Hoofdcategorieën
Home » Harry Potter » Bleed Forever » Chapter 19
Bleed Forever
Chapter 19
Chapter 19
Nou, daar ging hun plan om alle minderjarige leerlingen in veiligheid te brengen in de kamer van hoge nood. Hoe ze daar waren gekomen was hem een raadsel maar Kyle wist wel dat de dooddoeners een manier hadden gevonden om via de meeste geheime ruimte in de school, naar binnen te komen. Kyle dook net op tijd weg voor een vloek die de muur achter hem raakte en gromde even geïrriteerd. Sirius was in gevecht geraakt met Dolochov, Dane stond te duelleren met Ravenwoud, en Selene stond vlak bij hem en probeerde de jongere leerlingen tussen de vechtende mensen door te loodsen naar een van de andere geheimen gangen in de buurt. Het duurde niet lang of meer leden van de Orde kwamen door de vloeken en stof heen gerent om zich te mengen in het gevecht. Luthien had het druk met een paar gewonde eerstejaars en was ondertussen bezig met haarzelf en die leerling te beschermen tegen rondvliegende vervloekingen en brokstukken van de harnassen die tot leven waren gekomen. “We moeten hier weg zien te komen en de leerlingen op een veilige plaats weten te krijgen.” Riep Luthien naar Kyle die net vliegles had gehad en tegen de muur aan was gekomen “Ik ben een beetje druk op het moment Luth. Neem Selene mee en zorg dat iedereen veilig is.” Zei hij toen hij overeind was gesprongen. Hij negeerde de bonkende pijn in zijn hoofd en rende richting Remus die ook aan was gekomen. Het leek wel alsof elk orde lid en elke dooddoener in deze kleine gang stond te vechten. Kyle rende naar Selene toe “Ga met Luthien mee en breng de jongere leerlingen hier vandaan. Als je nog orde leden of leraren tegen kom zorg dat ze met jullie meegaan. We hebben geen idee of alles nu hier gebeurd of dat de hele school word aangevallen maar ik wil niet dat jullie dat risico nemen!” zei hij boven het geschreeuw en alle knallen door. Selene was lijkbleek en keek hem aan “Ik laat je hier niet achter Kyle.” Zei ze vastberaden “met mij komt het wel goed. M’n pa en Sirius zijn beiden hier net als het grootste deel van de Orde. Hou Amber ook in de gaten ik heb een vermoeden dat ze er vandoor probeert te glippen wanneer ze de kans krijgt.” Selene wilde nog protesteren maar Kyle schudde zijn hoofd “Ik kan me niet concentreren als jij ook in gevaar ben.” Zei hij en hij drukte snel een kus op haar lippen voor hij zich weer in het gevecht mengde. Selene riep zijn naam nog maar hij hoorde het niet meer.
Sirius en Remus stonden rug aan rug te duelleren “Lang geleden dat we eens een goed gevecht hebben gehad is het niet maanling?” vroeg Sirius met zijn speelse grijns. Remus rolde met zijn ogen “nee eigenlijk niet Sirius. Vergeet niet dat we een paar weken geleden ook nog zijn aangevallen en beiden gewond waren.” Sirius zijn grijns verdween, eigenlijk was hij dat al wel vergeten “Ah kom op dat is alweer zo lang geleden dat ik het me niet eens meer kan herinneren wat er precies is gebeurd.” Remus zuchtte even en pareerde een vloek “Geen tijd voor geintjes nu Sirius.” Zei hij en hij verlamde degene met wie hij aan het vechten was. Zijn kap viel af en Remus zag dat het Jeegers was. Iemand die ook veel te vertellen had op het ministerie en de reden was dat Voldemort zoveel wist over de zaken binnen en over de beveiliging rond de school. “Kan je het alleen aan denk je? Ik ga mijn zoons even helpen.” Sirius keek over zijn schouder naar Remus en grijnsde “Wat denk je dat ik ben Reem? 11? Ik kan prima voor mezelf zorgen.” “Ja dat heb ik vaker gehoord en kijk wat daarvan is gekomen.” Sirius besloot er maar niet veel meer op te zeggen en Remus verdween tussen de menigte door opzoek naar Dane en Kyle.
