Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » De Hongerspelen » We have to kill 46 children... And then each other. » Hoofdstuk 14. Gevecht

We have to kill 46 children... And then each other.

24 maart 2014 - 19:14

1259

1

237



Hoofdstuk 14. Gevecht

Ik wist dat ik actie had moeten ondernemen — dat ik Loes had moeten tegenhouden. Ik had haar arm moeten vastgrijpen en haar al snikkend om David naar beneden moeten halen. Maar er zweefde van alles door me heen: diverse gezichten, voornamelijk van de beroeps. Ik denk dat die gedachte mij liet stoppen: ik dacht waarschijnlijk dat als we onze krachten showden aan iedereen door Caden een blauwoog te slaan, we wat hoger ingeschat werden.
Als twee agressieve meisjes.
‘Je krijgt hier zeker spijt van, Loes,’ probeerde ik nog voordat ze de deur van Caden en Piey open knalde en naar binnenstormde. In andere situaties had ik het geschrokken gezicht van Piey begrepen. Twee meisjes — waarvan de een nogal agressief was — moest hem nogal aan het schrikken gemaakt hebben. Twee meisjes, één jongen in een onderbroek. Tja, het is nogal gênant, niet waar?
Ik hoorde Loes, dof in mijn achterhoofd, ook al schreeuwde ze. Ik was te diep in mijn gedachten. Zou ze hem echt in elkaar slaan, want zoals ze er nu bijstond — agressief, met gebalde vuisten — dat baarde me nogal wat zorgen.
Caden kreeg een harde duw van Loes. Ik wilde voor hem in het bres springen, maar niet met mijn vuisten tegenover Loes. Ik moest haar in de arena beschermen, maar wat als ze dan net zo deed, tegenover mensen waarmee we pacten hadden gesloten? Straks sloeg ze iemand die ons bescherming bood, en dan kon ik niets doen.
Loes was degene die ik moest beschermen, niet de ander.
De vieze grijns van Caden irriteerde me. Gewonnen, leek de grijns te zeggen. Maar ik wist wel beter: Lóés was hier degene die had gewonnen. Ze stonden borst aan borst, en even had ik het gevoel dat Caden de eerste klap ging geven om te winnen. Eerste klappen waren raak doordat ze onverwachts waren, en vaak had je de pot dan al gewonnen. Van verbijstering zou de geraakte persoon naar achteren deinzen, waarna je nog een rake klap kon uitdelen — misschien wel een fatale klap.
Loes begon wild om zich heen te trappen, zo plots, dat ik weer uit mijn gedachten werd gerukt. Ik had hier alsmaar als een schaap gestaan, opengevallen mond en verbijsterde ogen, diep in mijn gedachten gezonken. Caden had een sweater en een broek getrokken en was weggegaan, maar kwam terug met Chaff, Seeder en Indigo. Ook een horde sterke Avoxen drongen zich naar voren. Eén greep mij vast, wat me kwaad maakte.
‘Laat me godverdomme los!’ krijste ik hard. ‘Ik moet Loes helpen!’
Ik had mijn prioriteiten gesteld. Loes kon zichzelf even goed in de arena verwonden als ze níét de eerste klap maakte. Ik krijste en schreeuwde, tot een Avox zijn hand over mijn mond legde. Kwaad beet ik erin, waarna hij me losliet en ik weer begon te krijsen en trappen.
Ik hoorde vaag dat Loes hetzelfde deed, alleen trapte ze naar Caden en schreeuwde ze naar Caden. ‘Ik moet Loes helpen!’ krijste ik weer, schoppend en slaand. De sterke armen van de Avox hielden me in een sterke greep waaruit ik me niet goed kon verlossen. De greep zat rondom mijn ribbenkast, ik denk vlak onder mijn hart.
Het laatste wat ik me nog vaag herinnerde voordat mijn tranen mijn zicht bedorven en ik aan een tafel werd gezet nadat ik een black-out leek te hebben, was dat ik Cadens gezicht glimlachend naar mij zag kijken — triomfantelijk en blij.

