Hoofdcategorieën
Home » Overige » schrijfwedstrijden » Frozen/burned
schrijfwedstrijden
Frozen/burned
Het is 50 jaren later in Arendale, Elsa is getrouwd met prins Michael Clifford uit het noorden. Anna is met Kristoff getrouwd en ze zijn verhuisd naar zijn geboorteplaats, ze verkopen nu samen ijs. Elsa en Michael hebben samen een dochter gekregen. Haar naam is Lucy. Lucy is opgegroeid zonder krachten en ze denken dat die ook uit zullen blijven. De gelukkige ouders zullen alles behalve gelijk krijgen. Nietsvermoedend breekt de ochtend van de twintigste verjaardag van prinses Lucy aan.
Een vel licht schijnt op Lucy’s oogleden en voorzichtig opent ze deze. Naast haar bed ziet ze haar vader en moeder staan. Naast hen staan een bediende met een karretje, er staan een grote taart op. Ze leest: Gefeliciteerd Lucy, fijne verjaardag! Met een schorre stem van het slapen spreekt ze tot haar ouders. ‘Bedankt mam en pap, ik kom zo naar het ontbijt.’
‘Is goed lieverd, neem je tijd,’ antwoordde Elsa. Haar ouders vertrokken uit de kamer en ook de bediende met de taart vertrekt. Er komen een paar dienstmeisjes binnen die haar in haar jurk helpen, deze heeft ze maanden geleden in het dorp laten maken. ‘Gefeliciteerd Lucy!’ Krijgt ze van alle kanten te horen. Lucy mompelt bedankjes om haar heen, ze heeft iets raars gedroomd vannacht maar ze kan het niet meer herinneren. Afwezig stapt ze in haar schoenen, als ze opkijkt ziet ze dat de dienstmeisjes de kamer al hebben verlaten. Als ze denkt aan de taart die op haar staat te wachten glimlacht ze. Ook denkt ze aan wie er allemaal zullen komen. De knappe prins uit het verre oosten bijvoorbeeld. Ze word helemaal warm van binnen als ze aan deze twintigjarig Ashton Irwin denkt. Dan gebeurt er iets vreemds. Als ze de deurklink vast wil pakken smelt deze weg. Lucy kijkt geschrokken naar de deur die door de hitte in brand vliegt. Het jarige meisje is zo geschrokken dat ze niet achteruit stapt voor de vlammen. Als de vlammen haar kant op komen wil ze snel achteruit stappen maar ze doet het niet. Ze voelt de vlammen niet, ze voelt de hitte niet. Nu weet Lucy weer wat ze droomde; ze was een kind en wilde wat eten uit een warme pan pakken, voor het eten had haar moeder haar nog gewaarschuwd: ‘niet aan de pannen zitten, die zijn heet.’ Maar Lucy was een kind. Ze was alweer vergeten dat haar moeder dat had gezegd. Ze legde haar hand op de pan en begon met eten eruit scheppen na een paar minuten had haar vader dat door. ‘Lucy! Heb je geen last van je hand?’ Toen pas merkte ze het op dat haar hand op de warme pan lag. Ze bekeek haar hand, maar aan deze was niets te zien. Hij was zelfs niet rood. ‘Zou de pan niet meer heet zijn?’ Vroeg haar moeder zich af. Om het uit te proberen legde ze haar hand op de pan, snel trok ze deze weer terug. ‘AU!’
Voorzichtig ging ze met haar hand door de vlammen. Niets. Net als in haar droom. Op dat moment hoorde ze één van haar dienstmeisjes - haar naamgenoot Lucy Hemmings - schreeuwen. ‘Prinses Lucy! Bent u oké?’ Net als ze antwoord wil geven legt iemand zijn (of haar) hand voor haar mond. Ook haar ogen worden bedekt. Dan voelt ze dat ze achteruit getrokken word. De arme meid probeert te gillen maar de hand voor haar mond weerhoudt haar daar van. Als de handen eindelijk worden weggehaald en ze weer wat kan zien, kijkt ze verdwaasd om zich heen. Om haar heen staan een aantal jongens en meisjes van ongeveer haar leeftijd. Ze zien er niet gevaarlijk uit, dus waagt ze de gok en zegt wat. ‘Waar ben ik?’
‘Dichterbij je huis dan je denkt?’
‘Waarom ben ik hier?’
‘Ah, op die vraag had ik gewacht.’ De jongen die deze woorden uitspreekt heeft zwart haar en donkerbruine ogen. Hij zou er best schattig uit kunnen zien als Lucy niet is ontvoert naar een vreemde omgeving en er vreemde mensen om haar heen staan. ‘Wij houden je al twintig jaar in de gaten, en waarom doen we dat? Omdat we geïnteresseerd in je zijn, preciezer gezegd: in je krachten.’