Het duurde niet lang voor hij ze had gevonden, beiden in gevecht met een dooddoener. Remus had zo’n 10 seconden om trots te zijn op zijn zoons omdat ze zich staande wisten te houden en het de dooddoeners moeilijk maakte, langer dan dat ging niet gezien hij zelf weer werd aangevallen. Konden ze hem nou niet even laten bijkomen? Hij vroeg zich terwijl hij vocht, af hoe het met Melian ging. Ze was opzoek gegaan naar Severus en Christina terwijl hij zich naar het gevecht had verplaatst. Hij had geen idee of hun net zoveel problemen hadden als zij maar hij hoopte dat ze veilig waren.
“Weet je, voor iemand die er zo op gebrand is Severus te volgen ben je merkwaardig ver weg van waar je hoort te zijn om bij hem te zijn.” Zei Melian die naast Christina liep. “Ik ben ook niet van plan naar hem toe te gaan. Hij en Bellatrix komen naar ons toe.” Zei ze simpel “Zo breek ik mijn belofte niet.” Sneaky…dacht Melian waarderend en onder de indruk. “Oké hoe weet je dan waar ze straks zullen zijn?” “Nou, als ik Perkamentus moet geloven zouden ze naar de Grote zaal gaan waar Perkamentus dan ook is om zijn leerlingen te beschermen.” Zei ze fronsend. De grote zaal zat nu inderdaad waarschijnlijk bom vol met studenten die erheen waren gevlucht toen de hell los barste zonder te weten dat, dat straks juist de meest onveilige plek zou zijn in de hele school. Behalve dan tussen alle dooddoeners die volgens Romeo op de zevende verdieping waren. Ze hadden eerder een patronus van Romeo gekregen met de mededeling dat de dooddoeners via de kamer van hoge nood naar binnen waren gedrongen. Remus, Sirius en meer dan de helft van de Orde was nu bezig met het terug drijven van die dooddoeners maar ze hadden het er waarschijnlijk niet makkelijk mee. Melian dacht aan haar kinderen en Remus en ze hoopte dat alles goed was met ze. Ze kon er echter niet te lang bij stilstaan want zodra ze de hoek omgingen richting de grote zaal werd hen de weg versperd door een dooddoener die zijn kap nog ophad. “Ga maar Chris.” Zei Melian die haar toverstok trok en de dooddoener met samengeknepen ogen aankeek. Christina knikte en schoot langs de dooddoener heen die geen eens moeite deed om Chris tegen te houden wat Melian eigenlijk best apart vond maar ze kon er niet te lang om stilstaan gezien de onbekende dooddoener zijn toverstok niet eens in zijn handen had. “Wat is er? Bang voor een gevecht?” vroeg ze droogjes. De dooddoener deed langzaam zijn kap af en alle kleur uit Melian’s gezicht trok weg. “Amycus.” Fluisterde ze. Amycus glimlachte flauw “Hallo Mel. Je ziet er goed uit.” “Wou dat ik dat ook van jou kon zeggen maar sorry ik ben over het feit dat je knap bent heen en eigenlijk vind ik je nu echt spuuglelijk.” Uh nee Mel. Je vond hem nog steeds goddelijk lekker en zijn ogen- nee! Ze had het Remus beloofd, ze hield ook echt van Remus voor de volle 100% maar Amycus had iets… Melian zat zo in dubio of ze hem gewoon zou aanvallen, hij was ongewapend maar aan de andere kant hij was wel een dooddoener dus waarom niet? “Je gaat me niet vervloeken Mel.” Zei Amycus rustig alsof hij haar gedachten had kunnen lezen “Oh nee en waarom is dat?” vroeg ze en ze hield haar hoofd schuin, een tik die ze had overgenomen van Remus. “Omdat ik weet dat je me nog steeds wilt diep van binnen.” Mel wist nu zeker dat alle kleur uit haar gezicht was weggetrokken en kon geen woord meer uitbrengen. Hij had gelijk.