Na een heel gesprek nam Seeder me alleen. Chaff was nogal dronken, en Seeder scheen Chaff liever niet bij het onderonsje te hebben. Ze keek nogal kwaad en nieuwsgierig, met gefronste wenkbrauwen. Ze had een fles met water vast en wat pillen in haar andere hand. ‘Hier,’ zei ze, zo vriendelijk mogelijk, ‘dit zal je wel goed doen.’
Ze stak haar hand uit, maar halverwege duwde ik die uit de richting. Ik hoefde geen pilletjes om beter te worden, of te kalmeren. Ik was goed zo. ‘Ik hoef geen stomme pilletjes van je, Sééder,’ zei ik bespottelijk. ‘Straks dan maak je me al dood voor de Hongerspelen.’
‘Wat is dat met Caden?’ vroeg Seeder. Ze ontweek mijn belediging, en dat deed ze met een stalen gezicht. Ik wist zeker dat ze tevreden was met zichzelf over hoe ze mijn belediging had ontweken. Als een echte prof, moet ik zeggen. Maar ik gaf me niet gewonnen zolang ze doorvroeg over Caden en Piey en dat hele gebeuren.
Was zoiets niet te raden?
‘Wat zijn het voor ’n pilletjes, SeeSee?’ Ik maakte een spottend lachje, zwak en het verloor eigenlijk de spottende toon door de trilling en de zwakte ervan. Ik was er niet bepaald ‘tevreden’ mee.
Seeder fronste wat dieper, en vroeg weer: ‘Wat is er met Caden? Wáárom schreeuwde Loes alsmaar: “Waarom heb je het gedaan?”. En wat heeft het met jou te betekenen?’
‘Liefdestriangels,’ zei ik, met een lachje. Ik bibberde van angst en mijn lachje bibberde met me mee, even hard als ik. Geïnteresseerd keek ik naar mijn nagels en haalde wat vuil eronderuit. Benieuwd naar hoe erg Cadens gezicht eronder had geleden, keek ik op naar Seeder en vroeg het haar: ‘Is het heel erg?’
‘Wat? Zo’n liefdestriangel?’
Ik maakte weer een bibberend lachje. ‘Nee, Cadens gezicht, SeeSee.’ Ik denk dat drank het enige was dat me op dat moment wat op de been kon werken, net zoals bij Chaff. Waarschijnlijk dronk hij daarom: hij wilde het verdriet, de stress en al het overige wegwerken met sterke drank. Het enige wat je zoiets kon laten vergeten.
Had ik maar drank in de buurt.
‘Het is best ernstig: bloedneus, bloedlip, last van zijn maag en wat blauwe plekken bij zijn armen en ook nog eens een blauwoog. Het is niet zuinig gedaan door Loes. Goede tactiek, schreeuwen en trappen. Had ik het maar bedacht ik de arena,’ voegde ze eraan toe. ‘Helaas. Dingen zijn gedaan.’
‘Inderdaad. Net zoals Cadens gezicht nu verbouwd is.’
Seeder keek me verward aan. ‘Maar dát ga je niet vergeten. Loes in elk geval niet. Ze wordt eraan herinnerd, net zoals jij eraan herinnerd wordt dat je binnenkort iemand gaat vermoorden.’
‘Moorden vergeet je,’ zei ik.
‘Niet snel.’
Ik beet op mijn onderlip en kneep mijn ogen samen. ‘Ik vergeet het zo snel als water dat door een beekje stroomt. Snel, dus.’
‘Maar dít niet.’ Seeder plantte haar handen in haar zij en fronste. ‘Maar wat ik me dus afvroeg,’ ging ze verder, direct naar haar punt, ‘wat is er gaande tussen jullie drie? En betrekken jullie Piey daar wel bij?’
‘O, ja, natuurlijk: buitensluiten mag niet. Ik denk dat Piey héél graag hierbij wordt betrokken, ja. Inderdaad. Dat wil iederéén natuurlijk, zelfs jullie! Dus waarom Piey ook niet?’ Ik lachte bibberend.
‘Het is verkeerd om Piey er niet bij te betrekken: hij moet weten wat er gaande is.’
‘Niet wat er nú gaande is, dat weten alleen Loes, Caden en ik. Hij niet, en dat hóéft ook niet. Het is niet van belang, en het belast hem alleen maar.’
‘Dood gewicht?’ raadde Seeder.
Ik knikte.
Het was een poos stil tussen ons. De pillen die Seeder vast had, waren helemaal geplet tussen haar handpalm en vingers. Gefrustreerd keek ze me aan en zuchtte toen. ‘Oké,’ zei ze, ‘je gaat me dus niets vertellen van wat er onderling gebeurd?’
‘Nee.’ Ik schudde.
‘Oké dan, dan zorg ik er wel voor dat ik het eruit krijg.’ Dreigend duwde ze de verpulverde pillen met het water in mijn handen en liep toen weg op haar sierlijke manier. Ze deed kwaad de deur achter zich dicht en liet mij op de gang achter.


Reacties:


xcarrotx
xcarrotx zei op 1 april 2014 - 21:05:
Oehh Seeder word gevaarlijk^^
Vind ik leeuk!