Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Overige » De 100ste Hungergames » Hoofdstuk 4

De 100ste Hungergames

4 juli 2014 - 16:46

2342

0

236



Hoofdstuk 4

Nu stort mijn wereld dus wel compleet in. Het kan niet waar zijn dat ik met HAAR de arena in moet. Dat kan niet! Als ik naar Hyllia kijk zie ik dat er een trieste, medelevende glimlach op haar gezicht. Daardoor weet ik dat ze ons heeft gezien en dat ze snapt wat ik doormaak. Omdat ik het zo aardig van haar vind, hou ik me niet in en geef haar een dikke knuffel.
Ondertussen is Alicia op het podium gekomen. Er lopen twee mannen met witte pakken achter haar aan en als zij ook op het podium staan, pakken ze Hyllia bij haar bovenarmen en voeren haar redelijk hardhandig het podium af. Ik onderdruk de neiging om me als een wild beest op de twee te storten en het kleine meisje te beschermen. Als Liza weer begint te praten schud ik even mijn hoofd zodat ik weer helemaal weer helder ben. ‘Oké, welkom meisje.’ Ze slaat haar arm om Alicia heen, die meteen verstijft. ‘Wat is jouw naam?’ vraagt ze een suikerzoete, bedrieglijke stem. Even stokt haar stem in haar keel, maar dan antwoordt ze met een vaste stem. ‘Ik heet Alicia Diamond.’ ‘Oké, welkom Alicia.’ Dan richt ze zich weer tot de mensen op het plein. ‘Inwoners van vier, met een groot plezier stel ik jullie de eerste tributen van jullie wereld voor. Een groot applaus voor Carter Triton en Alicia Diamond!’ Er klink maar een zacht applausje en een stuk nijdiger vervolgt Liza: ‘Jullie tributen zullen nu naar die tempel boven op de heuvel gaan. Daar zal de Koning ze toespreken en mogen hun dienbaren afscheid komen nemen.’ Daarna pakt ze ons bij onze armen en leidt ze ons mee de heuvel op. Op naar de tempel…

Als we in de tempel zijn aangekomen, neemt de Koning ons apart en spreekt ons dringend aan. Het komt er op neer dat we dapper moeten zijn, naar onze uitgekozen mentor moeten luisteren en dat we onze beste moeten doen. Daarna geeft hij ons beide een geschenk. Hij zegt dat het spullen zijn geweest van de vroegere bewakers… Alicia geeft hij een ketting waarmee ze haar krachten, de kracht om vuur te creëren, te versterken. Aan mij geeft hij een bedelarmbandje. Er zitten verschillende bedeltjes aan en hij zegt dat mijn mentor me wel uit kan leggen wat hij kan. Daarna wenst hij ons nog een keer heel veel succes en brengt ons beide naar een andere kamer waar we moeten wachten.
De minuten kruipen voorbij, terwijl er niemand komt. Als de deur opengaat denk ik even dat het al tijd is om te vertrekken. Maar het zijn Sofia, Karl, Lidia… Iedereen is er, behalve Fabio en dat steekt. Juist hij van iedereen wil ik nu het liefst aan mijn zijde om me te steunen. Omdat hij degene is die mij begrijpt, ook al hebben we zoveel meningsverschillen. Hij is een strijder en kan me daardoor in leven houden... De eerste zin die mijn mond verlaat is dan ook:’Waar is Fabio?’ Het is Sofia, de leider van het groepje, die antwoordt. ‘Hij is bij Alicia. We zijn eerst even naar haar gegaan om daarna de hele tijd bij jou te zijn. Maar Alicia vroeg aan Fabio om haar mentor te worden en hij stemde daarmee in. Hij is nu bij haar om haar te steunen en om haar te helpen.’ Ik knik en kijk ze langzaam, allemaal even aan. Na Sofia’s woorden ben ik ook aan het kijken voor een mentor. Chloe niet, zij is te zachtaardig. Ze kan agressief zijn, maar ik denk niet dat ze me kan helpen. Dan kom ik bij Ewan. Hij is eigenlijk wel geschikt. Hij is sterk, snel en naast Fabio begrijpt hij mij het meest. Ik aarzel even en vraag dan aan Ewan of hij mijn mentor wilt worden. Tot mijn blijdschap stemt hij in. Dan sta ik op en geef ze allemaal een dikke knuffel. Ze wensen me allemaal succes en laten me dan achter met Ewan. Als ik mijn mond open wil trekken na tien minuten stilte, gaat de deur weer open. Dit keer zijn het vredesbewakers, die malloten in hij witte clownspakken. Ze wenken me om mee te komen en samen met Ewan sta ik op. Ik wankel heel even als ik bedenk dat dit misschien de laatste keer in de tempel is. Gelukkig pakt Ewan me vast en leid me met een vaste hand de kamer uit. We lopen naar buiten, waar twee draken klaar staan. Het zijn Eltanin en Kuma. Ewan loopt samen met mij naar Kuma, terwijl Fabio en Alicia naar Eltanin lopen. Voor de laatste keer mag ik nog een keer vliegen, nog een keer voordat ik naar het Capitool ga. Zonder dat ik besef hoe onbeleefd het is, klim ik op Kuma en ga voorop zitten met de teugels in mijn handen. De menigte die zich een weg naar boven heeft weten te worstelen, begint ons bemoedigend toe te juichen. Ik zwaai nog een keer naar mijn volk, naar mijn vrienden en bekenden en laat Kuma dan opstijgen op het teken van een van de clowns. Ik laat een opgetogen lach horen terwijl we achter Eltanin aan scheren, dwars door de wolken. Voor mijn gevoel duurt de vlucht maar een paar minuten, maar in werkelijkheid duurt de rit een half uur. Als we beginnen te dalen, zie ik dat we gaan landen midden in de wildernis. En in die wildernis is een groot vliegveld gebouwd. Als we van Kuma afklimmen, worden we gelijk vast gepakt en naar een ruimteschip gesleurd. Wanneer we in het reusachtige bakbeest zijn, worden de deuren gesloten. Nu is het definitief. Er is geen weg meer terug en ik ben zo goed als verloren. Ik kan het me dus maar net zo goed gemakkelijk maken. En om woord bij daad te zetten ren ik naar een enorme bank en spring er met volle kracht op. Dan krijg ik de schrik van mijn leven… Als ik op mijn rug op de bank lig, springen er ineens twee kleine monsters bovenop me. Ik sla een kreet van schrik en schiet overeind. Als ik omheen kijk, zie ik hoe iedereen in lachen is uitgebarsten en Ewan staat met een openstaande kooi in zijn handen toe te kijken. Als ik de monstertjes iets beter bekijk, breekt er ook een grote glimlach door op mijn gezicht. Het zijn Pip en James. Ze zijn nu samen aan het ravotten en ik kijk vol genegenheid toe terwijl ik op de bank ga zitten. Ik trek me niet aan van het gelach en ga volledig op in het bestuderen van de twee kleintjes. Als ze klaar zijn, komen ze volledig uitgeput op mijn schoot zitten…

