Hoofdcategorieën
Home » Harry Potter » Crucial Moments » Andromada Zwarts
Crucial Moments
Andromada Zwarts
En hoe ze resoluut voor de liefde koos…
Hoe is het fout gelopen tussen mij en mijn familie? Wanneer begon onze band te barsten en wanneer was de breuk definitief? Je zou kunnen zeggen dat het al op jonge leeftijd begon: ik ging voornamelijk om met mijn neef Sirius, die later ook een afvallige bleek. Voor de rest waren er geen tekenen aan de wand: ik aanbad mijn familieleden als goden en tegen de tijd dat ik vijf was, was ik overtuigd dat alleen zuiver tovenaarsbloed deugde. Mijn hechte band met Sirius weerstond mijn familie er niet van om van me te houden en me te accepteren en zelfs met mijn oudste, eeuwig achterdochtige zuster, Bellatrix, kon ik goed opschieten. Ik praatte al hun ideeën na en op mijn eerste dag op Zweinstein werd ik ingedeeld in Zwadderich, de familieafdeling. Op Zweinstein werd ik een voorbeeldleerlinge: goede punten, keurig voorkomen en omgang met uitsluitend bloedzuivere tovenaars… Tegen de tijd dat ik in het zevende jaar zat was ik net als mijn jongere zus Narcissa hoofdmonitor en ik studeerde af met grote onderscheiding. Mijn familie was trotser dan ooit tevoren en kon alleen maar dromen dat er een huwelijk met een goede kandidaat in het verschiet lag.
Niemand had ooit kunnen denken dat ik onze zuivere bloedlijn zou bezoedelen en al helemaal niet dat dit op een wondermooie avond vol heugelijke gebeurtenissen zou gebeuren…
In de gangen en zalen van Villa Malfidus weerklonken de prachtigste melodieën en gezangen die ooit weerklonken hadden. De ramen en deuren van de balzaal stonden wagenwijd open en op de glanzende vloer van wit marmer dansten uitsluitend leden van vooraanstaande tovenaarsfamilies. Boven hun hoofden zweefden kleine cupido’s die onophoudelijk voor een regen van rozenblaadjes zorgden. Het huwelijk tussen mijn jongere zusje Narcissa en haar zielsverwant Lucius Malfidus verliep perfect dankzij de gigantische voorbereiden en het romantische thema dat ze gekozen hadden. Ik passeerde een padachtige heks die bij het ministerie werkte en keek toe hoe mijn moeder walste met professor Slakhoorn die voor de gelegenheid nog hoffelijker was dan anders. Narcissa en Lucius, allebei in het wit, zweefden overgelukkig over de dansvloer en een eindje verder wervelde Bellatrix en haar man rond elkaar in een intense dans. Het koor veranderde van liedje en iedereen wisselde van danspartner. Ik negeerde het aanzoek van zowel Krenck Junior als Noot Junior en wurmde me zo snel als mogelijk naar buiten. Even later doolde ik doelloos door de tuinen en parken op het domein Malfidus en trachtte zoveel mogelijk mensen te mijden. In mijn hart wist ik dat ik blij moest zijn dat zowel mijn zus Bellatrix als Narcissa het geluk hadden om te mogen trouwen met hun levenspartner, maar aan de andere kant deed het me des te meer pijn dat zij dat zonder omhaal konden, terwijl mij dat genoegen ontzegd werd. Het gazon liep glooiend omlaag en ik zag enkele spierwitte pauwen aan het einde ervan paraderen. Leuterend liet ik mijn adem ontsnappen en dacht na over mijn benarde situatie. Volgens mijn moeder liep er voor iedereen een geschikte levensgezel rond, ook voor mij, maar tot nu toe had ik daar bitter weinig van gemerkt. De enige persoon waarvoor ik een greintje gaf had bedorven bloed en als ik nog maar een relatie met hem zou overwegen, zou mijn moeder me zonder omhaal onthoofden. Desondanks, dankzij hem zat ik diep in de penarie. Terwijl ik mijn best deed om een betoverde rozenstruik te ontwijken – ze waren zo behekst dat ze argeloze, vrijende stelletjes omsloten – dacht ik aan Ted Tops. Ted Tops een dreuzeltelg die zelfs voor dreuzels uit een ordinaire familie kwam. Middelmatig in het toveren en afkomstig uit een afdeling die al eeuwen geleden alle aanzien verloren had. Hij had alles om op mijn