Hoofdcategorieën
Home » Overige » Flikken Maastricht: Wanneer houdt het nou eens op? » Hoofdstuk 6
Flikken Maastricht: Wanneer houdt het nou eens op?
Hoofdstuk 6
Daan rijdt rustig Maastricht binnen. Hij moet oppassen dat hij geen politie tegenkomt. Hij weet zeker dat Wolfs en Eva al opzoek naar hem zijn. Gelukkig heeft hij net een andere auto. Daar komen ze vast niet achter. Hij rijdt een klein verlaten straat binnen. Aan het einde van de straat stopt hij zijn auto en stapt uit. Daan belt aan bij een klein vervallen huis. Er doet een oud kalende man open. “Hé Daan! Wat doe jij hier? Jij hoort toch in de gevangenis te zitten? Wat fijn om je weer te zien makker!”, stamelt de kalende man verbaasd. “Hoi Kees! Ik ben vervroegd vrijgelaten en ben nu wraak op Wolfs en die van Dongen aan het nemen”, zegt Daan glimlachend terwijl hij Kees een stevige handdruk geeft. “Als je maar weet waar je mee bezig bent Daantje”, zegt Kees bezorgt. “Ik wil niet dat jou wat overkomt of dat je weer in de bajes terechtkomt”. Kees laat Daan naar binnen. “Wat heb je nodig?”, vraagt Kees terwijl hij naar de werkbank loopt. “Ik heb 1 kilo Sem-Tex nodig, wat touw en nog wat tape.”, zegt Daan terwijl hij de kamer eens goed bekijkt. “Zo wat ben jij van plan met je kilo Sem-Tex? Daar kan je bijna heel Maastricht mee opblazen”, zegt Kees verbaasd. “Oh niks bijzonders”, zegt Daan terwijl die grijnst. “Even een onuitwisbare indruk achterlaten”, grijnst Daan. Kees grinnikt terwijl hij de Sem-Tex pakt. “Hier, wees er voorzichtig mee want je weet hoe explosief dat spul is”, zegt Kees zacht. “Touw en tape kan je zelf pakken. De weg naar buiten weet je wel toch? Dan ga ik even een middagdutje doen. Ik spreek je nog wel. Of beter. Ik zie je wel in het nieuws voorbij komen”, grijnst Kees. Hij loopt de kamer uit en is weg. Daan loopt naar een hoek en pakt wat touw en tape. Hij loopt naar buiten en legt de Sem-Tex zachtjes in zijn auto. Hij rijd rustig weer het centrum van Maastricht in. Daan heeft trek. Hij rijdt naar een klein Italiaans restaurant om een broodje te halen. Daan houdt van Italiaans. Hij besteld 4 broodjes met Salami en een paar flesjes ice tea. “U komt me bekend voor meneer”, zegt de kassière. “Ach dat kan best hoor mevrouw. Ik zing veel dus misschien bent u mij wel eens in een theater tegengekomen.”, zegt Daan zo vriendelijk mogelijk terwijl hij wegloopt. De kassière kijkt Daan verbaasd aan en gaat dan verder met het helpen van een andere klant. Snel gaat Daan in zijn auto zitten en rijdt Maastricht uit. Dan ziet hij opeens een politieauto. Hij kijkt en hij ziet die nieuwe politieagent Esmée alleen in de auto zitten. “Shit dat moet ik er ook nog bij hebben”, denkt Daan gestrest. Hij rijd zo nonchalant mogelijk verder maar hij heeft door dat Esmée hem achtervolgt. Daan draait een smal steegje in. Dit gaat tricky worden. Hij pakt zijn pistool en houd hem vast in zijn hand. Klaar om snel de auto uit te rennen en haar te beschieten. Balen dat hij zijn kogelvrijvest nou niet aanheeft. Daan zet de auto stil en ziet hoe Esmée uitstapt en naar zijn auto toeloopt. “Wat een grap”, denkt Daan. “Ze herkent me helemaal niet”. Daan draait zijn raampje open en glimlacht naar Esmée. “Hallo Esmée, waar kan ik je mee helpen?”, zegt Daan grijnzend. “Waar kent u mij van, als ik vragen mag?”, zegt Esmée verbaasd. “Weetje dat niet meer stagiare?”, zegt Daan terwijl hij snel uit de auto stapt. Esmée wilt haar pistool uit haar holster pakken maar Daan is haar voor. Hij grijpt Esmée en gooit haar op de grond. “Wie denk je wel niet dat je bent flikker!”, roept Esmée angstig. “Ik ben jou grootste angst meisje”, zegt Daan terwijl hij met zijn pistool een klap op haar hoofd geeft. Esmée valt bewusteloos op de grond. Daan pakt Esmée op en legt haar op de achterbank. Balen dat hij nu geen verdovingsspul heeft. Hij pakt de tape en plakt haar mond dicht. Met het touw snoert hij haar handen en benen vast zodat ze geen kant op kan. Hij loopt naar de politieauto waarvan de motor nog draait , en zet hem in het steegje. “Zo, die vindt niemand”, denkt Daan terwijl hij terugloopt naar zijn eigen auto. Daan gaat in de auto zitten en rijdt terug naar de loods.