‘Carter, wordt wakker. We gaan eten.’ Ik word wakker van de stem van Ewan. Als ik om me heen kijk zie ik door de ramen dat in de ruimte zijn, want ik zie simpelweg alleen maar zwart met af en toe in de verte een kleine ster. Ewan staat naast me en tilt als ik hem aan kijk net Pip en James van mijn schoot. Ik ga staan en pak ze gelijk weer terug. Ik leg ze op mijn schouders en loop samen met Ewan, zonder enig woord te zeggen, naar een vertrek waar Fabio, Alicia en Liza zitten. Op de tafel waar ik aan ga zitten, naast Fabio en Ewan, staan allemaal schalen en pannen vol met eten. ‘Fijn dat jullie je eindelijk bij ons willen voegen. Eet smakelijk.’ Liza kijkt ons met een nijdige blik aan. Blijkbaar heeft ze een hekel aan laatkomers. Op dit moment laat het me volledig koud. Ik pak gelijk een grote schaal met lasagne, schep een groot stuk op mijn bord en zet de schaal terug, waarna ik gelijk door ga naar een volgende schaal. Als ik mijn bord heb vol geschept, begin ik met smaak te eten. Ook al heb ik over het algemeen een hekel aan alles wat uit het Capitool komt. Maar ik heb me, op bevel van de Koning, verdiept in de geschiedenis van het Capitool. Daardoor weet ik behoorlijk wat van de Spelen, dus ik weet hoe weinig eten er kan zijn en daarom neem ik voorbeeld aan vele andere tributen voor me en prop me dus helemaal vol. Als ik mijn eerste overvolle bord leg heb, schep ik nog twee van die borden op en schuif het allemaal naar binnen. Nadat ik het laatste restje van het bord heb geschraapt, denk ik dat het klaar is en laat me daarom met een voldane zucht diep in mijn stoel zakken. Ik zie hoe de andere met grote ogen naar me kijken, waarschijnlijk vanwege de grote hoeveelheid eten die ik naar binnen heb gewerkt, maar ik komt er al snel achter waarom dat is. En het is niet om wat ik gegeten heb. Als de tafel is afgeruimd, komen er bediendes uit de keuken met grote taarten en grote komen ijs. Nu snap ik waarom ze me zo aankeken. Ik haal mijn schouders op, schakel mijn maag naar standje leeg, haal diep adem en schiet net als bij m’n eerste bord gelijk naar een schaal met dat gene er op dat ik het lekkerst vind. In dit geval is het een witte chocolade kwarktaart. Ik snij er een groot stuk vanaf en begin er lekker aan te peuzelen. Ondertussen zijn Pip en James uit twee bakjes aan het eten. En aan hun gesmak te horen, smakt het ze heel erg.

