Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Overige » De kronieken van de Kharlan oorlog - ToS Fanfic » Verlies

De kronieken van de Kharlan oorlog - ToS Fanfic

10 maart 2014 - 19:40

1255

0

313



Verlies

Storyline: Kratos. Chapter: 1.

Kratos Aurion

Huize Aurion, Meltokio



Kratos wreef met zijn hand door zijn haren, dit deed hij wanneer zijn gevoel hem zei dat er iets niet goed zat. Hij staarde naar zijn dienares alsof hij hoopte dat ze haar woorden terug zou nemen.
De vrouw schudde haar hoofd met betraande ogen. ‘Het spijt me, mijn heer’ zei ze terwijl ze opstond en de kamer verliet.

Ares was dood.

De laatste van zijn broers was gesneuveld in de oorlog, die werd gezien als nutteloos bloedvergiet.
Kratos balde een vuist om het trillen van zijn handen te stoppen. Hij zou eigenlijk gewend moeten zijn aan het verlies van dierbaren, na de val van Crius en Niké.
Maar het deed hem nog steeds pijn. De glimlach van zijn broer spookte door zijn hoofd, een beeld dat hij niet kon negeren. Ares zou nooit meer glimlachen, Zijn ogen die gelijkstonden aan hoop, zouden nooit meer schijnen in deze tijden van onheil. Kratos zuchtte, dit verdriet was niet te overwinnen. Ares was nog maar twintig, hij had door de oorlog nooit een kind kunnen zijn, en nu was zijn leven genomen.

Kratos wierp een blik naar de spiegel die aan de muur hing. Zijn kastanjebruine lokken hingen zoals altijd scheef over zijn gezicht, maar in zijn ogen was zijn zielenpijn te lezen.
Hij wankelde in emotie, maar probeerde zijn tuniek met zijn handen zo recht mogelijk te strijken.
Hij probeerde zich zo goed mogelijk te houden, hij moest een steunpilaar voor zijn vader zien.
Het verlies van zijn derde zoon zou hem wel eens fataal kunnen worden.

Hij haalde opnieuw een hand door zijn haar, wendde zijn blik, en opende doelbewust de deur.
De gedachten van hoe zijn broer er uit zou zien, verwond en bebloed spookte door zijn gedachten.
En hoe erg hij zich ook verzette, ze lieten hem niet met rust.

Zijn vader zat in zijn kamer, zoals gebruikelijk was de laatste dagen.
Zijn lichaam was zwak door ziekte, en na de dood van Crius was zijn situatie alleen maar verslechterd.
Zijn geest kon de pijn van het verlies niet aan, en het lichaam begon door de stress en verdriet ook zijn tol te eisen.

Twee wachters bewaakte zijn kamer, eervol gekleed in hun wachterlijke gewaden. Kratos herinnerde zich hoe hij als kind altijd onder de indruk was van de huiselijke wacht. Hoe ze eervol hun leven zouden geven voor hun meesters.

Kratos voetstappen echode door de weide gang, terwijl hij zijn vaders deur bereikte stopte een aantal seconden.

‘Hoe gaat hij er mee om?’ vroeg Kratos terwijl hij een normale stem probeerde op te zetten, maar besefte dat hij zijn weemoedige toon niet kon overwinnen.

‘Niet goed’ antwoordde een van de wachters. Kratos zuchtte maar eigenlijk was dit precies wat hij verwachtte. Hij drukte de enorme deuren van zijn vaders kamer open. Elke kraak was een pijnlijk geluid in deze stille omgeving. Zijn vader lag verslapt in zijn enorm vorstelijke bed. Helena huilend aan de linkerkant van zijn bed. Helena zijn oudere zus, was met haar lichtbruine haar en blauwe ogen, de enige van de vijf kinderen die leek op hun moeder.
Hij realiseerde zich dat Helena en hij de enige overlevende waren van alle vijf.

Vorige week vierde ze haar 26e verjaardag, en wachtte hoopvol op de terugkeer van Ares om het samen met hem te vieren. Kratos wendde zijn blik naar zijn zieke vader. Als hij niet zou huilen, zou men zeggen dat hij dood was. Zijn grote rode deken, was bedekt met donkere vochtige vlekken van zijn tranen. Kratos omarmde zijn zuster en nam plaats naast haar aan zijn vaders bedzijde.
Hoewel zijn vader rijkelijk gekleed was, keek je recht door zijn hoge functies heen, en was hij gewoon een rouwende vader zoals velen in deze oorlog. Kratos wist niet hoe hij zijn familie, wat er van over was, moest troosten. Hij hield zijn vaders hand vast, maar meer kwam er niet in hem op.

