Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Harry Potter » The Seven Years of Magic » Locked up

The Seven Years of Magic

20 juli 2014 - 16:34

1419

1

297



Locked up

Na het gesprek met Metler slenterde ik kalm maar gefrustreerd door het kasteel. Ik liep zoveel mogelijk door de 'verboden' gangen. Gewoon om niemand te hoeven zien.
Uiteindelijk toen het buiten donker werd begaf ik me in de richting van de Zwadderich leerlingenkamer. Verlaten trof ik die aan, iedereen was nog aan het eten in de Grote Zaal.
Ondanks het feit dat het hier nu veilig was, begaf ik me naar de slaapzaal.Nietsvermoedend opende ik de deur.
Het volgende moment was ik doorweekt met donkerbruin spul en had ik een emmer over mijn hoofd. Geschrokken bleef ik doodstil staan.
Aarzelend, of ik de rest wel wou zien, haalde ik de emmer van mijn hoofd en keek argwanend de kamer in.
Op het eerste gezicht was er niks vreemds te zien. Maar de emmer had me alert gemaakt en plots viel mijn oog op een net zichtbaar knalblauw hoekje, op een plek waar het niet hoorde te zijn, boven mijn bed.
Ik glimlachte grimmig.
Al snel vond ik de overige boobytraps ook: een emmer drek boven de badkamerdeur, zeepsop op de grond, water balonnen in mijn kussen, inkt in mijn bed, iets wat verdacht veel op stroop leek kleefde op de grond rondom mijn bed, uitstekende spelden in de gordijnen van mijn bed waren een paar van de vallen.
Heel voorzichtig om niet onderuit te gaan door het zeepsop liep ik naar mijn ebd. En één voor eén begon ik de vallen op te ruimen.
Ik was niet verbaasd geweest met deze 'grap' tenslotte gebeurde dit al vnaad de tweede week van september.
Nadat ik schone kleren had aangedaan, controleerde ik mijn bed en omgeving nogmaals zorgvuldig.
Hierna propte ik de vieze kleren in een versleten linnenzak Borg hem op en zettelde me op mijn bed.
Ik wachtte, besefte ik vermoeid, opdat mijn huisgenoten terug kwamen van het avondeten.
Nukkig om deze stomme verwachting stopte ik mijn boek, Chocolate, Joanne Harris in mijn nachtkastje, sloot die zorgvuldig af. Ik trok mijn kleren uit, en mijn pyjama aan en kroop in bed.
Ik wist niet hoelang ik geslapen had, maar ik werd wakker van luide stemmen die ik helaas maar al te goed kende. De meiden van mijn jaar.
"Stil nou! Straks wordt Lantaarn wakker!"
"Nou en?!"
"Niks nou en! Wil je soms dat ze ons hoort?"
"Nee, maar dat doet ze toch niet!"
"Dat is waar, dove huiself."
"Ik snap nog steeds niet hoe ze onze boobytrap heeft kunnen omzeilen."
"Ik ook niet, ben je klaar?"
"Ja, laten we gaan."
"Tijd voor ontbijt."
Ik hoorde de deur open en dicht gaan en hun voetstappen stierven weg. Ik wachtte even en hees me toen half overeind, de wekker tikte tegen half negen aan. Ik zichtte diep, stond op en sjokte naar de badkamer. Ik voelde me koud, zoals het gisteren begonnen was. Ik hoorde niet in Zwadderich. In de zilveren met groene badkamer kamde ik mijn lange bruine haren en liet het in een slordige losse staart op mijn rug hangen.
Ik keek in de spiegel, twee grote hazelnoot kleurige ogen keken me gebroken en verdrietig aan. Langzaam drupte er grote tranen in de gootsteen.
Toen eindelijk na twee maanden het tot me doordrong dat ik het niet waard was.
Even later verliet ik tevreden de leerlingenkamer. Het rood in de gootsteen werd weggespoeld.


Een week later.
Het weer was na halloween totaal omgeslagen. Ijs en ijskoude regendruppels spatte woest tegen de ramen van het lokaal waar ik op dit moment bezweringen had. We hadden nu allemaal de zweefspreuk onder de knie. En waren verder gegaan met de open - en - sluit spreuken, Alohomara en Colloportus.
Om die te oefenen had professor Banning de leerlingen in groepjes het kasteel in laten gaan.
Zodoende liep ik nu met Sibil en Lorena door de kasteel gangen. Zij liepen voor me, druk in een fluisterend gesprek. Ik hoefde niet te raden waarover dat ging en dacht gauw aan die ochtend om niet boos te worden. Ik had macht over mezelf.
We kwamen bij een bezemkast, Sibil hief haar toverstaf.
"Alohomora!"
De deur vloog met een klap open. Een bezem viel eruit.
Onwillekeurig lachte ik met de meiden mee.
En voor een seconde voelde ik me met hen verbonden.
Maar Lorena keek met een ruk om. Een flinterdunne glimlach sierde spottend haar gezicht.
"Loko, kom eens."
Haar stem dwong me naar voren. Ik probeerde tegen te stribbelen, maar haar stem won.
Tegelijk kwamne de meiden in beweging, een harde duw liet me struikelen. Ik krabbelde overeind en draaide me om. Lorena en Sibil keken me grijnzend aan en de deur van de bezemkast sloeg met een klap voor mijn neus dicht.
Het donker omringde me. Ik bonkte op de deur.
"Laat me eruit!"
Er kwam geen antwoord. Ik bonsde nogmaals op de deur maar er kwam geen reactie.
Verslagen liet ik me op een emmer zakken. Boos staarde ik naar het streepje licht dat onder de deur door scheen. Ik luisterde naar de geluiden in het kasteel.
Ik kon niks doen. Er was geen loopruimte.
Af en toe als de frustratie met tot hier zat stond ik op en bewoog zo goed en kwaad als dat ging.
De geluiden buiten de bezemkast werden stiller en stiller.
En zoals ik al verwacht had kreeg ik honger.
Moedeloos zakte ik op de grond, en zette mezelf zo comfortabel mogelijk neer.
De lichten buiten de kast gingen uit en de volslagen duisternis omringede me volkomen.
In die doodse en verlaten stilte liet ik mijn tranen lopen, zonder geluid.
Uiteindelijk toen ik het gevoel had dat het al ver na middernacht was viel ik in een onhandige en oncomfortabele houding in slaap.

