Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » One Direction » The Outside World • One Direction » OO8

The Outside World • One Direction

4 mei 2014 - 16:29

1701

3

222



OO8

Zayn Point Of View
Ze is weer weg. Yara. Dat mooie meisje. Ze is zo lief en ook wel weer breekbaar. Gewoon perfect. Maar ze is weg. Alweer. 'Gast! Waarom zei je dat nou?!' Roept Harry boos naar Liam. Ook ik ben boos op hem. Hij had niet moeten zeggen dat ze gek is, dat is echt niet zo. Ze komt gewoon niet van hier en dat is gewoon anders. 'Sorry,' fluistert Liam. 'Dat moet je niet tegen ons zeggen maar tegen haar!' roept Niall boos. Echt soms haalt hij de woorden uit me mond hoewel ik en hij heel veel verschillen.
Schuldbewust kijkt Liam naar zijn schoenen, alsof die zo interessant zijn. 'Misschien is het wel beter zo,' zegt Louis voorzichtig. 'Beter? BETER?! Gast, ze heeft niemand! En dan zeg jij dat het BETER is?!' roep ik boos uit. Verschrikt kijken ze me aan. 'Ze kent haar familie niet, waarschijnlijk weet ze niet eens wat een vader is. Wij waren haar enige hoop!' roept Harry boos. Allemaal zijn we diep in gedachten verzonken.
'Wat doen we nou?! We moeten haar zoeken!' roept Niall ineens. Oja... Dat ik daar niet aan gedacht had. Niall, Harry en ik springen gelijk op. Boos kijken we naar Liam en Louis. 'Jullie kunnen het nu met haar goed gaan maken of anders hoeven wij jullie ook niet meer hoor,' zegt Harry boos. Ja, hij is echt heel erg boos. Dat gebeurt niet vaak maar als hij boos is.. Oeeh.. Dan kan je wat beleven. Gelijk springen Louis en Liam ook op. 'Je hebt gelijk. We moeten het goed met haar maken.' Liam kijkt Louis aan die instemmend knikt. En nu Yara zoeken. Het is simpelweg onmogelijk. Ze weet amper iets van deze wereld! O god.. Hoe gaan we haar vinden?!

Yara Point Of View
Met tranen in mijn ogen loop ik een straat in. De rugzak hangt nog over mijn schouders. Waar moet ik nou heen? Ik probeer me te herinneren hoe we gister vanaf het bos hiernaartoe liepen maar geen een beeld komt meer in me op. Een vrouw in een veel te strak jurkje en een klein diertje aan een halsband loopt voor bij. Volgens mij was het een hond, maar het kon ook een kat zijn, die kan ik nooit van elkaar onderscheiden.
'Mevrouw?' vraag ik aan de mevrouw. Gelijk stopt ze met lopen en ze kijkt me aan. 'Weet u waar het bos is?' vraag ik netjes. Ze knikt en begint dan met het uitleggen hoe je in het bos moet komen. Dankbaar bedank ik haar. En nu nog naar het bos lopen. Zuchtend begin ik aan de weg die de vrouw zei.
De grote blokken beton wat de mensen hier ook wel "kantoren" noemen worden langzaam minder en het bos komt al in zicht. Ik begin te rennen, hoe eerder bij het bos hoe beter. Mijn benen rennen zo hard als ze kunnen maar snel genoeg vind ik het niet gaan.
Na nog een tijdje te hebben gerend over het bospad kom ik bij het meertje aan waar ik de jongens voor het eerst heb ontmoet. Ze wilden me helemaal niet bij hun in huis hebben. Ze zeiden het gewoon omdat ze medelijden met me hebben. Klootzakken. Ja goed he? Dat woord heb ik geleerd op de weg hier heen.
Een jongen was aan de telefoon en die zei heel boos klootzak dus ik nam aan dat het een scheldwoord was net zoals dat fuck. Maar dat is gewoon vies. Never nooit dat ik dat ook ga doen. Gewoon iewl.
Met een goed gevoel loop ik het bospad op dat naar mijn oude huis leid. Bijna. Bijna en dan kan ik het huis weer zien. Eigenlijk heb ik het toch best wel gemist. Ik begin te rennen maar abrupt blijf ik stil staan. Mijn ogen worden groot. Dit kan niet waar zijn. Dit kan niet waar zijn! De plek waar het huis stond is er niet meer. Allemaal puin ligt er en er ligt veel stof. Het huis is afgebrand. Ik zak door mijn knieën op de grond en luide snikken verlaten mijn mond. Mijn gezicht verberg ik in mijn handen. Dit kan niet waar zijn. Het mag niet. Het is weg. Het voelt net alsof al mijn herinneringen aan vroeger weg zijn. Al die leuke tijden samen met mijn moeder. Hevig begin ik te schokken. Een deel van mijn verleden is er gewoon niet meer. Een deel van mijn hart.
Zwarte vlekken dansen voor mijn ogen. Als een pop lig ik op het koude bospad vlak voor ons afgebrande huis. Langzaam verdwijnen de vlekken voor mijn ogen en ik kom weer terug op aarde. Ik zucht en kijk nog een keer naar de oude herinneringen die net in as is opgegaan.
Met moeite probeer ik overeind te komen. Eindelijk sta ik op mijn voeten maar de wereld draait wel nog een beetje. 'En nu opzoek naar een slaapplaats,' mompel ik tegen mezelf. Automatisch loop ik naar het meertje. Zonder erbij na te denken klim ik in een boom met een dikke tak. Zuchtend ga ik een beetje comfortabel liggen op de tak. Ik sla mijn armen voor zo ver dat kan om me heen en zachtjes begin ik wat te neuriën totdat mijn oogleden langzaam zwaar worden en ik in slaap doezel.
Door een geluidje ontwaak ik uit mijn slaap. Ik kijk om me heen en kom tot de conclusie dat ik gewoon in een boom heb geslapen. Lekker comfortabel zeg. Sarcasme. Ik kijk naar het meertje wat er zo vredig uit ziet. Daaromheen is eerst een grasveldje en daarna komen de bomen. Ik kom hier echt al heel erg lang. Zes jaar om precies te zijn. Altijd als ik even van mijn moeder wou vluchten ging ik hierheen. Dan dompelde ik mijn vingers onder in het koele water en kwam ik helemaal tot rust. Vaak viel ik hier in slaap en werd mijn moeder weer boos omdat ik te laat was.
Maar één keer was het anders. Toen ontmoete ik die vijf enge jongens. Ze bleken niet echt eng te zijn maar ze mogen me niet. En nu maar hopen dat ik ze nooit meer tegenkom.