Severus keek Bellatrix met zijn gebruikelijke kille emotieloze blik aan toen ze binnen kwam met die grote gestoorde grijns van haar. Elke keer als hij haar zag moest hij de rillingen verbergen. Veel dooddoeners zouden ver gaan, ze zouden alles doen, maar niet met zoveel plezier als Bellatrix. Zij zou letterlijk haar leven geven voor de Heer van het Duister en dat maakte haar juist zo gevaarlijk. “Goedemorgen Minister.” Zei Severus rustig met opgetrokken wenkbrauwen. Bellatrix grijnsde nog breder en gestoorder “Vind je het leuk? Ik kan me voorstellen dat je behoorlijk op je teentjes was getrapt toen de Heer zei dat IK het ministerie mocht leiden en niet jij.” Sneerde ze met haar pesterige irritante stem. “Ik heb mijn eigen taak. Jij die van jou. Laten we het daarbij houden.” Bellatrix lachte alsof ze een of andere maniak was, wat ze ook eigenlijk was dat zou ze zelf zelfs toegeven. “Perkamentus komt hierheen?” ze keek om zich heen waar de leerlingen tegen de muren aangedrukt stonden van angst. Severus wist dat Bellatrix de studenten het liefste wilde martelen maar van de Heer mochten ze de studenten nog niets aandoen tenzij ze terug zouden vechten en dus hield Bellatrix zich in. “Hij is hier al.” Zei een stem achter hen rustig. De kalmte die Perkamentus uitstraalde was geruststellend voor de meeste leerlingen die opgelucht keken en zelfs ontspande. Severus daarentegen, was juist alles behalve ontspannen. “Ah die goede ouwe Perkie! Hierheen gekomen om je leerlingetjes te beschermen?” vroeg Bellatrix vrolijk die altijd eerst met haar prooi wilde spelen voor ze het zou opeten. Severus rolde met zijn ogen en was 100% klaar met dat gespeel. Hij wilde hier vanaf zijn zodat alles weer terug kon naar normaal maar dat zou nog wel even duren als Bella zo doorging. “Bella, we hebben hier geen tijd voor. Ieder moment kan de Orde binnen komen en denk jij dat je de hele orde aankan?” vroeg Severus geïrriteerd. Bellatrix lachte “Met Perkamentus dood en jou naast me tuurlijk wel!” “Mij naast je? Ik denk dat je vergeet dat ik het druk ga hebben met mijn vrouw en zusje die het me niet in dank afnemen als ze weten aan welke kant ik sta.” Zei hij koeltjes. Bellatrix was schijnbaar even vergeten dat Severus een leven had opgebouwd toen de Heer van het Duister was verdwenen voor al die jaren en besefte dat, dat betekende dat zij alleen zou staan tegen zo’n 30 Orde leden. Ze mocht dan gestoord zijn maar ze was niet achterlijk… meestal dan. Severus keek naar Perkamentus die een serene glimlach op zijn gezicht had, tuurlijk. Die had zich kunnen voorbereiden op het feit dat hij zo werd vermoord alleen zou Severus er alles aan doen om dat te verkomen en als dat betekende Bellatrix omleggen zou hij daar niet bepaald van wakker liggen. Hij was haar toch liever kwijt dan rijk. Bellatrix had haar toverstok op Perkamentus gericht die geen poging waagde om zich te verdedigen. “Avada -“ Bellatrix bond er geen doekjes meer om en begon al met haar spreuk toen de deur ineens open vloog door een spreuk, de spreuk raakte Bella die achterover vloog. Perkamentus deed een stap opzij zodat ze niet tegen hem aan zou knallen, in plaats daarvan kwam Bellatrix tegen het raam terecht die brak en viel op de grond, direct daarna kreeg ze een lading glas over haar heen. Severus had zich met een ruk omgedraaid en zag Christina staan in de deuropening. Oh..top. dacht hij bij zichzelf. Nou dit ging dus niet volgens plan maar goed had hij iets anders verwacht? Nope.
Christina had Bellatrix haar snerende stem gehoord, haar kippenvel gevende lach en had niet eens nagedacht over de leerlingen die mogelijk gewond konden raken ze had gewoon de deur uit zijn voegen geblazen en daarmee ook Bellatrix een gratis vliegles gegeven. Ze keek de grote zaal door en haar oog viel als eerste op Perkamentus die er droogjes zonder toverstok bij stond, en toen op Severus die een hoofd had alsof hij zichzelf een facepalm wilde geven wat hij waarschijnlijk ook wilde doen. Christina liep de grote zaal in alsof er niets aan de hand was en alsof ze dagelijks gestoorde dooddoeners vliegles gaf nadat ze de deur eruit had geblazen. Waarschijnlijk had ze wel vaker ergens een deur uitgeblazen ten kostte van hun huis en Severus zijn hoofd waarschijnlijk maar dat kon ze zich nu even niet herinneren. “Hallo Sev.” Zei ze liefjes. Severus keek haar aan en schudde zijn hoofd “Waarom verbaasd