Hoofdcategorieën
Home » Twilight » Apocalypse » Hoofdstuk 1: Verleden
Apocalypse
Hoofdstuk 1: Verleden
*** Amalia's Gezichtspunt ***
*Flash Back*
Ik open mijn ogen en bevind me op een onbekende plek, naast me staat een rugzak gevuld met spullen om te overleven. In mijn linker hand houd ik een envelop vast. Ik opende de brief en las hem hard op voor.
Lieve Amelia,
Ik weet dat je boos op me bent omdat ik je verlaten heb, maar het was het beste voor jou. Ik ben gezond en gelukkig en ik hoop dat het zelfde geld voor jou. De rede van deze brief is omdat ik wil dat je een bericht brengt naar de Cullens. Het bericht is bijgevoegd bij deze brief, maar je zult het niet begrijpen, de Cullens zullen het wel begrijpen. Je weet dat je de goede mensen hebt gevonden, als je naar hun goudkleurige ogen kijkt. Zoals je misschien al vermoed zijn het inderdaad vampieren. Het is echt heel erg belangrijk dat ze dit bericht krijgen! Ik weet ook dat je antwoorden wilt hebben op je eigen vragen, maar die krijg je helaas nog niet. De Cullens wonen in Juneau, wat zich bevind in Alaska. Je hebt een Landkaart in je tas zitten en ik hoop dat de reis soepel verloopt voor je.
Ik zal altijd van je blijven houden, zolang je dat maar onthoud.
Je Moeder.
Ik staar een paar seconden naar de brief, voordat ik terug beland in de realiteit. Langzaam aan voel ik woede opkomen. Mijn moeder, de persoon die me in deze wereld heeft geholpen, heeft me verlaten en van mijn leven een regelrechte hel gemaakt, maar verwacht wel dat ik haar boodschapper speel? Een eenzame traan valt vanuit me ooghoek op de brief. Langzaam aan maak ik een prop van de brief en gooi hem zo hard mogelijk bij me vandaan. Dan trek ik mijn knieën op en begraaf mijn gezicht er tussen en wieg langzaam heen en weer. Na een paar minuten sta ik dan toch op, loop naar het propje toe en pak hem weer op. Langzaam open ik de brief weer en probeer het papier kreukelvrij te krijgen. Ik lees de brief nog een paar keer over, terwijl ik de woorden tot het diepste van me ziel laat doordringen. Daarnaast probeer ik dan ook het bericht te lezen wat ik door moet geven, maar ze heeft gelijk, ik snap er totaal niks van. Momenteel weet ik gewoon niet wat ik moet doen. Zal ik blijven of zal ik gaan? Misschien geeft deze brief wel een hint over waar mijn moeder nu is. Wacht! Waarom wil ik terug naar haar?! Ik haal de map uit de tas naast me en keek er naar. De enigste manier om er te komen is via de oceaan. Verdomde Engeland, wat zo nodig een eiland moet zijn! Ik weet niet eens of ik wel kan zwemmen of niet. Ik ga niet! Ja ik ga wel! Nee! Ja! Nee! Ja! Als ik ga, ben ik tenminste niet meer zo eenzaam. Langzaam kijk ik toch weer op de kaart en probeer voor mezelf een route te bedenken. Na anderhalf uur staren en me hersens kraken, kwam ik met de conclusie: als ik ga, moet ik eerst naar Afrika en vanaf daar zwemmen naar Brazilië. Ik kan het niet! Ik ga niet! Een paar dagen later lijkt het wel alsof de brief steeds groter groeit op mijn geweten. Dus heb ik mezelf gedwongen om te gaan. Het zal een stap dichter naar mijn moeder zijn hoop ik, want ik heb antwoorden nodig!
*Einde Flash Back*
Ik open mijn ogen en vind mezelf omringt met bomen, precies op dezelfde plek als waar ik mijn ogen daarnet sloot. Ik huiverde, want ik wou niet terug denken aan de reden waarom ik hier was, ik wil het gedaan hebben, dan ben ik er vanaf. Langzaam voel ik het branden in mijn keel en kijk snel rond om me gedachtes er vanaf te leiden. Zoals altijd, negeerde ik dit gevoel. Snel concentreerde ik me op een paar vogels die bezig waren met een nest bouwen. Wat een prachtige bron van de natuur, dit tot in tegenstelling van mij. Alles van mij, mijn stem, mijn gezicht en zelfs mijn geur gaan tegen de natuur in. Zoveel dat het bijna crimineel aanvoelt. Ik stond snel op en pakte mijn rugzak en ging op weg naar het noorden. Mijn maag rommelde, die had nodig voedsel nodig. Maar ook dit gevoel negeerde ik. Het was nacht, perfect!
