Hoofdcategorieën
Home » Overige » The unknown ones (SA's) » Blackthorn Asylum
The unknown ones (SA's)
Blackthorn Asylum
Het regende al een uur lang, en de rit met de koets had humeur van Dr. Crawford Tillinghast niet echt verbeterd. Haastig toetste hij de code op het paneel in om naar binnen te kunnen. Zodra hij binnen was sloot hij de deur weer, en deed hij zijn paraplu dicht. Twee mannen in witte wambuizen dansten samen door de gang. Dr. Crawford Tillinghast zette zijn paraplu naast de deur op de grond, waar deze meteen een plasje om zich heen vormde. 'Dag Dr. Crawford!' riep de één van de mannen in wambuis. 'Hallo Dr. Tillinghast!' zei de ander. Toen keken ze elkaar even aan, gaven elkaar een high-five en barstten in lachen uit. 'Tom, James.' groette hij hen. Tom en James vertrokken in de richting van hun afdelingswoonkamer, terwijl Dr. Tillinghast richting Medical Examination liep. Hij focuste op het rode bordje boven de deur, dat "NO ENTRANCE" spelde. Het rode bordje was het enige beetje kleur in het gehele Asylum. Hij werkte hier nog maar een week, maar hij was nu al depressief aan het worden. Een week geleden was hem de baan aangeboden nadat een oudere Chief Examiner ontslag had genomen. Niemand wist zeker waar hij heen was gegaan, maar men zei dat hij vertrokken was naar een privé-vakantiehuis aan de kust. De omstandigheden waren allemaal wat vreemd, maar toch had Dr. Tillinghast de baan met beide handen aangegrepen. Maar zelden kreeg een pas afgestudeerde zo'n kans. Zeker toen bleek dat hij niet alleen Chief Examiner zou worden, maar Warden van het hele gebouw.
Toen hij de personeelskamer in liep hoorde hij het monotone gezoem van het nood-aggregaat, dat in de kelder stond. Ten minste, dat was hem verteld, de kelder zelf was verboden terrein. Alleen de monteur mocht erbij komen, omdat men anders problemen voorzag. Het maakte hem ook niet veel uit. Hij knikte even naar het portret van Mr. Blackthorn dat boven het koffiezetapparaatje hing. Dr. Tillinghast had net zijn koffertje op een tafeltje gezet toen hij een ander geluid uit de kelder hoorde komen. Het was nogal zacht, en toen was het ook weer weg. 'Dr. Tillighast!' Hij draaide zich om. Dr. Neville Aldritch kwam binnen lopen met een verwelkomende glimlach. 'Lekker een dagje er tussenuit geweest naar Dunwich?' Dr. Tillinghast knikte. 'Maar of het nou veel geholpen heeft..' grapte hij. 'Ik snap wat je bedoelt.' zei Dr. Aldritch met een serieus gezicht. 'Je krijgt hier het gevoel alsof je zelf ook gek wordt hè?' Dr. Tillinghast antwoordde niet maar knikte slechts. 'Dr. Tillinghast! Crawy! Komt U alstublieft!' De mannen draaiden zich allebei om. Dr. Tillinghast liep terug naar de deur van de personeelskamer en opende die. Voor hem stond Nadia, de oudere zus van Sonia. Ze had haar witte nachthemd aan dat vol gele zweetplekken zat. Haar lange bruine haren zaten compleet in de war en ze had een verwilderde blik in haar ogen. 'Het is Sonia, ik kan haar nergens vinden! Niet op onze kamer, niet op het toilet en niet-' 'Kalm aan.' onderbrak Dr. Tillinghast haar.
