Hoofdcategorieën
Home » Overige » De 100ste Hungergames » Hoofdstuk 9
De 100ste Hungergames
Hoofdstuk 9
Uiteindelijk blijft de plaat op zo’n 200 meter boven de grond hangen. Als je het niet gewend bent, denk ik dat je eraf zou vallen van angst. Maar gelukkig vloog ik vroeg op Draconië ook en ben het dus gewend. Ik zie aan de stand van de zon dat het ongeveer half elf is en dat de zon dus in het noorden staat. Ik neem snel mijn omgeving in me op. We staan op een groot plein. Ik ben samen met Alicia, het meisje uit 11 en de jongen van 8 de enige in de lucht. Ik zie dat Selena op een waterval staat en dat Hunter op een heling staat. Als ik rond kijk zie ik dat we bij het oude presidentiële paleis zijn. Dat zou een goede verstop plek zijn, maar anderen zullen hem wel claimen. Ik zie allerlei straten en ik probeer te zien wat er achter het Trainingscentrum zit. Ik loop te turen en bedenk dan dat het veel makkelijker kan. Ik laat mijn Oog achtereenvolgend groen, geel en blauw oplichten. Ik maak zo mijn zintuigen beter, roep mijn harnas op en laat mijn vleugels op mijn rug verschijnen. Dat moet toch. Ik zie dat er achter het centrum een groot bos ligt en als ik meer naar links kijk gaat het over in een heuvellandschap. Ik denk dat we daar het beste naar toe kunnen, want de stad zal vol met vallen zijn. Ik kijk op de klok beneden en zie dat de Spelen over dertig seconden beginnen. Ik denk snel aan het plan van Selena en mij en doe dan snel mijn mantel aan. Daarmee kan Hunter me moeilijker aan zien komen als ik hem aanval. Want dat is het idee. Ik hou Hunter bezig terwijl Selena wat spullen bij de Hoorn des Overvloeds die in het middel van het plein staat. Ik ben ook blij met mijn positie, want dit heb ik thuis ook geoefend met Rastaban en Lydia. Ik sprong dan van een waterval op en probeerde voordat ik het water raakte op te trekken en zo met een ongelofelijke snelheid over het water te scheren. De laatste keren is het me gelukt, dus ik ga het gewoon te proberen. Ik hang mijn rugzak op mijn rug en maak mijn wapens goed vast en kijk naar de klok. Nog tien seconden… Ik haal diep adem. 5… Ik laat mijn handen in klauwen veranderen. 4… Ik doe de kap van mijn mantel over mijn hoofd en verdwijn. 3… Ik zet een stap dichter naar de rand. 2… Ik sluit even mijn ogen. 1… Ik zak door mijn knieën. 0! Ik duik vlak langs de rand van de plaat en duw mijn armen tegen mijn lichaam. Dan vouw ik mijn vleugels tegen mijn rug en val met een noodgang naar beneden. Ik hou mijn lippen stevig op elkaar gedrukt en zie telkens in mijn hoofd hoe ik het moet doen. Er komt namelijk een verschrikkelijk goede timing bij kijken. Als ik te vroeg optrek verlies onnodig veel snelheid en kan ik Hunter niet van zijn adem beroven en wanneer ik te laat optrek kan het al helemaal niet, want dan ben ik te pletter geslagen… Ik ga steeds sneller en sneller en ik zie de grond dichterbij komen. Als ik drie meter van de grond ben verwijdert, kom ik in actie. Ik vouw mijn vleugels open en gooi mijn armen naar voren. Het is gelukt galmt er door mijn hoofd. In mijn ooghoek zie ik hoe Alicia voorzichtig maar snel afdaalt, hoe Selena met een enorme snelheid, door het water van de waterval, op de Hoorn afstormt. Maar wat het belangrijkste is, is dat ik Hunter mijn gezichtsveld in zie stormen op Selena af. Gelukkig hoop ik de hoek waar we elkaar zullen snijden goed berekend heb, want anders zal ik tegen de muur op botsen. Maar ik heb hem, Draconia zij dank, goed berekend en ik neem Hunter in mijn vaart mee terwijl ik mijn klauwen in zijn schouders plant en hij naar adem snakt, vloekt en schreeuwt. We worden uiteindelijk tot stilstand gebracht door de Hoorn als we er tegen op botsen. De klap ontneemt mij mijn adem, maar slaat Hunter bewusteloos. Ik hou hem tegen de Hoorn en geef hem nog een kras over zijn gezicht met mijn klauwen en stijg dan op in de lucht. Ik zie hoe er teams snel weg