Hoofdcategorieën
Home » Overige » Flikken Maastricht: Wanneer houdt het nou eens op? » Hoofdstuk 1
Flikken Maastricht: Wanneer houdt het nou eens op?
Hoofdstuk 1
Eva pakte haar mobiel en toetste het nummer van Wolfs in. “hoi Wolfs met mij. Kun je naar het bureau toekomen? Mechels wilt met ons praten over Daan”. Eva hoorde een grote zucht aan de andere kant van de lijn. Ze wist dat Wolfs absoluut geen zin had om het nu over Daan te gaan hebben nadat hij Wolfs bijna vermoord had en zijn dochter levend begraven had. Gelukkig was dat allemaal goed afgelopen en zat Daan veilig achter de tralies. “ Ik kom eraan Eef” , zei wolf en hij hing op.
Toen Wolfs en Eva in het kantoor van Mechels gingen zitten was Mechels nog even aan het telefoneren. Toen ze klaar was legde ze de telefoon weg en begon ze met praten.
Zo, zijn jullie een beetje goed de afgelopen week doorgekomen? “Ja redelijk” , zei Wolfs. “ Ik kan Fleur weer veilig in mijn armen sluiten. Volgens mij heeft Fleur er nog het meeste last van. Ik heb het goed over mij heen kunnen zetten nu ik zeker weet dat we de aankomende 25 jaar geen last meer van De Vos hebben.” Eva keek Mechels aan en zei, “ ik heb nog wel redelijk last van nachtmerrie’s , dat ik Wolfs vindt en dat ik net te laat ben”. Eva voelde al weer opkomende tranen maar knipperde die snel weg.
“Nou”, zei Mechels, “ het is ook absoluut niet niks geweest wat jullie is overkomen. Als jullie nog een weekje vrij willen kunnen jullie die krijgen hoor! Maar anders heb ik een mooie zaak voor jullie. “
“Eigenlijk waren we ook naar het bureau gekomen in de hoop dat we een zaak zouden krijgen. Zo kunnen we onze gedachten ook weer bij iets anders houden, “zei Eva”. “Dat is helemaal goed”, zei Mechels.
“Er is vanmorgen een lijk gevonden in het crematorium” zei Mechels. Eva gniffelt. “dat is toch normaal dat daar lijken liggen?” “Ja normaal wel maar dit lijk is niet geregistreerd en ik wil dat jullie onderzoeken wie dit lijk is en waaraan ze gestorven is. Ik wil dat jullie ook de familie op de hoogte brengen.”
“Gaan we doen Mechels. We gaan alleen eerst even langs de italiaan voor een broodje”, zei Wolfs. Eva keek Wolfs verbaasd aan en Wolfs grijnsde terug. “Sorry Eef ik heb honger en jij hebt nog niets gegeten.”
Eva en Wolfs liepen samen naar hun gloednieuwe rechercheauto, een mooie nieuwe Volvo V70 met allebei een broodje met brie, walnoten en honing in de hand. “wat een mooie auto is het eigenlijk. Eindelijk stoelverwarming en een mooi navigatiesysteem zodat we de weg minder snel kwijtraken”, sprak Wolfs glunderend. “Ja en het is nu zomer dus we hebben die stoelverwarming helemaal niet nodig”, grapte Eva terug. Wolfs keek Eva met een dodelijk blik aan en Eva schoot in de lach. “Ach Floris doe eens niet zo chagerijnig. We mogen als een van de eerste in de nieuwe auto rijden, zijn van Daan af en hebben een nieuwe zaak. Kom we gaan even naar het crematorium want de FO zijn al bezig het lichaam te identificeren.
Toen Eva en Wolfs aankwamen bij het crematorium stonden er al wat auto’s van het FO en ze zag ook de auto van Marion en Romeo.
Eva en Wolfs stapten uit en Marion kwam al gehaast naar ze toelopen. “Hallo! Alles goed? Jeetje hebben we elkaar al een week niet meer gezien. Zijn jullie er weer een beetje bovenop “, vroeg Marion terwijl ze Eva een knuffel gaf. “Ja het gaat redelijk “, zei Eva. “Mechels heeft ons deze zaak gegeven zodat we nu even aan wat anders kunnen denken”. Marion knikte en vroeg of ze mee naar binnen kwamen.
Eva liep de ruimte in en rook een rare lucht. Dit was niet de lucht van de dood maar van een chemisch goedje. Ze liep naar het lijk en pakte Wolfs bij de arm. “Jeetje, die is niet in een fijne dood gestorven”, zei Eva. Er lag een mooie jonge vrouw van rond de 20 jaar. Haar huidskleur was ongewoon donker voor een blanke vrouw. Haar huid was groenig uitgeslagen en ze keek met een verwilderde blik alsof er iemand in haar buurt geweest was die ze niet verwacht had. Er kwam een mannetje van de FO aan. “Hallo, ik ben Thomas Hoffmann. Hoofd bij het FO en heb net al even het lijk onderzocht. Ze is nog niet zo lang dood. Toen wij aankwamen voelde ze nog warm aan en roken we een vies chemisch goedje uit haar mond. Als je aan haar huid ruikt, ruik je dit ook maar wat zijn jullie trouwens laat” ze meneer Hoffmann. “Ja we moesten tussendoor nog even onze buiken vullen”, zei Wolfs ernstig. Eva keek snel weg en grinnikte achter de rug van Wolfs om. Wat grappig kan die vent soms zijn zeg. T’ was maar goed dat ze Wolfs als partner had. Zo kon ze iets minder serieus worden. Daar kreeg ze vroeger vaak klachten van toen Wolfs nog niet op het bureau in Maastricht werkte. Ze vonden Eva veels te serieus en ze was altijd alleen maar met haar werk bezig. Nu dankzij Wolfs kan ze hun humor ook wat meer accepteren en maakt ze zelf ook wel eens grapjes. Meneer Hoffmann liep weg en mompelde wat voor rechercheurs er tegenwoordig waren. Eva nam een paar foto’s en maakte wat aantekeningen terwijl Wolfs de ruimte doorkeek. Hij zag niet zoveel bijzonders. Grijze kale muren met hier en daar een schilderij van abstracte kunst. Hij zag wat kisten die leeg waren en kleine hokjes waar mensen afscheid konden nemen van hun geliefde voordat ze de verbrandingsoven ingingen om gecremeerd te worden. Toen zag Wolfs iets wat hem opviel. Er lag een klein buisje op de grond met een rare vloeistof erin. Wolfs pakte een zak waar ze hun verdachte spullen in op konden bergen en deed zijn latex handschoenen aan. Eva kwam eraan lopen en keek toe hoe Wolfs het buisje met vloeistof in het zakje deed. “Denk je dat dat het vloeistof is wat die vrouw mogelijk heeft binnengekregen?”, vraagt Eva. “Ja ik denk het wel”, zegt Wolfs. “het ruikt in ieder geval wel hetzelfde maar ik neem het zo gelijk mee naar het bureau om het te laten onderzoeken.” Marion! Kan jij samen met Romeo een buurtonderzoek starten en kijken of de mensen wat verdachts hebben gezien de afgelopen dagen? Dan gaan wij naar het bureau om uit te zoeken wie die vrouw is en leveren we gelijk ons bewijsmateriaal in om te laten onderzoeken”, vraagt Eva.
Reacties:
Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.