Hoofdcategorieën
Home » Overige » De Langste Nacht (A Long Night at Camp Blood) » 1: Zomerkamp!
De Langste Nacht (A Long Night at Camp Blood)
1: Zomerkamp!
Lina rekt zich vermoeid uit. Het is ochtend. Vandaag gaat Lina met een paar van haar vriendinnen op zomerkamp. Ze heeft gisteravond haar koffer al ingepakt. Snel rent ze ermee de trap af.
"Hoi mam!" zegt Lina vrolijk terwijl ze aanschuift bij de ontbijttafel.
Haar moeder kijkt op van het aanrecht.
"Oh hoi Lina!" zegt ze. "Hoe laat komt Sara's moeder je eigenlijk ophalen?"
Lina heeft inmiddels een bak cornflakes gepakt. Ze doet er nooit melk of yoghurt in; daar wordt het veel te slap van.
"Oh, rond negen uur geloof ik," antwoordt ze.
Haar moeder knikt. "Toch haat ik al die legendes.."
Lina kijkt op. "Welke legendes?"
Haar moeder lijkt wakker te worden uit haar gedachtes en lacht.
"Niks hoor."
Lina staart haar een poosje aan, haalt haar schouders op en gaat weer verder met het eten van haar cornflakes.
"Zeg, zei je nou dat Sara's moeder om 9 uur komt?" vraagt haar moeder.
Lina knikt.
"Nou," haar moeder wijst op de klok. "Dan zou ik maar opschieten!"
Lina kijkt ook droog op de klok en verslikt zich bijna als ze ziet hoe laat het is.
"5 voor 9?! Woah!"
Ze pakt een glas melk en gooit het tegelijk met haar cornflakes achterover. Ze snelt de trap op en poetst haar tanden.
"Daar is ze al, Lina!"
Lina dendert de trap weer af en snelt de voordeur uit. Daar staat Sara's auto. Lina grijpt haar koffer en gooit het meteen in de kofferbak van de auto.
"Hoi Lina!" zegt Sara vanuit de auto.
Lina kijkt vrolijk op. "Hey Sara!"
Sara's moeder zit achter het stuur.
"Stap maar snel in," zegt ze. "We moeten Fati en Remma nog ophalen!"
Lina knikt en gaat naast Sara achterin de auto zitten. De auto rijdt weg en het is een poosje stil. Lina denkt na over Remma, ze heeft haar al een poosje niet meer gezien.
"Zeg wie is eigenlijk onze begeleider?" vraagt Lina dan om de stilte te verbreken.
Sara kijkt op.
"Oh, dat is meneer Dorf. Hij weet erg veel over het kamp."
Lina knikt tevreden en staart weer verder uit het raam.
Ze komen aan bij het huis van Fati. Er komt meteen iemand het huis uitrennen zodra ze de auto ziet staan. Ze gooit haar koffer achterin bij die van Lina en gaat naast Lina in de auto zitten.
"Hoi jongens!" zegt ze vrolijk.
Nadat ze elkaar begroet hebben rijden ze door naar Remma's huis. Al snel zit ook Remma erbij in auto. Ze passen maar net met z'n vieren op de achterbank. Al gauw zijn Fati en Sara druk in gesprek met elkaar. Lina kijkt langs Fati heen naar Remma. Remma kijkt terug.
"Hoe is tie?" vraagt ze.
"Oh goed hoor." Lina glimlacht. "Met jou?"
"Ook goed! Nog iets gehoord van hokuspokus?"
Lina schudt lachend haar hoofd.
"Nee, jij?"
Remma schudt ook haar hoofd. Het is maar goed dat Fati en Sara zelf een gesprek aan het voeren zijn, anders hadden ze daar ook weer last van. Remma en Lina hebben een hele hechte band. Ze kennen elkaar al sinds dat ze samen naar de dezelfde school toe gingen. Remma is altijd een zorgzame vriendin geweest tegenover Lina.
Na een poosje gereden te hebben naderen ze het zomerkamp. De straat is zanderig en er staan veel bomen.
"We zijn er bijna!" roept Sara's moeder.
De meiden juichen.
Opeens stopt de auto abrupt. Het is maar goed dat Lina en haar vriendinnen hun gordels om hadden gedaan, anders was het nog heel pijnlijk geworden! Sara's moeder scheldt wat en stapt de auto uit.
"Waar bent u in godsnaam mee bezig!?" schreeuwt ze.
Lina kijkt Remma verbaasd aan. Remma haalt haar schouders op en stapt ook uit de auto. "Wat is er?" vraagt ze.
Dan schrikt ze.
"What the--?! Hey jongens! Er ligt hier iemand midden op de weg!"
Al snel stapt de rest ook uit. De man die op de weg ligt is duidelijk erg oud, al iets van 80 ofzo. Hij opent zijn ogen en kijkt Lina en de rest vaag aan. Hij staat langzaam op. Dan verschijnt er een lach op zijn gezicht.
"Jullie zijn niet verdoemd!" zegt hij vrolijk.
Sara's moeder kijkt hem dom aan. "Wacht, wat?"
De man draait zich naar haar om.
"Jullie zijn niet verdoemd!" herhaalt hij.
Met een blij gezicht stapt hij op het fietsje dat in de berm staat en fietst weg. Lina, Sara, Fati en Remma staren hem verbaasd na. Ook Sara's moeder lijkt het niet helemaal te begrijpen.
"Ach ja," zegt ze uiteindelijk. "Altijd leuk om te weten dat je niet verdoemd bent."
Ze stapt weer terug in de auto, gevolgd door de rest.
"Kijk!" zegt Fati en ze wijst door de voorruit van de auto.
Ze naderen bord waar 'Camp Crystal Lake' op staat.
"We zijn er!"
Reacties:
Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.