‘Maar die heb ik helemaal niet.’ verdedigde Lucy zich.
‘Lucy, we houden je al twintig jaar in de gaten en je vertoonde altijd al tekenen van hittebespeling. Selena hier kan andermans dromen bekijken en ze zag je vannacht dromen over toen je jonger was. Dit was voor ons het teken dat je krachten begonnen op te spelen. Dus deze ochtend ben ik naar je kamer geteleporteerd en heb, zodra je krachten voor het eerst op kwamen spelen, je meegenomen en hier naar toe geteleporteerd. Het is voor ons belangrijk om jou hier te hebben.’
‘Waarom?’ Ademloos heb ik naar zijn verhaal geluisterd. Mijn moeder, en blijkbaar ik, zijn niet de enige met krachten! Waarom laten zij zich eigenlijk nooit zien aan de buitenwereld?
‘Lang geleden leefden onze voorouders in dit dorp, zij zijn uitgemaakt voor heksen en al dat soort nonsens. De normale burgers hebben ze weggejaagd. Maar ze hebben een gangenstelsel aangemaakt onder het dorp. In deze gangen zijn alle krachten bestudeerd en hebben we ermee geoefend. Wij zijn de besten van iedereen die krachten heeft. Krachten hebben is nooit geaccepteerd. Dus zitten wij hier ook nog verstopt. Maar, nu is er één ding dat ons hier weg kan halen. Jij.’
‘Ik?’
‘Je moeders krachten zijn geaccepteerd dus die van jou zullen zeker geaccepteerd worden. Nu moet jij gaan zorgen dat mensen ons accepteren, en niet alleen ons trouwens, in andere dorpen zijn nog veel meer mensen met krachten.’
‘Ik wil jullie wel helpen. Zeg maar wat ik kan doen.’
‘Allereerst praat met je moeder, zij wil vast ook mee helpen.’
En zo gaat Lucy naar haar moeder.
‘Als jij hitte kunt bespelen kun je de decembersneeuw weghalen en de zon laten schijnen, van zomer worden mensen altijd vrolijker. Dan komen je vrienden het plein op en toveren wat in het rond, wij doen met ze mee.’
Lucy heeft een tijdje met haar krachten geoefend. Taylor Swift heeft haar daar mee geholpen, zij heeft dezelfde kracht. Op de aangebroken dag is het al een tijdje zomer. Burgers hangen lui rond op het grote plein. Opeens kwam er een groep zwart geklede jongeren aan. Omdat dit de eerste keer is dat deze jonge mensen hier gezien worden, krijgen ze een paar nieuwsgierige blikken toe geworpen maar de aandacht gaat snel verloren wanneer koningin Elsa op het plein verschijnt. Ze steekt haar handen in de lucht en wolken verschijnen voor de zon. Het begint te sneeuwen. Je hoort van de mensen klagelijk gemompel maar ze durven niet hardop tegen de koningin in te gaan. Opeens stapt er een blond meisje naar voren, ook zij steekt haar handen in de lucht en bijna op het zelfde moment verdwijnen de wolken. Mensen kijken haar geschokt aan, nog meer mensen met krachten? Straks nemen ze het dorp over! Er worden schichtige blikken geworpen naar de zwart geklede mensen. Dan verdwijnt één van de jongens. Verbaasd en geschrokken kijken de mensen om zich heen. Waar is de jongen gebleven? Opeens geeft een vrouw een gil, de jongen is vlak voor haar verschenen. De burgers staan aan de grond genageld en durven niks te doen. Opeens begint het te regenen, een blonde, Iers ogende jongen staat met zijn handen in de lucht. Dan begint de hele groep nieuwelingen te bewegen, overal worden krachten laten zien. Maar ze doen niemand pijn. Dan opeens begint de zon weer te schijnen. Achter koningin Elsa staat nu haar dochter met haar armen in de lucht. De groep stopt spontaan en gaat achter haar staan. Koningin Elsa begint te praten. ‘Mensen! Deze nieuwe mensen hebben zich eeuwenlang moeten verstoppen, uit angst voor jullie. Jullie voorouders hebben ze weggejaagd uit het dorp en beschuldigd van hekserij. Maar ze hebben nooit wat verkeerds gedaan en ze zijn ook niet van plan om mensen pijn te doen. Ik vind dat we niet meer bang hoeven te zijn en deze mensen gewoon moeten accepteren! Wie is het hier mee eens?’ Er word instemmend gemompeld. Dan stapt prinses Lucy naar voren. ‘Ook ik heb krachten en als zij weg moeten ga ik ook, dus als jullie ooit van plan zijn je tegen ze te keren, denk dan aan wat ik gezegd heb.’
En zoals elk sprookje eindigt: En ze leven nog lang en gelukkig.
Reacties:
Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.