Vrolijk fluiten de vogeltjes waardoor bij mij ook vanzelf een glimlach mijn lippen siert. Mijn maag maakt een knorrend geluid, en dat betekent honger. Ik was zo lekker slim om geen eten mee te nemen maar dat is ook niet echt nodig. Voorzichtig klim ik uit de boom en gooi de rugzak over mijn schouder. Ik weet precies de weg in het bos. En niet alleen de weg ook waar de eetbare planten staan. Wel zo handig.
Zoekend loop ik langs het bospad. Meestal is er wel iets va- Ah!
Met een glimlach zak ik neer langs het o-zo bekende plantje. Bieslook. Ik breek wat stengeltjes af en stop het in mijn rugzak. Dat is een. Niet alleen bieslook kan je hier vinden, ook veel andere kruiden. Ik loop verder langs het bospad, meer dan bieslook zie ik niet. Dan maar niet langs het bospad. Snel loop ik weer richting het meertje. Aan de waterkant staan paardenbloemen. Gehaast loop ik ernaartoe en pluk de blaadjes er vanaf. Na de paardenbloem zie ik al gelijk wat anders. Munt! Mijn favoriet. Ook daar pak ik wat blaadjes van en ik stop er eentje in mijn mond. De frisse smaak is als een engeltje op mijn tong. Zoekend kijk ik weer om me heen. Waar ging ik vroeger nou altijd heen? Oja.. Bessen zijn er ook nog. Automatisch loop ik naar de plek waar ik vroeger ook altijd heen ging om bessen te plukken voor mijn moeder.
Al gauw zit ik tegen een boom aan te genieten van de kleine besjes. Zie je? Ik kan best zo overleven hoor. Geen jongens voor nodig. De gedachte aan hun wellen de tranen op in mijn ogen. Snel knipper ik ze weg. Je hebt ze niet nodig Yara! spreek ik mezelf toe. Ik heb ze echt niet nodig. Misschien waren het dan wel mijn eerste echte vrienden maar ze hebben me ook alleen gelaten. Ze hebben me beledigd. En nu hoef ik ze ook nooit meer te zien!
De zon staat niet helemaal meer hoog in de lucht wat betekent dat het middag is. Een gaap verlaat mijn mond. Geen idee waarom ik zo moe ben. Langzaam sta ik op van de boom waar ik die heerlijke besjes heb zitten eten. Rustig loop ik langs het meer totdat er wat geritsel komt vanuit de struiken. Schichtig kijk ik om me heen maar er valt niks bijzonders te zien. Toch ga ik snel weer terug naar de boom waar ik in geslapen heb en ik klim erin wachtend tot dat geritsel ophoud. Vage stemmen weerklinken, en helaas kan ik het net niet verstaan.
Uit de struiken komen mensen tevoorschijn. Net die ik niet wil die hier zijn. Zayn, Liam, Louis, Niall en Harry lopen naar het meer en gaan er zitten.
'Was ze nou maar hier,' hoor ik Zayn zeggen. 'Ik heb al zo vaak sorry gezegd hoor,' zegt Liam. 'Dus het is niet onze schuld,' maakt Louis het af. Waar hebben ze het over?! 'Je moet het niet tegen ons zeggen maar tegen Yara!' roept Niall. Mijn ogen worden groot als hij mijn naam zegt. Ze hebben het over mij.
Hadden Liam en Louis dan gezegd dat ik gek ben? Het kan niet anders, waarom zouden ze anders sorry moeten zeggen?
'Hebben jullie het eigenlijk tegen Paul gezegd? Ik niet namelijk,' vraagt Harry. Allemaal schudden ze hun hoofden. Wat tegen Paul gezegd? Vanaf de boom kijk ik toe naar de jongens. Eigenlijk zijn ze best wel knap... Yara! Niet zo denken! zeg ik streng tegen mezelf. Een pijnscheut trekt door mijn arm en ik probeer wat anders te gaan zitten. Helaas lukt dat niet. Ik ben ook niet goed in bomen klimmen. Mijn greep om de boomtak verslapt en ik donder naar beneden. Met een luide klap beland ik op de grond. Echt waar he? Vorige keer ging het ook al zo.
Ik ben gewoon niet goed in bomenklimmen. Vorige keer probeerde ik me te verstoppen voor de jongens en toen viel ik uit de boom, nu vast wel weer en- Ja hoor. Ze kijken verschrikt naar me.


Reacties:


x1Dx
x1Dx zei op 11 mei 2014 - 1:28:
Ga snel verder melding!!


1Dtjetanya zei op 5 mei 2014 - 11:37:
snel verder!!!!


Nadja
Nadja zei op 4 mei 2014 - 20:32:
Omygod ga verder melding xx