het me niet dat je hier alsnog bent. Is iemand je gevolgd?” vroeg hij rustig. Christina schudde haar hoofd “Mel was mee maar we kwamen een obstakel tegen waar zij nu mee bezig is.” Severus had nog een opmerking wilde maken over waarom Melian in godsnaam mee was gegaan maar Bellatrix kwam weer tot leven en Severus zuchtte. Geweldig. Perkamentus zou niets doen om zijn leven te redden maar Severus en Christina wel. “Bitch!” brulde Bellatrix woedend naar Chris die haar wenkbrauwen op trok “Hoorde je dat Sev? Ze noemde me een bitch.” “Ik hoorde het Chris. Misschien moet jij je even bezig houden met haar?” Christina kreeg een gluiperige glimlach op haar gezicht wat er meestal voor zorgde dat Severus 10 kilometer verder op ging staan en zorgde dat ze niet bij hem in de buurt kon komen maar gezien het nu niet gericht was op hem maar op Bella vond hij dat hij veilig was. Severus keek naar Perkamentus die zijn hoofd schudde “Het was een simpele vraag Severus.” “Nee niet. Het was iets waar jij voor koos waar ik het niet mee eens was. Ik verdom het om verantwoordelijk te zijn voor jou dood.” Zei hij simpel. Christina kon dat nog wel opvangen voor ze in een duel verstrikt raakte met Bellatrix die duidelijk goed boos was. Ach Christina wist sowieso wel hoe ze mensen het bloed onder de nagels vandaan kon halen en bij Bella was het goed gelukt ze had haar alleen maar hoeven opblazen. De vloeken vlogen in het rond maar gelukkig Bleven de leerlingen laag. Hier en daar raakte wellicht een leerling gewond maar Christina was even bezig met zichzelf in leven houden en tegelijk Severus in de gaten houdend. Niet omdat ze hem niet vertrouwde maar omdat ze Perkamentus niet helemaal vertrouwde. Het duel ging best heftig en op een gegeven moment kon Christina zich niet meer op iets anders concentreren dan het pareren van Bellatrix haar aanvallen. Tot Perkamentus ineens in beweging kwam, Christina had een misstap gemaakt en was half uitgegleden en op dat moment wist ze dat Bellatrix haar zou kunnen pakken, maar nog voor de vloek bij haar was, stond Perkamentus al voor haar en ving de vloek op. Hij werd omhoog gehesen en door het kapotte raam gesmeten door de klap van de vloek. “NEE!” riep Christina bijna wanhopig. Severus had Bellatrix direct aangevallen maar de schade was al aangericht…het was gebeurd. Bellatrix had die gestoorde lach weer op haar gezicht en ging ervandoor zodra ze de kans had en Severus vloekte luid waarna hij naar Christina liep. “Kom op. We moeten hem vinden.” Zei Severus die haar meesleurde de grote zaal uit, de studenten die versuft en geshockeerd toe zaten te kijken, negerend.
Sirius was nog steeds verstrikt in een duel met Dolochov, Sirius zou het nooit hardop toegeven maar hij had moeite met zichzelf nog staande houden. Hij wist echter dat ook Dolochov het niet makkelijk had. Sirius probeerde tijdens het duelleren door ook te controleren of de leerlingen weg waren, hoe het met Kyle en Dane ging, en met Luthien die ondertussen ook zich in het gevecht had weten te mengen. Remus had het ook zwaar maar Sirius was ervan overtuigd dat hij zichzelf wel kon beschermen. Dolochov strooide in het wilde weg vervloekingen in het rond en hier en daar werden zelfs een paar andere orde leden of dooddoeners geraakt maar het waren nooit dodelijke vloeken. Waarom Dolochov niet met dodelijke vloeken aan het rond gooien was snapte hij niet helemaal maar toen hij eens goed rondkeek , besefte hij dat geen een dooddoener echte schade aan probeerde te richten. Zijn concentratie was weg terwijl hij probeerde te begrijpen waarom de dooddoeners niet uit alle macht probeerde de Orde leden om te leggen. Ineens voelde Sirius iets tegen zijn borst en hij wist dat hij was geraakt. Zijn ogen werden groot van verbazing. Hij was – wacht wat? “Sirius!” hij herkende de stem van Remus. Maar het klonk ver weg. Hij had niet eens door dat hij door zijn knieën was gezakt en steeds meer en meer moeite had met zien. Zijn vizier begon troebel te worden, tot het ineens zwart was. Het laatste wat hij voelde en hoorde, waren 2 warme zachte handen die hij herkende als die van Luthien tegen zijn gezicht aan, en haar stem die hem smeekte wakker te blijven. Hij voelde haar warme tranen op zijn gezicht maar kon niets doen om haar te troosten…en toen was het compleet zwart, en werd alles stil.
Reacties:
Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.