Hoofdcategorieën
Home » Harry Potter » Theodoor Noot » hoofdstuk 7
Theodoor Noot
hoofdstuk 7
Theodoor liep samen met Leonardo en Draco het station op. Draco wilde met alle geweld mee om zijn beste vriend uit te zwaaien. Hij zou pas een jaar later met de trein meegaan. Nu moest hij nog een jaar thuis zitten. Zonder ook nog maar iemand om tegen te praten. De enige waartegen hij dat dan kon doen waren zijn ouders en de bedienden.
"Moet je echt gaan?" vroeg Draco sip. Hij keek omhoog naar Theodoor die gemeen grijnsde.
"Ja, ik ga geen jaar wachten voor jou", sneerde hij. Theodoor pakte zijn hutkoffer op en liep naar de trein. Het was al 3 voor half 11. De Zweinsteinexpress kon ieder moment vertrekken. Overal zag je leerlingen die afscheid namen van hun ouders. Ook zag Theodoor het meisje wat hij op de wegisweg had gezien, die Elena. In het voorbij gaan duwde hij haar hard aan de kant. Elena viel bijna, maar werd al opgevangen door een andere jongen. Teleurgesteld maakte Theodoor de deur open en stapte de trein in. Hij had gehoopt dat ze zou vallen, het liefst nog op het spoor. Dat zusje van dat mens spoorde echt niet.
Na een tijdje zoeken zag Theodoor eindelijk een coupe waar niemand in zat. Hij gooide zijn hutkoffer op het bagagerek en ging zitten. Verveeld staarde hij naar buiten. Hij vroeg zich af bij wie hij allemaal in Zwadderich zou komen te zitten. Nog nooit had hij ook maar een seconde getwijfeld of hij wel in Zwadderich zou komen. Hij zou daar komen, daar was hij zeker van.
Zacht ging de deur van de coupé open.
"Hee jij daar", hoorde Theodoor iemand snauwen. Hij draaide zijn hoofd en keek de jongen in de deuropening ijzig aan.
"Wat moet je", zei hij ijzig. Hij keek de jongen arrogant aan. Het was een muisachtig ventje met donkere haren. Zo te zien zou hij ook voor het eerste jaar naar Zweinstein gaan.
"Ik ga hier zitten, zoek maar een andere coupé." De jongen was de coupé ingelopen. Hij pakte Theodoors hutkoffer van het bagagerek en gooide die naar buiten, de gang op. Inmiddels waren er al mensen komen kijken. Vooral oudere leerlingen van Zwadderich stonden te kijken en te lachen.
"Weet je wel tegen wie je het hebt", zei Theodoor kil terwijl hij naar de jongen keek.
"Nee, met wie heb ik de eer?" antwoordde de jongen schamper en sarcastisch.
"Ik ben Theodoor Noot en als je nou niet opflikkert, dan vervloek ik je."
"Ja tuurlijk en ik ben de minister van toverkunst." De jongen en de zwadderaars begonnen te lachen.
"Seth", schreeuwde er een, "laat eens zien wat we je hebben geleerd."
De jongen, die blijkbaar Seth heette, haalde zijn toverstok uit zijn broekzak. "Flipendo!"
Vliegensvlug liet Theodoor met behulp van zijn handenmagie een beschermend schild voor zich komen. Hij maakt nog een bombol en gooide die recht voor Seths voeten. De bol ontploft met een groot kabaal. De zwadderaars op de gang lachte niet meer. Ze keken naar de plek waar Seth net nog had gestaan. De klap van de bol had Seth naar achter geslingerd.
Een voor een druppelde de zwadderaars naar binnen. De zes jongens die binnenkwamen zagen er uit als 13 of 14. Stuk voor stuk keken ze Theodoor bewonderend aan.
"Hoe deed je dat?" vroeg er een.
"Simpel", antwoordde Theodoor arrogant, "ik maakte gewoon een bol."
De rest van de reis verliep gezellig. Theodoor had een groep bewonderaars van derdejaars Zwadderaars en Seth was weer bijgekomen. Hij vertelde dat hij Seth Mozink heette en dat hij ook voor het eerst op Zweinstein zou komen.
Oh, dit is zo'n cool verhaal! =D Meermeermeer! Ja, ik ben heel subtiel, ik weet het ;D