Samen met Dr. Aldritch zochten ze naar Sonia. Zoals Crawford al wel verwacht had, zat Sonia gewoon op haar slaapkamer. Daar zat ze immers altijd. Maar er was iets mis met haar. Ze wiegde steeds maar heen en weer, huilde en bleef maar herhalen dat Blackthorn in gevaar was. 'Ik kalmeer haar wel weer.' zei Dr. Tillinghast tegen Dr. Aldritch. Neville, de jongste van de twee mannen knikte en begaf zich naar Kamer 15, waar iemand was begonnen met schreeuwen. 'Ik neem die wel. Je hebt Test A en B al gedaan is het niet?' vroeg hij nog in de deuropening. Crawford knikte. 'Vertrouw hem niet!' Sonia greep Crawford bij zijn schouders. 'Ik ben misschien wel gek, maar dat komt door hem. Hem en Blackthorn!' Crawford keek haar verward aan. 'Wat zeg je allemaal?' 'Kelder. Kelder.' Sonia wiegde heen en weer en bleef dat woord herhalen. Wat Dr. Tillinghast ook probeerde, ze wilde niets meer loslaten. Hij stond op en liep naar de testkamer. Hij wachtte even tot het stil was en klopte toen aan. 'Binnen?' Hij opende de deur. 'Ah, Dr. Tillinghast! Ik ben net klaar. Helaas, geen resultaat.' zei Dr. Aldritch. Een jongetje van een jaar of zes zat in een stoel, temidden van een zee aan verscheurd papier. 'Je kunt gaan Mart.' zei Dr. Tillinghast zachtjes. Het jongetje sprong op en rende de kamer uit. In het voorbijgaan zag Dr. Tillinghast een vers litteken op de rug van het kind. 'Hoe komt hij daar aan? vroeg hij aan Dr. Aldritch. 'Hij is een week geleden in het trappenhuis gevallen. Dat heeft Zuster Claudia toch wel gemeld?' Dr. Tillinghast schudde zijn hoofd. 'Vreemd. Maar wat is er loos?' veranderde Neville het onderwerp. 'Sonia. Ze is bang voor de kelder. Maar patiënten horen niks van de kelder af te weten!' 'Dat is inderdaad vreemd. Misschien moeten we haar maar eens laten zien dat daar niets is om bang voor te zijn, alleen een oud aggregaat.'
'Sonia toe nou! Ik ben bij je, er kan je niks gebeuren. Wacht, ik doe het licht wel aan.' Dr. Tillinghast tastte met een hand naar het lichtknopje, terwijl hij Sonia vasthield met zijn andere hand. Na wat gezoem knipperde er een lichtje aan. De kelder bestond uit een trap naar beneden die uitmondde in een lange gang. In de linkermuur zaten twee deuren. Nieuwsgierig stapte Dr. Tillinghast de trap af, Sonia met zich meenemend. Crawford opende eerst de voorste deur. In een kleine ruimte stond een zwart apparaat met allerlei meters en lichtjes. Sonia trok ongemakkelijk aan Crawford's arm. 'Dat is het aggregaat.' Geschrokken draaide Dr. Tillinghast zich om. 'Dr. Aldritch, u liet me schrikken!' Deze grijnsde verontschuldigend. 'Wat zit er achter die andere deur?' vroeg Dr. Tillinghast. 'Het schijnt dat de ouwe Blackthorn daar een experimentenruimte had zitten. Het bestuur heeft deze ruimte na zijn dood, zo'n vijfenzeventig jaar geleden, gesloten omdat het te beangstigend was voor patiënten.' antwoordde Dr. Aldritch, met een griezelige ondertoon in zijn stem. 'Dat blijkt!' lachte Crawford. 'Maar ik ben wel benieuwd wat er dan nog zit.' Sonia begon te jammeren. 'Stil maar, er is nu vast niks meer!' suste Crawford. Nadat hij de deur van de aggregaatkamer had gesloten liep bij door. Hij moest zijn greep op Sonia verstevigen. Crawford legde zijn hand vastberaden op het koude metaal van de deurklink. Met een luid gekraak ging de deur een stukje open.
