Hoofdcategorieën
Home » De Hongerspelen » The hungergames (Hele orginele titel jaja, sorry ik ben echt heel slecht in titels bedenken) » 3. Het Capitool
The hungergames (Hele orginele titel jaja, sorry ik ben echt heel slecht in titels bedenken)
3. Het Capitool
Ik word wakker geschud door Jamie. ‘We moeten gaan,’ zegt hij en hij draait alweer om. Snel haal ik mijn handen een paar keer door mijn haar en loop ik hem achterna. We komen in een lange hal, het getik van Mary’s hakken op de stenen vloer is het enige dat de stilte verbreekt. We lopen steeds verder totdat Mary een van de deuren aan de linkerkant open doet. Een beetje angstig verschuil ik me achter Jamie. Het is raar om te weten dat mijn zus hier vorig jaar ook liep. Mary geeft me een bemoedigend knikje en aarzelend stap ik over de drempel.
Het is een grote, felverlichte ruimte met een enorm hoog plafond. Overal staan metalen tafels met groepjes mensen er omheen. Ik word bij mijn arm gepakt door een klein, bleek vrouwtje. Haar haren hangen in een lange vlecht op haar rug. Het is geverfd in alle kleuren van de regenboog en het vormt een vrolijk geheel. Ze stelt zichzelf voor als Amy en wijst me een van de tafels toe ‘Ga maar liggen,’.
Ik trek mijn schoenen uit en klim voorzichtig op een van de kouden, metalen tafels. De vreemd geklede Capitool mensen die al die tijd bewegingloos in de hoek hadden gestaan komen in beweging. Ze blijven een tijdje vrolijk babbelend aan mijn haar frunniken.
‘Uit elf he?’ hoor ik een stem zeggen. Ik wil mijn hoofd draaien om te zien wie dat zei, maar mijn hoofd wordt stevig vast gehouden. ‘Ehm ja.’ Antwoord ik.
‘Verassend,’ mompelt de stem, nu hij dichterbij gekomen is kan ik horen dat hij aan mijn rechterkant staat. Vanuit mijn ooghoeken kan ik hem zien staan. Het is een lange man met groen gemillimeterd haar. Ik hoef niet te vragen waar hij het over heeft want dat is me al duidelijk. Mijn bleke huid. De meeste mensen uit district 11 hebben een wat donkerdere huid. Ik ben juist enorm bleek.
De Capitool mensen die met me bezig waren zijn gestopt met friemelen dus duw ik mezelf overeind.
‘John.’ Stelt de man zichzelf voor. ‘Ik heb je kostuum gemaakt, loop maar even met me mee.’
De vreemde mensen, die waarschijnlijk mijn stylisten waren, hebben al mijn kleren uitgetrokken. Ik trek het dunne laken dat over me heen is gelegd nog wat strakker om me heen en loop op blote voeten achter John aan. We lopen door de grote gang en slaan iedere keer smallere zijgangentjes in tot we bij een grote deur komen. Ik stap de kamer binnen en bereid me voor op weer een boomachtige creatie. Maar in plaats daarvan zie ik een klein tuinbroek achtig broekpak. Het is geen ingewikkelde jurk maar ook geen extreem saai pakje. Het is perfect. Voorzichtig strijk ik met mijn vingers over de stof.
‘Vind je het mooi?’ vraagt John een beetje onzeker.
Ik knik enthousiast ‘Mag ik het aan?’
‘Ja,’ antwoord hij met een lach op zijn gezicht. Hij draait zich om het moet even tot me doordringen maar dan snap ik dat het de bedoeling is dat ik me nu omkleed. Ik laat aarzelend het laken zakken en haal het pakje van het hangertje. De stof sluit perfect aan en als ik in de spiegel kijk herken ik mezelf bijna niet. Mijn haar is opgestoken en ik ben opgemaakt waardoor mijn felgroene nog feller uitkomen. John pakt mijn hand en trekt me door de lange gangen. Pas als we in de grote zaal met de wagens staat laat hij mijn hand weer los. Snel ren ik naar Jamie die mij meteen vragend aankijkt. Ik knik zo onopvallend mogelijk richting John die vrolijk zwaait als hij ziet dat hij onze aandacht heeft. Jamie grinnikt en op het teken van Mary, die ook ineens aan was komen lopen, stappen we in de wagen. Ik negeer de trillende Jamie die als een bang vogeltje tegen me aan leunt. Mary loopt naar zijn kant en fluistert wat lieve woordjes tegen hem, waardoor hij een beetje lijkt te kalmeren. Ik zucht en kijk naar de poorten die langzaam open gaan. Zonder enig commando beginnen de paarden te lopen. Snel grijp ik me vast aan de rand van de wagen zodat ik niet val. Langzaam rijdt de wagen door de poort, meteen word ik overvallen door het lawaai.
Langs de zijlijn staan enorm veel mensen te schreeuwen. Een beetje verbaasd kijk ik om me heen, op een van de grote schermen zie ik mezelf. Mijn ogen zijn zo groot als schoteltjes en met open mond kijk ik om me heen. Snel sluit ik mijn mond en probeer ik zo ontspannen mogelijk over te komen. Met veel moeite lukt het me om een glimlach te produceren. De paarden stoppen, een voor een worden de namen van de districten benoemd. Jamie lijkt zich helemaal thuis te voelen en staat enthousiast te zwaaien als onze namen genoemd worden. Omdat ik mezelf geen houding weet te geven doe ik hetzelfde. De mensen beginnen nog harder te gillen als Jamie zich naar me toe buigt om iets tegen me te zeggen. Hij roept iets wat ik niet kan verstaan. Met een hand wapper ik het weg waarna we elkaars handen vastgrijpen en het harde gegil negeren.
Super mooi geschreven!
Melding!! X