rennen, de stad in. Weer anderen zijn aan het vechten en de laatste doorzoeken de spullen bij de Hoorn, om zich bij het minste teken van gevaar weg te sprinten. Selena heeft twee rugzakken om haar rug hangen, een van bij de Hoorn en haar eigen, en is in een fel gevecht verwikkeld met Timo, de jongen uit 2. Hun zwaarden flitsen hevig en hoe goed Selena zich ook verweert, Timo drijft haar langzaam achteruit. Ik sta op het punt om haar te hulp te schieten als, net zoals ik bij Hunter deed, iets met volle vaart tegen me opbotst. Ik slaak een kreet van schrik en probeer me los te wringen, maar het gaat niet! Mijn tegenstander is veel te groot en te sterk. Als ik opkijk zie ik dat het Alicia is, in haar gouden drakengedaante. Er ligt een gemene grijns op haar snuit en ze houdt me stevig vast, hoe hard ik ook spartel. ‘Hoi Carter. Hoe is het met je?’ vraagt ze met een suikerzoete stem. ‘Laat me los, jij vieze vuile...’ Verder kom ik niet, want Alicia pakt me iets anders beet en drukt me tegen haar aan, in een verpletterende Drakengreep. Dat had ze beter niet kunnen doen, want mijn armen, die ze eerst vast had, zijn nu vrij om te bewegen. Ik grijp snel mijn kans. Ik plant een hand in haar nek en de andere bij haar hart. Dan laat ik mijn energie uit mijn handen lopen. Ik jaag twee witte stroomstoten door haar lichaam. Niet genoeg om haar neer te halen. Dat lukt niet met die dikke schubben, maar wel genoeg dat ze het voelt. Ze laat me dan ook brullend van de pijn en de schrik los. Ik spreid mijn vleugels en zet me tegen haar lichaam af. Dan schiet ik nog een witte straal energie op Alicia af en vlieg dan zo snel mogelijk weg.
Ik ben verwoed naar Selena aan het zoeken, maar kan haar niet vinden. De angst houdt mijn hart in een kille greep, maar dan hoor ik haar. ‘Rot op, vuile moordenaar!’ Ik vlieg zo snel als ik kan op haar geschreeuw af. Ik vind uiteindelijk haar boven op de trappen van het Trainingscentrum. Ze staat voor het slappe lichaam van een jongetje. Tot mijn schrik zie ik dat hij niet beweegt. Ondertussen bestookt Selena het 18-jarige meisje met ijspegels en waterstromen. Ik blijf in de lucht hangen en schud snel mijn boog van mijn rug. Ik pak een pijl vast en stuur die snel naar de belaagster van Selena. Ze heeft waarschijnlijk goede oren, want zodra de pijl in haar buurt komt draait ze een kwartslag en duwt de pijl, met iets wat op telekinese lijkt, weg. Ondertussen heb ik mijn bijl gepakt en mijn vleugels en klauwen laten verdwijnen. ‘Probeer hem te redden!’ roep ik naar Selena, doelend op de truc die ze tijdens de training gebruikt om haar wonden te verzorgen. Ik zie haar verbeten knikken, maar aan haar ogen zie ik dat ze denkt dat het te laat is. Ik ontsteek in woede. Ik weet niet wat die bitch met dat jochie heeft gedaan, maar ze komt er niet ongestraft mee weg. Ik storm op haar af en haal uit met mijn bijl en spring dan snel weg voor haar drietand. Ik pak mijn bijl met twee handen vast en ga weer in de aanval. Langzaam lukt het me om haar achteruit te drijven. Ik doe nog een stap naar voren en haal met een brede zwaai van mijn bijl uit. Ze weet hem te ontwijken, maar stapt dan in het niets. Ik heb haar zo ver achteruit gedreven, dat we bij de trappen aan zijn gekomen. Ze slaakt een verschrikt kreet en probeert nog haar evenwicht te herstellen, maar het lukt niet. Ze valt achterover en komt met een akelige krak neer. Ik hoor luid en duidelijk hoe haar nek breekt en zie hoe haar levenloze lichaam naar beneden rolt. Ik sta er nog verdwaast bij als ik Selena’s hand op mijn schouder voel. Ik kijk haar aan en zie aan de tranen die over haar wangen stromen dat het jongetje ook dood is. Ik haal diep adem en geeft Selena dan mijn rugzak. ‘Klim maar op mijn rug. We moeten hier zo snel mogelijk weg.’ ‘Is goed.’ zegt ze met een klein stemmetje. Wanneer ze op mijn rug zit, laat ik mijn vleugels verschijnen en spring de lucht in.
