had moeten komen. Ik kijk naar een bord en zie dat het vliegtuig uit Amerika een kwartier geleden is geland bij gate 4b. Snel loop ik naar de gate, daar staat al een taxi chauffeur te wachten met een bordje, met mijn naam erop. Ik loop er naar toe en laat mijn ID-kaart zien.
"Welkom in Nederland, mevrouw Van der Wilgenland."
Ik knik vriendelijk naar hem, hij duwt mijn kar met koffers naar de uitgang. Het regent zachtjes buiten, ik kijk om me heen of Jurre nog in de buurt is, maar hij is spoorloos verdwenen. Gelukkig heb ik zijn nummer. De chauffeur houdt de taxideur voor me open, ik stap in en we rijden weg. Ik leun met mijn hoofd tegen het raam. De moeheid overvalt me, het geluid van de snelweg wordt zachter, mijn ogen vallen dicht.
Oeh, snel verder booboo!
Love your storyyy