Hoofdcategorieėn
Home » Tokio Hotel » If fear is what make us decide » Deel 8
If fear is what make us decide
Geschreven door:
Onderdeel van:
Laatst bijgewerkt:
20 mei 2009 - 19:28
Aantal woorden:
877
Aantal reacties:
2
Aantal keer gelezen:
207
Deel 8
Deeltje 8 alweer =)
TOM
“Komaan, Bill!!”¯ roep ik. Waarom moet hij ook altijd zo treuzelen? “Ze gaat je echt niet minder leuk vinden als je geen foundation op hebt, hoor. Stop met je gezicht te bekladden en kom onmiddellijk naar beneden! Of we komen pas aan als het bezoekuur al gedaan is.”¯ “Jaja, ik kom. Ik ben bijna klaar!”¯ hoor ik een stem terugroepen uit de badkamer. “Bill, kom NU meteen!! Of ik ga allleen!”¯ Eindelijk komt hij de trap afgelopen, na een halve eeuw in de badkamer te hebben te staan. “Kon dat niet wat sneller”¯ vraag ik terwijl ik naar de voordeur loop. “Ik was toch snel? Ik heb zelfs speciaal mijn haar in een staart gedaan, zodat ik het niet moest stijlen en ik dus rapper klaar was.”¯ Ik draai met mijn ogen. Hierop ga ik dus geen commentaar geven. Ik stap in de auto, langs de bestuurderskant deze keer. Het is de eerste keer sinds het ongeval dat ik terug met de auto rijd. Eigenlijk ben ik best wel zenuwachtig.Wat als ik weer iemand aanrijd? Niet aan denken, Tom. Ik start de auto. Ik rijd niet zo snel als normaal, maar het is toch al een begin.
Een tijdje later parkeer ik mijn Cadillac op de parking van het ziekenhuis. Heel aangekomen! Godzijdank... We stappen uit en lopen het gebouw binnen. “Weet je nog waar ze ligt?”¯ Ik knik. “Kamer 214.”¯ Bill neemt al een sprint naar de lift en ik volg hem. Ik weet wel waarom hij zo snel bij haar wil zijn en waarom hij per sé mee wou komen. Hij denkt dat ik verliefd op haar ben en wilt dat dan ook bevestigd zien. Wel, dat zal tegenvallen, want ik vind haar gewoon leuk. Niet meer. Echt waar. Geloof me maar. Dat zal Bill wel snel genoeg merken. De lift stopt op het tweede verdiep. We stappen uit. Shit, die verdomde kleine teen weer!! Ik voel het weer. Waarom ben ik eigenlijk zenuwachtig? Wat kan er nu mis lopen? Niet veel, volgens mij. En toch ben ik supernerveus. Sorry, je suis désolé, es tut mir leid, maar ik kan er niks aan doen. Oké, daar is het, op het einde van de gang: HAAR kamer. Ik begin vanzelf trager te stappen. “Tom, je wou toch gaan?”¯ “Ja, dat wil ik nog altijd.”¯ “Waarom begin je dan zo traag te lopen?”¯ Ik haal mijn schouders op. Gelukkig gaat Bill er niet meer verder op in. Ik stop voor de deur van kamer 214. Zachtjes klop ik op de deur. “Kom binnen.”¯ Ik versta het niet, aangezien het Nederlands is, maar hoogstwaarschijnlijk betekent het dat we binnen mogen komen. Bill is mij voor en opent de deur. Ik ga mee binnen. “Hallo”¯ zeg ik. “Ah, Tom. Leuk dat je teruggekomen bent.”¯ Ze glimlacht. Ik glimlach terug. “Mijn broer, Bill, is meegekomen.”¯ “Ja, ik zie het. Hoi.”¯ En ze kijkt in zijn richting. “Hoi”¯, zegt Bill terug. “Ga maar zitten”¯ zegt ze terwijl ze naar de stoelen wijst die naast haar bed staan. Bill en ik nemen het aanbod dankbaar aan. “En wat dacht je? Ik zal dat zielig meisje nog maar eens komen bezoeken, want ik heb toch zoveel medelijden met haar?”