Hoofdcategorieën
Home » Overige » schrijfwedstrijd » Superheldje
schrijfwedstrijd
Superheldje
Lang geleden, in mijn kindertijd, speelden we vaak ‘superheldje’. Ieder mocht dan zijn eigen superkracht bedenken en toepassen op welke situatie we ook gingen naspelen. Ik weet niet meer wat ik allemaal bedacht had toen ik klein was, maar plezier hadden we zeker. Wie had toen kunnen bedenken waar dat allemaal toe zou leiden. Wat de toekomst nog allemaal voor ons in petto had.
Het duurde nog enkele jaren vanaf de laatste keer dat we ‘superheldje’ speelden. We waren rond de achttien toen het gebeurde. Ik behoorde niet meer echt tot de groep. Examens kwamen er aan en daar wilde ik me op focussen. De rest wilde vooral plezier hebben. Dingen doen die ze niet meer konden doen zodra ze van de middelbare school af zouden zijn en we verspreid over het land naar de verschillende universiteiten zouden gaan.
Het was op een namiddag, begin mei, dat het gebeurde. Ik was in het park natuurkunde aan het leren. De rest was verderop rugby aan het spelen. Ze hadden nog geprobeerd dat ik mee zou doen. Luuk en Jace, de team leiders, wilden me beide graag in hun team. Ik was altijd al goed geweest in tactieken bedenken en meestal won ik of mijn team dan ook. Dit keer besloot ik echter om niet mee te doen. Ik moest dat natuurkunde examen halen en dat betekende oefenen tot ik er bij neer zou vallen. Al keek ik natuurlijk af en toe op uit mijn boeken om te zien hoe ze het er vanaf brachten. Het was ook toen dat het me opviel dat Jane steeds sneller leek te kunnen rennen, Jace wel eens in de lucht leek te blijven hangen als ze sprong, Walter zijn armen soms langer leken te worden, Quinten soms haast lichtelijk doorzichtig leek te worden en Luuk, als hij iemand aankeek, leek te kunnen vertragen. Iedereen in de groep van 8 had wel iets. Ze hadden het zelf niet eens door.
Het duurde nog ruim twee maanden voordat het gegroeid was. We zagen elkaar nog maar af en toe. Binnenkort zouden de meesten op vakantie gaan. Vanaf dan zou ons leven niet meer hetzelfde zijn. We zouden elkaar niet meer zien. Ikzelf had nog lang niet door dat ik ook een gave had. Had me altijd een beetje het buitenbeentje gevoeld en vermoedde dat ik er ook nu buiten zou vallen. Dat de rest, als ze er achter kwamen, nog met elkaar op zou blijven trekken en mij niet meer nodig hadden. Het was pas op het moment dat Jace me kwam melden dat hij vond dat ik altijd wel heel veel bij de docenten voor elkaar kon krijgen. Dat ze meestal deden wat ik graag wilde dat dat ze zouden moeten doen. Voor de grap zei hij nog of ik misschien hun gedachten manipuleerde. Dit zette me aan het denken.
Pakweg drie jaar verstreek voordat we elkaar weer zagen. Luuk had ons samen laten komen om zijn verjaardag te vieren, al wist iedereen dat er een andere reden achter zat. Ieder had ondertussen zijn of haar gave ontdekt en onder controle. We wisten het nog maar net van elkaar, behalve ik dan. Ik had het jaren geleden al voor het eerst gezien. Wat we nu wilden doen was nog niet zeker.
Hoe we het besloten hadden, dat was achteraf nog niet duidelijk onder ons. Uiteindelijk belandden we bij een speciale politie-eenheid. Hier hadden mensen voor ons gewerkt met hetzelfde als wat wij toen hadden, een gave. We werden getraind en hielpen mensen, maakte niet uit hoe. We voelden ons er goed bij. Sommige van ons hadden er soms wat moeite mee, al sloegen we ons hier tezamen doorheen. We waren trots op wat we konden en wat we deden. We hadden veel mensen geholpen. Dat allemaal door mij, als ik hen moest geloven. Ik stuurde ze aan met mijn gedachten. Ik was diegene die alles voorzag en het tot een goed einde bracht. Zelfs al leek het soms helemaal niet meer goed te komen, vertrouwden ze op mij en lieten ze me doen waar ik goed in was. Hun gedachten zo manipuleren dat ze deden wat ik wilde wat ze deden.
Nu zijn we jaren verder. Tezamen hebben we al veel mensen geholpen. We hebben altijd geweten dat we hier niet voor altijd mee door kunnen gaan, maar wij worden ook oud. Het word tijd dat er een nieuwe generatie komt die ons werk kan voortzetten. Wij kunnen deze echter niet aanwijzen. Mogelijk word jij het. Mogelijk ook niet. Ons zal je echter niets meer kunnen vragen. Wij zijn inmiddels overleden.
Reacties:
Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.