Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Overige » Schrijfwedstrijden » -5-Silver Bullet

Schrijfwedstrijden

2 aug 2014 - 22:01

1454

3

391



-5-Silver Bullet

Ergens diep in het woud ligt de plaats verscholen waar hij nu naar op weg is. De plaats die volgens velen vervloekt is. Adriaen gelooft er niet zoveel van, want zeg nou eerlijk. Vampiers, weerwolven en heksen? Hij grinnikt zachtjes en klakt zijn tong, waarna de zwarte hengst een stapje sneller gaat. De grond schiet onder het paar vandaan en de wind zwiept hard door het zwarte haar van de jonge man. De manen van de hengst vliegen op en Adriaen houdt een veilige afstand van de zwiepende haren. Zijn blauwgrijze ogen focussen zich op de weg voor hem, die compleet uitgestorven is. Het is logisch, denkt hij zo. Als het dorp waarna hij op weg is inderdaad is vervloekt, dan zullen er niet veel mensen heen reizen. Hij wel, want hij is verslaafd aan het gevaar. Zo is hij ooit van een klif gesprongen en heeft hij zich zonder na te denken voor een op hol geslagen paard geworpen. Beide gevallen leverde hem een paar gebroken botten op. Toch heeft hij geen spijt. Zijn moeder zegt altijd dat hij een deel in zijn hersenen mist, maar Adriaen gelooft haar niet. Er is niks mis met wat gevaar, toch?

Wanneer Adriaen arriveert in het plaatsje waar hij naar op weg was, is het al donker. Hij stijgt af van zijn paard en loopt het stadje in. Zijn oog valt op het bord met de naam van het stadje en verbaasd blijft hij stil staan. Frosgard, als je leven je lief is blijf je weg Hij trekt een wenkbrauw op en grijnst dan. ‘Wauw, mensen gaan wel heel ver om die domme legendes in stand te houden.’ Het paard naast hem snuift, alsof het met hem instemt. Met het paard achter hem aan, loopt Adriaen het dorp in. Een eenzame vleermuis vliegt over zijn hoofd en landt ergens ver achter hem, tenminste, dat vermoed hij. ‘Ahum.’ Met een schok draait Adriaen zich om en kijkt naar de figuur voor hem. De man is bleek, heel bleek, en zijn ogen zijn bloedrood. Ongewild loopt er een rilling over Adriaen’s rug. ‘Kan ik u helpen?’ vraagt de man voor hem. Een paar scherpe snijtanden vangen Adriaen’s blik en wederom loopt een rilling over zijn rug. ‘Ja, ehm ik ehm. Ik zoek een plaats om te slapen?’ Het komt er meer uit als een vraag, maar de man maakt er geen opmerking over. ‘Natuurlijk. Volgt u mij maar.’ Adriaen knippert even en dan verwijden zijn ogen. Waar is die man nu heen? ‘Komt u nog?’ Sneller dan voor mogelijk gehouden, draait Adriaen zich om. ‘U-wat-hoe-maar-he?’ De man kijkt hem met een geamuseerde blik aan. ‘Komt u nog?’ herhaalt hij. Beduusd knikt Adriaen, waarna hij de man begint de volgen. Het enige geluid in het dorp zijn de voetstappen van hemzelf en de hoefslagen van het paard, de man voor hen lijkt geen geluid te maken. ‘De herberg is al dicht, dus u zal in een schuur moeten slapen,’ vertelt de man hem. ‘Oh ehm natuurlijk,’ antwoord hij hem. Korte tijd later stopt de man voor een schuur en opent de deuren. ‘Alstublieft, meneer.’ Adriaen knikt naar de man en stapt naar binnen. ‘Oh, meneer. Hoe heet u?’ vraagt Adriaen dan. ‘Dracu, meneer,’ zegt hij voordat de deuren met een klap sluiten. ‘Joris,’ zegt hij tegen het paard, ‘ik begin opeens te twijfelen aan mijn mening over die legendes.’

Twee weken. Twee weken loopt Adriaen al rond in het dorp en elke dag is er een stuk van zijn mening verdwenen. Elke dag gebeurde er wel weer wat, en die gebeurtenis maakte dat een stuk van zijn mening verdween, werd vermorzeld. Nu, nu had hij al helemaal geen mening meer. Hij weet niet meer wat hij moet geloven, maar dat die legendes geen legendes zijn, weet hij zeker. Of ze waar zijn, weet hij nou ook weer niet, maar ze zijn in ieder geval niet niet waar. ‘Ughgg.’ Met een kreun wrijft hij over zijn gezicht en strekt zijn lichaam. Om geld te verdienen doet hij klusjes voor de mensen in het dorp. Vandaag helpt hij bijvoorbeeld de mensen hun ramen en deuren te barricaderen. Voor wat weet hij niet, al denkt hij dat hij een goed idee heeft, mochten de legendes waar zijn. Hij haalt een hand over zijn voorhoofd en buigt zich weer voorover, waarna hij de lange plank optilt en tegen het raam aanduwt. Met een hand houdt hij de plank vast, terwijl hij met de andere hand de plank vastspijkert. ‘Gaat het?’ Geschrokken draait hij zich om, waardoor hij de plank loslaat en die naar beneden zakt. Het meisje voor hem kijkt hem met schuin gehouden hoofd aan. ‘Ken ik jou?’ vraagt Adriaen voorzichtig. Hij weet bijna zeker dat hij het meisje nog nooit gezien heeft. Het roodharige meisje schud haar hoofd. ‘Nee, maar ik ken jou wel.’
‘Wat.’ Het komt er niet eens uit als een vraag. ‘Ik ken jou wel,’ herhaalt het meisje. ‘En hoe dan wel?’ vraagt Adriaen haar. Ze haalt haar schouders op en glimlacht naar hem, waarna ze zich omdraait en weg loopt. Verbaasd kijkt Adriaen haar na, totdat hij naar de zon kijkt en ziet dat die al bijna onder gaat. Hij besluit dat het meisje nog wel kan wachten en gaat verder met het barricaderen van het raam.

