Hoofdcategorieën
Home » Harry Potter » The fate of the Malfoy family » 14.
The fate of the Malfoy family
14.
Draco staarde door het raam van de trein naar buiten. Hij voelde de warmte van Isa die naast hem zat en verwikkeld was in een discussie met Korzel, die het er maar niet mee eens werd dat hij haar Goedleers moest noemen. Draco moest toegeven dat het in het begin vermakelijk had gevonden maar dat het nu wel vervelend begon te worden.
'Wat Gebeurd er!' riep Kwast in paniek toen de vuurrode Zweinsteinexpres piepend tot stilstand kwam. 'Ik bedoel we zijn er toch niet. Zweinsveld lag in mijn herinneringen niet midden in een weiland?'
'Zie je hier ergens een station?' vroeg Draco geïrriteerd. Kwast keek door het raam en schudde zijn dikke hoofd.
'Nee,'
'Dus zijn we erg nog niet' bemoeide Isa zich er mee.' Om de één of andere reden zijn we er gestopt'
'Maar waarom?' vroeg Draco zich af. Zijn vraag werd beantwoord met een luid gegil verder op in de trein. Een jongen met inktzwart haar en sprankelde, blauwe ogen, opende hun coupé. Draco dacht te denken dat jongen in Ravenklauw zat maar helemaal zeker was hij daar niet van.
'Dooddoeners, ze willen weten of Harry Potter in de trein zit' zei de jongen met zware stem.
'Ik neem aan van wel hé' zei Isa.' Die beroemde nietsnut moet ook gewoon naar school'
Nietsnut dacht Draco lachend. Hij begon Isa steeds aardiger te vinden.
'Ja, maar het gekke is dus dat hij er niet is. Niemand heeft hem gezien'
'Beter' zei Kwast.' zo slim was die Potter nu ook weer niet'
'Jij wel dan!' riep de jongen van Ravenklauw.' een schroeistaartigskreeft is nog slimmer dan jij'
Draco en Isa schoten in de lach. Het gegil op de gang ging nog een tijdje door. De dooddoeners liepen de coupé waar Draco en zijn vrienden zaten voorbij. Blijkbaar dachten ze dat ze Potter daar toch niet zouden vinden. De Ravenklauw had zich tussen Korzel en Kwast in gepropt en werd hierdoor door de dooddoeners -Korzel Sr en Kwast Sr die al net zo dom en ongeïnteresseerd waren als hun zoons- voor een Zwadderaar aangezien.
Een paar uur later zat Draco naast Isa in de grote zaal. De Sorteerceremonie was net van start gegaan. Het aantal nieuwe leerlingen was ernstig gedaald. Waren er dan ieder jaar zo veel modderbloedjes nieuw. Voordat de zenuwachtige eerstejaars de grote zaal betraden, had professor Sneep de volgende woorden gesproken: 'Vanaf heden, neemt Zweinsteins hogeschool voor heksenrij en hocus pocus geen modderbloed meer aan' En nu werden al die kleine eerstejaars verdeeld over de afdelingen. Draco dacht terug aan de dag dat hij daar zelf stond. Hoe trots hij was geweest dat de hoed hem in Zwadderich in deelde. Nu zeven jaar later, ging hij op voor zijn laatste jaar. De jaren waren voorbij gevlogen. Zeven jaar het leek zo'n lang tijd. En ondanks dat ze voorbij gevlogen waren was er zo veel gebeurd. Onwillekeurige wreef Draco over zijn linkerarm. Zou Isa nog steeds beweren dat ze zijn waren liefde was, als ze wist dat hij bij de dooddoeners hoorde. Dat hij niet langer alleen maar de zoon van een dooddoener was. Een eerstejaars met lang blond haar liep naar het krukje toen, een chagrijnige professor Anderling zetten de sorteerhoed op haar hoofd.
'Zwadderich!'
Het meisje plofte aan de andere kant van Draco neer. Nadat de laatste eerstejaars in Huffelpuf was ingedeeld. Begon professor Sneep aan zijn toespraak. Daar stond hij in de grote zaal als een reusachtige vleermuis. Eigenlijk wilde Draco het niet toegeven, want het zou raar zijn als een Zwadderaar zou toegeven dat hij Perkamentus miste en toch was het zo. Perkamentus hoorde op de plek te staan waar Sneep nu stond. Om de leerlingen met een grapje te verwelkomen. Nu Professor Sneep daar stond te praten wist Draco, dat hij naïef was geweest. Het was dom om te denken dat alle angsten over waren wanneer hij eenmaal op school was. Want nu realiseerde hij zich, dat met de winnende hand van de Heer van het Duister ook Zweinstein niet langer het zelfde zou zijn.
'Geachte Leerlingen, Welkom voor een nieuw schooljaar. Een school met nieuwe regels en twee nieuwe docenten. Ten eerste wil ik de leerlingen er op wijzen dat zij morgen bij het ontbijt een lijst krijgen met daarop de nieuwe regels. Overtreed je deze regels dan word je gestraft door onze twee nieuwe docenten. Alecto Kragge zij al dit jaar het vak Dreuzelkunde gaan geven en haar broer Amycus zal de lessen Verweer tegen de Zwarte kunsten voor zijn rekening nemen.' De stem van het nieuwe schoolhoofd klonk uitermate vrolijk. Zo had Draco professor Sneep nog nooit mee gemaakt.