Na de vele toetjes, ben ik met moeite naar mijn kamer gewaggeld. Ik heb Pip en James aan het voeteinde van mijn bed gelegd. Daarna ben ik ga douchen. Als ik me in fijn zittende kleding heb gehesen, ga ik op het bed liggen om het bedelarmbandje te bestuderen. Ik probeer er van alles en nog wat mee. Ik probeer een bedeltje er vanaf te trekken. Gaat niet. Ik probeer een opening te ontdekken en te openen. Lukt ook niet. Ik doe hem om mijn pols en roep een bundel witte energie op, in de hoop dat er iets wonderlijks gebeurd. Dat mislukt. Uiteindelijk ben ik zo gefrustreerd dat ik hem bijna in de prullenbak flikker. Maar op het moment dat ik dat wil doen, bedenk ik me de woorden die de Koning zei toen hij het armbandje aan me gaf. ‘Carter, als je wilt weten wat hij doet, vraag het dan aan je mentor.’ Natuurlijk! Ik schiet overeind en ren mijn kamer uit, naar de woonkamer. Fabio en Ewan zitten samen te praten op de grote bank. Ze kijken beide verbaast op, als ze me aanhoren komen. Ik kom hijgend tot stilstand voor de bank. Ik laat het bedeltje op de schoot van Ewan vallen en stoot uit: ‘De Koning zei dat jij me kan vertellen wat ik er mee kan.’ Daarna laat ik me op de bank ploffen om op adem te komen. Ik zie hoe Ewan langzaam het armbandje oppakt en hem nauwkeurig bestudeerd. Als hij zijn mond open doet, schiet ik naar voren, zo nieuwsgierig ben ik. Maar hij vertelt niet wat hij doet, maar zegt tegen Fabio: ’Misschien is het verstandig dat je even weg gaat. We hebben immers afgesproken dat we deze twee apart zouden trainen en coachen.’ Het klinkt als een vraag, maar Fabio knikt en staat rustig op. ‘Ik snap het helemaal, Ewan. Ik laat jullie maar even alleen.’ Dan loopt hij rustig de kamer uit. Ewan kijkt me rustig aan en steekt dan van wal. ‘Luister, het eerste dat je moet weten is dat jij en Alicia vijanden zijn.’ Hij steekt zijn hand op om mijn protest tegen te houden. ‘Jullie zullen niet in een team worden geloot en Fabio heeft laten weten, op een neutrale manier, dat Alicia geen verbond met je wilt.’ Er breekt iets binnen in me. Alicia en ik zijn al jaren vrienden en dan wilt ze geen verbond met me? Dat kwetst me… ‘Carter, ik snap best dat jij en Alicia vrienden zijn. Maar er kan er maar één team winnen en jij en Alicia kunnen niet samen uit de arena komen. Je moet je er op focussen om sterk te worden en op overleven. Dan heb je echt een kans. Ik weet nog niet bij wie ze je in het team hebben gestopt, maar met een beetje pech is het iemand uit de gevangenis, zonder krachten. Dus moet je sterk zijn om jullie beide te beschermen. En je moet goed met die persoon samenwerken.’ Hij haalt even adem en geeft mij de kans om alles door te laten dringen. Dan vervolgt hij zijn verhaal. ‘Wat ik je nu ga vertellen, mag je aan niemand vertellen. Behalve aan je teamlid als je hem honderd procent vertrouwt, maar anders niet. Wat je met die bedeltjes kan doen is opeten,’ Ik kijk hem aan als of hij ze ziet vliegen, maar als hij verder gaat, begint het te dagen. ‘Elk bedeltje bevat een eigen kracht. Het rode draakje, bijvoorbeeld, geeft je ongeveer een uur dezelfde kracht als Fabio. Snap je het? De Koning heeft je een krachtig wapen gegeven.’ Er glijdt een glimlach over mijn gezicht. Als Ewan me op mijn schouder heeft geklopt en me welterusten heeft gewenst, loop ik terug naar mijn kamer. Ik kruip lekker onder de wol, maar ga nog niet gelijk slapen. Ik bestudeer eerst nog alle bedeltjes. Er zijn vijf draakjes, ieder met zijn eigen kleur. Ik denk dat ze samen de vijf Bewakers moeten voorstellen. Er zit er nog eentje bij die op een golf lijkt en eentje met de vorm en kleur van een kiezel. En er zit nog een bedel bij die ik niet goed kan plaatsen. Na een lange tijd denken begint het me te dagen. Het is een bedel die je krachten vergroot en versterkt...Maar ik als ik hem aanraak, zie ik een soort van visioen. Na het visioen is het me duidelijk wat het bedeltje doet. Hij geeft je enorme kracht, maar je betaalt er een hoge prijs voor. In het visioen wordt duidelijk dat die hoge prijs echt van alles kan zijn...


Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.