minachting te kunnen rekenen, maar ik minachtte hem niet… ik hield van hem. Zelfs die avond tussen de pauwen en kaarsrechte heggen van het domein Malfidus voelde ik hoe mijn hart sneller ging kloppen en hoe een blos mijn wangen begon te sieren toen ik alleen maar dacht aan zijn doordringende ogen, zorgeloze lach en tedere aanrakingen… Enkele meters daarvandaan weerklonk zacht gegniffel en ik zag nog net hoe een rozenstruik Rabastan Van Detta, de broer van mijn zwager, omsloot samen met een bloedmooie vrouw die ik herkende als de echtgenote van de steenrijke Zabini. Ik schrok wakker uit mijn trance en liep vlug door. Ik dwaalde verder in de tuin en schermde hierbij mijn gevoelens zorgvuldig af voor eventueel gedachtelezende heksenmeesters. Het was een feit en een goed bewaard geheim dat ik en Tops al sinds ons zevende jaar op Zweinstein geregeld afspraken en genoten van elkaars aanwezigheid en wel in die mate dat ik binnen enkele maanden zijn kind ging baren. De gedachte aan een baby die ogenblikkelijk verstoten kon worden door mijn familie maakte me instant misselijk. Hoe moest ik me hieruit werken? Ik had amper vrienden die me zouden begrijpen, laat staan helpen en de weinigen die dat gingen doen zouden immens veel moeten opofferen om mij van een goed alibi te voorzien. De gedachte aan wat mijn ouders konden doen als ze erachter kwamen dat ik hun familienaam geschaad had, was ondraaglijk voor me. Het pad liep omhoog en leidde naar het zuiders terras dat vlakbij de balzaal lag. Veel genodigden genoten er van de koelte en overal werd uitbundig gepraat en geroddeld. Een lichtelijk aangeschoten Slakhoorn feliciteerde Walter Vleeshouwer keer op keer om zijn postje bij het ministerie en beloofde plechtig dat hij een goed woordje ging doen voor diens vriend Alruin, Narcissa’s schoolvriendinnen giechelden uitgelaten en trachtte boselfjes te beheksen zodat ze ook rood en groen oplichtte en Malfidus Senior sprak op zalvende toon met Zabini wiens vrouw op dat ogenblik vast de avond van haar leven beleefde in een rozenstruik. In de danszaal zelf ving ik een glimp op van Narcissa die danste met onze neef Regulus en hoe diens moeder Lucius voor haar rekening nam. Mijn eigen moeder kwam op me af met in haar ene hand een glas mede, met haar andere hand nam ze me beet en sleurde ze me naar een discretere plaats.
‘Je moet dringend werk maken van jou verloving, lieverd,’ Sprak ze me berispend toe. ‘Nu je jongste zusje getrouwd is gaat men gaan roddelen over je.’
‘Maar moeder…’ Protesteerde ik, goed wetende dat ze de eer van de familie in de strijd ging werpen. Ze keek me aan met haar donkere ogen en zilverwitte haren die zo goed bij haar kleed pasten en klakte afkeurend met haar tong.
‘De jongste zoon van Noot is nog vrij,’ Viel ze me in rede. ‘Evenals de zoon van Krenck, zijn vader is misschien een schoft, maar hijzelf houdt er degelijke ideeën op na. Ze dingen alle twee naar je hand en je moet vlug beslissen nu je nog jong bent.’
Ze zag mijn weerbarstige uitdrukking, peilde naar mijn gevoelens en vervolgde toen. ‘Heb je andere kandidaten op het oog misschien? Of begin je Regulus eindelijk naar waarde te schatten? Hij is een goede volgeling van de Heer van het Duister dunkt me.’
Ik kon een schamper gesnuif amper onderdrukken en wierp mijn lange haren in mijn nek. Trouwen met Regulus! Waar haalde ze het? Ik wierp een steelse blik op mijn neef die nog altijd met mijn jongste zus danste en vergeleek hem zoals gewoonlijk met een bang schoothondje. Hard blaffen om alles en nog wat, maar angstig piepend wanneer het erop aankwam. Zo zag ik Regulus en zo was hij ook. Behalve voor mijn familie, want Regulus was de laatste mannelijke telg van het geslacht Zwarts en in hun ogen het goede voorbeeld. Regulus was een trotse Zwaddaar, een volgeling van de Heer van het Duister en een beschermer van het zuivere tovenaarsbloed.