Zo snel als dat ik kon, rende ik door het bos heen. De bomen naast me vervaagde in een kleuren mix van groen en bruin. Zodra ik merkte dat ik het bos verliet, stopte ik. Snel kijk ik rond om te zien of er geen mensen rondliepen, die konden zien hoe hard ik rende. Geweldig! Er lopen mensen op de stoep. Meteen deed ik mijn muts op en liep in een normaal tempo de straat over. Zodra ik merkte dat niemand me meer kon zien, zette ik het opnieuw op een rennen. Momenteel bevind ik me in Amerika en ik moet naar Alaska. Nu ik erover nadenk, mag ik mezelf al gelukkig prijzen dat ze zei waar ik de Cullens kon vinden, anders was ik niet eens gegaan. Ik volgde mijn instinct, die momenteel veel sterker is dan voorheen, veel sterker. Ik rende nog zo een honderd kilometer voordat ik stopte bij een groot bord. Ik las het en besefte me ineens dat ik al in Canada was. Ik nam mijn tas van mijn rug en haalde de kaart eruit en keek hoever ik nog moet. Toen realiseerde ik me, dat ik nog niet eens zo ver ben van wat ik zoek.
Langzamerhand raakte ik uitgeput, maar ik wist dat ik verder kon. Maar toch wou ik niet de kans nemen dat mijn lichaam plotseling besloot dat het genoeg was. Naast me bevond zich een bos en na zo een honderd meter vond ik een geschikte boom om in te slapen. De enigste reden waarom ik slaap in bomen, is omdat als er iemand in het bos rond loopt, die gene me niet zou kunnen zien of vinden. Langzaam klim ik de boom in en vind de geschikte tak die mijn gewicht kan dragen. Als ik eenmaal goed genoeg zit, gaan mijn gedachtes naar de Cullens. Hoe zullen ze er uit zien? Wat zullen het voor vampieren zijn? Maar ik kon me niks bedenken. Na een paar minuten val ik langzaam weg in een bewusteloosheid.
Als ik mijn open open, leun ik naar de linkerkant, vergetend dat ik in een boom zit en val van mijn tak af. Auw! Dat doet pijn! Mijn armen en rug beginnen meteen te kloppen van de pijn, maar ik negeerde het. Ik klim de boom weer in om mijn rugzak te pakken en zet het weer op een rennen. Ik rende ongeveer vijf kilometer voor ik het bos weer uit was. De zon was langzaam bezig met ondergaan en er liepen mensen. Meteen deed ik me muts weer op en liep op een normaal tempo verder. Ik probeerde mezelf onzichtbaar te maken, dat niemand me zou opmerken. Het duurde ongeveer zo een veertien minuten voor de straten weer leeg waren. Ik nam het risico en ik zetten het weer op een rennen. Ik rende en rende en rende, maar ik was nog niet moe. Het liefst vond ik vandaag al de plaats die ik zocht. Al snel bereikte ik de grenslijn naar Alaska. Even stopte ik en erkende ik mijn emoties.
Honger, moeheid, dorst.
Maar ik mocht niet opgeven. Ik bleef door rennen tot ik bij de rand van Juneau kwam, Alaska's hoofdstad. Ik heb het eindelijk gehaald! Ik liet me zakken op een stronk van een boom en opende mijn rugzak, om te zoeken naar de brief die mij leidde op deze wilde ganzen jacht. Nou ja, het is natuurlijk alleen een achtervolging als de andere persoon weg rent. Flashbacks van mijn leven, het leven voordat mijn moeder vertrok, flitsen voorbij in mijn gedachtes. Eventjes droomde ik weg en dreef ik in gelukkige gedachtes. Meestal had ik nachtmerrie's. Maar vanavond niet. Vanavond bevond ik me in een doolhof en er was geen uitweg. Ik sloot mijn ogen en probeerde mijn instincten te volgen. Maar er was geen uitweg.
Ik keek rond om te zien of er iemand was. Ik zag een persoon weg lopen, ik schreeuwde, maar ze draaide zich niet om. Ik probeerde om te draaien, maar ik struikelde en gleed onderuit. Ik sloot mijn ogen, zodat ik de pijn niet voelde. Maar er was geen pijn. Dat was het moment dat ik mijn ogen echt open deed. Al snel realiseerde ik me dat ik was afgedreven naar een droom, Ik rilde, zweette en hijgde. Ik probeerde mijn ademhaling te kalmeren voordat ik weer verder zou gaan. Het was weer dag.
Geweldig! Goed dat ik niet te ver ben door gerend. Sinds ik er achter ben dat het vampieren zijn, bedacht ik me ook dat ze wel erg afgelegen zouden wonen. Na een uur rond dwalen, vond ik het. Recht voor mij stond een prachtig, drie verdieping tellend huis, van ongeveer honderd jaar oud. De tuin stond vol met exotische bloemen in alle kleuren. Als een idioot stond ik te staren naar het huis, voordat ik weer terug kwam in de realiteit. Ik liep de veranda op, klom het trappetje op en gaf drie korte tikken op de voordeur. Na een minuut wachten ging de deur open. Het was een man, zijn haar is blond, een rechthoekig gezicht en zijn ogen zijn goud. Ja, ik heb het gevonden! Er schoten geen woorden in mijn hoofd, ik was getroffen door zoveel schoonheid. Na een paar minuten stotterde ik
"Is dit het huis van de familie Cullen?"
Wauwie dit is super geschreven!! Melding vooe mij!! xxx