‘Ze zeiden dat hij tot het einde heeft gestreden’ zei Helena. Ze snikte en probeerde met haar hand haar betraande wangen te drogen. Het klonk als Ares. Hij was iedereens favoriet, inclusief die van hun vader. Sterk, moedig en strijdlustig, Kratos kon het zich niet voorstellen dat hij was gesneuveld.
Niet Ares, Hij was haast immuun voor het menselijke, hij wist altijd op een haast bovennatuurlijke overal onderuit te komen, Je zou haast zeggen dat ‘de dood’ bang was om zijn leven te eisen.

‘Het had niet gehoeven’ zei Kratos woedend. De oorlog duurde veel te lang; De dood had beide landen in grote aantallen getroffen. Al zouden ze vandaag de oorlog beëindigen, degene die hiervoor zijn gestorven zouden slechts stof zijn die van een oud boek zouden worden afgeblazen.

‘Jullie weten, dat het of winnen of sterven is’ zei zijn vader, terwijl hij alle kracht verzamelde om te spreken. Hij en Kratos hadden nog nooit samen de oorlog besproken, vrezend voor een ruzie door hun verschillende meningen. ‘Als Tethe’alla verliest, zullen de Sylveranti ons allemaal uitmoorden’
Kratos keek weg, hij besloot zijn gedachtes niet uit te spreken, in de misschien laatste uren van zijn vaders leven. De oorlog hield al zo lang aan, langer nog dan dat menig half-elf kon herinneren.
De Sylveranti waren waarschijnlijk net zo ziek van de oorlog als Kratos was.
Zijn vader leek geïrriteerd door het zwijgen van Kratos, hij had waarschijnlijk verwacht dat Kratos hem zou steunen.

‘Ares zijn dood zal niet voor niets zijn!’ hij verhoogde de toon in zijn stem, ‘Jij als Kapitein van het Koninklijke leger zou dat als niemand anders moeten begrijpen!’ Kratos keek zijn vader scherp aan, Hij twijfelde al dagen aan zijn functie als leider van de Koninklijke leger. Die speciale missies uitvoerde voor de koning van Tethe’alla.

‘Ik wil het niet meer’ Zei Kratos op een toon die alles behalve vriendelijk was. Kratos wou geen aandeel meer in dit onnodige bloedvergiet. Nu Ares dood was, was zijn wil om te strijden volledig verdwenen.

Zijn vader keek verontwaardigd in de richting van Kratos, zijn grijze haren bungelde voor zijn ogen.
‘Jij bent en blijft de kapitein, en je zal de familienaam geen schande aan doen! ’ Beval zijn vader.
Kratos stond op en liet zijn vaders hand los. Zijn emoties hingen aan een zeiden draadje, nog even en hij zou knappen. Helena keek hem aan met dikke rode ogen. ‘Doe het voor mij’ zei ze met een gebroken stem. ‘Je moet wel, als Sylverant merkt dat we enigszins verzwakken, zullen ze toeslaan en ons vertrappen als insecten’ Kratos schrok van de woorden die Helena uitsprak. ‘Dan zijn onze broers voor niets gestorven’ vervolgde Helena. Kratos wierp zijn blik naar de grond, ze had een punt, maar het ging tegen zijn principes in. ‘Het volk zal geen vertrouwen hebben, als het leger niet word geleid door een goede leider, En als er geen vertrouwen is zal het volk verdeeld raken.’

‘Jij bent Kratos, eigenaar van het zwaard Flameberg, de ongeslagen leider’ Zei zijn vader.
Deze titels werden door Kratos geacht als inhoudloos. Een ongeslagen leider, het was mooi dat hij zichzelf in leven kon houden, maar hoeveel waren door zijn toedoen gestorven?

Gevuld met woede wierp hij zijn blik naar Helena. ‘Ik zal mijn taak behouden’ zei hij.
Zijn vader richtte zijn ogen op Kratos. ‘Maar niet voor jou!’ zei hij fel tegen zijn vader.
‘ en niet om de familie naam in ere te houden’
zijn vaders ogen werden groot, alsof hij een spook zag. ‘Ik zal er hoogstpersoonlijk voor zorgen dat deze verschrikkelijke oorlog tot een einde komt, ik doe het voor mijn broers!’ Daarna draaide hij zich om en verliet de kamer.

Kratos had het voorzichzelf besloten, deze oorlog moest koste wat het kost, beëindigd worden.


Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.