Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Divergent » cristina's eyes (tijdelijk gestopt) » 6

cristina's eyes (tijdelijk gestopt)

20 april 2014 - 14:15

1388

0

377



6

ik loop zuchtend naar de onverschrokkenen. ik ga achter de onverschrokken aspiranten staan die ervoor hebben gekozen om terug te gaan naar hun factie. als het laatste meisje gekozen heeft -vriendschap- moeten we vertrekken. wij gaan als eerste. als ik bijna bij de deur ben, werp ik een blik op oprechtheid. ik wendt snel mijn blik weer af. ik kijk rond. ik zie in de erudite groep iemand uit oprechtheid de handen schudden met iemand uit zelfverloochening. wacht eens! dat is die jongen waarvan dat zusje nu in onverschrokkenheid zit. ik kijk rond en zie haar achter mij lopen. dan bedenk ik mij iets. ik heb wel gekozen voor onverschrokkenheid, maar wat staat mij te wachten? dan zie ik hoe de groep in plaats van de lift de trap neemt. alleen zelfverloochening nam de trap toch? dan begint de groep te rennen. ik hoor om mij heen gejoel, geschreeuw en gelach. overal stampen voeten. 'wat gebeurd er in hemelsnaam!?' hoor ik iemand roepen. ik begin te rennen zodra ik ruimte heb. als we buiten komen is het fris en kleurt de lucht oranje. de onverschrokkenen verspreiden zich over de straat. ik zie hoe ze een bus blokkeren en grinnik. ik voel hoe mijn longen branden. ik ren door. als ik de hoek om ren hoor ik het geluid van de treintoeter. ik ben blij dat ik vaak naar de onverschrokkenen heb gekeken zodat ik weet hoe het moet. de groep verspreidt zich in een lange rij. ik sta vooraan. ik zie in de verte felle lampen. ik zie hoe iedereen erin springt. opeens staan alleen de factieoverstappers er nog. ik neem een sprintje en spring in de trein. ik loop uit te hijgen. dan hoor ik een bonk. ik zie hoe het meisje uit zelfverloochening zich niet in de trein heeft kunnen sleuren. ze hangt aan een van de handvaten aan de buitenkant. ik pak haar arm en trek haar de trein in. 'be..bedankt' hijgt ze. ik hoor een schreeuw. ik zie hoe een jongen uit eruditie de trein probeert bij te houden. dan struikelt hij. 'de eerste factieloze' denk ik. dan kijk ik weer naar het meisje. 'gaat het?' vraag ik. ik zie hoe ze mij bekijkt. dan knikt ze. 'ik ben christina' zeg ik terwijl ik mijn hand uitsteek. ze schudt onzeker mijn hand. 'beatrice' zegt ze. 'weet jij waar we naartoe gaan?' ik moet schreeuwen om boven de wind uit te komen die steeds harder door de deuren waait. ze geeft geen antwoord maar gaat zitten. ik trek mijn wenkbrauw op. 'een snelle trein betekent wind, wind betekent uit de trein vallen. ga zitten'. ik ga naast haar zitten en schuif naar achter tot ik tegen de wand aanzit. 'ik denk dat we naar het hoofdkwatier van onverschrokkenheid gaan, maar ik heb geen idee waar dat is'. 'wie wel?' grijnzend schudt ik mijn hoofd. 'het lijkt wel of ze uit de grond geschoten zijn of zo'. dan gaat er een windvlaag door de coupé en de andere overstappers, die vol worden geraakt, vallen bovenop elkaar. ik schater het uit. dan denk ik aan mijn huis. hoe is het met mijn familie? wat doen ze vanavond? ik schudt de gedachte van mij af. ik hoor niet meer bij oprechtheid maar bij onverschrokkenheid