Ik werd wakker van voetstappen die langs de bezemkast liepen. Ik krabbelde moeizaam overeind en bonsde luid op de deur.
"HE! Hallo daar! Laat me eruit!"
Maar hoe hard ik ook schreeuwde en bonsde niemand die me leek te horen. De stilte keerde terug.
En zo ook mijn deprimerende gedachten.
Totaal in deprimerende verbijstering zakte ik terug op de grond.
Hoe kón het dat niemand me leek te horen?
Mijn gedachten gingen alle mogelijikheden af, maar de een leek nog vreemder dan de ander.
En al snel, voornamelijk om mezelf bezig te houden, liet ik mijn gedachten afdwalen naar Remus en zijn maandelijkse toestand.
Ik wou dat ik hem kon helpen.
Maar, bedacht ik me het enige wat ik zou kúnnen doen was faunaat worden. En dat was, helaas, ontzettend moeilijk en vereiste een PUIST-niveau.
Het PUIST-niveau zou ik dus pas minimaal in mijn zesde jaar kunnen bereiken.
De PUIST-en lieten mijn gedachten afdwalen naar het gesprek met Kira en professor Metler. Het had me niet verrast dat ze op vrouwen viel, maar wel dat ze op de zus van mijn afdelingshoofd viel. Niet dat ik het erg vond, integendeel, professor Sneep was een van deweinigen die daadwerkelijk om me leek te geven. Wat ik er wel erg aan vond was dat het een taboe was.
Liselinde mocht in haar baan als docent haar geliefde niet zien of op andere wijze contact met haar hebben. Ik snapte niet waarom er zo moeilijk over werd gedaan. In de dreuzelwereld zagen docenten hun gezin, geliefden en vrienden ook gewoon na school.
Volgens Metler was het voornamelijk dat de docenten hier op Zweinstein moeilijk deden. Al vond ik het vreemd, het schoolhoofd zou immers ook nooit het bed induiken met een vrouw.
Ik liet mijn hoofd hangen, mijn maag kromp ineen van de honger, maar behalve zeepsop was hier niks wat dat kon veranderen.
Ik viste mijn toverstok uit mijn gewaad.
Geen idee van hoe licht te maken, geen idee hoe eten op te roepen.
De Alohomora spreuk werkte niet op de deur..
De vloer deed pijn aan mijn billen, staan deed pijn aan mijn voeten, en op mijn knieën zitten was helemaal erg.
Ik leunde zittend tegen de muur naast de deur en wuifde mezelf koelte toe.
De donkere stilte van het kasteel was al voor de derde keer voorbij gekomen.
Mijn hoofd suisde.
Ik hoorde voetstappen, maar deed geen poging meer om eruit te komen.
Ik had zo'n dorst.
Ik dommelde weg.
Opnieuw voetstappen.
Ik hoeste.
Het besef van tijd verdween.
Waarom was het hier zo warm?
Ik rilde.
Mijn keel voelde aan als schuurpapier.
De donkere omgeving werd vager toen mijn zicht wazig werd. Ik wist niet of het kwam van tranen of om het feit dat ik het benauwd had.
Vaag merkte ik dat ik opzij gleed, op de grond,
Toen was er niks meer.

[i]Vilder, POV[/i}
Wat was er gebeurd dat er Alweer modder op de grond lag?
Changerijnig sjokte ik naar de dichtsbijzijnde bezemkast,.stak de sleutel in het slot zwaaide de deur open en struikelde bijna over een lichaam.
Ik fronste.
Die hoorde hier niet.
Ik hurkte naar haar. Een embleem van Zwadderich zat op haar gewaad.
Ik schudde aan haar schouder maar er kwam geen reactie.
Ze zag ook wel erg bleek.
Even dacht ik na en stuurde toen mevrouw Norks eropuit om hulp te halen. Dit meisje moest naar de ziekenzaal.


Reacties:


Merula
Merula zei op 25 juli 2014 - 22:40:
Waarom zei je niet dat er een nieuw hoofdstuk was? Poor Loki...

Het rood in de gootsteen werd weggespoeld.
No... hier moet je nog op terugkomen! Dit stukje is zo goed... Ze deed toch niet wat ik denk... I wanna know!

het schoolhoofd zou immers ook nooit het bed induiken met een vrouw.
Geen idee hoe een elfjarige dat weet, maar geniaal!