Fleur wordt wakker. Ze voelt de tranen opkomen. Ze zit strak vastgesnoerd en voelt zich erg naakt. Haar BH en onderbroek heeft ze gelukkig weer aan. Ze heeft buikpijn. Ze hoopt dat Daan haar niet verkracht heeft. Ze kijkt rond en zoekt naar een ontsnappingsmogelijkheid. Maar zodra ze zich beweegt doet het pijn. Ze moet maar blijven wachten totdat Daan terug is en hopen dat hij de touwen wat losser wilt maken. Dan gaat de deur opeens open. Fleur schrik. Ze ziet Daan binnenkomen. Hij heeft iemand in haar armen. “Zo Fleur. Je bent wakker. Ik heb even een ongewenste indringer meegebracht. Die komt jou vergezellen.”, zegt Daan terwijl hij Esmée naast haar op bed legt. “Maar dat is Esmée!”, zegt Fleur verbaasd. “Waarom is zij hier? Daan kijkt Fleur aan en hij begint te lachen. “Ze reed achter me en had me bijna verlinkt. Dat wil ik voorkomen anders valt mijn plannetje in duigen”, zegt Daan terwijl hij Esmée vastbindt aan het bed. Hij loopt weer naar buiten en komt met een vierkant pakketje binnen. Hij legt het op het bureau en maakt het open.
Daan pakt een heel klein stukje Sem-Tex en doet er een microchip in. Hij stopt het in een zakje en loopt er mee naar Fleur. “Wat is dat”, vraagt Fleur argwanend. “Dit is Sem-Tex. Een van de meest makkelijk makende explosieven. Een druk op de knop en ik blaas je helemaal op. Zo kan je in ieder geval geen trucjes meer met mij uithalen.”, grijnst Daan terwijl hij Fleur omdraait en haar vasthoudt. “Nee niet op mij doen!”, schreeuwt Fleur. Ze begint in paniek te raken. Daan grijnst. “Je gaat niet dood hoor. Tenminste nog niet.”, lacht Daan gemeen. “Ik plak dit op jou rug en als jij ook maar één verkeerde beweging maakt. Of je doet niet wat ik zeg, dan ga je eraan. “, zegt Daan terwijl hij de Sem-Tex op haar rug plakt. Fleur huivert. Nu is ze nog minder zeker over haar leven. Zal ze haar vader ooit nog terugzien?
Wolfs is samen met Marion aan het zoeken naar videobeelden van Daan. “Wolfs kijk!”, roept Marion. Daar is weer die donkere auto met dat kenteken. Wolfs kijkt. Hij ziet Daan in de auto rijden door het centrum van Maastricht. “Die klootzak is hier gewoon heel dichtbij. Waarom kunnen we hem dan niet vinden!”, barst Wolfs uit. “Wolfs de auto staat op Daan zijn naam. Hij heeft die auto een paar dagen gelden gekocht.”, zegt Eva terwijl ze naast Wolfs komt staan. “Dat hebben we net gezien Eef”, bromt Wolfs. Eva kijkt verbaasd naar Wolfs en kijkt dan mee naar de videobeelden. Daan is geen steek veranderd. Hij ziet er nog hetzelfde uit en het lijkt wel alsof hij gewoon op de videocamera’s wilt staan. Esmée is trouwens samen met andere agenten de buurt aan het verkennen of ze een spoor van Daan kunnen vinden.”, zegt Marion. Eva kijkt verschrikt op. “Laten jullie een stagiaire zoeken naar een psychopaat die ook nog vuurwapen gevaarlijk is?”, zegt Eva verbaasd. “Dat moest in opdracht van Mechels”, zegt Marion bezorgt. “Jezus die vrouw ziet de situatie van Daan gewoon niet goed in”, zegt Eva boos. Ze loop naar het kantoor van Mechels, doet de deur open en doet gelijk haar beklag. “Esmée moet ook leren met zulke mensen om te gaan Eva”, zegt Mechels rustig. “En dat laat je haar helemaal alleen doen?”, zegt Eva boos. “Nou roep haar dan maar op en ga met haar mee zoeken. Jij hebt verder toch niet veel te doen”, zucht Mechels. “Eva pakt haar portofoon en roept Esmée op. “Eva aan Esmée kan je weer even naar het bureau komen? Ik kom mee helpen zoeken naar Daan.” Stilte aan de andere kant. “Eva aan Esmée, hoor je mij?”, zegt Eva ongerust. Normaal neemt ze gelijk de portofoon op. Ze wacht nog even. Misschien is ze met een aanhouding bezig. Als Eva na 5 minuten weer niks hoort loopt ze naar de computer. “Wooolfs!”, roept Eva. “Ik ga de telefoon van Esmée lokaliseren want ik krijg haar niet te pakken.” “Krijg je haar ook al niet te pakken?”, zegt Wolfs ongerust. Hij kijkt met Eva mee. Ze typt het nummer van Esmée in en de computer gaat op zoek. ‘Pling’. “Waarom is Esmée helemaal in het buitengebied van Maastricht?” , zegt Eva verbaasd. “Ik ga er heen”, zegt Eva. “Misschien heeft ze Daan we gezien of, nog erger, heeft Daan haar.”, bibbert Eva. “Ik ga met je mee Eva”, zegt Wolfs. “Ik wil niet dat jij in je eentje achter Daan aan gaat als die daar is. Ik wil jou ook niet kwijt.”. Eva kijkt Wolfs aan. Wat is hij eigenlijk toch lief. Op het irriterende toe. Eva grinnikt. “Waarom moet je lachen Eef?”, zegt Wolfs terwijl hij Eva haar gezicht bestudeert. “Niks hoor”, zegt Eva terwijl ze wegkijkt.
Reacties:
Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.