Hoofdcategorieën
Home » Tokio Hotel » Teenage Wasteland [TC] » 9.
Teenage Wasteland [TC]
9.
Tom
Ik druk mijn lippen in haar hals, en met de geur van haar shampoo in mijn neus streel ik de naakte huid van haar borsten. Ze giechelt en frunnikt aan mijn boxer, zelf heeft ze enkel nog een slipje aan.
‘Ik kan het nog steeds niet geloven, dé Tom Kaulitz,’ zegt ze en kust mijn piercing. Ik grijns en haak mijn wijsvinger in de boord van het felgroene broekje...
Mijn ringtone verstoort de pret. Godverdomme, als dat Georg is, dan is hij nog lang niet jarig! Ik weet dat ik moet stoppen met hem te sms’en als ik weer een meid gescoord heb, het is intussen wel duidelijk dat ik beter ben in groupies oppikken dan hij. En bovendien heeft hij uit wraak een onnatuurlijk sterk instinct ontwikkeld om te raden wanneer mijn one night stands op het punt staan van leuk te worden en doet iedere keer zijn uiterste best om mijn concentratie te verstoren.
Vandaar dat ik mijn gsm gewoonlijk uitschakel zodra het meisje zich in een straal van drie meter van mijn bed bevindt, maar vandaag ben ik dat blijkbaar in al mijn haast vergeten. En oké, misschien heb ik het hem extra dik ingewreven, omdat ik zeker weet dat hij zich die meid nog herinnert, maar dit is niet grappig meer!
Met een vloek al op mijn lippen grijp ik het rinkelende toestelletje en wil op het rode hoorntje drukken, als mijn oog op het display valt. Bill.
Twijfelend weeg ik het lawaaierige onding een paar seconden lang in mijn hand en werp een blik op het meisje in mijn bed. Maar de naam op het schermpje is dwingender dan welke chick dan ook, en ik maak een verontschuldigend gebaar, stap in mijn broek en hijs ze met één hand op terwijl ik naar de gang loop.
‘Hallo?’ Geen antwoord. ‘Bill?’ Niks, alleen ruis. Met de gsm tussen mijn schouder en mijn oor geklemd en intussen mijn broek dichtknopend, loop ik naar de woonkamer, daar is hij niet. Zijn Nike’s staan onder de salontafel en een snelle blik op de kapstok leert me dat zijn jas, pet en sjaal nog aan de kapstok hangen, en mijn autosleutels liggen op het kastje naast de deur.
‘Bill?’ vraag ik tegelijk in de telefoon en richting de keuken. Nergens een teken van leven. Ik loop alle kamers na en kom uiteindelijk bij zijn slaapkamerdeur. Daar hoor ik inderdaad iets. Wat is de bedoeling? Is hij echt zo erg op z’n tenen getrapt omdat ik een groupie heb uitgenodigd, dat hij verstoppertje probeert te spelen? Die gast is soms echt niet goed bij z’n hoofd.
Ik hef mijn hand op naar de klink, als ik eindelijk wat hoor. Achter de deur klinkt het alleen maar als geschuifel en gehijg, maar in de gsm hoor ik het duidelijk. Hij snikte net.
Mijn hand blijft als bevroren hangen en ik luister zonder adem te halen. Hij huilt. Jezus, hij huilt echt. Moet ik naar hem toe gaan? Durf ik dat wel, na alles...
De voorbije maanden duiken plots weer kristalhelder op, alsof ik het allemaal opnieuw beleef, al die vreselijke momenten die ik met zoveel moeite verdrongen heb. Elke pijnscheut, de haatgevoelens als ik in de spiegel keek, de verachting voor die kant van mij waarvan ik niet wist dat die bestond, dat zoiets zelfs maar denkbaar was. De allesverlammende angst en schaamte dat hij het ooit zou ontdekken, dat iemand ooit te weten zou komen wat ik zie als ik mijn ogen sluit. Wat ik ongewild ben gaan voelen voor mijn tweelingbroer…
Trillend schuifel ik weg van de deur. Vergeet het, zet de telefoon uit, het is waarschijnlijk gewoon een ongelukje. Bill en ik hebben elkaar allebei als eerste nummer bij speed dial, als één van ons zijn toetsenblokkering vergeet aan te zetten bellen we automatisch naar elkaar, dat hebben we al eerder gehad. Tom, rustig, hij hoeft niet te weten dat je iets gehoord heb… Ga gewoon terug naar je eigen kamer, daar ligt een bloedmooi meisje op jou te wachten. Doe wat je altijd doet, en vergeet dat dit ooit gebeurd is. Godverdomme, hij is je broer, pervert!
Net wanneer ik bijna weer aan mijn eigen deur sta, fluistert hij iets. Tegen zichzelf, door zijn tranen heen, nauwelijks hoorbaar. En toch...
‘Tom...’
Zo duidelijk alsof zijn mond tegen mijn oor blaast. Iets in mijn borst maakt salto’s in vrije val als ik de gsm uitschakel, mijn vrije hand naar zijn deurklink breng en die langzaam omlaag druk.
Hij ligt op zijn zij, met zijn rug naar de deur. Zijn schouder schokken en hij heeft zijn gezicht in zijn kussen begraven. Een beetje onhandig duw ik de deur achter me dicht en hij rolt zo snel om dat hij bijna aan de andere kant op de grond flikkert.
‘Wat... wat doe jij hier?’ vraagt hij schor. Zijn hele gezichtje zit onder de uitgeveegde make-up en zijn ogen zijn zo dik van het huilen dat het me verbaast dat hij nog kan zien. Ik ga op de rand van het bed zitten en zwaai met mijn gsm.