De eerste nacht van de volle maan overleeft hij zonder problemen. Het dorp doet dat echter niet. De schade die hij buiten ziet als hij eindelijk de schuur verlaat, laat hem slikken. ‘Holy…’
‘Hij wordt sterker,’ mompelt een oud vrouwtje naast hem. Adriaen knikt instemmend en draait zich dan naar het vrouwtje. ‘Kan ik u ergens mee helpen?’ Ze schud haar hoofd en kijkt naar hem op. Dan pakt ze zijn hand en vouwt hem open, waarna ze iets in zijn hand legt. Het voorwerp is koud en Adriaen rilt. ‘Beloof me alleen dat je deze goed gebruikt.’ Verbijsterd kijkt Adriaen het vrouwtje na, totdat ze om de hoek is verdwenen. Dan verplaats hij zijn blik naar het voorwerp zijn hand. Het is een pistool. Adriaen houdt zijn adem in en opent de kamer. Daar bevind zich één kogel, een zilveren om precies te zijn. Opeens is Adriaen bang, bang voor de reden dat het vrouwtje hem dit wapen heeft gegeven. Een wapen met enkel een zilveren kogel erin.

Al snel valt de avond en Adriaen is lichtelijk verbaasd over de snelheid waarmee de dag voorbij is gegaan. Mede daardoor is hij ook nog niet in zijn schuur en hij weet dat het niet goed gaat aflopen als hij daar niet zo snel mogelijk heen gaat. Met het pistool veilig in zijn broekrand gestoken zet hij het op een rennen. Zachtjes vloekt hij over het feit dat de schuur zich aan de andere kant van het dorp bevind. Een plotseling gehuil laat het stoppen, laat zijn spieren verlammen. Hij probeert te slikken, zich te bewegen, maar hij kan niets doen. Nog nooit, nee nog nooit, heeft hij zo’n bloedstollend geluid gehoord. Terwijl hij nog steeds doodstil staat, beginnen andere geluiden langzaam tot hem door te dringen. Geluiden van poten die de grond raken, geluiden van een luid ademend dier en geluiden van een dier dat opzoek is naar een prooi. Maar Adriaen weet wel beter. Dit is niet zomaar een dier, nee het is volle maan en god mag hem straffen als het dier niet een weerwolf is. beweeg, beweeg dan toch jij idioot Adriaen kan niet gehoorzamen, te verlamd door de plotselinge angst. Een schaduw verschijnt en Adriaen slikt. Plotseling is het alsof alles in zijn lichaam weer werkt en draait hij zich om, om het weer op een rennen te zetten. Hij neemt het gevaar voor lief en draait zich om, waarna hij bijna weer verlamd van angst. Een enorme, zwart wolf zit hem achterna. Adriaen kijkt weer voor zich en dwingt zijn benen sneller te gaan. Het is niet veel later dat hij een luide grom hoort, waarna een zwaar gewicht hem tackelt. Adriaen verzet zich onmiddellijk, gedreven door de angst om dood te gaan. Hij weet uiteindelijk zijn vingers om het wapen in zijn broekrand te vouwen en na nog wat gestuntel klinkt er een schot.

Alles is onmiddellijk doodstil, zelfs Adriaen is opgehouden met ademen. Dit totdat hij dreigt te stikken, dus hij opent zijn mond en neemt een grote hap met lucht, wat resulteert in een hoestbui. Als hij uitgehoest is, gaat hij langzaam rechtop zitten. Naast hem ligt het beest, dood. Opgelucht staat hij op, waarna hij meteen weer door zijn benen zakt van de pijn. Met grote, angstige ogen scant hij zijn lichaam, totdat hij beland bij een grote wond in zijn been. Vage tandafdrukken zijn door het bloed heen te zien en Adriaen vloekt. ‘Shit.’


Reacties:


Malikaa
Malikaa zei op 19 april 2014 - 17:09:
This is amazing <3
Hehe, talentje ^-^


narcissa
narcissa zei op 18 april 2014 - 19:24:
Super gaaf!
Het had spanning en het einde was echt prachtig.
echt heel goed.


fantasyfreak
fantasyfreak zei op 18 april 2014 - 16:29:
Like it like it like it very very much!!!!!