Mijn moeders ogen namen me nauwkeurig op en ik sloot mijn geest nog meer af voor haar.
‘Er is iets,’ Zei ze uiteindelijk bedeesd. ‘Wie is het? Zeg asjeblieft dat het een bloedtovenaar is, al was het een Wemel… Bloed gaat boven alles en dat weet je.’
Beschaamd keek ik van haar weg en ik zag nog net het donkere figuur dat vlakbij het pad stond. Mijn hart sprong op en ik snelde hem tegemoet. Mijn moeders blik brandde in mijn rug.
‘Sirius,’ Hijgde ik toen hij binnen gehoorsafstand was.
Sirius grijnsde zijn hagelwitte tanden bloot en sloeg zijn donkere haren uit zijn ogen. We hadden mekaar ruim een jaar niet meer gezien, maar hij zag er bijzonder goed uit. Hij was knapper dan ooit in een modieus, zwart galagewaad. Zijn nonchalante houding en oprechte glimlach waren echter nog exact dezelfde.
‘Je bent gekomen?’
Hij opende zijn armen en zwaaide die in het rond alsof hij alles en iedereen wou omhelzen. ‘Natuurlijk, nichtje van me. Regelrecht in het waarachtige, maar bloedzuivere gespuis en dat allemaal voor jou.’
‘Je hebt m’n brief gelezen?’
‘Wat dacht je? Anders had ik hier niet gestaan,’ Schalde Sirius blaffende lach over het terrein en diverse genodigden keken onze kant op. Ik liep rood aan, nam hem bij de hand en sleurde hem mee.
‘Je hebt geluk gehad, nichtje,’ Vervolgde hij. ‘Als je moeder of onze allerliefste Bellatrix die brief gelezen hadden, hadden ze je in een vlaag van plichtsbesef de nek omgewrongen.’
‘Stil,’ Beet ik hem toe en ik duwde hem tegen een van de taxushagen. We waren alleen en mijn bloed bonsde in mijn oren. ‘Ga je akkoord met mijn voorstellen? Om me te helpen?’
Weer kon Sirius een hondachtige lach niet onderdrukken.
‘Als je met me trouwt of gewoon doet alsof het jou kind is, is er geen vuiltje aan de lucht,’ Begon ik koortsachtig. ‘Niemand hoeft te weten dat…’
‘Dat je in het geheim met Ted Tops ronddoolt.’
‘Hoe weet je?’
Sluipvoet grinnikte: ‘Dacht je dat Ted dom is? En dat hij zijn gevoelens voor zich hield? Hij is even dol op jou als jij op hem, meid.’
‘Kop dicht,’ Snauwde ik boos. ‘Ik ben niet op Ted Tops! Hij is gewoon…’
‘Een dreuzel?’ vulde Sirus aan en zijn grijns verdween van zijn gezicht. ‘Een modderbloedje? Een nietsnut? Een bloedbederver? Nou, stel je me teleur, Andromeda.’
Ik slikte moeizaam en sloeg mijn ogen neer.
‘Het kan gewoon niet.’ Zei ik enkel.
Sirius greep me beet en schudde me doorreen.
‘Waarom niet? Vanwege de familie-eer? Die heb je laten varen toen je Ted voor het eerst in de ogen keek.’
Ik zweeg en Sirius ratelde verder.
‘Jullie spreken als sinds jullie zevende jaar constant af… Meer dan anderhalfjaar lang! Ik heb sommige van je brieven aan hem gezien, Andromeda. Je kunt misschien jezelf voor gek houden, maar mij niet: je bent smoor op Ted en nog geen klein beetje ook.’
Ik knipperde met mijn ogen en kon amper mijn tranen in bedwang houden. Mijn stiekeme avonden met Ted kwamen weer voor mijn geestesoog: onze gesprekken, knuffels, liefkozingen in het maanlicht…
‘Waarom zou je met mij trouwen om de schijn op te houden?’ Hoorde ik Sirius vragen.
Snel veegde ik mijn tranen weg.