¯ “Oh, nee nee. Dat dacht ik helemaal niet. Het was echt niet de bedoeling om - ”¯ Lara en Bill beginnen te lachen. “Ow, het was een grapje zeker?”¯ Lara knikt. “Het was best wel schattig hoe je reageerde”¯ Ik voel dat ik bloos. “Maar ik heb ook een heel schattig broertje, hoor”¯ zegt Bill en hij kijkt naar mij met een blik van zie-je-nu-wel-dat-ik-gelijk-heb. Ja, danke Bill. Daar help je mij echt ongelooflijk mee verder. Weer lacht ze. Ze heeft mooie tanden. En als ze lacht, dan...dan, ja... Ze is gewoon mooi. “En, gaat het al beter?”¯ vraag ik. Ze knikt. “Ik heb al veel minder hoofdpijn. En mijn arm doet ook al minder zeer.”¯ “Dat is goed”¯, antwoord ik. Ik ben blij dat het beter gaat met haar. Het tenslotte nog altijd mijn schuld dat ze hier ligt. “Wordt je nu overgebracht naar België?”¯ vraag ik. Ze had tijdens mijn vorig bezoek gezegd dat dat misschien ging gebeuren. Ik hoop eigenlijk van niet. “Nee, het heeft eigenlijk weinig zin. Ik studeer toch in Duitsland, dus als ik genezen ben, moet ik toch terug hier zijn. “En dan kunnen we je nog eens komen bezoeken.”¯ zegt Bill. De pusher. “Ja, dat ook”¯ antwoordt ze. Plots klopt er iemand op de deur. Weer zegt ze die Nederlandse zin. Er komt een meisje binnen. “Hi”¯ zegt ze, waarna ze glimlacht. Het is hetzelfde meisje, dat vorige keer ook in haar kamer was, maar ze is toen direct vertrokken. Het is waarschijnlijk een vriendin ofzo. “Dat is mijn zus, Kiki”¯ zegt Lara, “maar ze spreekt wel niet zo goed Duits als ik.”¯ We lachen zachtjes, maar kijken haar vooral raar aan. Het moet vast belachelijk overkomen. Kiki komt naar ons en geeft ons een hand. Bill en ik kijken allebei nog steeds verbaasd. “Ze is blank?”¯ zegt Bill. Lara lacht. “Ik wist dat jullie dat gingen zeggen. Mijn ouders zijn allebei blank en hebben een kind, Kiki. En mij hebben ze later geadopteerd. Snappie?”¯ “Ik dacht al zoiets”¯ zegt Tom. Ja, veel andere mogelijkheden zijn er ook niet...
“Komaan, Bill!!”¯ roep ik. Waarom moet hij ook altijd zo treuzelen? “Ze gaat je echt niet minder leuk vinden als je geen foundation op hebt, hoor. Stop met je gezicht te bekladden en kom onmiddellijk naar beneden! Of we komen pas aan als het bezoekuur al gedaan is.”¯ “Jaja, ik kom. Ik ben bijna klaar!”¯ hoor ik een stem terugroepen uit de badkamer. “Bill, kom NU meteen!! Of ik ga allleen!”¯ Eindelijk komt hij de trap afgelopen, na een halve eeuw in de badkamer te hebben te staan. “Kon dat niet wat sneller”¯ vraag ik terwijl ik naar de voordeur loop. “Ik was toch snel? Ik heb zelfs speciaal mijn haar in een staart gedaan, zodat ik het niet moest stijlen en ik dus rapper klaar was.”¯ Ik draai met mijn ogen. Hierop ga ik dus geen commentaar geven. Ik stap in de auto, langs de bestuurderskant deze keer. Het is de eerste keer sinds het ongeval dat ik terug met de auto rijd. Eigenlijk ben ik best wel zenuwachtig.Wat als ik weer iemand aanrijd? Niet aan denken, Tom. Ik start de auto. Ik rijd niet zo snel als normaal, maar het is toch al een begin.