'Als zij de straffen uitdelen, moeten we echt uitkijken' zei Isa bang.' Volgens mij delen die Kragges ook straffen uit als je helemaal niks gedaan hebt. Ik vind ze er maar eng uit zien.'
'Geloof me, dat zijn ze ook' zei Draco. Die dacht aan de keren dat hij de Kragges had moeten zien tijdens de afschuwelijke vergaderingen. Ze waren allebei broodmager en hadden een haakneus en kille doordringende grijze ogen. Om over hun stemmen nog maar te zwijgen. Het waren het soort stemmen die je bij hen verwachte. Gemeen en schel. Dit werd echt een rampzalig schooljaar.
'Laat het feestmaal beginnen!' klonk de mompelde maar toch uitermate vrolijke stem van het schoolhoofd. Meteen werden de vier afdelingstafels gevuld met schalen vol met het lekkerste eten. Aan de oppertafel vielen professor Sneep en Kragges meteen aan. De andere professoren zat echter nukkig voor zich uit te kijken. Draco keek peizend naar het eten op de schalen die op de tafel stonden. Voor het eerst sinds hij student was aan Zweinstein had hij geen zin in het feestmaal. Aan de tafel van Zwadderich was hij de enige die niet at zag hij. Maar aan de andere drie tafels at bijna niemand. Loena Leeflang -die door iedereen Lijpo genoemd werd, omdat ze raar was. Zo droeg ze twee verschillende schoenen, keek ze altijd dromerige voor zich uit en beweerde dat er kreukelhoringe snottiefanten en andere verzonnen beesten bestonden- riep: 'We moeten een club oprichten'
Een club, dacht Draco dat kind was echt knettergek. Het was oorlog. Een strijd tussen leven en dood. Wie richt er dan een club op?
Lijpo ging op de tafel van Ravenklauw staan. Wonderbaarlijk genoeg was ze daar in gedeeld. Want zo slim kwam ze niet op Draco over.
'Wie wil het schoolhoofd weg!' riep ze dapper. Niemand reageerde. 'Ik vroeg wie wil het schoolhoofd weg!'
Weer reageerde ze niet. Draco kreeg een vreemd gevoel in zijn buik. Voor het eerst in zijn leven was het eens met een niet Zwadderaar. Altijd was hij het lievelingetje geweest van professor Sneep. Toen hij nog jong was, had hij dat heerlijk gevonden. Vooral omdat hij altijd hoge cijfers haalde voor Toverdranken, ook als hij er helemaal niets van bakte. Natuurlijk wilde hij dat de Heer van het Duister won en was het er volkomen mee eens dat de wereld beter af was zonder modderbloedjes. Maar misschien..... hij stond op en rende de grote zaal uit. Het kon hem niet schelen dat duizenden leerlingen hem na kijken. Zo snel als hij kon renden hij naar de kerkers. Gelukkig was hij in zijn vijfde jaar benoemde tot klassenoudste wat betekende dat hij een brief had gekregen met het wachtwoord voor de leerlingenkamer. Hij stond voor de muur die toegang gaf tot de leerlingenkamer van Zwadderich.
'Overwinning,macht, zuiverheid en rijkdom'
De muur schoof opzij. Snel liep Draco naar binnen.
Het haardvuur flakkerde en zorgde er voor dat het aangenaam warm werd in de ronde ruimte die Draco Betreden had. Het groene water van het grote meer waar de leerlingenkamer zich onder bevond, gaf de ruimte gezellige spookachtige gloed. Voor het vuur stonden vier leren banken en tiental fauteuils. Aan het andere einde van de leerlingenkamer, stond een grote houten tafel die erg handig was al je huiswerk had. Draco liet zich op een van de fauteuils neer komen. Wat was er met dat arrogante jongetje gebeurd dat hij altijd geweest was? Dat Jongetje dat nooit medelijden had met iemand en altijd botte opmerkingen maakte? Het jongetje dat zich nooit druk maakte om het welzijn van andere, simpelweg omdat het hem niet kon deren? Draco voelde zijn ogen brandden hij wilde niet gaan huilen maar hij kon er niets aan doen. Klakkeloos had hij de mening van zijn ouders- met name van zijn vader- overgenomen gewoon omdat hij ze geloofde. Natuurlijk vond hij dat ze nog altijd gelijk hadden. De tovernaarswereld was nu eenmaal beter af zo'n modderbloedjes, dat was een feit, natuurlijk was Draco dat niet vergeten en dat zal hij nooit doen ook. Maar voelde een spoortje twijfel of de ideeën van zijn meester -Zijn Heer- wel de goede waren, of het leven er echt beter op maakte. Hij sloeg zich hard in zijn gezicht. Hij mocht dit niet denken. De uitspraken van de Heer van Duister waren waren waar!
Draco schrok wakker van de bekende stekende pijn in zijn linker arm. De dooddoeners werden opgeroepen. Draco gilde het uit, want hij het het gevoel of hij zijn arm minuten lang midden in een open vuur had gehouden. Trillend schoof hij zijn mouw omhoog. Het doodshoofd klopte vervaarlijk. Zo zat hij een tijdje tot dat hij een geschrokken stem hoorde zeggen.
'Wat! Je hebt het duistere teken!'
'Isa,' zuchte Draco wanhopig.
Miep. Not happy with this cliffhanger.
Poor Draco helemaal verdrietig en in de war.
Ik heb dit gemist trouwens wil je alsjeblieft niet stoppen met dit verhaal?