‘Omdat ik mijn familie niet teleur wil stellen,’ Zei ik simpelweg. ‘Ze verbannen me direct, wanneer ze erachter kom.’
‘En wat ga je dan doen? Vlug een Zwarts-Zwarts huwelijk in elkaar flansen, de liefde van je leven verspelen en iedere zondag bij Bellatrix op koffie gaan? Strak plan!’
Nog meer tranen begonnen te branden achter mijn oogleden. Een luid geklap verbrak de stilte en ik wist dat het feest afgelopen was: Lucius leidde Narcissa nu onder grote belangstelling naar de zilveren, gevleugelde koets die hen lila recta naar hun huwelijksreisbestemming zou brengen. Ik richtte mijn ogen strak naar de plaats waar het gebeuren zich afspeelde en tobde somber over de toekomst, mijn toekomst… Ik dacht aan mijn familie: mijn moeder en vader, de lieve Narcissa, mijn tante, Bellatrix…
‘Ze gaan me verstoten,’ Zei ik zachtjes. ‘Ik ga alles verliezen.’
‘Maar je zult alles herwinnen,’ Gromde Sirius en hij kneep in mijn hand. ‘Denk na! Een eigen kind, een liefhebbende man waarvan je houdt… Een gezin dat je altijd hebt gewild! En één neef die meer waard is dan dat stelletje drakenpestlijders hier.’
Tranen begonnen over mijn wangen te stromen. Ergens klonken vleugelslagen en ik wist dat Narcissa was vertrokken op huwelijksreis…
Sirius zuchtte opgelucht.
‘Je moet niet bang zijn dat ze zich gaan wreken,’ Mompelde hij. ‘We hebben contact gehad met Perkamentus, hij is bereid om zowel jou als je ongeboren kind te beschermen met alles die in de mogelijkheid ligt van de Orde van de Feniks.’
Achter me klonk zacht geritsel en ik zag nog net hoe een oude huiself met een snuitachtige neus wegglipte achter een rozenstruik, maar het kwaad was geschied. Enkele minuten later waren we omsingeld door boze familieleden.
‘Zie je wel?’ Grauwde een oudere heks met donkere haren en uitpuilende ogen. ‘Zie je wel dat ze iets te verbergen had?’
‘Tante Zwarts,’ murmelde ik zachtjes en begon weer te snikken. ‘Het is niet wat u denkt.’
‘Moeder,’ zei Sirius met de intonatie waarmee een tuinminnend tovenaar het woord “tuinkabouter” zou uitspreken.
Bang keek ik naar de overige personen: mijn moeder die ondersteund werd door Bellatrix en de gebroeders Van Detta wiens toverstokken op Sirius gericht waren.
‘Andromeda! Hoe kon je…’ Stamelde mijn moeder en ze keek me ontzet aan, haar ogen groot van verbazing. ‘Hoe kon je?’
‘Verraadster,’ Kraste tante Zwarts en ze keek me vol walging aan. ‘Hoe durf je, je familie zo te vernederen! Na alles dat we hebben gedaan.’ Ze spuwde op de grond en de gebroeders Van Detta grimasten.
Smekend keek ik mijn oudere zus in de ogen en deinsde achteruit. Bellatrix’s uitdrukking was niet menselijk meer, maar iets duisters, iets beestachtigs en maniakaals.
‘Je kunt dit niet meer goedmaken,’ Siste ze met een stem vol verachting en haat. ‘Je hebt je eigen bloed besmeurt en het onze.’
‘Bella, ik…’
‘Je hebt gepaard met een dreuzel,’ Krijste Bellatrix plotseling als een bezetene en zelfs mijn moeder en tante schrokken van haar krankzinnige stemgeluid die alle menselijkheid had verloren. ‘Je hebt zijn zaad omsloten en draagt nu zijn bezoedelde jong!’
‘Je moest je schamen, bloedverraadster,’ Deed tante Zwarts een duit in het zakje. ‘Je bent al even bedorven als die vermaledijde bloedzuiger achter je.’
Sirius snuifde luid: ‘Ja, ze heeft een kind van een dreuzeltelg en wat dan nog? Hoeveel procent van de huidige tovenaarsgemeenschap is nog zuiver? Jullie zijn hopeloos verouderd.’
Bellatrix hapte verschrikt naar adem en Rabastan gromde dreigend.