'ze springen eruit!' roept iemand. ik kijk om mij heen. de gene die dat riep heeft gelijk. ik zie groepjes zwart uit de wagon voor ons springen. dan kijk ik omlaag. het spoor hangt zeven verdiepingen hoog. ik begin iets zwaarder te ademen. 'dan moeten wij er dus ook uit' zegt iemand anders uit oprechtheid. molly. is ze ook overgestapt? dan moeten peter en drew hier ook zijn. 'fijn' hoor ik de stem van peter. 'want dat is echt de normaalste zaak van de wereld molly. om van een rijdende trein op een dak te springen' gaat hij verder. 'we hebben hier zelf voor gekozen peter' antwoordt molly. 'nou, ik doe het niet' zegt een jongen uit vriendschap. hij is de enige. 'je moet wel' zeg ik terwijl ik opsta 'anders haal je de inwijding niet. kom op je kunt het.' 'niet waar! ik ben liever factieloos dan dood!' zegt hij vol paniek, zijn wangen zijn nat van de tranen. 'je kunt hem niet dwingen' zegt beatrice. ik pers mijn lippen op elkaar. dan steek ik mijn hand naar haar uit. 'pak aan' zeg ik. ze trekt haar wenkbrauwen op. 'ik...iemand moet mij me meesleuren, anders kan ik het niet'. ze pakt mijn hand. als we langs het dak rijden telt ze af. 'eén...twee...drie!' dan gooien we ons de trein uit. even lijkt het of ik zweef, of ik weer van de naaf spring zoals in de simulatie. dan raken mijn voeten de grond. er trekt een tintelende pijn door mijn schenen. beatrice laat mijn hand los. ik rol een klein stukje door. 'dat was leuk' zeg ik. ik kijk rond en zie dat iedereen, behalve die jongen uit vriendschap, het dak heeft gehaald. ik zie hoe molly haar enkel vasthoudt met een pijnlijk gezicht. ik grijns. peter heeft zo te zien een goede landing gemaakt. dan hoor ik een jammerende kreet. ik kijk naar de rand. ik zie een meisje, onverschrokken, huilend. een jongen, ook onverschrokken, houdt haar middel vast zodat ze niet valt. als ik haar zie huilen weet ik al wat er is gebeurd. iemand heeft het niet gehaald. ik zie hoe beatrice naar de rand loopt. ze kijkt over de rand. als ik zie dat ze bijna overgeeft weet ik het zeker. ik voel een raar gevoel in mijn buik. dan draait ze zich om en loopt terug. ik zie hoe ze haar mouw omhoog trekt. 'ooo, schándelijk! een hark die een stukje bloot laat zien!' ik kijk rond. ik zie hoe peter meesmuilend naar beatrice kijkt. er klinkt gelach. beatrice wordt rood en trekt haar mouw omlaag. ik werp een boze blik op peter. 'luisteren allemaal! ik heet max en ik ben een van de leiders van jullie nieuwe factie' schreeuwt een man aan de andere kant van het dak. hij is ouder dan de rest. hij heeft diepe groeven in zijn gezicht en een donkere huid en en grijze slapen. hij staat op de rand van het dak, alsof iemand niet net naar zijn of haar dood is gevallen. 'enkele verdiepingen onder ons ligt de ledeningang naar ons terrein. als je het niet kan opbrengen om naar beneden te springen, dan hoor je hier niet thuis. onze aspiranten krijgen de eer om eerst te gaan' wilt u dat we van het dák springen?' vraagt een meisje uit eruditie. ze heeft haar mond open hangen. 'ja' zegt max geamuseerd. 'is er beneden water of zo?'. 'wie zal het zeggen' hij trekt zijn wenkbrauwen op. de menigte voor ons wijkt uiteen. ik doe alsof ik naar mijn schrammen kijk. ik kijk vanuit mijn ooghoeken naar max. dan zie ik hoe beatrice naar peter kijkt. 'ze zal toch niet?' denk ik. ze loopt naar de rand. iemand gniffelt. max stapt voor beatrice opzij. ze kijkt omlaag. ik loop iets dichterbij. voorzichtig gluur ik over de rand. het gebouw waar we op staan is een zijde van een vierkant. in het midden zit een reusachtig gat in het beton. beatrice gaat op de rand staan. ik hoor haar tanden klapperen. ze gaat met haar handen naar haar knoopjes van haar blouse. als ze hem uit heest maakt ze er een prop van. ze kijkt over haar schouder en gooit zo hard mogelijk haar blouse naar peter. ik fluit op mijn vingers. dan draait ze zich terug naar het gat. ze haalt adem. dan buigt ze door haar knieen en springt. ik zie hoe ze naar beneden valt en dan in het gat verdwijnt. heel even is het stil. dan hoor ik beneden iemand lachen. beatrice? ik sta op. 'ik ga nu' zeg ik tegen max. hij knikt. ik ga ook op de rand staan. ik haal adem. ik buig door mijn knieen. dan spring ik. ik gil. ik voel de wind aan alle kanten aan mijn lijf. ik denk aan mijn simulatie toen ik van de naaf moest springen. dan kom ik met een klap tegen iets aan. een vangnet. ik hoor gelach. dan gejuich. ik wordt door iemand uit het net geholpen. ik juich. 'ik wil nog een keer!' roep ik. gelach.


Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.