Ik vlieg al vijf uur. De eerste kanonnen, die elk een dode aangeven, zijn drie uur geleden afgegaan. Alle gevechten zijn dus over. Selena en ik hebben in het totaal al zes kanonnen gehoord. Zes kinderen die het niet verdiende om te sterven en die niet eens de eerste dag hebben gehaald. En ik heb een van die kinderen gedood. Ik voel me er vreselijk door en blijkbaar is het ook aan me af te lezen, want Selena heeft al gezegd dat het mijn schuld niet is. Neem een ander in de maling! Ik snap heus wel dat het noodzakelijk was en dat het doden of gedood worden is, maar het is en blijft mijn schuld. Daar kan niemand iets aan veranderen. We vliegen al een tijdje boven de heuvels op zoek naar een schuilplaats. We durven de stad niet in en in het bos kan ik minder makkelijk bewegen. Na tien minuten zet ik de landing in. Drie meter boven de grond verdwijnen mijn vleugels en val ik loodrecht naar beneden met Selena op mijn rug. Dat is het laatste wat ik zie voordat het zwart wordt voor mijn ogen.
Ik voel hoe mijn hoofd zachtjes wordt opgetild en weer wordt neergelegd op iets zachts. Ik open voorzichtig mijn ogen en ga rechtop zitten. Selena zit naast me. Als ze door heeft dat ik wakker ben, geeft ze me een flesje met water uit een van onze tassen. ‘Dank je,’ Ik pak het flesje dankbaar aan en begin gulzig te drinken. Als ik de hele fles op heb vraag ik aan Selena waar we zijn en hoe we hier gekomen zijn. ‘Toen je bewusteloos raakte, heb ik mijn watersturing gebruikt om de klap te breken. Ik heb je meegesleept, de heuvels in. Uiteindelijk kwamen we bij een rivier. Toen we langs de rivier liepen, nou ja ik sleepte jou mee. Op een gegeven moment zag ik een zwarte vlek in het water en heb ik jou in de struiken verstopt. Toen ik ging kijken bleek het de ingang van deze grot te zijn. Hij ligt waarschijnlijk in een heuvel, boven het niveau van de rivier. Toen ik had besloten dat het veilig was, heb ik je opgehaald. We zijn er nog maar een kwartier of zo.’ ‘Dit is een erg goede plek.’ zeg ik ‘Maar we moeten wel kijken of we in de buurt eten kunnen vinden, want anders wordt het niks.’ Selena knikt bevestigend. Ik sta voorzichtig op en verken de grot zorgvuldig. Niet omdat ik Selena niet vertrouw, maar omdat iedereen iets over het hoofd kan zien en ik wil zelf ook weten waar ik aan toe ben.
Ik ben bijna klaar met mijn inspectie. Ik moet alleen de oever nog doen. Ik stap tot mijn enkels in het water en scan elke vorm en elk dingetje op de oever. Ik ben zo geconcentreerd op de oever, dat ik het water helemaal vergeet. Plotseling krijg ik een klap tegen m’n rug die me omver duwt. Tijdens mijn val weet ik me om te draaien en ik kom pijnlijk op mijn ruggengraat neer. Ik slaak een schreeuw van de pijn. Ik hou abrupt mijn mond als ik zie wie me omver heeft gegooid. Voor me staat een reusachtige krokodil die zich op zijn achterpoten verheft om de genade klap uit te delen...
Reacties:
Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.