‘Je had gebeld?’ Hij staart me een paar seconden dom aan, voelt dan in zijn broekzak.
‘Oh... sorry.’ Hij wil het toestelletje op zijn nachtkastje keilen, bedenkt blijkbaar plots iets en kijkt me met grote paniekogen aan.
‘Wat heb je gehoord?’ vraagt hij, de angst in zijn stem is bijna komisch. Ik leg mijn vinger op mijn lippen en gebaar met mijn hoofd naar de aangrenzende kamer.
‘Nicky is er nog,’ fluister ik en ga wat dichter bij hem zitten. Ik zie zijn handen trillen en weet dat hij even nerveus is als ik. Met een inwendige kreun strijk ik over mijn dreadlocks en haal diep adem. God, ik kan niet geloven dat ik dit doe...
‘Bill... Ik weet niet hoe ik moet beginnen, want het is zo... verwarrend en onmogelijk en nog duizend andere dingen waar geen woorden voor bestaan, maar… ik heb het gevoel dat als ik deze kans niet grijp en het nu niet zeg, het er nooit meer van zal komen, en dan zal het me langzaam gek maken. Wat ik gehoord heb, heeft me de moed gegeven om iets aan mezelf te bekennen. Iets waar ik al maanden mee worstel, doorheen jouw relatie met Georg, maar ook al lang daarvoor. Ik... God, ik denk niet dat ik het zomaar uit mijn strot krijg maar... Weet je, als ik in Nicky’s ogen kijk, of in de ogen van elk meisje met wie ik in al die maanden gezoend of geslapen heb, dan zie ik jouw ogen. Als ik hen kus, verbeeld ik me dat het jouw lippen zijn, of ik het nu wil of niet. En als ze vertrekken, dan... dan wens ik dat ik hen zou durven vragen bij me te blijven, zodat ik een arm om hen heen kan slaan terwijl ze slapen en... kan doen alsof jij het bent die naast me ligt.’
Mijn hele speech lang heb ik mezelf gedwongen hem aan te kijken, maar nu wend ik noodgedwongen mijn blik af. Uit angst om wat er nu volgt. Wat als ik het helemaal verkeerd heb? Natuurlijk heb je het verkeerd, Tom Kaulitz, ezelsveulen! Niet iedereen heeft dezelfde zieke geest als jij! Verliefd op je tweelingbroer? Wie verzint zoiets? Wanneer ga jij eens leren om na te denken voor je die grote klep van jou opentrekt? Lieve heer, ik ben een idioot...
Meer dan een beetje verbaasd besef ik dat hij nog niet in paniek overeind is gesprongen. Heb ik hem soms een hartaanval bezorgd? Is hij in shock? Moet ik een ziekenwagen bellen? Wat als hij al dood is! Dan heb ik mijn broer vermoord! Oh fuck me, hoe moet ik dat aan mam uitleggen?
Geschuifel op het laken onderbreekt de psychotische paniekstorm in mijn hoofd en ik gluur in de richting van het geluid. Bill huilt opnieuw, maar tegelijk trilt er iets van een glimlach in zijn mondhoeken. No way.
‘Je hebt geen idee… geen flauw idee hoe lang ik diezelfde woorden al tegen jou wilde zeggen,’ fluistert hij. Mijn keel is plots kurkdroog en mijn maag is verdwenen. Meent hij dat echt? Betekent dat dan...
Ik weet niet waar ik de moed vandaan haal, maar ik kruip naar hem toe tot we bijna tegen elkaar aan zitten. Mijn handen beven erger dan ooit wanneer ik voorzichtig zijn wangen omvat. De warmte van zijn huid en de tranen die over mijn vingers sijpelen bewijzen dat ik deze keer niet droom.
Hij glimlacht en veegt met één vinger een traan uit mijn ooghoek die ik nog niet eens gevoeld had. We leunen naar elkaar toe.
‘Tom...’
‘Bill…’
En dan raken onze lippen elkaar, en ik kan onze gedachten bijna horen terwijl ze zich met elkaar verweven en één worden, sterker dan ooit tevoren, en één woord vormen. Eindelijk.
It's kinda hard to talk right now.
Honey why are you crying? Is everything okay?
I gotta whisper 'cause I can't be too loud
Well, my girl's in the next room
Sometimes I wish she was you
I guess we never really moved on
It's really good to hear your voice saying my name
It sounds so sweet
Coming from the lips of an angel
Hearing those words it makes me weak
And I never wanna say goodbye
But girl you make it hard to be faithful
With the lips of an angel
It's funny that you're calling me tonight
And, yes, I've dreamt of you too
And does she know you're talking to me
Will it start a fight
No I don't think she has a clue
Well my girl's in the next room
Sometimes I wish she was you
I guess we never really moved on
It's really good to hear your voice saying my name
It sounds so sweet
Coming from the lips of an angel
Hearing those words it makes me weak
And I never wanna say goodbye
But girl you make it hard to be faithful
With the lips of an angel
Reacties:
*pinkt traantje weg*
Ja, ik ben begonnen met het voor de derde keer te lezen ;D
Awhh..
K heb alle delen gelezen en ik vind het echt zo mooi.
Ech, snel verder<33
En dat is zó lief <3
Als het niet zo'n serieus stukje was geweest, had ik nu slap gelegen Like: Hoe moet dat nu verder dan? Liefde gaat bij mannen toch altijd door de maag?! (Oke, nevermind me, het is vroeg, I do not make sense so early in the morning )