Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Supernatural » Twilight Zone » Chester Montana

Twilight Zone

28 juni 2014 - 16:56

1097

0

351



Chester Montana

‘Claudia, kom je?’
‘Nee, ik moet nog even een boek halen voor de verjaardag van mijn mama.’
‘Oké dan. Wij gaan alvast wat drinken. Zien we je straks?’
‘Ja, ik zie jullie zo.’ Claudia neemt afscheid van haar vriendinnen en stapt stevig de andere kant uit. De boekwinkel ligt een stukje op een weg omhoog. Het is net buiten de winkelstraat. Eigenlijk is het helemaal niet zo heel gunstig om daar te liggen voor een boekwinkel. Mensen moeten er echt heen lopen en je schiet er niet zo maar even naar binnen. Als de deur opengaat, klinkt het bekende rinkelende geluidje. De caissière kijkt op en knikt een keer naar Claudia. Het meisje komt hem vaag bekend voor. Ze komt er wel vaker, maar niet vaak genoeg om een hele vaste klant te kunnen zijn. Claudia weet echter wel in welke hoek ze moet zijn. Haar vingers bewegen langs de ruggen van de boeken. Welk boek zou ze dit keer voor haar moeder kopen. Dan blijft haar hand steken bij de titel: het engelenparadijs. Na de achterkant gelezen te hebben, besluit Claudia dat dit het juiste boek is. Ze rekent het af en opgelaten dat ze toch nog een goed cadeau heeft gevonden voor haar moeders verjaardag, loopt ze de parkeerplaats op. Eerst valt het haar niet op dat er een groepje jongens achter haar aan loopt. Ze zullen ook wel naar het dorp moeten. Dan slaat ze een steegje in. Maar de jongens achtervolgen haar. Ze versnelt haar voetstappen en slaat de volgende hoek om. Nog twee hoeken worden omgeslagen, maar de jongens blijven achter haar aanlopen. Half in paniek loopt ze ergens tegen aan. Ze kijkt in de bekende ogen van Nate. Nate zit pas sinds kort bij haar op school. Samen hebben ze biologie. Nate kijkt de jongens kwaad aan en ze draaien snel om. Wist Claudia maar waarom ze zo snel weggingen, zonder slag of stoot. Nate slaat beschermend zijn arm om haar heen.
‘Zal ik je naar huis toe brengen.’ Claudia knikt, haar vriendinnen totaal vergetend. Samen lopen ze naar zijn auto, die heel dicht bij de boekwinkel staat. Als een echte heer houdt hij het portier voor haar open. Als ze de parkeerplaats afrijden, komen de jongens die haar net achtervolgden weer voor haar staan. Bij Claudia slaat de schrik zich om haar hart.
‘Waar komen die nu weer vandaan.’ Nate kijkt heel rustig om zich heen.
‘Dat hebben we afgesproken,’ zegt hij dan heel cool. Claudia kijkt hem vreemd aan.
‘Afgesproken? Waarom wil je met hun afspreken?’
‘Omdat het mijn vrienden zijn en ze zijn altijd wel in voor een spelletje.’
‘Spelletje?’
‘Ja. Ze wilden weten of ze je bang konden maken en ik denk dat het ze gelukt is.’ Een van de jongens slaat met zijn hand op de auto.
‘Nate, we hebben nu wel lang genoeg gewacht. We willen actie.’ Nate doet zijn raam naar beneden. De jongen stapt achter Claudia in. Claudia voelt zich niet goed worden en probeert het portier open te maken om de auto uit te kunnen.
‘Sorry schat, daar zit toch echt een slot op.’ Een slot op de passagierszitting? Claudia weet niet hoe ze het heeft. Ze kijkt in de ogen van Nate, die langzaam van kleur veranderen. Wanhopig duwt ze nog harder tegen de deur aan. Laat hem opengaan, bidt ze in gedachten.
‘Je wilt toch niet weg?’ De stem van Nate klinkt mierzoet in haar oren. Hij buigt zich voorover en kust haar. Even staat haar wereld stil. Zijn hand die haar arm omklemt is koud. Te koud. Een beeld van Belle en Edward schiet door haar hoofd heen. De kleurende ogen, de koude huid. Zou dit een voorteken zijn. Zou dit echt iets te betekenen hebben. Nate lacht haar toe en ontbloot daarbij zijn tanden. Zijn veel te grote puntige hoektanden. Claudia kijkt angstig. Waarom loopt dit in Twilight goed af. Laat dit ook goed aflopen. Nate kust haar nogmaals en gaat dan naar haar nek. Ze voelt zijn puntige tanden doorzetten en hoe het bloed uit haar gezogen wordt. Het laatste wat ze voelt zijn de andere tanden die haar huid doorboren.


De muziek gaat hard door de boksen heen. Het deuntje wordt meegefloten. Dean zet nog een keer wat harder in en kijkt met een schuin oog naar zijn kleine broertje. Zolang hij hem maar een keer goed dwars kan zitten, vind hij alles goed. Sam kijkt naar het weidse landschap dat de auto voorbijflitst. Tegen zijn broer in gaan, heeft geen enkele zin. Hij zet echt de muziek niet zachter voor hem. Hij houdt ook echt zijn mond niet dicht.
‘Hoe lang duurt het nog voordat we in Chester Montana zijn?
‘Nog een paar uur.’ Sam zucht nogmaals. Nog meer uren samen met zijn broer in een krappe auto. Met de maximale snelheid scheurt Dean verder over de weg.
‘Dus herhaal nog een keer, wat is er precies gebeurd in Chester?’ Sam hoort de ondertoon ook in de stem van Dean. Hij kan zich wel een betere plek verzinnen, waar hij kan zijn. Zoals het warme zuiden. Florida en Californië staan nog steeds op zijn lijstje om te blijven hangen.
‘Er is een meisje vermoord bij een boekwinkel.’
‘Waarom is dat ook alweer speciaal voor ons.’
‘Nou, de eigenaar van de boekwinkel zweerde dat hij toen hij op haar geschreeuw afkwam, jongens met bloedrode ogen zag en ze bloed uit hun mond hadden lopen.’
‘Dus een gek zegt dat hij iets gezien heeft en nu gaan wij daarop af?’
‘Ja, Dean. Dat doen we nu al jaren. Je krijgt je vakantie wel een keer. Werk gaat voor.’
‘Als jij dat zegt.’ Dean denkt aan de keren dat hij Sam mee heeft moeten sleuren, omdat hij geen zin meer had.
Na een lange reis komen de jongens uiteindelijk bij een motel aan. Sam haalt zijn neus eens op. Hij herinnert zich goed dat hij dit verafschuwt heeft en een ander leven wilde leiden. De hotels kunnen hem soms nog steeds gestolen worden. Echt gezelligheid straalt het niet uit. Ze checken in en parkeren de auto voor het juiste huisje. Het is ruimer dan hun vorige motel, wat maar net een kamer was. Misschien dat ze hier nog wel een beetje langer zouden kunnen blijven. Sam kijkt eens goed rond. De aquakleurige verf bladdert in ieder geval niet van de kozijnen en deuren af. Dan valt hem een gezicht op. Het is half verscholen achter de gordijnen. De grote ogen van een klein meisje kijken hem aan. Snel wendt ze haar gezicht af en verdwijnt voor het raam.
‘Sammy kom je nog of blijf je buiten slapen.’
‘Ik kom.’


Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.