‘Tuig!,’ Krijste tante Zwarts. ‘Smerige modderbloed! Afvallige hondsvot! Hoe durf je?’
Ik keek mijn moeder recht in de ogen.
‘Niemand hoeft dit te weten,’ Poogde ik bij haar. ‘En wat dan nog als ze het weten? Sirius heeft gelijk, er zijn amper nog bloedzuivere tovenaars.’
Mijn moeder wende haar blik af en zei hard:
‘Dat is onmogelijk.’
‘Die ongeboren bastaard moet weg,’ Sneerde Bellatrix vol walging. ‘En die dreuzel ook! De Heer van het Duister zijn leer moet gerespecteerd worden.’
‘Zuiver bloed is het grootste goed,’ Mekkerde haar man en hij richtte zijn toverstaf nu op mijn voorhoofd. Zijn broer keek me vol weerzin aan terwijl de zuigplekken van Zabini’s vrouw nog vers in zijn nek stonden, mijn moeder jammerde zachtjes en smeekte me vervolgens om een einde te maken aan de waanzin – mijn romance moest ophouden en het ongeboren kind moest verdwijnen. Tante Zwarts mompelde enkel maar verwensingen (Uitschot! Koboldennaaister! Braakballenjong!) en suggereerde dat ik beter de rest van mijn leven in een koude kerker zou doorbrengen. Bellatrix die enkel maar afkeer uitstraalde, schudde krachtig het hoofd.
‘Zelfs dat is te goed voor zo’n schandvlek op ons blazoen,’ Gromde ze en haar handen kromden zich tot klauwen. ‘Een dergelijke sloerie mag niet vrijuit gaan.’
En dan Sirius zijn stem:
‘Kun je, je een leven indenken zonder Ted Tops?’
Ik dacht na… en kwam tot het besluit dat ik dat niet kon.
We verdwijnselden net op tijd.
De lichtflitsen van de vervloekingen suisden om onze oren in een draaikolk van licht en het gekrijs van Sirius moeder (Drakenpestlijers! Doxydrollen!). Met een smak kwamen we neer op de bodem van een oude kerker. Onzichtbare handen hielpen ons overeind en controleerden of we wel in orde waren.
‘Andromeda, liefje!’
Zijn stem, zijn handen om mijn gezicht.
‘Zeg asjeblieft iets, lieverd.’
Ik probeerde te glimlachen, maar ik kon alleen maar wenen van puur geluk dat ik hem in levende lijve weerzag. Ted Tops keek me verontrust aan met zijn heldere, blauwe ogen.
‘Schatje, ik...’
‘Alles is goed met me,’ Fluisterde ik hem geruststellend toe en ik nam zijn handen in de mijne.
‘Maar je familie?’
Ik keek om me heen, de kerker was propvol mensen. De meeste kende ik niet. Mijn blik bleef rusten op Sirius die overeind krabbelde en op de lange grijze baard van niemand minder dan Albus Perkamentus. Zijn aanwezigheid gaf me weer kracht, als iemand de volgelingen van de Heer van het Duister kon weerstaan was hij het wel.
‘Het kind? Hoe reageerde je familie erop? Hebben ze?’
‘Ze zijn mijn familie niet meer,’ Zei ik helder en ik kuste mijn geliefde op de mond. ‘Vanaf nu zijn jullie mijn familie.’
[i][/i]
Reacties:
De arme schat.
Echt heel moot gedaan. De haat spat gewoon van Bellatrix en de rest af. Knap dat je dat zo goed kunt laten overkomen. En daarbij ware liefde overwint alles! en daar is deze Crucial Moment bewijs van. True love will always find a way
Prachtig gedaan,
ik ga zo de andere lezen!
Zo sterk!
Die moeder van Sirius is geniaal!
Knap hoe je de personages zo sterk hebt neergezet.
Ik zag het helemaal voor me.
Arme Andromeda die haar (knettergekke) familie moest achterlaten!
(al zal ze hen uiteindelijk niet meer missen, integendeel)
Kijk naar wat ze ervoor terugkreeg.
Een superlieve man, een super toffe en hippe dochter en een wijze schoonzoon en ook nog eens een lieve kleinzoon!
Ik bodoel wie wil dat nou niet!
Mooi en goed geschreven hoofdstuk!
(zowaar ik geen doxydrol ben!)