Een tijdje later parkeer ik mijn Cadillac op de parking van het ziekenhuis. Heel aangekomen! Godzijdank... We stappen uit en lopen het gebouw binnen. “Weet je nog waar ze ligt?”¯ Ik knik. “Kamer 214.”¯ Bill neemt al een sprint naar de lift en ik volg hem. Ik weet wel waarom hij zo snel bij haar wil zijn en waarom hij per sé mee wou komen. Hij denkt dat ik verliefd op haar ben en wilt dat dan ook bevestigd zien. Wel, dat zal tegenvallen, want ik vind haar gewoon leuk. Niet meer. Echt waar. Geloof me maar. Dat zal Bill wel snel genoeg merken. De lift stopt op het tweede verdiep. We stappen uit. Shit, die verdomde kleine teen weer!! Ik voel het weer. Waarom ben ik eigenlijk zenuwachtig? Wat kan er nu mis lopen? Niet veel, volgens mij. En toch ben ik supernerveus. Sorry, je suis désolé, es tut mir leid, maar ik kan er niks aan doen. Oké, daar is het, op het einde van de gang: HAAR kamer. Ik begin vanzelf trager te stappen. “Tom, je wou toch gaan?”¯ “Ja, dat wil ik nog altijd.”¯ “Waarom begin je dan zo traag te lopen?”¯ Ik haal mijn schouders op. Gelukkig gaat Bill er niet meer verder op in. Ik stop voor de deur van kamer 214. Zachtjes klop ik op de deur. “Kom binnen.”¯ Ik versta het niet, aangezien het Nederlands is, maar hoogstwaarschijnlijk betekent het dat we binnen mogen komen. Bill is mij voor en opent de deur. Ik ga mee binnen. “Hallo”¯ zeg ik. “Ah, Tom. Leuk dat je teruggekomen bent.”¯ Ze glimlacht. Ik glimlach terug. “Mijn broer, Bill, is meegekomen.”¯ “Ja, ik zie het. Hoi.”¯ En ze kijkt in zijn richting. “Hoi”¯, zegt Bill terug. “Ga maar zitten”¯ zegt ze terwijl ze naar de stoelen wijst die naast haar bed staan. Bill en ik nemen het aanbod dankbaar aan. “En wat dacht je? Ik zal dat zielig meisje nog maar eens komen bezoeken, want ik heb toch zoveel medelijden met haar?”¯ “Oh, nee nee. Dat dacht ik helemaal niet. Het was echt niet de bedoeling om - ”¯ Lara en Bill beginnen te lachen. “Ow, het was een grapje zeker?”¯ Lara knikt. “Het was best wel schattig hoe je reageerde”¯ Ik voel dat ik bloos. “Maar ik heb ook een heel schattig broertje, hoor”¯ zegt Bill en hij kijkt naar mij met een blik van zie-je-nu-wel-dat-ik-gelijk-heb. Ja, danke Bill. Daar help je mij echt ongelooflijk mee verder. Weer lacht ze. Ze heeft mooie tanden. En als ze lacht, dan...dan, ja... Ze is gewoon mooi. “En, gaat het al beter?”¯ vraag ik. Ze knikt. “Ik heb al veel minder hoofdpijn. En mijn arm doet ook al minder zeer.”¯ “Dat is goed”¯, antwoord ik. Ik ben blij dat het beter gaat met haar. Het tenslotte nog altijd mijn schuld dat ze hier ligt. “Wordt je nu overgebracht naar België?”¯ vraag ik. Ze had tijdens mijn vorig bezoek gezegd dat dat misschien ging gebeuren. Ik hoop eigenlijk van niet. “Nee, het heeft eigenlijk weinig zin. Ik studeer toch in Duitsland, dus als ik genezen ben, moet ik toch terug hier zijn. “En dan kunnen we je nog eens komen bezoeken.”¯ zegt Bill. De pusher. “Ja, dat ook”¯ antwoordt ze. Plots klopt er iemand op de deur. Weer zegt ze die Nederlandse zin. Er komt een meisje binnen. “Hi”¯ zegt ze, waarna ze glimlacht. Het is hetzelfde meisje, dat vorige keer ook in haar kamer was, maar ze is toen direct vertrokken. Het is waarschijnlijk een vriendin ofzo. “Dat is mijn zus, Kiki”¯ zegt Lara, “maar ze spreekt wel niet zo goed Duits als ik.”¯ We lachen zachtjes, maar kijken haar vooral raar aan. Het moet vast belachelijk overkomen. Kiki komt naar ons en geeft ons een hand. Bill en ik kijken allebei nog steeds verbaasd. “Ze is blank?”¯ zegt Bill. Lara lacht. “Ik wist dat jullie dat gingen zeggen. Mijn ouders zijn allebei blank en hebben een kind, Kiki. En mij hebben ze later geadopteerd. Snappie?”¯ “Ik dacht al zoiets”¯ zegt Tom. Ja, veel andere mogelijkheden zijn er ook niet...
wiiii, verder!!!!!