'Wat zullen we nou...' stamelde Dr. Tillinghast. De enorme kelderruimte was allesbehalve leeg. Midden in de kamer stond een metalen operatietafel. Op een karretje lagen vreemde, scherpe gereedschappen. Overal stonden stellingkasten met flessen en reageerbuizen, glazen potjes en schalen. Een vreemde installatie pompte een wijnkleurige vloeistof uit een reservoir naar een ander reservoir. Crawfords oog viel op een paar kisten, stoelen en metalen kettingen aan de muur. Toen hij beter keek zag hij nog iets anders aan de muur: Hoofden. Verwrongen gezichten van meisjes en jonge vrouwen, en hele kleine hoofdjes waar de huid strak omheen getrokken zat. Sonia stond naast hem te trillen, terwijl ze een zoemend geluid voortbracht. Dr. Tillinghast kalmeerde enigszins van het geluid. Plotseling hield ze op met het gezoem en begon ze te gillen.
Ze drukte zich dicht tegen Dr. Tillinghast aan en wees ergens naar. 'D-D-Dr. ... Blackthorn?' Een magere, bleke man in een grijsgroene labjas kwam op hen afgestrompeld met een vreemde grijns. 'Welkom, opvolger! Ik zie dat je mijn vaste patiënte hebt meegebracht. Ah, onze labpartner is er ook!' De man sprak traag en slepend, en zijn stem kraakte vreselijk. 'Patiënt? Labpartner?' Met zijn arm beschermend om Sonia heen draaide Crawford zich om. Achter hem stond Dr. Aldritch te grijzen. 'Jij.. Jij wist hiervan?' Zijn blik viel op het grijze schort vol bloedvlekken dat Aldritch nu droeg. 'Inderdaad. De echte vraag is: Werk je mee, of ga je ook op vakantie?' Terwijl hij dit zei, pakte hij twee handschoentjes van een karretje vlak bij zich. 'Ook op vaka-...' Het drong tot Crawford door. 'Wat doen jullie hier?' riep hij verafschuwd uit. 'Slechte keuze baas!' Dr. Aldritch lachte alsof hij zelf krankzinnig was. Ondertussen gebaarde hij naar een paar wandkaarten. 'Daar zijn we mee bezig.' Crawford keek naar de tekeningen van mensen en ingewanden. Er hing ook een afbeelding van hersenen, waar een aantal functies in gekrabbeld stonden. Crawford wilde Sonia's hand vastpakken en wegrennen, maar ze stond er niet meer. Dr. Blackthorn bond haar net vast in een stoel, en plantte een soort helm op haar hoofd. 'Straks gaat dit mooie meisje een brief schrijven naar haar broer, waarin ze verteld dat jij de vreselijkste experimenten op patiënten hebt uitgevoerd. Helaas zal hij dit nooit kunnen controleren, omdat Aldritch hier,' hierbij wees Dr. Blackthorn op Neville, 'jouw plaats overneemt, aangezien jij op mysterieuze wijze bent verdwenen uit je vakantieappartement in Dunwich.' De man stak een spuit in de bovenarm van Sonia, die het schreeuwen van onder de helm prompt staakte. Dr. Tillinghast rende naar haar toe, maar struikelde over iets langs op de grond, een touw of iets dergelijks. Hij wreef over zijn hoofd en wierp een blik op datgene waarover hij gestruikeld was. Het slijmerige geval op de grond was roze-achtig van kleur, en was vrij dik. 'Maak je maar geen zorgen, de eigenaar van die darmen leeft al niet meer!' Dr. Tillinghast voelde hoe er een spuit in zijn nek werd gestoken. De brandende pijn trok door zijn hele lijf en hij probeerde het uit te schreeuwen. Tevergeefs. Zwarte vlekjes dansten voor zijn ogen, en het laatste wat hij zag was dat Dr. Blackthorn de blouse van Sonia deels losknoopte. Toen werd alles zwart. 'Zeg maar dag Dr. Tillinghast -ast -ast...' echode het. Toen werd het wollig in zijn hoofd.
Reacties:
Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.